Route (15 dagen, 1.830 km): Sucre - Tarabuco - Sucre - Potosi - Tupiza - Villazon - Border BO/AR - Tupiza - Woestijntocht - Uyuni - Colchani - Salar de Uyuni (Incahuasi) - San Juan de Rosario - Lagunasroute - Hito Cajon - Grens BO/CL
BOLIVIA 2 SAMENGEVAT
Toen we in 2003 de Lagunasroute reden, maakte dat indruk. In dit deel gaan we op herhaling. Gelukkig hadden we deze keer ruim de tijd zodat we veel meer van het land konden bereizen.
In de buurt van Sucre bezochten we de kleurrijke zondagsmarkt in Tarabuco. In Potosi raakten we onder de indruk van de manier waarop gemijnd wordt, in Tupiza ontdekten we Butch Cassidy & the Sundance Kid. Vanaf Tupiza reden we een prachtige (hoge) woestijnroute en daarna trokken we door het Andes N.R. Eduardo Avaora naar Uyuni. Om vervolgens via de imponerende Uyuni zoutvlakte en de Lagunasroute weer zuidwaarts te reizen. Langs glooiende bergketens, vulkanische toppen, over eindeloze vlakten, stenige passen trokken we. In de lagunas schitterden prachtige pootjesbadende flamingo`s.
Na de eerste hoogteverschijnselen, raakten we redelijk snel aangepast. Lange tijd verbleven we rondom en boven de 4000 meter. Maar de ademnood, die bleef. Rustig bewegen was het devies.
We ontmoetten Uli&Kerstin tot tweemaal toe, raapten een uitgeputte fietser van de weg en G plakte met hulp een enorme band van een MAN-truck.
Overnachten deden we op prachtige wildplekken, in een hotel (Uyuni) en op (een soort van) campings.
De Altiplano van Bolivia, in meer dan een opzicht, een adembenemend hoogtepunt.
Zondag 28 oktober 2018 (123 km) - Zondagsmarkt in Tarabuco
Vroeg op. Mooie rit door geel-bruin berglandschap naar Tarabuco. Op de Plaza en in de straatjes rondom is het een en al kleurrijke bedrijvigheid. Geweldig is het. Verschillende stammen uit de omgeving zijn er in klederdracht. Vooral de schitterende hoofddeksels vallen op.
Bij het zien van een camera duiken de dames weg. Zo, jammer, want ze zijn prachtig. Stiekem schieten we wel foto's en dat komt de kwaliteit niet ten goede.
Teruggetoerd naar Sucre. Bij de Recoleta (klooster, museum, uitzichtpunt) genieten we van het uitzicht over de stad en een soeplunch. Twee nl-jongedames vertellen, dat er in het nl-café "Florin" in de stad naar de Formule1 wordt gekeken!
Nu, zonder verkeer en in het zonnetje, komen de straten met koloniale huizen met balkonnetjes (én stroomdraden) pas goed tot hun recht.
Op naar Florin. In gezelschap van andere nl-F1-fans (incl. de twee meiden) zien we, hoe Max onder luid Florin-gejuich de race wint. Eten aan de Plaza en terug op de camping doen we de laatste update-loodjes. (Hoogte 2823 m)
Maandag 29 oktober 2010 (156 km) - Nog even Sucre
De update gaat eruit. Afscheid van iedereen. Olie verversen, een kleine stadstoer en lunch bij Cosmo vormen het afscheid van Sucre.
Heerlijk is het om weer op weg te zijn. De RN5 richting Potosi is goed en slingert door mooi berglandschap op hoogte. Potosi-zelf ligt op 4000 meter. Het is eind van de middag als we er aankomen. Een ongelofelijk traag voorbewegende chaos is ons deel. In de buitenwijken passeren we hellingen die als vuilstort dienst doen. De onverharde wegen zijn in onbeschrijfelijk slechte staat. In het centrum zijn smalle en steile straatjes met eenrichtingverkeer. Ben je lekker op weg, zijn er zomaar ineens straatjes afgesloten. Niet alleen is het barstensvol (stinkende) auto's, ook hordes voetgangers bewegen zich alle kanten op. Scholen, universiteit, kantoren, alles gaat tegelijk uit.
