Zaterdag, 1 oktober 2011 – Vertrekken = V/W-errekken!
Afscheiden van diverse mensen en meest speciaal: Zoë en Dolf en BavasJoOl. Ondanks extra ruimte door het uitvallen van een afspraak, rennen we als vanouds tot de laatste minuut. In BusCA gezeten: betaalmiddelen en papieren? Eh ja, toch beter om de originele kentekenpapieren mee te nemen! Nog niet weggereden, dus makkie. Afleveren stapels kranten en flessen in containers: geen probleem. Afscheid van JoPa en de “Bende van Vier” in Harmelen: ook te doen. Maar dan: een nood-app-je van SaShi. De Shi van het stel had nog een afscheid van en een cadeautje voor ons gepland en dan ineens hoort ze ons zomaar weg rijden. Ze doet een man- eh vrouw-moedige poging ons te bereiken. Racet de straat op zonder telefoon en zonder sleutel. En natuurlijk valt dan de voordeur dicht. En daar staat Shirley. Oeps! Sander buiten bereik, buren niet thuis. Het kost omwegen en wachttijd, maar het komt terecht. Wij worden geboodschapt. Na zoveel moeite rijden we uiteraard vanuit Harmelen dirrettemento bij haar (dat is: in ons huis) langs. Krijgen cadeau (Italiaanse leeslekkermakertjes) en knuffels. Zo, dat vertrekt toch een stuk beter. Toch ook nog maar even afscheid nemen van vrienden Willem & Catherine. Catherine haast zich vanuit de Jumbo naar huis. Gezamenlijk ontdekken we de treurige resten in de diepvriezer die is uit ge-d/g-aan. Wij eten als consequentie een heerlijke broccolisoep. Dat dan weer wel! Om zeven uur spoeden we ons ten langen leste oostwaarts. We halen Ede en een camping die vooral door het restaurant Juffrouw Tok gedomineerd wordt. Vooruit dan maar, het wordt kip-piri-piri, in -wat heet-het “beste kiprestaurant van Nederland”. Nou ja, ieder zijn smaak natuurlijk. De onze was het niet! Om tien uur kruipen we in de BusCA-bedstee voor een lange nacht. Want enerverend was het wel.
Zondag, 2 oktober 2011 – Nog steeds busy departing…
Een zonnige zondagochtend, behoefte aan rust en de zaterdagse Volkskrant houden ons een paar uur vast op veldje 2 onder de eikenbomen. Uh, we ontdekken, dat niet alle foto’s bij de Mongolië-update zijn ge-upload. Zo….!!! Dan blijkt ook nog de antenne van de Garmin vergeten en dus is het half twaalf als we de camping af rijden richting Utrecht.
In de serre hebben we een zonnig en blij koffie-uurtje met Sander, Shirley en Dolf. Om twee uur vertrekken we voor de derde keer van huis. We knallen door, slechts onderbroken door de aanschaf van een whopper bij een Burger King, die we al rijdend verorberen. Om vijf uur strijken we neer op een camperplaats (bij een volgepakte huisjes-camping) in de buurt van Kassel. Genieten uitbundig van de zon, zien af van eten in het camping restaurant. Na de kip-met-frieten moeten we even niet denken aan Wurste-mit-Frieten. In plaats daarvan wordt het een BusCA-pasta met dito-wijn. Heerlijk. Muziekje, krantje, boekje, … de trip is echt begonnen!
Hadden we al gemeld hoe heerlijk we slapen in de BusCA-bedstee. En dat we een goed gebruik maken van de BusCA-weecee? Bij deze dus!
Maandag, 3 oktober 2011 – Deutsch Essen u.s.w.
We douchen, heet en langdurig voor 50 eurocent. En dat niet alleen. We moeten een stukje lopen naar de campingdouche. Zo wandelend genieten we van het schitterende uitzicht over de heuvels gehuld in flarden nevel. Goed begin van weer een zonnige dag.
We geven de navi-dames opdracht om vooral de snelwegen te mijden. Mien (onze Garmin) blijft het desondanks nog een tijdje proberen tot ze het op geeft. Zo leiden Mien en Toya (het Toyotanavigatiesysteem in BusCA) ons verder naar het oosten door een zonovergoten Ardennenachtig gebied waar groen verkleurt naar goudgeel. Door rustige dorpen vol met fraaie Fachwerk huizen gaat het. Voor de lunch vinden we een typisch Duits restaurant vol met oude heren en dito, maar dan veel meer en hele dikke, dames en eikenhout.
Later in de middag schakelen we de snelwegen weer in en zo zijn we rond half vijf op de Bresler camperplaats vlakbij Zwickau. Met uitzicht op een dalletje drinken we thee en lezen we voor BusCA gezeten. Met Ingolf (Hapke) drinken we een borrel en praten de stand van (allerlei) zaken door.
Na rijst met ragout en een wijntje zitten we comfortabel binnen. Tot het BusCA-bedtijd is, want dan gaan we erbij liggen.
