Route (2.400 km, 24 days): Border Arg/Ch (Paso Roballos) - Cochrane - Villa O'Higgins - Lago Christie - Caleta Tortel - Cochrane - Puerto Rio Tranquilo - Valle Exploradores - Villa Cerro Castillo - Coyhaique - Puerto Aysén - Villa Amengual - P.N. Queulat - Puyuhuapi - La Junta - Pto Raúl Marin Balmaceda - Villa Santa Lucia - Lago Yelcho - El Amarillo (P.N. Pumalin) - El Chaitén - Caleta Gonzalo - (ferry 1&2) - Hornopirén - Volcano Osorno - Puerto Montt
CHILI SAMENGEVAT: de Carretera Austral
Chili (18 x NL), een land dat 4.200 kilometer lang is, met een kustlijn van 6.500 en een breedte van gemiddeld 180 kilometer. Het ligt ingeklemd tussen de Stille Oceaan en de besneeuwde bergtoppen van de Andes. In het noorden zijn woestijnen. Via regenwoud en Patagonische toendra loopt het land in verschillende klimaatzones door tot aan Antarctisch gebied in het zuiden.
In dat diepe zuiden kwamen we vanuit Argentinië Chili binnen. Helemaal klaar voor de Carretera Austral (C.A.), een befaamde weg voor de regio maar zeker ook voor overlanders en andere reizigers. (Carretera Austral, zie tekst woensdag 21 maart 2018).
Vanuit Cochrane reden we eerst nog zuidelijker, tot waar de weg eindigt bij Villa O'Higgins. Een prachtige rit.
Toen begon voor ons de C.A. pas echt. Stukje bij beetje trokken we noordwaarts met uitstapjes links en rechts.
Ook deze keer waren er hoogtepunten. De zuidelijke pioniersdorpjes, het merkwaardige vissersdorpje Caleta Tortel, overweldigende uitzichten, prachtig gekleurde marmergrotten, gletsjertongen, de imposante hangende gletsjer (Ventisquero Colgante), warmwaterbad met uitzicht, schitterende natuurparken, in de regen door subtropisch regenwoud en fantastische bivakken.
Diepe indruk ook maakte de passage bij Villa Santa Lucia. Dit dorpje werd in december jl. half weggevaagd door een modderlawine.
En als altijd waren er ontmoetingen. Met vriendelijke gastvrije Chilenen en met leuke, lieve, enthousiaste, grappige, onfortuinlijke, interessante en bijzondere overlanders.
Voor deze update zijn we neergestreken in een hotel in Puerto Montt. Nu zijn we toe aan warmte en licht. De laatste paar dagen kregen we ineens genoeg van het sombere en natte weer. Dus, we beraden ons ernstig over de route voor de komende weken.
Zie ook de video onderaan dit reisverslag.
Dinsdag 20 februari 2018 (35 km) - Chili, een Best Begin
Bij de Chileense post is een tweemansbedrijf in actie. Een man heeft de gewichtige taak de slagboom te openen. Hij is er helemaal klaar voor. De ander doet het papierwerk en de controle van de auto's. De formaliteiten zijn snel gedaan. De controle duurt langer. Iedere deksel moet omhoog en iedere la open.
Het pad slingert verder door een mooie groene vallei. We maken ons weer vertrouwd met de Chileense omrekenformule: drie nullen eraf, maal anderhalf. Zo weten we meteen wat de camping van Parque Nacional Patagonia kost. De jonge wat verlegen ranger geeft de nodige informatie. Ook over het (4x4) pad naar de Mirador (uitkijkpunt). Gisteren zat er nog een auto vast, waarschuwt hij.
Het is droog en zonnig. Prima weer voor een hoog uitzicht. Het goede bandenspoor stijgt geleidelijk. Meestal, soms zijn er steile stukjes. Het slingert over berghellingen door een mooi bos met flinke bomen. Boven kijken we uit over hetzelfde meer waar we gisteren ons rondje (aan de andere kant va de grens) reden. Prachtig uitzicht.
Terug op de campsite douchet G, maak ik pasta en leren we onze twee medekampeerders kennen. US-Lissy&Harry (voormalig skileraren, nu enthousiaste vliegvissers) zijn 80-ers. Ze overwinteren ieder jaar vier maanden in Zuid-Amerika. In hun oude Nissan (Chileens kenteken) slapen ze en buiten zitten ze in een windtentje met gaas. Leuke avond met interessante gesprekken en een fles wijn.
Woensdag 21 februari 2018 (135 km) - NL-Dag in Cochrane
Nog voor de koffie zijn Lissy&Harry er. Ze willen alles zien en weten van TOY.
De schoonheid van de vallei blijft voor ons verborgen in de grijsheid van motregen. Vertrouwd NL-weer. Maar, anders dan in NL, zijn hier veel guanaco's in plaats van koeien. De dieren zijn minder schuw dan we gewend waren.
El Manzarella, de ingang van het park. Parkeerplaatsen, landingsstrip, bezoekerscentrum, lodge en een restaurant. Na ons karige ontbijt van koffie met rijstwafels, is het restaurant meer dan welkom.
We zitten in een prachtige ruimte betimmerd met warm hout met ingelegde figuurtjes. De doorgegaarde wildzwijn laat G glazig kijken. Ook mijn carpaccio, die geen carpaccio is maar een salade met roastbeef, is heerlijk.
Daar is-ie dan, Ruta 7, beter bekend als de Carretera Austral en voor sommige Chileense ouderen geldt het omstreden "Pinochet Highway".
Carretera Austral
In 1976 besloot Pinochet tot de aanleg van deze weg. Zo zou eindelijk het diepe zuiden van Chili ontsloten worden. Mogelijk had hij ook militaire overwegingen. Het was in de periode dat Argentinië de Falklandeilanden was binnen gevallen. En tussen beide landen bestonden (en bestaan) nogal wat grensdiscussies.
Twintig jaar bouwde men aan deze landverbinding. Het laatste deel van de route kwam in 2000 gereed.
Was het aanvankelijk een smalle onverharde weg, inmiddels zijn grote delen verhard, zijn er bochten verdwenen en goede bruggen gebouwd. Nog steeds wordt er flink aan de weg gewerkt.
De Carretera Austral loopt van Puerto Montt tot het dorpje Villa O'Higgins ruim 1.200 kilometer zuidelijker. Vanuit het noorden begint de weg geasfalteerd en trekt hij door een lieflijk landschap van beboste hellingen en meren. Met veerboten passeer je op verschillende plaatsen de meren. Geleidelijk wordt het kaler en ruiger. Je rijdt door gebieden, getekend door vulkaanuitbarstingen, aardverschuivingen en modderlawines. De Andes is voortdurend aanwezig met zijn vulkanen, ijsvelden en gletsjers. Met geluk, dat is zon, heb je daar een prachtig uitzicht op.
In het afgelegen zuiden is de weg nog altijd onverhard. De C.A. is er smal en trekt bochtig langs steiltes, snelstromende rivieren en meren. Het is stoffig of modderig afhankelijk van het weer.
De dorpjes tonen nog steeds sporen van het recente pioniersverleden, toen avontuurlijke en geharde mannen en vrouwen in barre omstandigheden een bestaan opbouwde.
Hier rijden we op een gladde aarden weg, die inderdaad bol is zoals we lazen. De eerste kilometers gaan we in westelijke richting. Daar ergens zou het terrein zijn waar een Gauchofestival wordt gevierd. Niet te vinden, maar we dalen daardoor wel af in de mooie kloof van de Rio Lácteo waar we omkeren bij een smal hangbruggetje. Terug naar de C.A. en naar Cochrane door het steile dal van de Rio Baker.
Onderweg stoppen we bij een enthousiast fietsend NL-stel, Aafke&Jaap. Ze zijn een maand of wat onderweg op de Austral naar Villa O'Higgins, het zuidelijkste puntje van de route.