Ik navigeer me suf en G zit te genieten terwijl hij TOY in de lage gearing mee laat schuiven in deze ordeloze dans. We rijden het ene interessante vierkantje of rondje na het andere.
Maar daar zijn we dan in hartje stad, op de Plaza 10 de Novembre. Het schemert én we voelen de hoogte.
En nu? De P waar je kunt overnachten volgens iOverlander, is nergens te bekennen. Wel vinden we Antonio, die mijnrondleidingen geeft. Eigenlijk is ie al gesloten. Aardige man. We boeken voor morgenochtend. Met zijn hulp komen we terecht op een prachtige ommuurde parkeerplaats. Uitstekende plek voor de nacht. Geweldig. Hapje eten aan de Plaza en vooral... langzaam bewegen. (Hoogte 4000 m)
Dinsdag 30 oktober 2010 (263 km) - Potosi en de Mijn
Half tien melden we ons bij Tonio (&Vickey). Een jonge Engelsman (ongelofelijk kak-Engels) sluit aan. In een busje gaan we naar Tonio's huis, waar we in beschermende mijnkleding gestoken worden. In een straatwinkeltje kopen we "mijnwerkerscadeaus”. Dat is alcohol 96%, limonade en cocabladeren.
De mijn ligt aan de rand van de stad. Rondom de berg is er mijnafval, roest, verval. In die berg graven mannen naar gesteente met aders zilver, tin, lood en koper.
We wandelen door de fabriek (gesloten in 1985). Een schroothoop eigenlijk, waar indertijd het materiaal werd gebroken en gezeefd. Onder een primitief afdakje zitten vrouwen in het stof. Ze hakken stenen kapot om bij de metalen te kunnen komen. Het werk wordt gegund aan vrouwen die man en/of zonen hebben verloren.
Bij de mijningang voert Tonio het offerritueel uit met cokabladeren en de alcohol. Dan verdwijnen de drie mannen in het lage gangetje. Ik wacht in het busje en denk na over de erbarmelijke omstandigheden in de mijn. De meeste mensen sterven aan longziekten (stoflongen), maar ook aan kanker omdat er verschillende giftige stoffen vrijkomen. Ze kauwen op coca en drinken die 96% alcohol. Om het vol te houden? Om jezelf ongevoelig te maken?
G is diep onder de indruk van wat hij zag en hoorde in de mijn. Het is stil in het busje als we terug rijden.
In het centrum leveren Tonio&Vickey ons af in Los Empedradillo voor de beroemde Karapulca. Dat is een maissoep waarin een hete vulkanische steen de soep laat borrelen. Alleen in Potosi wordt deze "Sopa Volcano" geserveerd. En hele leuke en geschikte lunch natuurlijk. En lekker!
De stad uit. Tanken aan de doorgaande weg en verder zuidwaarts op de RN5. Urenlang genieten we van het berglandschap. Op wat lage groene struikjes na is het grauwgeel, zandkleurige bodem, stenen en cactussen. Woestijn of halfwoestijn. Lang rijden we nog rondom de 4000 meter voor we rondom de 3000 meter terecht komen. Passen, dalen, vlakten, rivieren en rivierbeddingen. De temperatuur loopt op tot 36 graden.
We hebben besloten om door te rijden naar Villazon, aan de grens met Argentinië. Daar de grens over en weer terug. Het lijkt de makkelijkste en snelste manier om weer een visum voor dertig dagen te krijgen. Nu we hier toch zijn... Vanaf Tupiza is dat 90 kilometer v.v.