Dinsdag, 4 oktober 2011 – Dieren- en Nespressodag
Na een ochtend sleutelen is er een nieuwe omvormer ingebouwd. Eentje dus, die het BusCA-Nespresso-machientje kan voorzien van voldoende en zuivere stroom. En er is alsnog een luik naar de camperaccu gemaakt. Ook wel handig.
Na (weer!) een echte Duitse lunch in de deze keer errug bloemige Biergarten van een aftands familie Gasthaus, toeren we in de buurt van de grens met Tsjechië. Ook vandaag zoeken we de snelweg pas op als we kilometers willen maken.
Bij Regensburg staan we op het camperveld van camping Azur. We kunnen nog een poosje van de zon en het gedoetje van medecamperaars genieten. En jawel, we staan aan de Donau, die overigens door bomen en struiken aan ons zicht wordt onttrokken. Soms zien we de stuurhut van een boot hoog door de gaten in het groen voorbij glijden.
We eten mooie kleine frietjes, salade en een rundersteak. In de Biergarten. Dit terras doet zijn naam tenminste eer aan. Iedereen drinkt bier uit joekels van glazen. Maar ja, we zijn dan ook in Beieren, nietwaar.
Tot half tien kunnen we de ogen open houden. Het BusCA-bedje trekt…
Woensdag, 5 oktober 2011 – Golvend landbouwland, boltorens en Oostenrijk
Vanaf Regensburg rijden we over de B15 naar het zuiden. We lunchen ergens in het heuvelachtige land op een boerenpad. Heerlijk zijn ze, de verse Duitse bollen en geurige Schinken. De talloze dorpjes worden steeds schilderachtiger met hun bolvormige kerktorens, pastel gepleisterde huizen en de vele vele geraniumbakken. Via de Chiem See rijden we kronkelend en wel naar de grens.
OOSTENRIJK
Door prachtig groene dalen en hier en daar over een lage pas slingeren we langs kleine wegen de bergen door. Bij Kitzbühel staan we (camping Schwarzsee) alweer in gezelschap van de nodige (Duitse!!!) campers in een oer-Oostenrijks decor. Dat is: een bergwei en rondom bergen en bossen. Als de zon eenmaal onder is, daalt de temperatuur snel. Maar binnen in BusCA zitten we behaaglijk voor we ons naar het belendende Restaurant (Ruggerhof) met het inmiddels overbekende eikenhouten design begeven. De forel en de kalfsschnitzel zijn goed. Het restaurant moet het van de winter gaan hebben, zo schatten we in. De kost verdienen met de paar gasten in het ruim bemeten restaurant, vaagt om wonderen. Of sneeuw, en/of zon …
Donderdag, 6 oktober 2011 – Pasta op de Ploeckenpasz
Langzaam verjaagt de zon de dauw en warmt de dag op. Om half tien rijden we via Kitzbühel en Lienz door een zonovergoten Alpenland. We klauteren een paar passen over om uiteindelijk zigzaggend de Plockenpasz te bereiken.
ITALIË
Op 1.360 meter hoogte rijden we Italië binnen. Er is een grote en lege P en een refuge-achtig gebouw met het uitnodigende bord “Ristorante”. Yes, het is ruim na het middaguur en dus dik tijd voor een echte Italiaanse lunch. Ook de Berg-Italianen hier, die vloeiend Duits spreken, zijn op en top Italiaans. Bediend door een bewegelijke rap babbelende ober genieten we van een salade met onwijs lekkere olijfolie, pasta (aiglio en pomodoro) en wijn. Zo, we zijn Italië binnen!
Tevreden beginnen we aan de ruim van haarspelden voorziene afdaling langs de steile bergwand in de Karnische Alpen. Vrachtauto’s zijn hier verboden. En maar goed ook. De weg is smal, de haarspelden scherp en de hellingen hevig. Heerlijk!
Bij Paluzza slaan we af op een westwaartse route van kleine wegen. De bergen zijn hoog en spits en meestal bebost. Eindeloos veel linten van dorpen passeren we. De motorrijders roepen bij G dierbare herinneringen op aan zijn Dolomieten motortochten. Het is heerlijk toeren door dit prachtige gebergte.
De paar campings die we tegenkomen zijn gesloten en een camperplek vinden we niet. Na een rondje door Campina d’Ampezzo rijden we een paar kilometer terug. Naast Campeggio Olympia, een camping, die gesloten en wel bijkomt van de zomer, is een mooie plek in het stille bos naast een snelstromend riviertje. Helemaal goed is het daar.
Een soepie en broodje voldoen vanavond en we hebben heerlijk de tijd om ons op de volgende reistrajecten voor te bereiden. De beek ruist ons in een weldadige slaap.
Vrijdag, 7 oktober 2011 – Het bestaat nog: regen!
Al in de loop van de nacht tikt de regen regelmatig op het dak en tegen de tijd dat we opstaan, giet het. Gatsie! Al die prachtige toppen zitten in de wolken. We besluiten af te zien van de Dolomietentrip naar Bolzano en zuidelijk te gaan. De weg (S 51) kronkelt langs de steile wanden van een smal en diep dal. Beneden ligt hier en daar een boerderij en slingert de rivier. Prachtig, in dit dal zijn nog geen snelwegen en spoorlijnen, die het uitzicht verzieken. Vanaf Belluno kiezen we hele kleine weggetjes in zuidwestelijke richting (koers Padua).