In Cochrane zijn we blij verrast. De Touristinfo wordt gerund door NL-Marieke. Bekijken en overleggen, natuurlijk in onze moerstaal. Logies en goed internet zijn beperkt in dit kleine dorp. We gaan vooralsnog in de we-zien-wel-modes. Die update komt er wel vroeg of laat.
Als we willen wegrijden, staat daar zo maar ineens NL-Michelle voor onze neus. Ze hoort bij de antieke NL-Toyota, die we al gesignaleerd hadden. Zij doet boodschappen en haar Peter knutselt aan de auto verderop in de straat. Natuurlijk nemen we poolshoogte. Het mondt uit in een gezellig en technisch NL-moment.
We wippen aan bij het "best hotel in town", Ultimo Paraiso. Het klikt met de Spaanse eigenaren, Carlos&Nela (dochtertje Naya). Vrijdag kunnen we een nacht terecht en verder zijn we welkom in de ontbijtruimte. Want ze hebben ook het beste en snelste internet.
Met Michelle&Peter praten we onder het genot van koffie en gebak in het knusse tentje tot het acht uur is. Zij gaan noordwaarts het dorp uit en wij rijden naar een camping (Aguasol) met warme douche aan de Rio Cochrane. Blij met een opwarmkliek, wijn en de TOY-se knusheid. Slapen bij het geruis van de stroomversnelling in de rivier.
Donderdag 22 februari 2018 (6 km) - Cochraanse Werkdag met Afleiding
Opstaan doen we pas als de zon op sterkte is. We kopen broodjes en beleg in de General Store waar van alles te koop is. Van vrachtwagenband tot eieren en pistolen. Heerlijk.
Daar zijn ze weer, Michelle&Peter! Maar goed ook, want G heeft nog duizend vragen bij elkaar gedroomd. Voor het kleine buitensportwinkeltje met gratis wifi (mét wachtwoord) kletsen en internetten we in het zonnetje. Ontbijten met eigen koffie en belegde broodjes.
De auto's zijn natuurlijk het centrum van aandacht voor Peter en G. Michelle en ik wisselen uit op andere terreinen. Koffie in het tentje toe. Met gebak. Nog maar eens afscheid.
Om half drie lunch in Ada's Restaurant. En dan installeren we ons op het plein. Ik werk in de TOY, dak en klep open. G zet zich neer in het koffietentje met stroom en wifi.
Avondeten in Restaurant La Isla, een huiskamerachtige ruimte van een huisjesterrein. Met notitieblok komt Mario vertellen wat er gekookt wordt vandaag en wat er te kiezen is. Het is er eenvoudig, goed en gezellig.
We overnachten in de gastvrije tuin na een heerlijke zonnige dag. Een koor van honden jankt ons in slaap.
Vrijdag 23 februari 2018 (1 km)- Ultimo Paraiso Enzo
La Isla heeft prima wifi. Daardoor wordt duidelijk, dat er zaken te regelen zijn op het thuisfront.
Om elf uur checken we in bij Hotel Ultimo Paraiso. Spaanse Carlos kwam hier terecht omdat hij verslaafd raakte aan vliegvissen, een populaire sport in dit gebied. Nela volgde veel later, omdat ze verliefd werd op hem.
Aan de gang. Het www op. Geregeld, gebeld, gemaild. We schrijven en zoeken foto's uit. Tussendoor doen we de was.
Lunch aan de overkant in een restaurantje van gebleekt ongeverfd hout. Een buitentrappetje brengt je naar een sobere ruimte van witgekalkte boardplaten en een schrootjesplafond.
Nederig is het, zoals alles in dit dorp nederig te noemen is. Lage, kleine, soms stokoude huisjes. Je stoot je hoofd tegen de regengoot, bij wijze van spreken. Een tuinhuisjes-dorp noemen we het. Maar de brandweer heeft een nieuwe hoge kazerne gekregen en er wordt gebouwd aan een regionaal ziekenhuis. Ook hoog en ruim. De nieuwe tijd staat op de drempel.
Het avondeten nuttigen we deze keer bij Nirrantal. Prachtig. Te hoge wiebeltafel, versleten kleedjes, een ruimte die van krakkemikkigheid uit elkaar zou moeten vallen. Maar oh, wat een intieme huiselijke sfeer is er. De vriendelijkheid en zachtaardigheid van de mensen houdt alles bij elkaar.
Zaterdag 24 februari 2018 (10 km) - Ultimo Werken Enzo
De goede internetverbinding komt vanmorgen zeer van pas. Er zijn nog meer zaken te regelen in NL. Uitgecheckt en om half twaalf zitten we in de gastvrije ontbijtruimte van Carlos&Nela. Het uploaden gaat redelijk vlot. Tussendoor bellen we met kids en kleinkids en lunchen een TOY-soepie. G gaat met Carlos op pad voor de vervanging van een van de reservebanden (uit Kazakhstan). De specificaties zijn kloppend, maar toch is ie te groot.
Eind van de middag staat Argentinië 3 op de website. We eten een goede biefstuk bij Ada en duiken dan in ons TOY-bed in de tuin van La Isla, dat vanavond gesloten is.
Zondag 25 februari 2018 (132 km) - Op Weg naar het Einde: Villa O'Higgins
Als de zon de wereld voldoende heeft opgewarmd, is het tijd voor de dag. Yoghurt-met-granen ontbijt en koffie. Laatste boodschappen in 't dorp en dan zuidwaarts op de Carretera Austral.
Mooie tocht over de stoffige aarden weg. Het is een bolle weg, breder soms, meestal smal. En aan onze zijde is een snelstromende rivier. Nu en dan is er een tegenligger of rijdt er een auto of bus voor ons. Dan houden we in en nemen afstand. Passeren is niet mogelijk en stofhappen is niet fijn.
Het dal en de berghellingen zijn begroeid met struiken en bomen. We rijden door open gebied met zicht op Andespieken met ijsplakken.
Een paar kilometer voor de veerboot (Caleta Yungay) staan er een twee campertrucks en een paar (overland-) auto's langs de smalle weg. Er wordt gesleuteld. G is nieuwsgierig, maar stoppen is geen optie. We manoeuvreren er voorbij.
Niet veel later, het is dan half vijf, zijn we bij de aanlegplaats. De veerboot komt juist aan, maar vertrekt pas over anderhalf uur. Van de boot komen twee fietsers enthousiast op ons af. Bijgekletst. Pas als ze weg zijn, proberen we ons tevergeefs te herinneren waar in Argentinië we hen eerder hebben ontmoet.
Achter ons sluiten een Duitse en Poolse overlandauto aan. Alle tijd om te socializen met de "Duitse dertigers" Carmen&Arno en de "Poolse bijna-veertigers" Asia&Marcin. Pret hebben we en er wordt veel uitgewisseld.
Aan boord, we varen drie kwartier, gaat dat door en ook in het bivak dat we gezamenlijk hebben aan de rivier. Prachtige plek voor gezellige uren en een mislukt kampvuur. Rond twaalven kruipen we onder ons warme dons.
Maandag 26 februari 2018 (155 km) - Villa O'Higgins en de Carretera Austral
Het is koud, winderig en zwaar bewolkt. Met ons zessen ontbijten we knus onder het Poolse luifel. Nog steeds is niet alles verteld. Pas om kwart over twaalf rijden we in een temperatuur van 13 graden weg.
Mooie route door het dal en de kloof van de Rio Bravo. Langs steile bergwanden soms en dan weer op het niveau van de rivier. Donkergrijze wolken worden voortgejaagd door de wind. Heel soms breekt het de zon even door. De hele omgeving licht dan op. Grijze boomstammen steken daardoor wit af tegen de donkere begroeiing.
We doen een paar uur over de 80 kilometer naar Villa O'Higgins. Daar is het dan, dat dorp dat iedereen die de Carretera Austral rijdt, bezocht wil hebben. Ver weggestopt in dit mooie berglandschap.
Als we door "het hek" rijden komt Aafke (NL-fietsers van 22 februari) vanaf een klein kampeerveldje op ons afgerend. Ze is doodmoe en emotioneel omdat ze het doel, aankomen aan het eind van de C.A., bereikt heeft.