In Tupiza zelf kunnen we niet verder op de RN5. Vanaf de afgesloten burg zagen we hoe het verkeer door de rivier naar de overkant scharrelt. Doen wij dus ook. Dorp door en dan verder langs de prachtige rode rotsen die Tupiza beroemd maken. Ruim voor zonondergang vinden we een bivakplek in de rivierbedding. Goede temperatuur, prachtige omgeving en geen hoogtelast. Mooie avond met een onbelemmerde sterrenhemel. (Hoogte 2880 m)
Woensdag 31 oktober 2010 (164 km) - Visum en Reünie
Zonnig en windstil is het in onze kloof. Heerlijk begin van de dag. Mooie rit door bergen en over een hoogvlakte. Koffiepauze en fruit-eet pauze. Om elf uur melden we ons bij Migraciones. Ook hier wordt Bolivia-uit en Argentinië-in aan één loket geregeld. Dan douane voor TOY. Nog even een inspectie en dan rijden we.
In La Quiaca, de Argentijnse grensplaats, gaan we op zoek naar internet en een drankje. In Hotel Frontera vinden we beiden.
Terug naar de grens. Dezelfde procedure maar dan bij loketten aan de andere kant van de weg. Niemand lijkt ons te herkennen of te signaleren dat we net andersom gegaan zijn.
Twee uur heeft het gekost en TOY mag zelfs tot volgend jaar april blijven. Wij hebben dertig nieuwe dagen voor Bolivia!
Zelfde mooie rit (bermlunch, fotoshoot) terug naar Tupiza. Door het internetcontact weten we dat Kerstin&Uli daar zijn. Ze staan bij Casa del Baron (Fam. Pereira: Jorge sr, Mario, Jorge jr). Mooi pand met veel geschiedenis tegen een decor van rode rotsen en cactussen. Blij weerzien en Uli's teen ziet er prima uit.
Bijpraten en om half zes brengt Mario ons naar het "museum". In twee stoffige ruimtes heeft een bezielde heer-op-leeftijd van alles verzameld uit de tijd van en over Butch Cassidy & the Sundance Kid. Geweldig.
Hij vertelt over de twee boeven. Hoe ze vanuit de VS via allerlei omzwervingen hier terecht kwamen. En dat ze de geldvervoerder van de rijkste (van de wereld) tinbaron (van het huis waar we kamperen) beroofden. In eerste instantie ontkwamen ze, maar een dag of vijf later werden ze in San Vicente (20 km van hier) doodgeschoten. Pas nadat de film in 1969 uit kwam, (her)ontdekte men hier welke rol Tupiza gespeeld had. En zodoende...
Jorge jr kookt (Argentijnse T-bones!) voor ons en we hebben een avond met mooie gesprekken en veel wijn in de campertruck. (Hoogte 2977 m)
Donderdag 1 november 2018 - Paardrijden tussen Rode Rotsen
Gerard, Kerstin en Uli worden door Jorge jr weggebracht voor hun rit te paard ergens in deze schitterende omgeving. Ik installeer me en geniet van de rust.
De drie komen enthousiast terug, G heeft zelfs lang mogen galopperen. Lunch en rustige middag. G in hangmat. Als avondeten krijgen we van Jorge jr. enorme kippenschnitzels met salades. En wederom wordt het gezellig laat met Kerstin&Uli. (Hoogte 2977 m)
Vrijdag 2 november 2018 (81 km) - Toeren door de Bergwoestijn
Video-kusjes van Rosalie en een telefoontje uit NL. Slecht bericht. We zijn uit het lood. We nemen de tijd.
Afscheid van K&U en de lieve familie Pereira. Het is Allerzielen. Scholen en winkels zijn gesloten. De vrouw van Mario, Monica, brengt ons in het dorp naar winkels en een marktje die wél open zijn.
1e (halve) dag Woestijntoer
Westwaarts het dorp uit op een gravelweg. Schitterende rode geërodeerde rotsformaties. Steile rode grillige pieken prikken in de blauwe lucht omhoog. Door deze rode rotsen, wordt Tupiza en omgeving vaak aangeduid als het Wilde Westen van Bolivia.
Vanuit de vallei stijgt de weg aanvankelijk rustig en hogerop in haarspelden naar rondom 4000 meter. Ondanks de hoogte blijft de temperatuur nog lang 42 graden.
De uitzichten zijn overweldigend. Erosie heeft de zandstenen bergen uitgesleten tot de meest bizarre vormen. We kijken uit over het gebergte waar aan de oostelijke horizon een hoge berg piekt.