De P635 vanaf Trichiano naar Follino is een absolute aanrader voor avontuurlijke rijders met een auto niet hoger dan drie meter. Ergens op het traject wordt een pas genomen op een manier die we nog niet kenden. De weg slingert omhoog en er worden vele haarspelden in het vooruitzicht gesteld. Zo klimmen we traag naar boven.
Na de pas gaat het omlaag langs een errug steile rotswand. Dat is tot daar aan toe. De wand is echter niet breed genoeg voor alle ziggen en zaggen. Aan een kant moet de haarspeld daarom de berg in. Het resultaat is, dat je steeds een scherpe bocht in een kleine tunnel moet nemen.
Niet dat het een drukke route is, in tegendeel! Maar voordat je het tunneltje in rijdt, doe je er desondanks goed aan om even langs de bergwand naar beneden te kijken. Zie je een auto komen dan kun je voor de tunnel wachten. Elkaar passeren In de tunnel, is niet mogelijk. En achteruit terug rijden is ook al geen pretje… Heeee, op vakantie en toch avontuur!
20 Haarspelden verder kijken we terug en zien alleen maar een omsloten dal met een rotswand aan het eind. Niets te zien van de weg en de tunneltjes.
We rijden een heuvelachtig gebied binnen met wijngaarden alom. Het is het proseccogebied. Goeie plek dus voor een lunch. We genieten van de verfijnde gerechten en de prosecco. En dat niet alleen, regen en wolken zijn inmiddels geweken, of beter achtergebleven in de Dolomieten en het is zonnig als vanouds. We besluiten de koers om te buigen naar Treviso. We willen het nog eens terug zien en er is een camperplek. Niet onbelangrijk, want er moet hoognodig geloosd worden. En na Treviso is er natuurlijk Venetië!
Bij het stadion staan wij weer klein te wezen tussen de Carthago’s en Concordes. We wandelen naar het centrum van het oude stadje, slenteren door de kleine straatjes, vergapen ons aan de prachtige gevels met balkons. Tussendoor nuttigen we een caffè en een martini op terrasjes als voorbereiding op de avondmaaltijd. Het wordt een pasta en een salade. Voor de echte Italiaan (se eter) is dit slechts de aanloop naar het hoofdgerecht. Wij echter hebben er met zijn tweeën een meer dan voldoende maaltijd aan.
Bij het Tenne Stadion wacht BusCA geduldig. Het stadse geluid is heel ver weg en nu en dan passeert een trein. Het is goed slapen zo.
Zaterdag, 8 oktober 2011 – Treviso en richting Venetië
Om half tien wandelen we weer naar het centrum van Treviso. Het is zonnig en gezellig druk. De aanschaf van een prepaid simkaart maakt het mogelijk om met de I-Bet het internet op te gaan. Er moeten nog een paar hobbels genomen worden, maar dan lukt het.
In het zonnetje op een terras omringd door goedgemutste en eindeloos babbelende Italianen, genieten we van een cappuccino… Zo moet Italië bedoeld zijn! Treviso ronden we af met een geweldige lunch bij Toni del Spin. Een beroemd restaurant, getuige de vele artikelen aan de wand en de foto’s van beroemdheden die ons hier voor gingen. Het levert genoeg energie voor nog wat stadswandelen.
Terug bij het stadion lozen we het nodige en tappen de watertanks vol. We zetten koers naar Venetië. Tenminste dat denken we tot we beseffen dat Toya ons de verkeerde kant op gidst. De waypoints van de Italiaanse (!) campinggids blijken niet te kloppen. Mien heeft het beter voor elkaar en brengt ons linea recta naar Camping Village Venezia in Mestre, dat pal aan de toegangsweg naar Venetië ligt.
We beleven een paar warme en rustige campinguren. Ach ja, het is met al die campers rondom toch een kwestie van bekijken en bekeken worden. En het toiletgebouw! Volgens de receptioniste is dat de voorsprong die deze camping op camping Rialto (600 m verderop) heeft. Het is gloednieuw en superdeluxe!
In het campingrestaurant eten we heel behoorlijk samen met andere stelletjes op zekere leeftijd (!). Een duizendpotige dame rebbelt en rent en bedient en neemt op en … en … en … En dan is er weer de knusheid van BusCA!
Zondag, 9 oktober 2011 – Venezia ja ja …
De lucht is strak blauw en de zon heeft vrij spel. Maar goed ook, want dat is hard nodig om de ochtend op temperatuur te krijgen. Met de bus zijn we in een kwartier op de Piazzale Roma, het begin- en eindpunt van al het wegverkeer. Vanaf hier gaat iedereen per boot of te voet de stad in. Wij kopen kaartjes voor een bus(=boot-)dienst door het Canal Grande. De zon schittert op het water, waar het krioelt van bus-, taxi- en privé-boten. We deden deze tocht al eerder, maar het is en blijft indrukwekkend. Zoveel pracht en praal opgehoopt op een paar modderbanken. En natuurlijk zijn er de gondels, voornamelijk bevolkt door Japanners.