We eten in het restaurant van hotel Entre Patagones. Het hotel en alle gebouwen hier zijn laag en van hout en liggen ruim uit elkaar.
We eten het dagmenu en houden een flinke hoeveelheid vlees over. Goed voor de soep van vanavond. We signaleren de geparkeerde auto's van de Polen en de Duitsers. Ze hiken ergens.
Wij rijden naar waar de C.A. dood loopt. Leuk weggetje dat met de kustlijn van het Lago Higgins meeslingert. Mooie uitkijkjes over het meer en de bergen. Het landschap is door een lichte nevel en zware bewolking in zachte pasteltinten gekleurd.
Daar zijn we dan! Het pad stopt en we keren om. Onze "Carretera Austral" begint hier en nu.
Jammer, dat het bewolkt is. De vlucht met een Cessna boven de grote ijsvlakte en gletsjerrivieren moet indrukwekkend mooi zijn. Maar niet met dit weer en al helemaal niet voor zoveel geld (300 dollar pp).
Terug in O'Higgins zoeken we Aafke&Jaap op om afscheid te nemen. Ze slapen in hun tentje, dus laten we een briefje achter op de fietsen.
Wij gaan de Mayer-route rijden. Een weg, die Aafke&Jaap zullen gaan fietsen. Alleen fietsers en voetgangers kunnen via deze weg de grens over naar Argentinië. Wij willen er gewoon even geweest zijn en dan gaan bivakkeren aan het Lago Christie.
De route is veel rianter dan we verwachtten. Hogerop rijden we langs berghellingen. Bebost meestal, maar ook zijn er mooie open stukken. We rijden met de Rio Mayer op. Hoewel wij rijden op, de Rio stroomt af. Mooie weg en heerlijke Bailey bruggen, die groot uitgevallen meccanobouwsels. We zien geen mens of auto. We hebben het rijk alleen.
Om half zeven bereiken we grenspost Paso Mayer. Een eenvoudig groen-wit houten gebouwtje. Met hond. En die hond heeft zijn eigen idem groen-wit geschilderde verblijfje op de veranda.
De rivier is uitgewaaierd in een delta van stromen. Hoe moeten de fietsers naar de overkant, vragen we ons af. Vandaag kan er niet kan worden overgestoken, meldt de douanier. Morgen wel, het waterpeil gaat dalen. Ze moeten wadend naar de overkant. Poeh, koude bedoening...
De route naar Lago Christie voert over een dijk van een weg door moerassig en nat terrein. Onderweg verzamelt G kampvuurhout en ik laat me nat spetteren door de waterval. Het maakt niet uit, het regent hard. Hoe grijs kan grijs zijn!
We installeren ons op een klein schiereilandje in het meer. Voor zover we het kunnen bekijken, is het hier prachtig. Hopelijk schijnt de zon morgen. Soepie, wijntje, muziekje... TOY-se knusheid.
Dinsdag 27 februari 2018 (176 km) - Campertrucks en Caleta Tortel
En jawel. Na een heerlijke rustige stille nacht, maakt de zon onze bijna-eilandje alleen maar mooier. Dan ook nog koffie met broodjes-ham. We krijgen er een zondag gevoel van.
De terugrit is een stuk lichter dan gisteren. We zien nu ook de ijsvelden op de bergen beter.
Ergens onderweg. Mensen werken zich in het zweet. Stammen van hard hout worden in mootjes gehakt. Ook moeder-de-vrouw hakt er lustig op los. Ondertussen krijgt ook de asado cruz de nodige aandacht. Want wat is het leven zonder een gaar geroosterd stukkie vlees?
Verderop leiden vader en zoon met vier levendige honden een kudde koeien over het pad.
Om half een zijn we terug op de Carretera. Nu het weer beter is, kunnen we volop genieten van de uitzichten. Ook gaan we sneller. G herinnert zich meestal allerlei details van een gereden weg. Hier dus ook.
Een fietsend stel langs de kant van de weg. We stoppen. Of ze iets nodig hebben? En ja, ze willen weten of dit de weg naar O'Higgins is. Alsof hier een netwerk van wegen te vinden is!
Half drie zijn we bij de Rio Bravo, het punt waar we de veerboot op gaan. Er is nog niemand. Mooi moment om dat schrapend geluidje te checken. Een steentje tussen de remklauw heeft het beschermkapje beschadigd. Rechtgebogen en klaar. Rustig uurtje om te lezen als voorbereiding op de rest van de C.A.
Aan de overkant is de gestrande campertruck inmiddels weg. Van de Duitse en Poolse overlanders hadden we gehoord, dat de Engelse campertruck omgevallen was. Hij week uit in de berm die verzadigd door water en de druk van al die tonnen wegschoof. G had graag poolshoogte genomen. Het hele ongeluk intrigeert hem hevig.
Afslag naar Caleta Tortel. Strakke goeie weg. Een paar kilometer voor Tortel staan twee campertrucks langs de Rio Baker. Daar is ie dan toch, de onfortuinlijke truck. We wippen aan. G hoort de eerste versie uit de mond van de getraumatiseerde Engelsman. Zijn vriend, de Duitser met net zo'n truck, vertelt met meer rust.
Maar eerst gaan we naar Tortel. Vanavond komen we terug voor een bivak.
Caleta Tortel is een vissersdorpje aan een van de vele tentakels waarmee de Pacific het land binnen dringt. Het bijzondere is dat huizen langs de helling op palen staan en de "straten" bestaan uit kilometers lange houten plankiers op palen.
Caleta Tortel wordt juichend beschreven in reisgidsen. Wij krijgen een ander beeld. Het doet doods en verlaten aan, overal is er verval. Het hoofdplankier en de "pleinen" (overdekte plekken met uitzicht over de baai) zien er redelijk uit. Maar verder zijn er wegrottende bootjes, verwaarloosde huisjes en kapotte plankiers met hondenpoep, rommel, zwerfvuil. Het weer is somber en het is eb. Dat legt alles onverbiddelijk bloot. Letterlijk.
Veel huisjes zijn onbewoond en verkrotten. Behalve de op toeristen gerichte bedrijfspandjes voor rondvaarten en excursies, winkeltjes en restaurantjes.
Om half acht eten we in Bellavista, een klein restaurantje in een hellinghuisje. Redelijk onderhouden met primitieve middelen. Het eten is oké. We raken aan de praat met de serveerster, een leuke jonge vrouw uit Peru. Als ze hoort dat we morgen noordwaarts gaan, wordt ze helemaal opgewonden. Ze heeft een lift nodig naar Chile Chico, want ze gaat naar Argentinië. Haar werk hier zit er op.
Bijna onmiddellijk is er een reactie van een Engelse meneer. Ze kan met hem mee rijden. Straks komen er nog twee lifters. Iedereen opgetogen en blij.
De eenzame Engelse meneer is plompverloren bij ons aan tafel geschoven. En dat zullen we weten. Hij wil een gesprek voeren, maar de man stottert zo ongelofelijk erg, dat wij bijna kramp krijgen. Een halve minuut lang heeft ie nodig om O'Higgins te zeggen. Heel lang blijft hij hangen bij de "O" en vervolgens bij de "H". Het kost heel veel moeite om er niet een invuloefening van te maken. Maar het is ook heel lastig om zijn verhaal te volgen.
Nog nooit hebben we iemand zo ernstig horen stotteren. En knap ook, dat het hem niet lijkt te deren.
Na deze exercitie kunnen we O'Higgins niet meer horen zonder in de lach te schieten. Maar dat gaat vast eerder over dan zijn stotterhandicap,
Terug bij de rivier. Geen activiteit meer bij de trucks. Wij installeren ons op een grindbank en proberen in te schatten hoe hoog het water zal komen. De rivier staat in verbinding met de zeearm bij Caleta Tortel. Dus...
Woensdag 28 februari 2018 (123 km) - Natte Voeten! en RoadtoCochrane!