Een paar auto's komen ons tegemoet en brommertjes met twee man erop. Met fietspomp! In een vallei grazen honderden alpaca's en lama's. Hier en daar zijn verwijzingen naar mijnwerkersdorpjes. Veel fotostops. De smalle weg slingert op hoogte met steeds veranderende vergezichten.
In een kleine vallei zijn de resten van huizen van gestapelde stenen uit een ander tijdperk en een min of meer vlakke ondergrond. Onze overnachtingsplek. Tot de zon achter de berg verdwijnt, kunnen we nog buiten zitten. Maar dan is het snel ijskoud. Van de kliekjes (schnitzel en groenten) van Jorge jr eten we heerlijk. Knusse avond binnen. (Hoogte 4271 m)
Zaterdag 3 november 2018 (166 km) - 2e dag Woestijntoer
Ondanks de kou, hebben we warm geslapen. We voelen de droogte en hoogte zonder al te veel problemen. Ontbijt, vuilverbranding en weer op weg.
Hoe kun je een dag als deze beschrijven? Het is één grote overweldigende ervaring. Vrijwel de hele dag gaat het op en neer tussen 4000 en 4700 meter. We trekken over hoogvlakten en richels, door valleien en kloven over de stoffige weg die slingert, zacht en hard is. Op veel stukken is het zó smal zonder een enkele uitwijkmogelijkheid, dat je blij bent dat er geen tegenliggers zijn. Immens zijn de uitzichten, heet de zon en fris de wind. En er is die ene fantastische kloof. Schitterende rotsformaties, de zanderige bedding van een rivier, de droogte, het frêle groen...
We komen maar een paar auto's tegen. In de dalen kijken alpaca's en lama's wantrouwig op. Veel jonge dieren hebben een "jasje" aan. Vicuna's stuiteren de helling op als we naderen.
In een nietig en stoffig dorp op onze route, San Pablo de Lipez, zijn we ooggetuige van een begrafenis. Is dit een typisch geval van "verdriet wegdrinken"? Enkele mannen en vrouwen zijn totaal laveloos. Ze worden overeind gehouden door anderen.
Hier ook, besluiten we de weinig bereden route zuidelijk van de vulkaan Uturuncu (6008 m) te rijden in plaats van de "hoofdroute".
Behalve het heerlijke rijden en het genieten van landschappen maken we ook het een en ander mee.
In een rivierbedding jaagt een vrouw met haar twee dochters een kudde geiten en schapen voort. Honden zijn er ook. Dé gelegenheid om onze kiprestanten aan de honden te geven. Maar daar komt niets van in. De vrouw houdt het voor zichzelf.
Een tourauto passeert tijdens de koffiestop. De nerveuze chauffeur/gids vraagt of deze weg naar Tupiza gaat. Hij kent de route niet. Weten z'n Franse klanten dat? In ieder geval voorkomt hij een gesprek met hen.
Er zijn een paar plekken waar het niet meteen duidelijk is hoe verder te gaan. Zo verspert een houten paal met wapperende lappen de afslag. Uh? Ervoor zagen we een bordje met o.a. "desvio" erop.
Conclusie, de weg is geblokkeerd. We zoeken het vervolg op de desvio, een rotsig paadje naast een klein stroompje. Na een kilometer besluiten we niet verder te gaan. We hebben geen idee waar dit heen gaat en hoe ver het is. Het is er te smal om te keren, dus rijden we achterwaarts terug. Niet ver voor dit punt was een dorpje, Villa Colpani. Op zoek naar informatie rijden we door de zanderige straten. Ergens staat een vrij nieuwe Mercedes Sprinter, al lang ongebruikt zo te zien. Eén huis wordt nog bewoond. Alles staat open. Naar binnen. Maar niemand reageert op ons roepen, niemand te zien. Wel zagen we eerder mensen op het land bij de rivier. Daar wordt alles pgehelderd! Zeker, we bereiken via die weg "tranquilo" Laguna Celeste. De versperring is voor de lama's bedoeld. Die kunnen de versperring niet openen, wij wel!