We stappen uit bij San Marco (het plein en de kerk!). Op de Piazzetta San Marco genieten we (driedubbelendwars) van een cappuccino met een (1!!!) gebakje. Dertig (30) Euro moeten we ervoor neertellen. Maar daar krijg je wel een hele goeie cappu voor, een stijlvolle ober, een pianist-en-violiste, zon, prachtig uitzicht op het Dogenpaleis en de honderden toeristen die voorbij scharrelen. En dan wordt ook nog eens de grote klok van de Campanile geluid!
Er staat een enorme rij voor de ingang van de Basilica di San Marco. Met heel heel veel Japanners, een rij van hier tot Tokio kun je wel zeggen! Jammer, we hadden graag nog eens de indrukwekkende basiliek bekeken. Maar … die rij! Troost: we komen hier (en in Toscane) nog wel een keer terug!
De rest van de dag wandelen we door de schilderachtige straatjes en steegjes, langs kanaaltjes, over bruggetjes om via het Rialto (alwaar een voortreffelijke lunch) terug te gaan naar waar onze dag in Venetië begon.
Eind van de middag geven we ons over aan een welverdiende rust in de zon voor BusCA. De wandelingen door Treviso en in Venetië hebben hun sporen nagelaten in lijf en leden. En ook, in het fototoestel! Maar dat kan niet anders in zulke fotogenieke steden. Om zes uur zitten we knus binnen, eten in het camping-restaurant en duiken vroeg ons bedje in. Want morgen is er weer een Italia-dag!
Maandag, 10 oktober 2011 – Langs de kust van de Adriatische Zee
Om half elf rijden we (geloosd en getapt) weg van Mestre over S-wegen (provinciale wegen) zuidwaarts richting Ravenna. Al snel snellen we over de Povlakte en -Delta. Zo nu en dan leidt de weg over een strook tussen lagune en zee. Maar meestal is er groen aan de zeezijde en aan de andere kant vlaktes met landbouwgrond. Niet echt enerverend. De temperatuur loopt ondertussen lekker op tot boven de 20 graden. Juist, daarom gingen we o.a. naar het diepe zuiden.
Onderweg doen we een grote supermarkt aan en eten we in een wegrestaurant, dat vooral bevolkt wordt door vrachtwagenchauffeurs. We genieten van het eten, dat in wezen heel eenvoudig is. En dat is precies, wat het zo goed maakt.
In Ravenna vinden we een gratis P-plek voor BusCA op wandelafstand van het centrum. Meer speciaal van het Piazza del Populi. Een mooi plein. Zeker, maar niet in de sfeer die we onszelf gedroomd hadden door de beschrijving in de gids.
En verder gaat het zuidwaarts. Het is zoeken in deze tijd van het jaar, maar uiteindelijk vinden we Camping Village Cesenatico een eindje ten noorden van Rimini. De camping is enorm groot, er staan veel caravans met allerlei bouwsels en veelsoortige vakantiehuisjes. We proberen ons voor te stellen, hoe het hier is in de zomer als dit alles bevolkt wordt.
Ergens op een min of meer open plek vinden we een stek. In de buurt staat nog een (Duitse) buscamper. Een kort wandelingetje over de belendende asfaltweg en aftakelende omgeving brengt ons weliswaar bij het strand, maar vanaf BusCA gezien hadden we net zo goed midden op de Veluwe kunnen staan. Van de zee is niets te horen, te zien of te ruiken.
We drinken een martini met een lekker Italiaans kaasapiritiefje en we eten een (Russische) soep. Tja, wie wat bewaart, heeft wat, nietwaar?
En dan is er koffie! Inderdaad, dat Nespressootje is goud op avonden als deze. En dan ook nog boek, muziek, elkaar en stilte. Mmmmmmm……
Dinsdag, 11 oktober 2011 – Umbrië, Apennijnen en pech
Daar lopen we dan op die enorm grote camping op zoek naar het toiletgebouw, dat open is. Met de plattegrond in de hand komen we waar we wezen moeten. En wel: onder een lekkere volle en hete douche. Dan rustig ontbijten (met opgietkoffie!) en klaar maken voor vertrek. Om bij de uitgang te geraken, kunnen we gelukkig de tracks van gisteren volgen. En dat scheelt op deze enorme camping zonder wegwijzers.
De eerste etappe van de route brengt ons in Gubbio. Aanvankelijk rijden we over een snelle weg langs de kust om vervolgens landinwaarts door de Appenijnen te kronkelen. Het landschap is prachtig. Helemaal Italiaans met weidse uitzichten, omgeploegde velden, cypressen, lariksen en in de dalen langs stroompjes de populieren. En er zijn de fraaie huizen in het zachte terracotta met prachtige pannendaken. Oeps, het valt niet mee om al die mooie stadjes links (of rechts) te laten liggen. Urbino bijvoorbeeld en later op de dag Assisi, Spoleto, en noem maar op. Nee, we zijn op weg naar het zuiden en voor vandaag is het dus Gubbio. Afgezien van de auto’s en hedendaagse mens, is het stadje zo ongeveer in de middeleeuwen blijven steken.