Niet goed ingeschat. Dat oplopende tij, bedoel ik. Afgelopen nacht. G is in diepe rust, ik nog niet. Ik hoor water stromen. Eerst op afstand en zachtjes en steeds dichterbij en harder. Door het gaas tuur ik in de donkerte. Lamp erbij. Oeps, rondom TOY is het nat. Negeren voorlopig. Maar toch... Als ik nog eens kijk, heb ik de indruk dat er veel meer water is.
Ik sleep G uit zijn droom. Eerst wil hij nog van niets weten. Pas als ie bedenkt dat dit zout zeewater is, klautert hij uit bed, schiet schoenen aan en rijdt ons huisje hogerop. Rust. Ik hoor geen water meer stromen en G droomt verder.
Vanmorgen zien we dat het water zelfs tot hier kwam. Inmiddels is het aan het ebben. Tijd voor koffie!
De Engelse buurman van de omgevallen truck staat met vishengel bij de rivier. Hij probeert “something normal” te doen na de hectiek van anderhalve week. Hij is, invoelbaar, getraumatiseerd. Met steeds dezelfde heftigheid vertelt hij hetzelfde verhaal.
We zien foto's en video's. Zijn Duitse vriend komt erbij. De omvang van het gebeuren wordt stukje bij beetje duidelijker.
Zoals eerder gezegd, de weg bezweek en de truck viel op de zijkant en rolde nog iets door. Al het water uit de tank stroomde de camper in. Twee lifters, de Engelsman en zijn vrouw worden door een fietsend Amerikaans stel (die we later op de veerboot ontmoeten) en gealarmeerde wegwerkers uit hun benarde positie bevrijd met behulp van een ladder. De lifters hebben verwondingen en iedereen wordt naar Caleta Tortel gebracht door de politie. De chauffeur moet mee naar Cochrane voor een bloedtest.
Met behulp van de machines van de wegwerkers is de truck weer op vier wielen gezet. Daarna volgde de eerste noodzakelijke reparaties. Nu sleutelen ze verder en de vrouwen brengen het interieur op orde. Er moet veel gedroogd worden. De matrassen bijvoorbeeld zijn doorweekt.
Alles bij elkaar genomen, mogen ze van geluk spreken. Het is relatief goed afgelopen. De Engelsman is ontroerd door de hulp en zorg van de Chilenen. En van hun Duitse truckvrienden. Ze kwamen van 1.800 kilometer noordelijk naar hen toe gesneld.
Mooie rit terug. Stop onderweg voor lunch en sanitaire noodzakelijkheden. Een plek daarvoor te vinden valt hier niet steeds mee. Maar een klein afritje brengt ons aan de oever van een rivier. En er is zelfs een soort van wc-hokje. Het hoort bij een klein huisje. Rook kringelt uit de schoorsteen. De eigenaar, ook van de paarden die er rondscharrelen, zit op een bankje en ziet toe. G maakt een praatje, ik noedel soep.
Terug in Cochrane. Bij Ultimo Paraiso gaan we een uurtje het internet op. Als we op het pleintje parkeren na de boodschappen, duiken ze warempel weer op. Onze gezellige Antieke Toyota vrienden, Michelle&Peter (roadtonowhere.nl).
Het loopt uit op een avondje bier, wijn en pizza's. Toffe uren met mooie gesprekken en de nodige gein.
Twaalf uur is het als zij in hun antieke en wij in onze hedendaagse Toyota stappen op het centrale plein van Cochrane.
Donderdag 1 maart 2018 (196 km) - Lago Gen. Carrera en de Valle Exploradores
Ten afscheid drinken we nog maar eens koffie in het koffietentje op het hoekje. Het echte afscheid kan niet voordat G en Peter het nodige gewauweld hebben over de stand van de beide Toyota's. Achterkantje hoger of niet, that's the question!
Nog even internet in de zon. Dan leidt onherroepelijk de roadtonowhere naar het zuiden en gaat exploringtheworld het noorden verkennen. Wát een heerlijke herhaling van ontmoetingen hadden we.
De C.A. trekt slingerend verder langs de kloof van de Rio Baker en weer zijn er die helblauwe meren. Bij een fotostop duikt een Zuid-Afrikaanse overlandauto op. Verschillende keren passeerden we elkaar al ergens. Voor hen aanleiding om nu terug te keren naar waar we geparkeerd staan en nader kennis te maken. Marianne&Johan en een Belgisch stel dat meelift, rijden volgens Johan in een "bakkie" en niet in een 70-serie. G is het daarmee niet eens. Motorkap open en jawel, HZJ79. G is aangetoond de Toyotakenner.
Noordelijker rijden we een eind langs het Lago Gen.Carrera richting Chile Chico. Een route met prachtige uitzichten. Maar oh jee, de weg is van een heel akelig soort ripio (onverharde weg, corrugation, washboard, stenen, hobbels). Halverwege is het welletjes. Terug. naar de C.A. willen we. Zo, da's een stuk beter. En ook de uitzichten over hetzelfde meer mogen er zijn.
In het dorpje Puerto Rio Tranquilo kopen we fruit en groenten en slaan af naar het Exploradoresdal. Ook hier is de weg erg hobbelig. Twintig kilometer later melden we ons bij Ricardo&Lydia, de gastvrije eigenaren van camping Nutria. Ze zijn er heel trots op dat ze hun kampeergasten een privé badkamertje kunnen bieden. Wastafel, wc. en een hete douche. Yes!
Een Duits stel met baby Jonah (7 mnd) zijn de enige andere kampeerders. Het houtvuur brandt in de kleine kampkeuken. Wij eten de grote Churrasco (broodje vlees) van Ricardo.
De zonnige temperaturen van vandaag zijn inmiddels flink gedaald. Om half elf is alleen de wind in de boomkruinen hoorbaar. We staan in de luwte van een 200-jaar oude boom. Dat zit wel goed voor vannacht.
Vrijdag 2 maart 2018 (81 km) - Gletsjer, Marmer en Woeste Golven
De oude wijdgetakte boom heeft zich inderdaad over ons ontfermd. Goed geslapen. En lang ook. Het is eind van de ochtend als we Chileense en Duitse afscheiden achter de rug hebben en onze blik vooruit gericht is op de zwarte kegelvormige bergen met de gletsjertongen.
De zware bewolking wijkt. Steeds meer blauw is er te zien. De weg is beter en dringt slingerend dieper de kloof in. De rotsige bijna verticale hellingen zijn begroeid met struiken en bomen. Ook zonder de jagende wolken is dit een onstuimig landschap.
Parque Nacional Laguna San Rafael. We betalen 2.000 pesos p.p. (drie euro) om naar de mirador te klimmen. Aanvankelijke stijgt het door een regenwoud. Het laatste stuk klauteren we over de rotsen van een oude puinhelling.
Vanaf de mirador kijken we uit op de gletsjer van de San Valentin ijskap en het puin dat door de ijsmassa meegenomen werd. Aan de andere kant zien we het gletsjermeer Bayo. Prachtig en, ongetwijfeld, in de zon zal het nóg mooier zijn.
Terug en zwaaien naar Ricardo van de camping. In Puerto Rio Tranquilo blijkt dat het weer morgen heel slecht zal worden. De vraag is of er dan boten mogen uitvaren. Het is half zes. Er zijn witte schuimkoppen op het water en dit is de laatste boot. Voor we het weten zitten we dik ingeduffeld in het kleine bootje samen met een Chileens gezin en twee getaande bootmannen.
We gaan naar de Marmergrotten. In een evolutie van miljoenen jaren ontstond het marmer. Door ingewikkelde chemische processen kwamen er heel bijzondere vormen tot stand. En sinds zo'n 6.000 jaar is hrt gletsjermeer (Lago Gen. Carrera) er, dat de schoonheid van dit natuurwonder door de reflectie van het azuurblauwe water nog intenser maakt.
Maar eerst moeten we erheen varen. Een half uur lang worden we door het onstuimige meer onderhanden genomen. De boot helt vervaarlijk, de meiden gillen en de bruine koppen van de bootmannen glunderen.