Voordat we bij Celeste zijn, passeren we o.a. de "gele" Laguna Amarillo (4615 m) met flamingo's. Helaas wordt het pad steeds slechter. Op de harde leistenen brokken worden TOY en wij onbedaarlijk door elkaar geschud. Gek worden we ervan. De allerlaatste kilometers lijken een eeuwigheid te duren. We zijn moe, hebben honger en het pad is, nou ja,... heftiger slecht dan slecht.
Gelukkig kunnen we nog net in het laatste daglicht bivak maken bij Laguna Celeste. Dat dan weer wel. Snel eten en heel vroeg naar bed met veel wind. (Hoogte 4489 m)
Zondag 4 november 2018 (111 km) - 3e dag Woestijntoer
Uitgeslapen wakker. Windstil en zonnig is het. Nu pas zien we hoe mooi het er is. De hele ochtend blijven we. Genieten van de zachte pastelwereld. Ook tijd voor een paar technische en huishoudelijke klusjes.
Dan hobbelen we terug naar de doorgaande route. Ook daar zijn nog vele kilometers leistenen hardheid te verduren.
We trekken door golvend landschap op zo'n 4500 meter hoogte. Rondom bergketens waar onze slapende reus, de Uluruncu, fier boven uit steekt. De bodem is soms zanderig, dan weer kalkachtig, maar meestal stenig. En stoffig!
Bij Estancia Sol de Mañana betalen we 20 euro p.p. voor het Reserva Nacional Eduardo Avaroa (flora en fauna van de Andes). Vier dagen mogen we in het park doorbrengen. Voorbij de dorpjes Quetena Chico en Quetena Grande doen we een snelle bermlunch met uitzicht. De route trekt langs het mooi gelegen Laguna Hedionda met volop flamingo's, die prachtig opvliegen.
En dan is daar eindelijk Laguna Kollpa. Daar zou een hotspring in een riviertje zijn. Maar het meer is totaal verzout en een riviertje is niet te vinden. De flamingo's vinden er nog wat water, wij niet. Geen bivak dus.
Nieuwe oriëntatie. Even doorzetten, want aan de andere kant van de Salar en Laguna de Chalviri is een Termas, een hotspring.We steken de zout- en moerasvlakte over op een fantastische zandpiste. Met 70 km/u scheuren we er overheen. Op verschillende plekken wordt zout gewonnen.
Aan de overkant bereiken we het spoor dat we in 2003 reden. In de laagstaande zon ligt de zout- en moerasvlakte er prachtig bij. Een paar kilometer verder is daar eindelijk ons bad. TOY opgesteld voor het bivak. Er is niemand. Samen beleven we een zalig badderuurtje met prachtig uitzicht op de moerassige laguna.
Inmiddels zijn er tientallen tourauto (Toyota's 100) aangekomen. In het bad is het een drukte van belang. Wij eten heerlijke salades en pasta. In de heldere nacht schittert een fantastische sterrenhemel. En het is weer steenkoud. (Hoogte 4407 m)
Maandag 5 november 2018 (283 km) - 4e dag Woestijntoer
Al vroeg zijn er hordes badderaars. Behalve de al aanwezige auto's komen steeds meer tourwagens aangereden. G haalt zijn hart op. Hij praat met de gidsen en chauffeurs van al die Toyota's en vindt van alles uit. De Termas is voor de toerprogramma's een belangrijk hoogtepunt. Als iedereen weg is, genieten wij nog een poosje van het warme water, de zon en het uitzicht.
De rest van de dag trekken we over die wonderlijke pastelkleurige wereld tot op grote hoogte (4900 meter). Zand, stenen en ongelofelijk vreselijke gekmakende wasbordwegen, zoutvlakten, moerasdalen, een paar passen tot we afdalen naar de vlakte (3600 meter). Stralende blauwe hemels, schitterende wolkenluchten die sneeuwvlokken laten vallen. Alpaca's, lama's, vicuna's kruisen ons pad. Er zijn een paar voortstuivende toerauto's en twee vrachtwagens.