Op een knus pleintje eten we pizza. Daarna klimmen we naar boven, naar het Hertogenpaleis. En we hebben pech! Op het prachtig gelegen plein tussen het paleis en de Duomo wordt een filmscène opgenomen. Snel stap ik over de afzetting om nog een foto te kunnen maken van de gevel van het paleis. Een streng dametje stuurt me er met de dezelfde vaart weer vanaf. Pas veel later in de middag kunnen we er terecht. Jammer, we hadden ons er erg op verheugd.
We vermaken ons een poosje met de filmmakerij en alles wat er (buiten beeld) bij komt kijken. Een jonge acteur is blijkbaar zeer geliefd. Hij neemt de tijd voor zijn fans. Op de foto, handtekeningen…
De dames zijn eensgezind opgewonden.
We zien een take van een scene. De acteurs spelen in de hitte van 25 graden met dikke winterkleding aan. Ja, ja, reiziger-van-beroep zijn is heel wat beter. Kun je tenminste aantrekken wat je wilt!
Na ja, een wandeling door dit plaatsje is ook niet mis. We zitten duidelijk merkbaar in de streek van de truffels, overal ruik je truffels en truffelolie. Zo belanden we weer bij BusCA, die in de zon bloedheet geworden is. Gelukkig is daar de airco. Via een kleine kronkelende route rijden we richting Perugia, dat we ook links laten liggen (zucht, zucht) en stevenen we op Terni af. De camperplek vinden we drie-keer-niks: louche en rondom drukke lawaaiige wegen. Wegwezen en verder op de route naar het zuiden. En ineens lijken de restaurantjes van de aardbodem verdwenen. Net nu we ons hadden voorgnomen een lekkertje uit te zoeken met een mooie parkeergelegenheid en daar naast te eten ook te overnachten.
Eindelijk zien we een verwijzing. Helaas, helaas, dat hebben wij weer: dinsdag is sluitingsdag! Pech! Een goed restaurant ligt 12 kilometer verderop en ook nog eens niet in onze routerichting volgens iemand die iets van doen heeft met het restaurant. Het goede nieuws is, dat we in de tuin met de prachtige bomen mogen staan voor de nacht. Komt het toch weer meer dan goed: mooie plek, best eten aan boord, een wijntje, Nespresso, muziekje, boeken… En natuurlijk: een wc/badkamer met warm water en … een heerlijk bed.
En die tikken op het dak? Ach, aan die vallende eikels zijn we zo gewend!
Woensdag, 12 oktober 2011 – Van lekker eten en gebrek aan slaapplekken
Om half tien rijden we weg van ons kleine paradijsje. De kleine kronkelweg ligt langs de hellingen van een steil en vooral heel groen dal. Vervolgens rijden we over een autostrada oostwaarts en daarna zuidoostelijk over kleine wegen. Voor een groot deel leidt deze route door het Parco Nazionale d’Ambruzzo, waar o.a. gemzen leven, maar zelfs ook beren. Die zien we niet, maar wel hier en daar eeuwenoude dorpjes op een bergtop of tegen een helling aangeplakt. We stijgen (soms tot boven de 1.300 m) en dalen daarna weer honderden meters. G en BusCA leveren goed werk. De temperatuur loopt op tot 25 graden en het is dan ook lekker pauze houden.
De hellingen zijn volop bebost en in de dalen stromen riviertjes en hier en daar worden kleine akkers bewerkt. Vanaf de hellingen kringelt op verschillende plekken rook omhoog. De herfst wordt vooral zichtbaar in de verkleuring van het groen naar geel en oranje. In de late middagzon licht het op tot een prachtig goud. De blaadjes echter houden zich nog steeds vast aan hun takjes!
Deze dalen zijn schaars bewoond en alleen in een dorp aan de route midden in het Park is af te lezen, dat hier zomers de nodige toeristen zijn. Nu echter zijn hotels, campings en restaurantjes hermetisch gesloten. Gelukkig vinden we verderop bij een T-splitsing twee ieniemienie restaurantjes. Een ervan spreekt ons erg aan. En zowaar, we eten fantastisch. Ondanks de gebrekkige communicatie met de nerveuze ober, die almaar herhaalt wat hij denkt dat wij bestellen.
In de kleine ruimte staan vijf zes tafeltjes en brandt het houtvuur. En niet alleen voor de warmte, het is daar binnen behoorlijk koud, gezien de buitentemperaturen. Het brood (voor de bruschetta) en het vlees worden er ook gegrild. Terwijl de ober, zoonlief schatten we, de bestelling opneemt, staat Pa al helemaal in de startblokken voor zijn aandeel. Hij verdwijnt naar beneden om even later met een bord met het vlees boven te komen.