Ondanks de ongunstige weersomstandigheden is het bijzonder wat we zien. Rotsen en bergen die uit puur marmer bestaan. Door de natuur gekneed tot prachtige en bizarre vormen, grotten en gangen, Zelfs bij dit weer zijn de schitterende kleuren te zien.
Als om de schoonheid en kracht van de natuur te onderstrepen, stijgt aan het eind van de tour een condor op van de enorme rotswand. In alle rust en breedte zweeft hij boven ons.
Voor de terugvaart worden we in extra plastic gehesen. We varen nu tegen de wind en de golven in. En daar gaan we. De boot schuimt boegwater op en stort het over ons heen. Springt op en klapt terug op de golven. De meiden gillen nog harder en G jodelt er lustig op los. De bootsman zoekt zoveel mogelijk de luwte van de marmerrotsen op. Desalniettemin. We voelen ons een klein dobbertje op een grote oceaan. Spectaculair!
Het is half acht als we in het restaurantje met zicht op TOY en het meer een happie eten. Voor de stormachtige nacht schuilen we met TOY achter een bosje op het strand. Een eindje verderop staan de twee campertrucks (van Caleta Tortel).
Zaterdag 3 maart 2018 (217 km) - Grijs en Groen naar Coyhaique
Ochtendgroet van een blaffende hond, die hiervoor de hele nacht heeft geoefend, hinnikende paarden, wind, regen en de golfslag van het meer. Zo'n nacht dus ook.
We zwaaien naar campertrucks en doen een paar boodschappen in een winkeltje met wifi.
Op weg. Het regent en de hemel is een groot grijs wolkendek. Slingerend reizen we met de kustlijn van het meer mee. Het regent en het blijft regenen, miezeren, gieten, druilen, storten. We hebben te doen met de zwoegende fietsers. We stoppen bij een stel. Zij, een vlotte Engelse, "10 jaar reisverslaafd" en haar vriend. Hij heeft zojuist de buitenband gerepareerd. Een scheur is heel precies dichtgenaaid. Knap sowieso en al helemaal in dit weer. Later spreken we een eenzame Belgische, die het moet doen met slechts één lage versnelling. Poeh!
Het open landschap wordt groener van struiken en bomen. De weg stijgt en diep beneden ons meandert de Rio Murta. Aan de ene kant torent een rotswand op. We rijden door een gang van groen tot er zomaar een frisgroene wei opduikt met witte rollen gemaaid gras.
In Cerro Castillo, een dorpje aan de C.A. lunchen we in een gezellig tentje. Broodje met draadjeslamsvlees. Lekker. En de gebruikelijke berg frieten, die voor het grootste deel terug de keuken in gaat.
Voor dit dorp wordt er volop aan de weg gewerkt. Het pad werd een weg en hier wordt de weg tot een brede baan omgetoverd. Klaar voor asfalt. Na het dorp is het al klaar. We lazen dat het de bedoeling was de hele Carretera te verharden in 2018. Zover is het nog niet, maar het schiet op.
Door wegwerkzaamheden en grotere drukte bij de provinciehoofdstad Coyhaique staan we zowaar in een file! We toeren door het plaatsje, tanken en doen een deprimerend rondje kampeermogelijkheden.
Het is negen uur inmiddels als we op camping Alborado een veldje tussen hoge bomen vinden. Daarvoor moesten we ons over een pad langs auto's in alle "states of being" wurmen. Maar het is er stil en we kunnen opkijken naar een omfloerste sterrenhemel. Soep en brood, borrel, lezen en om twaalf uur slapen we.
Zondag 4 maart 2018 (194 km) - Door Zwitsers Landschap naar Villa Amengual
De stilte en kou houden ons lang onder het dons. We douchen ons de dag in onder heet en veel water. Dit is ongeveer het enige, dat goed in orde is. Alles is onderhevig aan een hoge mate van "gammeligheid". Terwijl ik koffie zet, inspecteert G de werk- en opslagruimte van onze "camping-monteur". Er staan veel auto's, met open kap, half uit elkaar gesleuteld, hele goeie ook.
G komt diep onder de indruk terug. Hij keek even rond in de "werkplaats". Nooit eerder zag hij zo'n bende!
Eind van de ochtend gaat G los (met boodschappenlijstje) in de Sodimac. Een Latijns-Amerikaanse variant van Hornbach, zo blijkt. G is opgetogen en vindt, wat hij zocht. In de supermarkt kopen we een paar dingen en gebak. Voor bij de koffie straks.
De 7. de Carretera Austral, onze C.A., trekt verhard en wel door een mooie vallei. Dit is Zwitserland op z'n best. Gladgeschoren lichtgroene bermen, bergen en met bos beklede hellingen, weilanden en natuurlijk een alom tegenwoordige snelstromende rivier, de Simpson. Wat een netheid en keurigheid. Wat we er ook van vinden, het schiet wel op.
Het weer. Het begon koud maar er scheen nog een waterig zonnetje. Inmiddels winnen de wolken terrein en regent het met regelmaat. De bergtoppen verdwijnen in grijsheid.
We slaan eerst af naar Puerto Aysén, een dorpje dat bij de aardverschuivingen van 1966 ernstig getroffen werd. Hier is de langste hangbrug van Chili te bewonderen. En G is nu eenmaal weg- en waterbouwkundige. In Chili kan hij wat dat betreft z'n hart ophalen.
Allebei worden we een beetje verliefd op het plaatsje met de houten huisjes langs een paar rechte brede straten. Van hout, puntdaken, vale kleuren, klein en laag. Oud en verwaarloosd soms, het heeft iets liefs en aandoenlijks.
Misschien wel omdat we weten dat het de status van provinciehoofdstad verloor aan Coyhaique. Bovendien werd de havenfunctie overgenomen door Puerto Chacabuco 15 kilometer verderop gelegen aan een groter fjord. De natuur heeft dit dorp nogal te pakken genomen.
Wij proberen iets goed te maken van dit leed door er een happie te eten. Geen opoffering. Een lekker broodje in een gezellig tentje.
Ook de rest van de rit gaat door Zwitsers landschap. Zij het dat hier vooral ceders groeien. Betrokken blijft het met nu en dan een glimpje zon. De temperatuur komt niet boven de veertien graden. We rijden op ongeveer 500 meter hoogte.
Bij het piepkleine dorpje Villa Amengual stoppen we. Er is niets bijzonders, behalve dan dat het kleine dorpskerkje gebouwd werd door Padre Ronchi, die overal zijn sporen naliet inndit gebied.
Een paar kilometer verder melden we ons bij de camping Refugio Rio Cisnes. De rivier is verscholen achter groen. Een Canadees liftend stel is er en later arriveren nog een paar kampeerders.
Tijd om nu eindelijk die tomaten, komkommers en andere verse spullen te verwerken. Buiten is het koud en het miezert. Ik maak eten en G leest voor uit de weekend VK. Het is knus in ons TOY-huis. En helemaal als het kacheltje een kwartier gebrand heeft.
Maandag 5 maart 2018 (59 km) - Jungle (Queulat) en Gletsjer (Colgante)
Het is vochtig op het weitje bij de Rio Cisnes. We ontbijten met warm brood, gebakken door het jonge hippie-echtpaar van de camping.
In het vervolg van de route zijn er steeds de wonderlijke kegelvormige bergen en prachtige ceders.
Op de grens (Punta Cisnes) van het Parque Nacional Queulat is een politiestop. Tussen 13 en 17 uur mag er geen verkeer op de C.A. vanwege wegwerkzaamheden. Wij mogen door, want we kunnen op tijd op de plaats van bestemming zijn. Ter afsluiting tikt de carabinieri aan zijn pet en in zijn beste Engels zegt-ie gewichtig "zenk joe verrie mussshhh".
Onze C.A. slingert onverhard verder door het park. Het zal niet lang meer duren aan de stand van het wegwerk te zien.
We genieten volop van de slingerende gravelweg door het dampige regenwoud. In een serie scherpe haarspelden daalt de C.A. 400 meter. TOY kan dit net zo makkelijk als 160 scheuren op een Duitse Autobahn. Het is nog steeds grijs en het miezert, wel passend in deze omgeving.
In Parque Nacional Queulat wordt ons kampeerplek 4 toegewezen. Mooi open stukje in een bos van dunne boompjes en zachtgroene mossen. Er is een afdak met picknicktafel, barbecueplaats, kraan, afvalbak en een toiletgebouwtje in de buurt.
We lunchen en gaan op weg voor de wandeling naar het hoge punt voor het uitzicht op de Ventisquero Colgante. Een gletsjer die zijn einde vindt boven een rotswand, vanwaar de afbrekende stukken ijs 100 meter naar beneden denderen.
14:00 uur. De wandeling. Vanaf onze plek wurmen we ons door een afsnijdertje en dan gaan we over een schitterende hangbrug. Niet meer dan vier voetgangers mogen er tegelijk op. We kijken neer op het kolkende melkblauwe water. Fascinerend.
Een smal pad trekt in 3.300 meter naar 370 m hoogte. Het is echt wat je je voorstelt bij een junglepad. Smalletjes slingert het door dit vochtige subtropische regenwoud. Door de regen van de afgelopen dagen is het er nat, erg nat. We klimmen, dalen, klauteren, glibberen door modder, bukken voor bemoste omgevallen bomen en lianen, stappen over neergeslagen bamboe. Kniehoge rotsopstappen zijn er te nemen, of een trap van boomwortels.
Rondom is dichte begroeiing. Dunne boompjes en scheuten die hogerop naar het licht willen. De woudreuzen die met hun kruin dat licht bereikt hebben. Op de junglevloer zijn kleine rotsblokken begroeid met fijne zachtgroene varentjes.
Hogerop golft het paadje mee met de op en neergangen van een smalle richel. Ook voor hoogtevrezers is dit te doen, want links en rechts is het volbegroeid. Als je niet kijkt, zie je het niet.
Oké, we zijn niet de jongste en we zitten al maandenlang in een auto! Maar toch is het slikken als jongelui ons voorbij dansen naar boven. Goed voor ons ego: halverwege hebben twee dames het opgegeven. Ze wachten tot de mannen terug komen.
De mirador. We kijken uit op een kloof waar de gletsjer als een blauwwit kussen in een kuil boven tussen de bergen ligt. Het is betrokken en flarden grijs hullen de bergtop in mist. Maar de gletsjer is lichter. Lijkt wel licht te geven. Smeltwater dendert in een paar vallen de diepte in. Daaronder rotsen en puinhellingen tot het in rustiger vaarwater komt. De afvloeiende rivier is van een merkwaardig soort grauwgroen.
Iedereen staat met de camera in de aanslag. Tot drie keer toe zien we ijs afbreken en naar beneden storten. Het komt neer in een lang aanhoudend donderend geluid. Indrukwekkend.
Bizar ook. Drie kilometer zit er tussen ons en de gletsjer. Toch heb je het gevoel er dichtbij te staan. Dat zegt wel iets over de enormiteit van dit natuurspektakel.
18:45 uur. Terug bij TOY voelen we de moeheid en de spieren pas goed. Gelukkig is er een hete douche met een redelijke straal. G neemt onze bezwete bemodderde kleding en schoenen onderhanden. Ik maak pasta. Half elf leggen we het moede lijf te ruste na een geweldige dag !
Dinsdag 6 maart 2018 - Queulat Campingdag
Het is betrokken, maar van de ranger horen we dat het vandaag niet gaat regenen. Misschien komt de zon er zelfs even doorheen.
In Chili val theel veel neerslag. Daar hebben we het nodige van mee gekregen inderdaad. In Puerto Cisnes en in Puyuhuapi schijnt het om de dag te regenen. Dussuh, een uitgelezen dag om buiten TOY door te brengen.
Er is windstilte, geen zon en een hoge vochtigheidsgraad. Nee, de was wil niet makkelijk drogen.
G wil onze Grand Old Lady nog mooier maken dan ze al is. De spatlappen kunnen beter. Hij meet, zaagt, boort en schroeft. Helemaal tevreden is ie. Ik pak uit en in in TOY. We wandelen naar een dichterbij gelegen uitkijkpunt. Ook vanaf dit punt, zo'n zes kilometer ver, is de gletsjer indrukwekkend.
In het informatiecentrum zien we op een foto uit 1945 hoe het dal onder de Ventisquero ook nog gletsjer was. Tweehonderd jaar geleden reikte de gletsjertong zelfs tot aan de oceaan acht kilometer verder.
We eten een voortreffelijke wortel-ui-worstjes-aardappelpuree-mix met wijn.
Woensdag 7 maart 2018 (149 km) - Hete Baden en Natte Regen
Afgelopen nacht hoorden tot tweemaal toe het gebulder van de Ventisquero Colgante. Zes kilometer verderop! Er moest dus wel een enorm stuk omlaag gevallen zijn.
Afscheid van de vriendelijke ranger Matias. Op de C.A. rijden we een stukje asfalt tot de wegwerkzaamheden ons stoppen. Het is een langlopend project. Zelfs de reisgids meldt de uren dat de weg gesloten is (dagelijks van 13 - 17 uur). Granieten rotswanden worden losgesprongen en bergen puin moeten worden afgevoerd.
Aan het fjord ligt een eindje verderop een Termas. En je kunt de C. A. niet rijden zonder een van de heetwaterbronnen bezocht te hebben. Het ziet er mooi uit. Vanuit de hete baden kijken we uit over het water en de bergen die omhuld zijn door soepele sluiers mist. Geweldig. G trotseert het heetste bad (45 gr.) en koelt af in het brakke water van het fjord.
Heerlijk opgefrist en doorgewarmd rijden we naar Puyuhuapi. Het dorp is zo'n kleine honderd jaar oud. Het was de tijd dat de overheid kolonisatie van het gebied stimuleerde. Tot dan woonden er voornamelijk de oorspronkelijke bewoners.
De Sudeten Duitser Ernst Ludwig was zo'n pionier, die naar deze ruige onontgonnen oorden trok. Hij kapte de jungle en begon een veebedrijf. Mede door zijn inspanningen groeide het hier uit tot het huidige dorp.
Er staan nieuwere huizen en gebouwen, maar het merendeel is oud. Houten huisjes, geverfd, golfplaten en hekken rondom. Het ademt de sfeer van een pioniersdorp.
Bij binnenkomst van het dorp staat er een goed onderhouden geel houten huis met tuin, Casa Ludwig. Het is de Bed&Breakfast van de dochter van Ludwig. Luisa heeft een boek geschreven over die redelijk recente en bijzondere pioniersperiode. Ze vertelt erover met plezier en enthousiasme. We kopen de Engelse versie.
Er hangen familiefoto's aan de muur. Wie zij is, vraag ik. Het grootste van de twee meisje met nog steeds hetzelfde kapsel, lacht ze. Rechte pony en recht afgeknipt haar op oorlengte. En weg is ze, de gasten vragen haar aandacht.
We doen boodschappen in een ienieminie winkeltje. Opgewonden hipt het dametje heen en weer. Pret hebben we. De internetverbinding voor de card-betaling wil niet tot stand komen. Contant dus. Of we noordelijk of zuidelijk reizen, wil ze weten. Gerustgesteld is ze. Want in het noordelijk gelegen El Chaitén zijn banken waar we kunnen pinnen. Ze wijst ons de Panaderia, waar we geurende warme broodjes kopen.
We eten in El Muelle. Zoals meestal: vlees of vis, sla, tomaat én frieten.
Veertig kilometer verder ligt La Junta, ook weer zo'n plaatsje in een ruitjespatroon. Rechtsaf richting Lago Verde gaan we. Het zou een mooie route zijn. Maar een overdaad aan groen belemmert ons uitzicht. Terug naar de kruising en verder westelijk.
De kleine weg slingert richting oceaan naar een dorp met de welluidende naam Puerto Raúl Marin Balmaceda. Het ligt op een eilandje. Het miezert, het dampt en de wereld om ons heen wordt steeds grijzer. We rijden door subtropisch regenwoud. Geweldig is het als het weer en omgeving zo in harmonie zijn.
Tegen zeven uur vinden we een geschikte bivakplek. Achter wat bomen en struiken is een open plek. Grote woudreuzen liggen er in stukken gezaagd. Op een stevig pad van grof grind voor de vrachtwagens staat TOY prachtig zonder verzakkingsgevaar.
Nog net is een stukje berg achter witte flarden wolk te zien voor het echt hard begint te regen. Wat wil je meer in een regenwoud! Krantje lezen, soepie koken, wijntje drinken. Om half negen gaat de zon onder en dan is het ineens aardedonker. Regen op het aludak, krekels, helemaal goed voor een regenwoudnacht.
Donderdag 8 maart 2018 (203 km) - Van Palena via Santa Lucia naar Lago Yelcho
Bij het eerste ochtendgloren stoppen de krekels. De regen valt gewoon door. Een vrachtwagentje met twee houthakkers komt aan. Na het ontbijt manoeuvreren we langs elkaar. Vriendelijke groet en verder gaat het door de dampigheid van het bos. Soms kijken we even neer op de Rio Palena die grauw voortsnelt naar de Pacific.
Ook op deze weg wordt aan verbetering gewerkt. De overheid (van de Provincie Aysén) wil dit deel van het land beter bereikbaar maken. Mijn weg- en waterbouwkundige wederhelft op zijn beurt geniet van de degelijkheid waarmee dat gebeurt. Prachtig zwarte bosgrond wordt uitgelepeld. Een stevig bruggenhoofd is in aanbouw. Alle nieuwe bruggen zijn op de toekomst berekend. Groot, breed en zwaar.
Wij rijden nu nog voor het grootste deel over de smalle weg en houten bruggetjes uit het verleden. Heerlijk.
Een klein wendbaar en snel pontje brengt ons naar de overkant van de Rio Palena. Tien kilometer later rijden we het dorp Pto Raúl Marin Balmaceda binnen. We hobbelen over de paar onverharde wegen door modder en grote plassen. Verscholen in het groen zijn huizen. Oude houten huisjes op pootjes. Ook hier is het centrum een groen parkje. Er zijn speeltoestellen. Geen kind te zien in deze nattigheid. Hier en daar banjert een local in laarzen en regenkleding door de plassen.
We rijden een rondje, ons verbazend over het afgelegen wereldje dat we hier aantreffen. Maar er is een leuk restaurantje. Heel knus en houtig. En de kachel! Dit kunstwerkje, gemaakt van velgen, snort gezellig.
Een jonge vrouw is blij haar Engels op ons los te kunnen laten. Hier geboren en getogen is ze. Op school in "the city" leerde ze Engels. Die city blijkt El Chaitén (over de weg ruim 200 km noordelijk) te zijn, een plaatsje van nog geen 5.000 inwoners.
De krabsoep met gesmolten kaas, de toiletten en de internetverbinding, het is allemaal helemaal goed.
In de grauwe baai blijven de dolfijnen voor ons verborgen. Dezelfde 75 kilometers rijden we terug. Weer langs de prachtige bermen en rotswanden met zachtgroene varens, de nalca’s (reuzenrabarber) met z’n enorme bladeren en dikke hoge bomen. Pech, Termas la Sauce is gesloten. Wegens waterproblemen, meldt een tekst op het bord.
Terug op de C.A. doen we een paar inkopen in La Junta voor we de TOY-neus noordwaarts sturen. Goed asfalt, slingerend door valleien. Vanaf een hoogte kijken we uit over dampend regenwoud. We passeren een paar mooie hangbruggen. En soms is het zo mistig en regent het zo hard, dat we bijna niets meer zien.
Villa Santa Lucia. Sinds een week is de noodweg klaar en kun je er weer passeren. In december werd het halve dorp bedolven onder een modderstroom. Er vielen 20 doden en nog steeds zijn er vermisten.
De overheid stelde een (gratis) veerbootroute ter beschikking voor de noord-zuid reizigers. Of je maakte over land een flinke omweg via Argentinië.
Drie maanden hebben reddingwerkers en wegenbouwers hier keihard gewerkt. En nog steeds is er oneindig veel treurigheid te zien. Vernielde en meegesleurde huizen en auto's. Bergen grond en modder. Een stroompje is een modderrivier geworden. Het is niet voor te stellen, wat de mensen hier meegemaakt moeten hebben...
We zijn ons zeer bewust, wat dagenlang regenen kan betekenen in deze bergen. Vanuit de bossen stroomt het regenwater de weg op,
Aan de zuidkant van het Yelchomeer is een hotel met een camping. In het restaurant brandt de kachel. We genieten van de sfeer en van het heerlijke verfijnde eten.
Een ietwat onhandige jongeman bedient ons. In Engeland geeft hij Engelse les. Nederlanders spreken beter Engels dan de Engelsen-zelf, vindt-ie. Waarvan akte!
Tot half twaalf zitten we comfortabel en warm in de lounge. Dan zoeken we door de duisternis en de regen onze weg naar TOY. De regen tikt, de wind stoot en het stroompje dendert.
Vrijdag 9 maart 2018 (137 km) - Verrassende Vergezichten
Het wolkendek laat meer licht door en er is geen mist. We worden getrakteerd op een schitterend uitzicht, dat gisteren in de grijsheid verborgen bleef. Het meer tegen het decor van bergen met witte ijskap en gletsjertongen.
Verderop wordt gewerkt aan de weg. Ook daar zijn hellingen omlaag gekomen, zij het in minder dramatische omvang dan bij Villa Santa Lucia. En in een onbewoond gebied. De Termas El Amarillo spreekt ons niet aan. Op naar het park.
Parque Nacional Pumalin
Dit is een van de parken die door Douglas Tompkins werd ontwikkeld. Douglas en Kris Tompkins (ceo Patagonia) stonden aan de basis van de kledingbedrijven the North Face en Esprit. Ze werden actief als milieuactivisten en kochten grote stukken land in Chili en Argentinië. Die vormden ze om tot natuurparken. De parken werden toegankelijk gemaakt voor toeristen en vervolgens geschonken aan de overheid.
In Chili zijn zo vijf enorme parken ontstaan die de schoonheid van de Patagonische natuur moeten beschermen. Het beschermde gebied strekt zich inmiddels uit van Noord-Patagonië tot het meest zuidelijke puntje van het continent. Uiteindelijk zal het een oppervlakte beslaan van drie keer meer dan het Amerikaanse Yellowstone en Yosemite samen.
In 2015 overleed Douglas "in het harnas". Hij stierf aan onderkoeling na een kajakongeluk.
De aanrijroute naar het park is gestileerd. Strak gemaaide gazonnen, bomen en borders met bosplanten en struiken. Tjee, da's even wennen. In het park zelf mag de natuur het gelukkig zelf weer bepalen. Behalve bij de kampeerplekken, die in een bijna Engelse landschapsstijl zijn aangelegd. Met puntgave voorzieningen.
We toeren door het prachtige bos naar een uitkijkpunt. Dichterbij de bergen met een ijskap waaronder de vulkaan Michinmahuida schuil gaat. Lager zien we de sporen van een asregen en een modderbaan.
El Amarillo, een dorpje dat na de uitbarsting van de vulkaan in 2008 totaal gerestaureerd werd. Alle huizen staan dan ook keurig in de verf.
Vijfentwintig kilometer noordwestelijk ligt Chaitén. Bij de uitbarsting van de Chaitén vulkaan in 2008 en 2011 werd het voor de helft vernield. Nu is daar niets meer van te zien. Wel zijn er volop toeristische voorzieningen.
Om vier uur gaat het kantoor open waar we de veerboot moeten boeken. De wachttijd besteden we aan lunch en internet.
Tickets aangeschaft, banden opgepompt en op weg. Het asfalt wordt gravel en G laat de banden toch maar wat aflopen. Onderweg zien we de vulkaan Chaitén in al zijn grimmigheid en de vele sporen van de uitbarstingen. Wat een natuurgeweld.
Tegemoetkomend verkeer wijst op de aankomst van een boot. De weg loopt dood bij Caleta Gonzalo aan het fjord. Het seizoen loopt af, dat is te merken. De koffietent en het restaurantje zijn al gesloten
Pal naast de oprit van de boot vinden we met beschutting van groen een mooie bivakplek. TOY-tapas-eten. We zetten de wekker. Om half acht moeten we klaar staan voor de ferry.
Zaterdag 10 maart 2018 (170 km) - Bootjes, Kerkjes en Cochamó-Bivak
Precies op tijd vertrekt de boot. Drie kwartier later rijden we twaalf kilometer naar de volgende veerboot. Voor de fietsers staat een bus klaar.
Om half tien varen we het tweede traject. Zo'n zestig kilometer en ruim drie uur. Buiten is het koud (graad of tien) en het spettert. We varen door een fjord met beboste hellingen en flarden wolken. Rustige tocht in een rustgevende omgeving. Riante en nuttige uren met laptops.
Na Hornopirén mag TOY weer rijden. De C.A. al snel een onverbiddelijke hobbelweg. Dus laten we de banden nog verder aflopen. We verlaten de C.A. voor een kleine kustweg langs Golfo de Ancud. Het is eb. Bij de vissersdorpjes wachten vissersbootjes leunend op drooggevallen slikgronden op hoog water.
De kleurige bootjes en huisjes fleuren de grijsblauwe pastelwereld wat op. Bij ieder gehucht staat een houten kerkje. Soms ook is er een kerkhofje met kunstbloemen opgetuigde graven.
De derde attractie op deze route wordt gevormd door de scheepsbouwers. Kleine bedrijfjes zijn het, die de houten vissersbootjes bouwen. Mooi om te zien hoe hout gebogen wordt in de vorm die men wil. Prachtige vakmanschap.
Bij Caleta Puelche nemen we niet de veerboot. We rijden rond een fjord, omdat het zo mooi zou zijn. Vooralsnog hebben we uitzicht op regen, mist en wolken. En de weg! Die is verschrikkelijk. Dat en de lange dag van vandaag maakt dat we rust willen. Bivaktijd!
In Cochamó, een lief dorpje, vinden we niets van onze gading. Een eindje terug slaan we af in de Cochamó-vallei. Het is het domein van bergwandelaars en steile wandklimmers. Het is ook het vertrekpunt van een wandelroute over de Paso El Léon naar Argentinië.
Het regent nóg harder en wolken vleien zich gezellig met z'n allen neer in het steile dal. Het eerste het beste open veld rijden we op. Er wordt een huis gebouwd. Gelukkig is er een vriendelijke eigenaresse. Ga maar ergens staan, wijst ze. We moeten een heleboel paardenkeutels ontwijken, maar dan zitten we knus, droog en warm binnen. Poeh!
Zondag 11 maart 2018 (168 km) - Verborgen Vulkaan en Puerto Montt
Het regende zo'n beetje de hele nacht. Prima, we slapen lekker uit. Maar als we zijn opgestaan, onthult de kloof zich in een eigen schoonheid. Tussen de groene hellingen zweven slierten mist en grijze wolken.
De rest van de route langs het fjord hobbelt nog steeds dat het een lieve lust is. Aan de noordkant is er weer riant asfalt. Ook het landschap is veranderd. Zachte heuvels, vriendelijke begroeiing en geschoren frisgroene bermen. Wég zijn de stenige hobbels, de kuilen met water en de modder!
Bij Ensenada slaan we af om de Osorno-vulkaan op te rijden. Althans hij moet daar ergens zijn. In de wolkenmassa proberen we uit te vinden welke wolk misschien het wit van de sneeuw van de Osorno is. Tegen beter weten in natuurlijk. Maar ja, je moet hoop houden.
Op een uitkijkpunt is er een jong vosje, dat de show steelt. Tikkie verlegen, beetje ijdel, draait het een beetje rond en poseert voor de camera's. Een Franse overlandauto zoekt ons op omdat ze ons al vaker gezien hadden. Poeh, ze hebben een lekkend dak en dus een nat bed.
Boven op de zwarte berg kijken we uit op het meer en de bewolking. Een groot grijsgetinte uitzicht. De Osorno, die duivelse vulkaan, laat inmiddels iets meer van zichzelf zien, maar blijft met het hoofd in de wolken.
In de afdaling begeeft de v-snaar van de powerheater het. G sleutelt de stukken weg en klaar is Kees. De rest komt later wel. We zijn een herkenbare Westerse wereld binnen gereden. Allerlei voorzieningen en goede wegen met alles drop en dran.
Puerto Montt. Hier begon Pinochet met de aanleg van de weg naar het geïsoleerde en afgelegen zuiden. Voor ons is dit het einde van een bijzondere episode. Het einde van de Carretere Austral.
Tijd voor een update, bijkomen, socializen, wasjes. Door een hotelrondje krijgen we een beeld van de stad. We vinden de beste Toyotagarage mede dankzij een auto vol vriendelijke Pokémon spelende Chilenen. Hotel Gran Pacifico houdt vanaf morgen een kamer voor ons vrij en wij rijden zuidoostelijk de stad uit.
Morgen rijden we naar de veerboot. Want je "doet" de Carretera of niet. En die veertig eerste kilometers kun je niet overslaan. Sterker, net als het allerlaatste stuk naar O'Higgins rijden we ook dit traject dus twee keer.
Ergens op een veldje, een speeltuin met een clubgebouwtje, vinden we een mooie plek. Ver van weg- en watergedruis. Een mevrouw, de eigenaresse vermoeden we, met zoontje komt poolshoogte nemen. Geen enkel probleem heeft ze met het onverwachte bezoek. Het toilet in het gebouwtje kunnen we ook gebruiken.
's Morgen is nog het steeds zo'n graad of tien. Toch merken we dat we noordelijker zijn. Vandaag kwam de thermometer op 18 graden.
Maandag 12 maart 2018 (84 km) - Werkplaats Toyota en Hotel Gran Pacifico
Het weer weet niet wat het wil. Regenbuien wisselen af met zon. Bewolking wijkt en blauw wordt zichtbaar om even later te verdwijnen achter een dik grijs dek.
We verlangen naar droogte, warmte en licht. Maar eerst gaan we naar de veerboot bij La Arena vv Caleta Puelche. De asfaltweg langs de kust is goed. Bij de het veer staat een lange rij wachtende. Wij drinken koffie en keren om.
In Puerto Montt navigeren we regelrecht naar de Toyota werkplaats. Ondanks de taalproblemen wordt duidelijk wat er moet gebeuren: vervangen van de koppelingsplaat. Vanmiddag om drie uur moet TOY er zijn.
Half een. Ingecheckt in het vriendelijke hotel. TOY past in een speciale hoge ondergrondse garage. Uitgepakt, was verzameld en halleluja, daar is die kamer. Vanaf de zevende verdieping hebben we een mooi uitzicht op stad en baai. Genieten van een laag bed en eigen badkamer. Alles doet het ook gewoon.
Dinsdag 13 t/m Vrijdag 16 maart 2018 (4 km) - Pacifico
Dinsdag eind van de ochtend is TOY klaar. G is enthousiast. De garage had een medewerker van een andere vestiging laten komen. De man spreekt goed Engels en is bovendien zeer deskundig. Hij werkte tijdens de Dakar Rally voor Stéphane Peterhansel en Nasser Al-Attiyah. En nu dus voor Gerard van Vliet!
De grote was is uitbesteed aan het hotel. De handwasjes doen we als afleiding tijdens de laptopdagen.
Op woensdag is G de hele dag uitgeschakeld wegens opspelende darmen.
We eten op de tiende, Chileens bij Don Pepe, Italiaans in Da Alessandros of broodjes op de kamer en kuieren rond in het centrum.
De meeste tijd besteden we aan updaten. Zowel van de website als met het thuisfront.
En we zijn op zoek naar een route die ons het betere weer zal brengen....