Wat zijn we blij om de goede aarden weg (RN5) te bereiken. In hoog tempo racen we door naar Uyuni. Helemaal toe aan een hotelletje (Hotel los Girasoles) zijn we na de afgelopen dagen. (Hoogte 3692 m)
Dinsdag 6 november 2018 - Uyuni
Een hotel biedt de mogelijkheid tot een heel ander soort ontmoetingen. Zo hebben we bij het ontbijt uitgebreid en informatief contact met VS-ambassade medewerkers. Ze hebben een workshop (veiligheid/eerste hulp) georganiseerd. Over de verkiezingen laten ze zich niet uit "want in overheidsdienst".
Ook fijn om weer uitgebreid contact met het thuisfront te hebben. We werken wat dingen bij, wandelen rond, eten hier en/of daar. Naast alle touroperators, restaurants (veel pizzeria's), hostels en souvenirwinkeltjes is er niet veel te beleven. Toch bevalt Uyuni ons. Door de eenvoud, de brede stoffige straten en de rust waarmee iedereen beweegt. G eet voor het eerst van zijn leven een lama-steak. Lekker. (Hoogte 3692 m)
Woensdag 7 november 2018 (102 km) - Zout
Getankt voor de lokale prijs na onderhandeling. Laatste souvenirs gekocht en op naar het beroemde treinenkerkhof. Tjonge, alle tourlandcruisers van Uyuni lijken hier verzameld. En dan is ook de zon nog eens heel hel en loodrecht. Geen goed fotomoment!
Weg dus en noordwaarts naar Colchoni waar je de zoutvlakte op kunt. Ook hier zijn volop tourwagens. Ze laten hun klanten los op een souvenirmarktje.
We eten een kleine hap en dan gaan we eindelijk de witte vlakte op, een stukje met twee lifters (w.o. een nl-er). Kort aangewipt bij het Salthotel en het Dakarmonument. Ook hier is het vervelend druk
Op de grote overweldigend witte zoutvlakte (ongeveer een derde van NL) doen we een fotoshoot.
Helaas, is het tourleger ondertussen ook weer op gang gekomen. De ene na de andere Landcruiser knalt voorbij.
Daar is ons noord-zuid spoor van 2003. Niet veel later bereiken we het Isla Incahuasi, een rotseiland in de zoutzee. Er groeit een bijzonder soort cactus, die tot twaalf meter hoog kan worden. Schitterend is het, want ze zijn in bloei met prachtige witte bloemen.
En welzeker, ook hier is de toeristenhorde van wel 40 Toyota's. We installeren ons, wandelen over het eiland en wachten de drukte af.
TOY trekt de belangstelling van allerlei mensen. Zoals een nl-Sawadee-reisleider, een Portugese jongedame die in Utrecht woont en werkt en een Franse (fiets/backpack-) wereldreiziger die zijn Phone bij ons oplaadt.
Eind van de middag verdwijnen alle auto's. Drie fietsers overnachten in een lokaal van het museumpje en wij staan op de vlakte. De zonsondergang is mooi en we genieten van het uitzicht, de ruimte en de stilte. Om acht uur steekt de wind op en duiken we in de beschutting van ons TOYse huisje. (Hoogte 3664 m)
Donderdag 8 november 2018 (191 km) - You saved my life...
Om zes uur komen de eerste auto's weer aan. Oh ja, de sunrise. Natuurlijk! G schiet in de kleren en klautert de rots op voor foto's. Niet zozeer het uitzicht, maar eigenlijk vooral vanwege al die Landcruisers is G helemaal in zijn element.
In de grote witheid zien we het gedoetje aan. Hoe funfoto's worden gemaakt, hoe groepen toeristen ontbijt krijgen voorgeschoteld en hoe de zon verder en verder stijgt. We krijgen aanloop en wisselen reisinformatie uit. Afscheid van de drie fietsers die tot kleine stipjes krimpen aan de zuidelijke horizon. Wat een helden!
Als iedereen weg is, wordt deze wonderlijke witte wereld weer even van ons alleen. Rondje eiland en op weg. Strak over de verblindende vlakte tot we na 40 km bij de verhoogde doorgaande weg komen. Vanaf hier slingeren we tussen zoutvlakte en prachtige rotspartijen.