Pa slaat toegewijd aan het grillen (carne alla brace). We delen de antipasta, een bergschotel met ham, worst, kaas en bruschetta (op houtvuur gegrild brood met olijfolie, tomaat, kaas), de pasta (voor ons een nieuwe soort, pardadella) met flink wat truffelolie en knoflook, een mooie steak en salade (mista). Wijntje erbij en genieten.
De ambiance wordt nogal levendig als twee Romeinse stellen binnenwapperen. Een van de heren spreekt goed Engels en binnen de kortste keren hebben we een berg adviezen over het vervolg van onze route binnen. Ze kunnen zich niet goed voorstellen hoe wij reizen. Maar, onze Engels sprekende Romein, is desondanks expert. Hij heeft namelijk ooit een hele grote groep Nederlandse campers bij elkaar gezien. Hij is nu nog onder de indruk.
Het is half drie als we een paar kilometer verderop een camping zien die open lijkt. Er staat een caravan met Oostenrijks kenteken. Verder zien we niemand. Mmmmmm, beetje vroeg wel, toch maar verder. Laat in de middag betreuren we die beslissing, want nachtgelegenheden zien we niet meer. Het is verboden, te steil, te druk, te lawaaiig, teveel huizen, teveel mensen… Kortom het is na zessen als een weggetje ons via de zoveelste gesloten camping bij een evenzeer gesloten hotel aan zee brengt. Het heeft een restaurant met een mooi rond stenen terras pal aan het strand. En laten wij daar nu heel makkelijk kunnen komen! Geweldig, toch weer gelukt. Eerst nog even naar een winkelcentrum voor wat inkopen en een grote sanitaire stop. En dan staan we prinsheerlijk met uitzicht op de Adriatische Zee en de lichtjes van het plaatsje verderop (Salvo). Tot half acht kunnen we in de zachte avondlucht lekker buiten zitten en daarna is het binnen goed toeven met al dat uitzicht.
En dan lekker slapen. De stilte is enorm. Er is geen vleugje wind en van de zee is dan ook helemaal niets te horen.
Donderdag, 13 oktober 2011 – The day after…
Lekker slapen! Dat hadden we gedacht!!! G ligt nog maar amper in bed. Gekerm, want: MUGGEN!!! Op de zilvergrijze bekleding van onze bedstee zitten zeker zo’n tien kwelgeesten. Oké, nadat de laatste bloedvlekken weggepoetst zijn, draait G zich tevreden om.
Laten we de rest van de nacht maar samenvatten: hazenslaapjes, gezoem, meppen, jeuk, “*&#^%*#@!!!”, bulten… Muggenmoordpartijen tot wel vier keer toe! Het had zo mooi kunnen zijn! Ik ben blij, als de dag zich aandient. G neemt nog een muggenloos uurtje slaap en ik zet koffie.
Zuidelijk trekkend, zoeken we steeds de weg op, die het dichtst bij zee ligt. Een leuke en uitdagende sport. Want zowel Italiaanse wegautoriteiten als Mien en Toya willen nog wel eens andere ideeën hebben.
Het gebied is lange tijd behoorlijk saai. Pas als we flink gevorderd zijn langs de kust van het schiereiland Gargano begint het er weer op te lijken. Olijfgaarden, bossen, kronkelende wegen, hoogteverschillen en prachtige uitzichten op de intens blauwe Mare Adriatico. In Rodi Garganico vinden we een strandrestaurant. Baas en ober wenken ons opgewonden. Gasten willen ze. Oké, en wij willen best nog wel even voor omzet zorgen. En niet tot onze teleurstelling. De gamba’s, de gegrilde visjes, heerlijk is alles. En natuurlijk de onontbeerlijke salade (mista) met geurige olijfolie.
Pal langs de kust rijden we naar Vieste. Met regelmaat zien we campers. Een goed teken vinden we, er zal vast kampeeraccommodatie zijn. En jawel, daar isssie dan, onze camping! Aan een kleine baai met een klein strandje is daar de ruime Holiday Village Gargano. Er staan een paar caravans en campers (Duitsers), de zon schijnt en de zee golft! We installeren ons en geven ons over aan in te halen rust en een halve liter wijn van de lunch. De 16e zal ook hier de winterstop ingaan. We zijn dus mooi op tijd.
Na een paar rustige vakantie-uren eten we uit eigen keuken: tomaten, mozzarella, basilicum, serranoham, olijfolie en dat speciale stevige Italiaanse brood. Heerlijk en niet te vergeten, een wijntje!
De zee laat zich horen en hopelijk zal dat vannacht niet gelden voor de muggen. Wat zullen we slapen.
Vrijdag, 14 oktober 2011 – Vrijdag niet de 13e dus
De nacht was een weldaad. Geen mug, geen licht, geen ander geluid dan de zee en wij twee. Oké, een klein ongelukje dan! Ik verlies mijn evenwicht en zoek steun. En wel op het uitklapdeel van de aanrecht. Dom, dom! Het steuntje knapt af! Op vrijdag de 13e zou dit vast slechter zijn afgelopen. Toch?
En verder? Een campingdag. Dus uitslapen, lang ontbijten, wasje draaien, Nespressootje in de zon, tukkie in de zon, lunchje in de zon, hangmat in de zon, kuiertje hier, babbeltje daar, klusjes (ongelukje hersteld!), velgen gepoetst, lezen, uitkijken over de zee, borrel en avondhap in BusCA … Zo’n dag dus.
De wind is flink aangewakkerd en maakt van onze baai een cappuccinobaai. In BusCA is het extra knus en comfortabel.
Zaterdag, 15 oktober 2011 – San Angelo en zijn pelgrims
Het wordt een reisdag. We zijn klaar om weg te rijden. Bijna dan. Een (on)behoorlijke stank vult BusCA. En jawel, hondenpoep blijkt het geval! Schoen van G en mat van BusCA krijgen een stevige poetsbeurt onder de kraan. Hoeissutmogulluk dat er onverlaten zijn die hun hond op een camping laten poepen!
Nog steeds een beetje beduusd beginnen we aan de rit langs de prachtige kust. We wurmen ons door Vieste, een vuilwitte stad op een rotspunt, en doen inkopen. Dan verder naar San Angelo dat op ruim 800 meter hoogte ligt. De weg ernaar toe zou “duizelingwekkend” zijn. Van zeeniveau rijden we via vele vele haarspelden omhoog, omlaag en nog hoger. Langs steile rotsen gaat het, door bossen met pijnbomen en lariksen en er zijn prachtige vergezichten op de azuurblauwe Adriatico. Schitterend, maar duizelig werden we niet.
Rond lunchtijd parkeren we bij het Chatel in het oude deel van San Angelo. Voor Italianen is dit een belangrijk bedevaartoord. Ook nu staan er al verschillende bussen geparkeerd. In het restaurant worden we overweldigd door een groot gezelschap dikke gedrongen zwart geklede vrouwen. Net als hun zwijgzame mannen hebben ze donkere door de zon verweerde gezichten én het hoogste en luidste woord. Ze dirigeren, regelen, presenteren elkaar kaasjes, nootjes, grappa’s en dolci en trekken zich niets aan van de restauranteigenaar, die protesteert tegen de picknick die ze in zijn restaurant aan het houden zijn. Alleen de koffie en wijn hebben ze niet bij zich.
We hebben het gevoel midden in een Fellini-film te zijn beland en genieten er navenant van. Op het eten moeten we lang wachten en we zijn beter gewend (geraakt). Maar hee, die taferelen om ons heen vormen een geweldig hoofdgerecht!
De wandeling houden we kort, want het is er zoooo Valkenburg, de middag vordert en bovenal het is behoorlijk koud door de snijdende wind. Dus zigzaggen we de 800 meters naar de vlakte, waar het ook grijs-groen van de olijfgaarden is. Want ja, dit is Puglia (Apulië), het gebied van goeie olijfolie.
Langs de kust rijden we zuidelijk tot vlak voor Barletta waar we een smal weggetje langs het strand vinden. Even het strand op met BusCA. Dat gaat prima. Maar achteruit, dat dus niet. Ook in Italië spelen we het klaar om onszelf vast te zetten in het zand. Juist en daarom hebben we dus die sper. En gelukkig ook een paar matten die onder de wielen kunnen. Pffft, zo maken we alsnog ons eigen avontuur. En, bedenken we, misschien moeten er toch een paar zandplaten mee op het dak! Ons kent ons, nietwaar.
Op de zandstrook naast de weg staan we mooi: zicht op zee, zicht op de ondergaande zon en ook, steeds meer zicht op komende en gaande auto’s. Tijdens borrel en eten (Unox Bruine Bonen soep!) beginnen we door te krijgen, dat het hen niet gaat om de mooie zonsondergang! De “business” verhevigt naarmate de avond vordert en de donkerte toeneemt.
Ze doen maar! Wij gaan lekker slapen. Hoewel…! De nacht is koud en dan kun je wel wat warmte gebruiken! Juist, en daarvoor laat je de motor tijdenlang (!) stationair draaien. Op een paar meter afstand van onze bedstee dus.
Zondag, 16 oktober 2011 – Naar de trulli van Alberobello
Het was me het nachtje wel. Tegen de ochtend is de rust en stilte weergekeerd op ons weggetje. Maar niet voor lang. Al voordat we opgestaan zijn, komen ze langs. De joggers, renners, snelwandelaars, ze hijgen, kletsen, sommigen gaan soepel waar anderen met hoorbare moeite voortgaan. Tijdens het ontbijt kunnen we uitvoerig de verschillende stijlen van lopen bestuderen. Enkele werken behoorlijk op onze lachspieren. Die zouden het Ministerie van Gekke Loopjes (Silly Walks) van Monty Python F.C. handen vol werk bezorgen.