In Villa Candelaria vinden we een Lavado (autowasplaats). Zeventig Bs (9 euro) kost het als je het laat doen. En er is "Lavado you", dat kost 30 Bs (4 euro). You, doet het zelf, want G heeft het wegspuiten van al de zoute aanslag het liefst in eigen hand. Hij is zeiknat en ijskoud als TOY zoutvrij en schoon is.
In San Juan bezoeken we Kansai Wasi, de Necropolis, een precolumbiaanse begraafplaats. Door een opening kijken we in de koraalstenen "huisjes", waar de resten van de gestorvene te zien zijn. Een prachtig aangelegd terrein met een zeer informatief klein museum.
Vanaf San Juan gaan we in zuidelijke richting. Door zandlemen valleien, zoutpannen en chotts waar de sporen uitwaaieren in wanhopige pogingen om het wasbord te vermijden.
Vanaf de vlakte klimmen we op door bergruggen. De stenige en uitgespoelde weg is ondertussen veel slechter aan het worden. Maar de uitzichten op de met gele graspollen bespikkelde hellingen en de vulkanen in veelkleurige pastel zijn schitterend.
Al lang zien we fietssporen op het pad, door geen auto of dierenhoef verstoord. Ongetwijfeld komen we ze nog tegen. En jawel. Al van ver zien we, dat ze lopen. Niet verwonderlijk op deze hoogte en met deze slechte weg.
Het wordt een heftige emotionele ontmoeting. Na uren en uren de fiets voortduwend door het zware terrein, is alle energie uit Giovanni getrokken. Van het ene op het andere moment.
Met twee fietsen op het dak, de stoffige fietsbagage en de mannen achterin, vervolgen we. "You saved my life", brengt de uitgeputte en ontroerde Gio uit, als we pauzeren. We rijden geconcentreerd en voorzichtig over de stenen, keien, ribbels en uitgespoelde sporen zodat de mannen achterin niet wagenziek worden.
Om 19:00 uur zien we (het tweede) Laguna Hedionda naderen. Daar is de Ecolodge. We treffen er ook twee andere fietsers (de Canadese Marie-Hélène en de Spaanse Raúl). In de Lodge vindt Gio een warm (en duur 150 dollar) bed. Na het avondeten verzamelen we op de kamer van Giovanni en Matteo. Giovanni met een soep en wij met een biertje. Morgen zien we verder.
Er is zelfs even werkend wifi. Kort, langzaam en zwak, maar we halen relatief goed nieuws binnen. Ondanks de kou slapen we heerlijk warm. (Hoogte 4137 m)
Vrijdag 9 november 2018 (80 km) - Stormachtig weerzien
Giovanni is niet in staat om te fietsen. Matteo, zijn maat, fietst met Marie en Raúl verder. Wij hebben de tijd en wandelen langs de laguna en genieten van honderden flamingo's die hun ochtendkostje bij elkaar scharrelen. Prachtig steekt het rood en wit van het meer af tegen de bergen.
Onderweg zijn we ons zeer bewust van de zwaarte (hoogte en terrein) van het fietsen. Rond koffietijd rijden we de fietsers achterop.
Ook daarna is het traject zwaar. We rammelen over stenen en heftig wasbord. Rustiger is het op een grote zandgrindvlakte. Als duidelijke bakens steken vulkanische pieken boven de vloeiende lijnen van de bergketens uit.
Ondertussen constateren we dat we slechts flarden herkennen van dezelfde tocht in 2003. Zeker weten we, dat het toen een veel minder bereden route was. Nauwelijks voorzieningen, geen wasbord, geen sporen overal, geen drukte bij de lagunes en andere bezienswaardigheden. Maar het landschap is nog steeds overweldigend.
We maken een ommetje naar de plek waar de fietsers willen overnachten. Het blijkt een vrij nieuw hotel, We houden er een zak verse broodjes aan over. Heerlijke lunchstop aan de rand van een zandvlakte bij rotsen. Later maken we een stop bij de beroemdste rotsformaties van de Lagunasroute. Onnodig te zeggen dat er weer de nodige tourauto's zijn. Het waait ondertussen snoeihard. Dat maakt het koud en erg onhandig om buiten iets te doen.