En nog steeds is daar de onstuimige zee en vanmorgen ook enkele kiters. We zien ook hoe de gemeentereiniging de sporen (heel veel tissues) van de nachtelijke business weg ruimt. Er zijn saaiere plekken om je bivak door te brengen.
Via Barletta rijden we aanvankelijk langs de kust en zien hoe hordes mensen met bloemen een kerkhof bezoeken. En scoren zomaar op deze zondagmorgen een aperto supermarkt. We buigen af naar het binnenland en in Bitetto stuiten we op “Il Flammingo”, what’s in a name, een familierestaurant. Althans dat is het nu. Een tweepersoonstafeltje is nog niet gereserveerd en dus voor ons. Het is tegen twee uur en we vragen ons af waar de rest van de Italiaanse mensheid blijft. Maar het duurt niet lang voor de families tot vier generaties binnen stromen en de gereserveerde tafels bezetten. Wij eten goed, maar zij eten beter. Nou ja, in ieder geval heel veel meer. Een eindeloze stroom schalen worden aangesleept, waarna Mama’s de lekkernijen over de borden verdelen.
We genieten niet alleen van die taferelen, maar ook van de pasta (met kreeft) en nog meer rivierkreeft (gamberoni), salade en carpaccio.
En zowaar, er zijn inderdaad twee campings open in Alberobello. Wat een luxe, we kunnen kiezen! Daardoor ook rijden we over piepkleine ommuurde weggetjes in de directe omgeving, zien er verschillende trulli en krijgen we een eerste indruk van het plaatsje.
Een trullo is een rond huisje met een kegelvormig dak van ingenieus gestapelde stenen. De gidsen zijn niet eenduidig in de verklaring van hun ontstaan (periode en reden). Wij baseren ons vooralsnog op Lannoo’s Toeristische Atlas van Italië. Ze ontstonden in de 17e Eeuw toen de Hertog van Aquaviva de stad (Alberobello) stichtte. Er werd gebouwd in zgn. trullibouw. Daar kwam geen metselkalk aan te pas, maar de stenen werden gestapeld. Zo kon men, zodra de “belastinggaarders” (van de koning van Sicilië, die het recht had om van iedere nieuwe stad belasting te vorderen) “opdoken”, de huizen snel konen worden afgebroken om ze later weer op te bouwen.
Het oudste deel van Alberobello bestaat uit heel veel van deze woningen. En wit zijn ze, net als de jongere bebouwing overigens. Morgen wandelen we vanaf de camping naar het dorp om ons daar te vermaken met weer zo’n bijzondere plaats, die gelukkig is opgenomen op de Wereld Erfgoed lijst van de Unesco.
We wonen op (Villagio Camping) Bosco Selva, een kleine camping onder hele hoge prachtige pijnbomen. Het sanitair is in orde en bestaat uit een interessante combinatie van kunststof en marmer. De enige collega-kampeerders zijn een Nederlands gezin. Zo zie je maar weer…
We kunnen nog net een half uurtje buiten zijn, voor de zon onder gaat en de kou ons naar binnen jaagt. Maar ook daar is alles in orde. En onze nacht zal hier door niets of niemand gestoord worden.
Maandag, 17 oktober 2011 – Alberobello-dag
Na een rustige opstart, afscheid van het Nederlandse gezin en een piepkleine olijfolieworkshop, wandelen we de paar kilometer naar het historische centrum van het dorp. Het is zonnig en fris. De lucht helblauw met hier en daar een wit wolkje. Het maakt het wit van de trulli alleen maar heftiger. Wat een prachtige en bijzondere huisjes zijn dit!
Met een plattegrond in de hand kunnen we alles bezoeken wat we wilden zien. Ondertussen is het dwalen door de schilderachtige straatjes gewoon heel leuk. Mooi, dat het geen hoogseizoen is. Zelfs nu, arriveren nog bussen met (natuurlijk!) Japanners en Middelbare Scholieren, die het snel voor gezien houden.
We drinken een cappuccino (ja, ja, HarLa!), strijken neer op een terrasje voor een mooi glas rode wijn en voor de lunch is er een ander terras in de zon. Tevreden over dit alles wandelen we bergop terug naar ons mobiele huisje en groeten een Italiaans echtpaar voor hun grote camper, maken kennis met een Oostenrijks stel met een BiMobiel en een fietsend Zwitsers koppel dat de tent opzet. Zo, en dan kan G eindelijk in de hangmat, want genoeg bomen, zon en tijd.
We raken gewend aan het Italiaanse ritme. Dat is: ’s middags rustig en uitgebreid (zeker als je dat vergelijkt met de boterhammen-met-kaas thuis) en met wijn lunchen. Voor de avond hebben we dan ook niet veel trek meer. Soep, stukje brood, kaas en portje en dan natuurlijk nog een Nespressootje!
De temperatuur daalt vanavond zodanig (naar 6 graden), dat we voor het eerst de kachel aanzetten. Behaaglijk kunnen we ons bezighouden met internet, e-mail, muziek en boek. Avontuurlijk mag het dan ff niet zijn, warm en knus is het in ieder geval wel!
... is vervolgd, zie :: italy 2