Laguna Colorada gloort in de verte. Op afstand zien we bij de Mirador een grote vrachtwagen. En jawel, daar zijn Kerstin&Uli weer!
Heftige en warme ontvangst. Binnen in de truck is het goed schuilen voor de storm onder het genot van borreltjes. Er is veel bij te praten en Uli onderzoekt Giovanni.
Ondertussen is het een komen en gaan van toeristen. Maar de wind jaagt iedereen snel weg. Bivak gemaakt en de meeste moeite kost het om voor Gio's tentje een min of meer beschutte plek te vinden. Eten maken en nuttigen doen we gezamenlijk in de truck. Hele gezellige avond. De storm is gaan liggen en dat doen wij ook. (Hoogte 4324 m)
Zaterdag 10 november 2018 (59 km) - Ventielen, Sissers en Missers
Wakker met de zon. De kleuren van het Laguna Colorada zijn op dit uur heel anders dan gisteren. Genieten van de oplopende temperaturen na de erg koude nacht. Ontbijt in de Takla.
En dan gaan G, Uli en Gio gaan aan de slag. Twee banden zijn er lek gegaan en de Takla heeft geen enkele reserve meer. Het is een zware klus om de enorme band te handelen. Bovendien waait het in de loopt van de ochtend weer akelig hard. En het is "rattenkalt", zoals Uli dat uitdrukt. Dat alles en de ijle lucht maken het tot een zwaar vermoeiende bezigheid.
De klus is gedaan. Collectief balen, dat er toch nog een (piep-) klein lekje is. Evengoed kunnen Kerstin&Uli met deze reserveband veilig op weg. Gezamenlijke lunch (aardappelsoep) in de Takla.
Om half vier rijden we om te beginnen een rondje Laguna. "Onze" plek van indertijd is geslachtofferd aan het nog-net-geen-massa-toerisme.
Lang zijn we er niet. De storm jaagt wolken poederstof de lucht in. Voorzichtig rijden we over een van de vele alternatieve sporen. En Nandoemoeder danst weg met een sleep kleintjes in haar kielzog.
De zon daalt al als we bij de Geyser (Sol de Mañana) zijn. Stoompluimen, bubbelende aarde en water in de laagstaande zon. Prachtig beeld. Vanuit de diepte bekent onze aarde prachtig kleur. In 2003 deden we de uitreisformaliteiten hier op de hoogvlakte in de buurt.
Nog even hobbelen en kronkelen en dan dalen we over een goede weg af van 4925 naar 4000 meter naar de Chalviri Termas. Het eerste ("ons") bad wordt leeggepompt. Met ons drietjes vergezellen we een paar badende motorrijders. Ze maken een imposante toer door Bolivia. Eén nl-er is erbij, drie maten zijn al afgehaakt.
In het (bescheiden) hotel informeren we. Yes, er wordt eten voor ons gemaakt en Gio vindt een kamer in het naastgelegen hostal. Na het avondeten willen we ons weer installeren bij de hotsprings. Maar een erg onaardige parkranger jaagt ons weg. Bij het hotel vinden we alsnog een rustige plek. Heerlijk slapen na een vermoeiende dag. Yes, de storm is er ook bij gaan liggen! (Hoogte 4427 m)
Zondag 11 november 2018 (47 km) - Laatste Etappe
Het is flink koud. Het vervolg van de weg is redelijk. Schitterend zijn nog steeds de glooiende bergen en de vulkanen in pasteltinten.
Laguna Blanco (naast Laguna Verde) duikt op. Daar is het hostal, waar we Giovanni gaan achterlaten. Emotioneel afscheid na bijzondere dagen samen.
Hier ook is de controle van het park, de immigratie en douane. De uitreis is snel geregeld. Met een gevoel van weemoed laten we de Altiplano van Bolivia achter ons. (Hoogte 4490 m).
Wil je nog een stukje (versneld) meerijden: