Route (3.231 km, 24 days): border (Kazakhstan, Karkara Valley) - (A364) Engilchek - Ak Suu - Karakol - Jeti-Ögüz Valley - Barskoon - Tyan Shan (goldmine) tour - Karakol - Tüp - Chong-al-Suu tour- Cholpon Ata - Balykchy - Bishkek - Belovodskoye - Tö-Aksuu (pass) - Song Kol (lake) - Kochkor - Karakol Pass - Tö-Aksuu - Bishkek - Tö-Aksuu - Toktogul - Tash-Komür - Sari Chelek NR - Massy - Arslanbob - Ozgön - Osh - Sary-Tash - border (Tajikistan)
Maandag 29 juni 2015 (239 km) - Terug in KIRGISTAN en het "Gele Rondje"
Om kwart over elf melden we ons bij de grenspost. Vlotte uitreis uit Kazakhstan. En ook aan de Kirgiz kant loopt het soepel. Een aardige douaneman met een mondje Duits is behulpzaam bij het invullen van 't formulier voor de tijdelijke TOY-import. (Niet ingevuld bij binnenkomst vanuit China en bij de uitreis is er ook niet naar gevraagd...). 1.000 Com (15 Euro) moet er betaald worden, maar deze keer mét betalingsbewijs.
Twaalf uur koffiepauze tussen bloeiende bloemen in het veld. Karkara Vallei uit en bij de "Wodka Check" slaan we af op een klein slecht weggetje. Bermlunch. We kunnen zo aanschuiven bij picknickende Kirgiezen voor een neut wodka.
Door een vallei, over een riviertje en dan strak zuidelijk de A364 op, het "Gele Rondje". Op de Reise Know How kaart is een gele weg te zien die grofweg naar het zuiden loopt, langs de Chinese grens westelijk om dan terug te keren naar het noordelijk gelegen Ysyk-Kul. De passen zullen nu wel open zijn, veronderstellen we. Onderweg krijgen we een paar keer bevestiging.
Een tijdlang rijden we door een Alpien landschap tot het kaler en ruiger wordt. Dan klimt de weg naast de schuimende beek tussen steiler wordende bergwanden. De nadering van de Chonashu Pas (3.822 m) is spectaculair in sneeuwregen en mist.
Voorbij de pas is er ineens stralende zon en helblauwe lucht met witte wolkenformaties. Boven zijn donkere scherpgerande ruige bergen met sneeuw en aan onze voeten ligt een groen dal waar het pad doorheen slingert.
Een motorrijder komt ons tegemoet, het eerste verkeer op deze route. Een Fransman, met een local op de duozit. En nee, zonder borderpermit komen we niet voorbij Engilchek. Jammer, maar niet getreurd. De rit is zeer de moeite waard. In de valleien zijn jailoo's en uiteindelijk wringen weg en beek zich door een kloof naar de kleine hoogvlakte waar Engilchek ligt.
Bij de slagboom voor de brug staat een oude vervallen pipowagen. Drie militairen komen eruit, alsof ze gestoord zijn in een spannend potje kaart met borrel. Geen doorkomen aan uiteraard. Ze geven een adres in Karakol waar we de permit kunnen aanvragen.
En da's zo mooi van bergritten. Dezelfde weg in tegenovergestelde richting biedt totaal andere uitzichten.
Een half uur later staan we in een open dal met zacht golvende weiden. Het kost moeite om TOY in de juiste stand te krijgen. Aan een kant moet het achterwiel op al het verhogingsmateriaal dat we hebben. En het andere achterwiel staat in een diep gat. Laat dat maar aan G over!
We genieten nog een klein uurtje van de zon. Dan eten we knus binnen en kijken voor het eerst naar "Homeland". Twee afleveringen zelfs. (Hoogte 2.666 m)
Dinsdag 30 juni 2015 (172 km) - Badderen op Pootjes en Zeven Stieren
Om acht uur is het warm genoeg om op te staan. Ik schrijf achterstallig dagboek en G zet de knalpotbeschermplaat vast. Is op Sumatra niet helemaal goed gegaan, waardoor er een irritant tikje klinkt.
Het geurt ook hier naar tijm. Als je over het gras in de verte kijkt, is er de associatie met fluweel. Het gras is heel kort en ertussen groeien zilvergroene plantjes. Rondom zijn bergen en lager in het dal slingert de weg met de rivier mee. Hier wil je nog wel even zijn. Toch!
Op weg. Weer genieten we van de kloven en de groene valleien. Kleine boerenhuisjes, pipowagens en yoerts met rondom het vee. Veel paarden, wat yaks hier en daar, soms koeien en drommen schapen. Leuk om de families bezig te zien.
Bij een yoert, nou ja een oranje yoert-achtige tent, is een en al bedrijvigheid. Schapen worden geschoren, hout gehakt, schapenvellen te drogen gelegd in de zon, op een vuurtje wordt een schapenkop zwart geblakerd. In een grote pan pruttelen allerlei onderdelen van het schaap, in een wok geuren groenten en vlees. En dat alles in het heldere zonlicht tegen het groene decor met de onstuimige beek op de voorgrond... Kijk zelf ff mee.
We klimmen weer naar de pas. De sneeuw licht hel op in de middagzon. Hier en daar is van de hellingen een minilawine op het pad gekomen. Toch nog even sneeuwrijden dus. Vanaf de hoge valleien dalen we af naar het Alpiene land met de statige dennen.
Een eindje voor Karakol ligt Ak Suu. Daar zijn Hot Springs met een "sanatorium". Dat lokt. In het behoorlijk gedateerde badhuis kunnen we voor drie Euro badderen. Maar dan staat ons wél een badkamer met prachtig vooroorlogs tegelwerk en twee badkuipen-op-pootjes ter beschikking. Mét geneeskrachtig bronwater uit de bergen natuurkijk. We soezen in ons badje, worden schoon en oh we voelen ons errug gezond.
Om een uur of vijf zijn we in Karakol bij de CBT (Community Based Tourism). Een borderpas? Duurt een maand. Dat gaat 'm dus niet worden. Op zoek naar olie voor de tussenbak vinden we om te beginnen eindelijk ruitenwisserspul en een adres voor de olie. Aldaar is een lollige Rus in charge en maken we kennis met een Kirgiz tourguide en zijn Duitse vriendin. Op het opgegeven adres waar we de (kook-) gastank zouden kunnen vullen is van alles, maar geen gas.
Op naar Zarina, het restaurant met goed eten (T-bone steak) en wifi. Daar vallen ook Cor en Pieter van Inezia Tours binnen (www.ineziatours.nl, vogel-, natuur-, fotogafiereizen). Ze zijn hier om een Kirgiz -tour te ontwikkelen.
Hoogtijd voor een bivak. De schemer zet al in als we hoog boven de Jeti-Ögüz Vallei een schitterende plek hebben gevonden. Beneden stroomt de rivier, die haar naam ontleent aan de bijzondere rotsformaties van rode zandsteen, namelijk de "Seven Bulls" ofwel Jeti-Ögüz . Verderop is nog een formatie die "Broken Heart" heet.
Zo dus, met uitzicht op de prachtige rode grillige rotsen, bergketens, sneeuwtoppen en de ondergaande zon... Paarden drentelen om ons heen en nu en dan passeert een boertje in zijn oude Ladaatje. En als de zon is ondergegaan, kleurt de volle maan het dal en de bergen in zilver licht. Wat een einde van een fantastische dag! (Hoogte 2.105 m)
Woensdag 1 juli 20015 (169 km) - Het Gele Rondje! Toch? Of...
Half acht hinnikt ons paard. Tijd om op te staan. Half tien rijden we verder het dal in. Bij de slagboom van het NP dat naar de bloemenvallei leidt, informeren we of een rondje, dat we op de kaart gezien hebben, mogelijk is. Nee dus, er zijn alleen voetpaden.
Terug naar de doorgaande route om naar de andere kant van het "Gele Rondje" te gaan. Vlotjes langs het Ysyk-kul (koffiepauze) en bij Barskoon zuidwaarts. Vandaar stijgt de weg geleidelijk door een groene vallei. De weg is beter dan we verwacht hadden. Ook hogerop, waar de bergen kaler en grauwer zijn.
Een slagboom! Militaire post. Oeps, het zal toch niet waar zijn? Niets aan de hand. Naam en kenteken worden genoteerd. Het mooiste is, dat de militairen ons eenstemmig bezweren dat we het hele Gele Rondje helemaal kunnen rijden. Echt geloven kunnen we het niet... Maar hopen willen we wél!
De brede weg stijgt vanaf hier de steile helling op via scherpe haarspelden. Twee tankwagens kruipen naar boven. De weg is nat en het fijne gravel verandert in een papje. Zoals altijd genieten we van het klimmen naar een pas. En zeker met deze weg!
Boven op de Barskoonpas (3.764 m) wacht een colonne tankwagens (met chemicaliën). Ze gaan naar de goudmijn diep in de bergen. De zware bewolking is overgegaan in motregen. Samen met de grauwheid van de omgeving trekken we niet door een erg fotogenieke wereld maar wel een met 'n hoog mystiek gehalte.
Na de pas rijden we op een hoge weg door een breed dal met veel plassen en meertjes. Het landschap ziet eruit alsof de winter nog maar net geweken is. Lunch. Het regent nog steeds en het is koud.
Van de andere kant komen een paar auto's aangereden. Een groep jonge Fransen. Ze keren terug uit het afgelegen en moeilijk bereikbare Sarychat-Ertash NR. Een natuurreservaat (niet voor toerisme!) waar o.a. de sneeuwluipaard, de ibex (alpensteenbok), de (Marco Polo-) argali (groot wild bergschaap), wolven en beren leven. De groep deed onderzoek naar het luipaard. Gezien hebben ze hem niet, maar wel zijn sporen (en van wolven en beren) en foto's van de bewegingscamera's.
Een uiterst gezellige ontmoeting hebben we daar in de kou. Hartelijk afscheid. De lokale en de Franse (berg-)gids bevestigen ons vermoeden. Verder dan Kara-Say komen we niet zonder borderpermit. Het "Gele Rondje" kan dus ook vanaf deze kant niet gereden worden. Ze adviseren ons via de goudmijn terug te gaan. Een prachtige route, verzekeren ze ons.
We klimmen naar de Söök-pas die tot boven de 4.000 meter stijgt. Geweldig. Dan daalt het pad naar een grote hoogvlakte met veel stromen en meertjes. Waar de brug (zo'n houten) ter ziele is, kruisen we de rivier door het water. Verder zuidelijk bereiken we de aangekondigde nieuwe brug over een brede rivier en vandaar slaan we af in oostelijke richting.
Het is een klein gravelpad dat door een mooi dal met grasland slingert. Er is nauwelijks vee. Pas veel later is er een eerste teken van leven. Een familie is druk doende de yoert op te bouwen. Ze maken haast, want er dreigt regen en vanavond willen ze warm binnen zitten.
De spullen zijn afgeladen. En het ongelooflijk oude gammele vrachtwagentje staat bij te komen van de zware rit. Eronder liggen vier vier lammetjes beschut tegen de kou. Een zak aardappelen, uien, kolen, huisraad... De kids zijn blij met ballonnen.
Blije vriendelijke mensen treffen we steeds. Net als bij de yoert een kilometer of wat verderop. We mogen binnen kijken en krijgen eten aangeboden. De yoerts zijn hier kleiner dan we in Mongolië zagen. Beetje rommelig met oude huisraad.
Om vier uur maken we bivak. TOY staat zodanig dat we vanuit de cabine een prachtig uitzicht hebben op het dal en de besneeuwde toppen. Buiten zitten is er niet bij met wind, regen en hagelbuien bij een temperatuur van dertien graden. Ook tijd genoeg dus om wat meer werk van het eten te maken, Wijntje, fillempie... Weer een mooie Kirgiz dag! (Hoogte 3.470 m)
Donderdag 2 juli 2015 (186 km) - Goudmijn, Koude Woestijn en een Lunchmeertje
Na de koude nacht is het goed wachten op de warmte van de zon. Tegen achten is het zover. Om half tien toeren over een hoogvlakte. Bij de goudmijnweg staan strenge borden die waarschuwen vooral niet voorbij dit punt te gaan. Jammer voor G. Hij had er graag even rondgekeken. We moeten het doen met de vage beelden van de mijn in de verte
De weg is vanaf hier breed en goed. Dat moet ook wel, want er zullen heel wat konvooien vrachtwagens passeren. Prachtige vallei. Op de kaart zien we dat we door de Alpine Cold Desert rijden. Mooie ontdekking.
Vanaf het punt waar het "goudmijnrondje" begon, leidt een pad in westelijke richting naar een meertje. Bij nadere inspectie blijkt vandaar zelfs een stippellijntje te lopen naar de Tosor-pas. Even is er de verleiding om het maar gewoon te proberen. Edoch..., toch maar niet. Heerlijke lange lunch met uitzicht op het nog halfbevroren meertje en bergen met gletsjers.
Ook hier is goed te zien, dat de natuur nog maar net uit de winterslaap is gehaald. De valleivloer is drassig, het gras grauwgeel en op veel plekken liggen sneeuwplakken. En we zijn alleen. Geen mens of dier te zien.
Terug op de route stijgen we naar de pas en dan is er weer de afdaling met scherpe haarspelden in twee fases. Anders dan op de heenweg schijnt vandaag de zon. De lucht is intens blauw, de wolken wit en de weg kurkdroog. Lager in het dal is het gras groen, schuimt de beek wit en zijn er dennen, yoerts en mensen. En, het is er een stuk warmer.
Dan in vlotte vaart terug langs het Ysyk-kul naar Karakol. In hotel Amir krijgen we onze oude kamer (er is niemand). Internet-update, douchen en eten om de hoek, Voor vijftien Euro hebben we een voortreffelijke maaltijd met vier glazen wijn.
De skype-sessie met het Larense gaat in horten en stoten. Later in de avond kunnen we, met dezelfde hindernissen, de Tourstad die Utrecht geworden is, nog een beetje mee beleven . Dan inslapen met het vertrouwde geblaf van de Karakolse buurthond. (Hoogte 1.772 m)
Vrijdag 3 juli 2015 (207 km) - Op zoek naar de Apostel Mattheus
Vroeg wakker. Want ja, we hebben ook Karakolse buurthanen! Na het ontbijt is het de beurt aan TOY. De poetsbeurt duurt een uur, maar dan glanst ze als nooit tevoren.
Excursie naar de Dungan Moskee. Begin vorige eeuw werd hij gebouwd van hout met kunstige patronen en geschilderd in helle kleuren met vooral veel hemelsblauw.
De Dungan, een etnische (Hui-Chinese) groep moslims delen de moskee inmiddels met Kirgiezen en Chinezen. Dat de Dungans een Boeddhistisch verleden hebben is terug te zien in het gebouw. Het doet eerder denken aan een pagode of aan een Boeddhistische tempel.
We toeren noordelijk. Aan het puntje van het meer, even voorbij Tüp, gaan we op zoek naar de apostel Mattheus. Die zou vanuit India naar hier gevlucht zijn om aan vervolging te ontkomen. Zijn graf moet hier ergens zijn. Volgens overlevering dus... In plaats van de ruïnes van een klooster en een Mattheus-graf komen we terecht op een prachtige landtong. Gossie, hier zal het goed kamperen zijn. Bomen voor schaduw, uitzicht op en badmogelijkheden in het meer.
Verderop proberen we een ander weggetje. Dat loopt dood op de poorten van een boerderijtje. Genoeg gehobbeld. Afscheid van de apostel.
Strak door, langs de noordkant van het Ysyk-kul ("het warme meer", het bevriest nooit). Op zoek naar een lunchplek eindigt een weggetje op vervallen hotels en een plasje waar de locals zich opfrissen. In de schaduw van bomen in de berm nuttigen we onze middaghap.
Westelijker slaan we af naar het noorden. Er is hier een rondje te rijden in de bergketen die op de grens met Kazakhstan ligt. Het asfalt stopt bij de slagboom. Voor 800 Som (12 Euro) is het stoffige pad voor óns. Mooie tocht langs de Ak-Suu rivier door een dal dat uitkomt op een grote alpenwei. Huisje, yoert, veel paarden... We proberen nog een stukje richting Semonov's Gorge. Maar we geven het op. Zelfs voor wandelaars is dit pad een uitdaging.
Verder in westelijke richting. Zigzaggend naar de (Kök-Bel) pas van bijna 2.400 meter vluchten aan alle kanten kleine marmotten naar hun hol. Het pad in zuidelijke richting slingert door de prachtige Chong-Ak-Suu canyon. Het is een populaire bestemming voor daguitstapjes. Er zijn ruiters, luierende en picknickende mensen langs de stroom. Bij de restaurant-yoerts worden de vuurtjes aangestoken om de vers gevangen vis te roosteren. Wat een heerlijke en ontspannen sfeer. We kopen een paar forellen voor het avondeten. Het water loopt G nu al in de mond...
Maar ook... Er zijn veel jonge mannen, zelfs jochies met sperwers, valken en hier en daar een arend. Allemaal gevangen om zich door toeristen te laten fotograferen. Tegen betaling natuurlijk. Akelig idee!
In de buurt van Cholpon-Ata, dé badplaats aan het Ysyk-Kul, vinden we met geen mogelijkheid een bivak naar ons zin. Mensen, rotzooi, hotels... Dus hobbelen we weer terug de bergen in. Ergens zomaar langs een boerenpad is een mooi uitwijkje tussen kleurige bermbloemen met schitterend uitzicht op het meer. We installeren ons met een wijntje en begroeten de passanten. Een boer op zijn tractor, een paar jongemannen te paard, een heule oude Audi 100, met een enorme berg lang gras op het dak en in de openstaande kofferbak.
G bakt met daverend genoegen de vissies en ik maak salades. Dan zitten we ons weer super te voelen. Het eten, het uitzicht, onze bloemenvoortuin, de temperatuur, de zachte kleuren van de zonsondergang... En dan komt ook nog eens de maan groot en oranje op, boven de bergen aan de overkant van het meer waarin ze prachtig weerspiegelt. Zucht, wat een heerlijk exploringleven... (Hoogte 1.815 m)
Zaterdag 4 juli 2015 (267 km) - Toer-en-Zo naar Bishkek
Weer een lange-ontbijt-plek dus. Naar beneden en op naar Bishkek. Lang sukkelen we door aan elkaar gegroeide dorpen. De vlakte is bebouwd geraakt. In de Sovjet tijd was Cholpon-Ata een populaire vakantiebestemming voor de Russische elite. Na de onafhankelijkheid verviel de badplaats. Maar inmiddels is de groei weer ingezet.
Gelukkig rijden we ook door landschap dat open en oorspronkelijk is. Geen landbouw en geen huizen. Droog en zanderig is het. Aan het uiterste westelijke puntje van het meer ligt Balykechy. Ook dit stadje draagt de sporen van de sovjettijd en het verval erna. Huizenblokken en roestige fabrieksresten.
Vanaf hier slingeren we over een snelle vierbaansweg door pastelkleurige bergen. Een stroom snelt met ons mee. Langs de weg yoerts waar voedsel, fruit en zuivelproducten worden aangeboden. Bij een goed uitziend wegrestaurant stoppen we. Lunchtijd. We ontmoeten er Marloes en haar Vader. Ze onderzoekt of er sprake is van overbegrazing op de jailoo's (afstudeerproject Wageningen). Paps is op bezoek en nu zijn ze samen op weg voor een rondtoer door (de rest van) het land.
Om half vier bereiken we het City Hotel via Nomad's Home, wat niet óns home bleek. Beetje afdingen en we zijn tevreden. Yes! De LOI-mail voor Oezbekistan is binnen!
Zo, en dan is het tijd voor de Tour. Le Grand Départ in Utrecht! Vanuit onze eigen voordeur kijken we virtueel mee in het Grote Gebeuren. Wat een zinderend feest viert Utrecht! (Hoogte 824 m)
Zondag 5 t/m woensdag 8 juli 2015 (40 km) - Hotellen
Werken aan de update, wasjes, aanvragen visums voorbereiden, watertanks gevuld, lunchje hier, dinertje daar...
Op maandag hebben we telefonisch contact met de Oezbeekse ambassade. De dame-in-charge is berucht onder overlanders. Chagrijnig, kortaf. Al bij het eerste telefonisch contact blijkt dat. Maar dankzij de lieve receptioniste van het City Hotel mogen we de volgende dag om tien uur op audiëntie komen.
Dinsdag. Een kwartier voor tijd zijn we paraat. Net als een stuk of tien anderen. En nee, er wordt niet gewacht in een wachtruimte... We staan met z'n allen in een rijtje op straat. Een voor een roept de portier de mensen binnen in de door de "Oezbeekse furie" afgekondigde volgorde.
Yes! Om kwart over elf vertrekken we met het felbegeerde visum in the pocket! Bovendien! Dit jaar viert Oezbekistan "het jaar van de oudere mens". En laten wij daar nu toe behoren... Dus krijgen we een encyclopedie-achtig boekje en twee routekaarten van Oezbekistan. En de furie? Ze heeft gelachen zelfs...
's Middags om drie uur kunnen we terecht op de Ambassade van Turkmenistan. Aan het bureau van de stijve en uiterst keurige consul vullen we elk twee aanvraagformulieren in. Volgende week dinsdag ("urgent") mogen we terugkomen om het visum op te halen. Zo, en nu duimen dat we de gevraagde route mogen rijden.
De update van Kirgistan 1 schiet op. We wandelen en toeren door de stad. Eten in het "beste Italiaanse restaurant" van Bishkek (Bella Italia). Winkeltje in, malletje uit.
Bishkek is geen mooie stad. Wel uitgespreid en voorzien van parken. Het mooiste vinden wij het zicht op het zuiden, waar hoge besneeuwde pieken optorenen.
De dienstverlening in het City hotel is geweldig. Iedere vraag of verzoek krijgt persoonlijke aandacht. De uploadsnelheid verbetert aanzienlijk nadat G het besproken heeft met de General Manager. Bijna sneller dan thuis.
Donderdag 9 juli 2015 (77 km) - Een Plak-Gast en Plas-Paard
De ochtend gaat heen met allerlei en de update (Kyrgyzstan 1) gaat de digitale snelweg op. Na een goeie nasi-(jaja)-lunch laten we Bishkek achter ons. Met moeite overigens. Veel verkeer, zon tegen en een rot weg.
Even voorbij Belovodskoye slaan we af op een landelijk weggetje met de bergen voor onze snufferd. Wat een verademing! Een karrenspoor brengt ons hoger op groene heuvels. Het kost enige moeite en gesjouw met grote ronde keien, maar dan staan we weer keurig horizontaal. Heerlijk uurtje rust en zon.
Een herder wipt aan. De pringles vindt ie heerlijk en pal voor onze neus loost zijn paard een onbehoorlijke waterval. De man is niet weg te krijgen.
Ter verhoging van de gezelligheid komt een maat er een poosje bij zitten. Van het opstapje verhuist hij naar mijn stoel als ik het eten ga maken. Drie jochies kijken vanaf de paardenrug met open mond toe. Onze gast neemt ondertussen de TOY-uitleg-honneurs waar. Ondanks onze nogal beperkte conversatie heeft ie genoeg opgepikt om zich een expert te voelen. Zo nu en dan staat ie op van de campingstoel en klopt op de bumper, de zijkant of waar dan ook. Om half negen verdwijnt hij eindelijk. Met zijn paarden en zijn manke hondje.
Tijd voor soep met brood en een wijntje. Dan onder de wol in de nachtkoelte. (Hoogte 1.350 m)
Vrijdag 10 juli 2015 (214 km) - Terug bij Töö-Ashuu, Kleurige Kloof en Gas-Geluk
Tien uur rijden we naar de doorgaande M41, de weg van Bishkek naar Osh. Schitterende rit tussen steile bergwanden over een comfortabel goede asfaltweg. We klimmen naar de pas (Töö-Ashuu, 3.586 m). Volgens onze informatie zou je in plaats van door de tunnel ook over de berg kunnen rijden. Dat zien we wel zitten. Daar is een pad dat langs de helling omhoog gaat. Koffiepauze in de bocht van een haarspeld.
Het weggetje kronkelt achter de berg om langs een prachtig dal. Beneden liggen twee meertjes, sneeuwplakken, een paar yoerts, schapen en paarden. Idyllisch.
Het pad wordt steeds slechter. Halverwege een helling vind ik het welletjes. En G vreest, dat we lek zullen rijden op de scherpe stenen. Op dit errug smalle pad langs de steile helling is dat geen pretje.
Keren kan met geen mogelijkheid. Rustigjes zakt TOY dus achteruit tot er in een bocht ruimte is. Pffft...
We nemen de tijd om van dit mooie stukje wereld te genieten. Twee Zwitsers zijn verbaasd om hier een NL-auto te treffen. In het ziekenhuisje (bij de tunnel) doen ze onderzoek naar de effecten van medicatie en de rol van hoogte op astma. Een douche is daar niet. Dus zijn ze naar boven gelopen om te badderen in het meertje.
Beneden bij de tunnel staat een Mercedes Sprinter met camperinbouw, lage gearing, 4wd, zandplaten, reservebanden, voorraadkisten, de hele reutemeteut. Gaaf dit "Trailmonster". Jammer alleen, dat de reizigers er niet zijn. We lunchen en wachten een poosje.
G heeft tussendoor nog een interessante encounter met Chinezen. Twee auto's vol komen aan. Eén van hen gooit achteloos een sigarettenpakje op de grond. G er op af. "Hallo! Hallo!", klinkt het dreigend bijna, terwijl hij naar het pakje wijst. De man weet niet hoe snel hij het op moet rapen. G luncht verder. Uiterst tevreden.
De smalle tunnel is er een uit het absolute jaar nul. Er schijnen hier ooit mensen vergiftigd te zijn door de gassen toen er door een ongeluk een file ontstond. Kunnen we ons voorstellen. Heel prettig om aan de andere kant van de tunnel weer licht te zien.
Vriendelijke slingerende afdaling naar een grote zachtgroene vallei. Niet veel later slaan we af in westelijke richting op een wasbord gravelweg. Na de vlakte toeren we door de mooie Köbük Canyon. De hellingen zijn grauw en ruw. In de Kökömeren Gorge zijn er ineens, bijna vanuit het niets, zachtroze, witte, oranje en zandkleurige bergen boven de wilde rivier. Wij samen, warmte, wind, dit beeld... onvergetelijk!
Ergens halverwege dit klooftraject beleven we een bijzonder moment. Langs de weg staat een klein vrachtwagentje met op de laadbak een tank met manometer. Twee keer eerder zagen we 'm al. Nu echter stoppen we. Want, is dat geen tank met gas? Gas, waar we al zo lang naar uit kijken, nu ons tankje bijna leeg is? En jawel! We hebben niet eens onze eigen verloopnippels nodig. Die heeft de gasman. Geroutineerd pakt hij het aan. Tot op de gram nauwkeurig stopt hij drie kilo in ons blauwe Ozzie flessie. Zo, het Thailandgas is op en nu verder met Kirgiz-gas. Gelukkie toch?
Na de kloof trekken we door een glooiende vlakte tot we bij een brede gravelweg komen die naar uranium- en steenkoolmijnen leidt. Nog volop in aanleg. De huisjes van de dorpjes verdwijnen bijna, onder aan de hoge dijk. Gelukkig rijden we voor het grootste deel over de vriendelijke oude opgelapte asfaltweg. In Chayek kopen we verswaar en heerlijk geurend brood in knusse winkeltjes. Kilometer of tien later slaan we af in zuidelijke richting op een gravelweg die ons naar de zuidkant van het Song-Kul (meer) moet brengen.
Om half zeven staat TOY met de neus in de wind op een kleine stenige vlakte tussen rivierbed en zacht afgeronde heuvels. In het zuiden pieken scherpe gekartelde bergen op. Op de weg passeert een enkele kleine vrachtwagen met steenkool.
G doet een paar TOY-klusjes en ik maak eten. De wisselvallige wind gaat liggen en om een uur of half tien wordt het stil in huize TOY. (Hoogte 2.353 m)
Zaterdag 11 juli 2015 (57 km)- De Kara-Keche Kolenmijn en het Song-Kul
De zon is krachtig en heet. Maar zoals steeds waait er ook een frisse wind. Om tien uur vervolgen we de route naar het Song-Kul, een hoog bergmeer. Vanaf onze bivakvlakte rijden we regelrecht een kloof in. Mooi zijn de grillige steenformaties afgewisseld met puinhellingen. Het riviertje zoekt tussen de keien haar weg omlaag waarna ze uitwaaiert in kleine stroompjes over de kleine vlakte.
Dan belanden we tussen bergen van wit, oranje, mokka met gitzwarte stukken. Helblauwe meertjes onder glooiende groene heuvels. Koffiepauze.
Het pad loopt verder over een zwarte open plek met verroeste woonwagens. Een slagboom, een geparkeerde vrachtwagen en verder geen activiteit. De oude kolenmijn! Verderop wordt gemijnd. G sjouwt naar binnen. In een open groeve schraapt een machine de helling uit elkaar. Mijnwerkers rapen de grootste stukken steenkool er uit. Met de blote handen en zonder enige bescherming. De machinist is in zijn nopjes met het bezoek. Hij biedt G drie steenklompjes met (goud!-) adertjes te koop aan.
De route trekt verder over de Kara-Keche pas (3.364 m) en een wat hogere pas. Op deze hoogte zijn weer de groene golvende weiden met yoerts en heel veel paarden. Het weggetje slingert er olijk doorheen. Op vijftien kilometer afstand zien we het blauw van het meer schemeren.
Aan de zuidkant van het Song-Kul rijden we een heuvel op. Heerlijk uitzicht op het meer, geen ongedierte en alle ruimte voor ons alleen. Langs de oever zijn verschillende groepjes toeristenyoerts. De mensen brengen er een nacht door na een rit met een 4wd voor de ultieme Kirgiz beleving.
G heeft zo zijn eigen ultieme beleving. Hij fabriekt een installatie met zandplaten om eindelijk weer eens te kunnen hangmatten. Heerlijk luiermiddagje. 's Avonds komt een groepje motorrijders naar boven gestoven om van de zonsondergang te genieten. Wat wij natuurlijk ook doen... (Hoogte 3.177 m)
Zondag 12 juli 2015 (192 km) - Weer een Imposante Rit
Koffie. We wandelen met een groepje Zwitsers mee naar de petroglyfen hoger op de heuvel. De gids van de groep vertelt dat de yoerts in Mongolië inderdaad groter en mooier zijn.
Voor de Mongolen is de yoert hun woning, volgens vaste tradities ingericht met mooie kleurige spullen. Ook 's winters huizen ze in de yoert in de dorpen in de lage dalen. Als de zomer daar is, worden huis en haard opgepakt en trekt men naar de zomerweiden.
In Kirgizstan gebruiken de mensen een tijdelijke kleine yoert. Hierin wonen ze uitsluitend de drie zomermaanden op de jailoo. In de stad of dorp hebben ze een huis met alle hedendaagse luxe. In tegenstelling tot vroeger, wordt nu van alles (eten, kolen, enz.) voor drie maanden "kamperen" meegenomen. Het bevestigt het beeld, dat we zo langzamerhand hadden gekregen. Bij de meeste yoerts staat ook een heel behoorlijke luxe auto. Dat is ook het geval bij de groepjes yoerts waar de "georganiseerde toeristen overnachten". Zelfs ontdekken we een heusch yoerthotel...
Tegen half elf weg. Langs het meer en een slingerweggetje door groene heuvels met rotsblokken. Klimmen naar 3.154 meter. Dan "om het hoekje" ligt ineens een helling met haarspelden voor ons. Prachtig uitzicht.
Heerlijke afdaling (4 km afstand, gemiddeld 13%, hemelsbreed 2 km, 530 meter naar beneden). Valleien, groen, boerderijtje hier en daar, hellingen. riviertje. Weer klimmen en uitzicht op de vallei van daarnet. Een spoor de bergen op voor de lunch op bloemenweitje.
Kwart over drie zijn we in Kochkor. In de CBT is dezelfde jonge vrouw als eerder. Ze vertelt over zichzelf. Zo horen we dat op het platteland de jongste zoon met zijn vrouw bij de ouders moeten inwonen. Geen pretje. Haar huwelijk is mede daardoor misgelopen.
De voorraad brood en groenten en fruit brengen we op peil voor ons rondje over de Karakolpas.
Dorp uit, vallei in. Een tijdlang is er vreselijk wasbord. Na het laatste dorpje wordt de weg een spoor. Smaller en hobbelig, maar alles is beter dan dat verschrikkelijke wasbord. Bivak naast de Karakolrivier. Hier is dat een paar meter brede stroom. Mooie vallei, paar boerderijtjes.
Lekkere verse soep en salades met brood. Wijntje tuurlijk ook. De wind gaat liggen en TOY maakt een hupje van een halve meter. Buiten genieten we tot het te koud wordt. Dan knus en warm binnen om verder in de greep te raken van Homeland... Weer een heerlijke dag met een top-toprit. (Hoogte 2.494 m)
Maandag 13 juli 2015 (155 km) - Karakolpas: Sneeuwbarrière en Sluiproute
Heerlijke rit door valleien met de witbestipte jailoo's. De Karakolrivier wordt meer en meer een onstuimige stroom. Hoger en hoger kruipt het pad dat allengs smaller en steniger wordt. De pas is in aantocht. Dan duikt aan de overkant van een dal een steile donkere helling op. Altijd imposant om dat streepje te zien dat het pad moet zijn. Halverwege loopt een kudde schapen.
We rijden ze achterop en wachten tot er gepasseerd kan worden. Tja en dan... Na een passage half op sneeuw en half op de weg wordt de doorgang belemmerd door een sneeuwmuur. Dwars over het pad gaat het van de ene helling naar de andere. Anderhalve meter hoog, schatten we. Daar kunnen we niet tegenop of doorheen. Het zal toch weer niet... Máárrrr, hadden we in onze ooghoeken niet een spoortje de berg op zien gaan? Check! Taaraaa... We kunnen. Het is een slecht steil zigzagspoortje dat simpelweg de berg-zelf over kruipt (3.500 m). Zo! Zonder middensper en lage gearing zou deze hindernis niet te nemen zijn. Wat een passage!
Eenmaal de berg over bekijken we de sneeuwbarrière van de andere kant. Yes, deze keer is het gelukt.
Geweldig rijden we het nog altijd smalle en stenige paadje. Rondom zijn bergen met eeuwige sneeuw en gletsjers. Adembenemend. Op een hoog punt langs een bergwand nemen we de tijd om van dit spetterende uitzicht te genieten. Het is goed lunchen tussen bloeiende veldbloemen. Zon, blauwe lucht, gletsjers, de bergen... Zucht!
De tocht trekt verder door valleien. En jawel, daar doemt ineens de schapenkudde van vóór de pas op. Die hebben een eigen doorsteekje gemaakt. Hier komen niet veel mensen. De stromen en stroompjes knabbelen het pad weg. Mooi, krijgen de banden weer een opfrissertje bij de waterdoorsteekjes.
Aan de andere kant van de stroom staan een tiental tenten rondom een yoert en een grote groepstent. We gaan op onderzoek. Een Kirgiz echtpaar met zoon is bezig aan de opbouw. Het blijkt een kamp van Biosphere Expeditions. Een groep internationale onderzoekers (naar de ibix) is onderweg. We zullen vast en zeker de drie Prado's nog tegen komen. En dat klopt.
Voordat we deze vallei uit zijn, willen we bivak maken. Maar waar we het ook proberen, overal worden we besprongen door wolken klierige kleine vliegjes. En daar hebben we helemaal geen zin in. Dus besluiten we door te stomen naar de Töö-pas, waar we eerder waren.
Voorbij de tunnel op die schitterende plek tegen de steile wand is alles zoals het moet zijn. Borreltje en genieten van het uitzicht in de ondergaande zon. De schapen blaten zeurend en het verbaast ons hoe de herder daar beneden met één fluittoon zonder hond, zijn schapen naar de yoert dirigeert.
Na het eten en de afkoeling kijken we binnen weer twee Homeland-afleveringen. (Hoogte 3.276 m)
Dinsdag 14 juli 2015 (150 km) - Van Toppie naar City
Vlotjes door de kilometerslange Kara-Balta-kloof (M41) en via de M39 terug naar Bishkek. Hartelijke ontvangst in het City Hotel. Douche, wasjes. Ambassade. Om vijf uur hebben we de Turkmeense visa! Daar waren wel een paar vriendelijke telefoontjes van de receptioniste en enig (uh... stevig) aandringen van G voor nodig. Want dinsdag was ineens donderdag geworden... Pijn in rug sinds gisteren. Jakkie! (Hoogte 824 m)
Woensdag 15 juli 2015 (6 km) - Gewoon...
Tien uur is G met TOY naar een toevallig ontdekte Toyotagarage. De olie van de tussenbak wordt ververst, het luchtfilter schoongeblazen en de rest gecheckt. De verdere dag gaat op aan schrijven, uitzoeken foto's en video's, internetresearch, boodschappenlijstjes, komende route...
Donderdag 16 juli 2015 (179 km) - Afscheid van City en Bishkek
Inkopen in de supermarkt, laatste dingetjes op de kamer, uitgebreide lunch en dan afscheid van de vertrouwde mensen in het City Hotel.
De rit de stad uit gaat sneller dan de vorige keer. Genieten is het voor de derde keer van de prachtige route naar de Töö-pas. De tunnel! Verbaasd zijn we, want deze keer is er verlichting. En dat rijdt een heel stuk prettiger. Na de afdaling en voorbij de eerdere afslag rijden we een "nieuwe route".
Groene heuvels met vee en langs de weg veel yoerts. De meeste bedienen de reiziger met voedsel, kümüz (gefermenteerde merriemelk) of de sterk ruikende keiharde ronde yoghurtkaasjes. Getankt.
Tussen een paar yoerts door volgen we een karrenspoor de heuvels in. Mooie plek met uitzicht op het groen en een getande bergketen met flarden sneeuw. Paarden komen ons een beetje bekijken. We eten eenvoudig en als het teveel is afgekoeld om buiten te zijn, kijken we Homeland in de TOY-home-bios.
Op de doorgaande M41 (Bishkek-Osh) blijft verkeer gaan. Het stoort ons niet. (Hoogte 2.394 m)
Vrijdag 17 juli 2015 (367 km) - Van een Verborgen Pareltje in Sari-Chelek NR
Vanmorgen zijn het een stelletje kalveren die ons een goeie dag komen wensen. Pas om half elf vertrekken we voor een heerlijke comfortabele rit. De weg is goed en het landschap afwisselend. Rijden we eerst nog door de groene heuvels, daarna klimmen we naar een pas, trekken door kloven en langs mooi gekleurde hellingen. Bijengebied is het inmiddels. Geen enkel stuk vee is er meer te zien, maar bijenkasten des te meer. Natuurlijk is het aanbod van honing overweldigend.
Langs de stroom zijn volop restaurantjes. Met vis. Pech, dat we hier op het verkeerde tijdstip zijn. We rijden langs Toktogul en ronden het gelijknamige stuwmeer. Vanaf het zuiden zijn er bij vlagen indrukwekkende uitzichten op het intens blauwe meer en de zandkleurige bergen.
Voor de lunch stoppen we bij een simpel restaurantje. Er is schaduw en dat is maar goed ook bij 42 hete graden in de onbarmhartige zon. G zijn vissie is smaak- én graatvol! Mijn Shorpa eenvoudig. Erg eenvoudig. Bouillon met een paar stukjes aardappel en vlees. Maar de sfeer daar onder dat gastvrije afdak maakt alles goed. Gelukkig kunnen we later vers brood kopen om de maaltijd enigszins aan te vullen.
Bij Tash-Kömür slaan we af op een klein weggetje in noordwestelijke richting. Het brengt ons heel veel hobbelige kilometers later bij het Sari-Chelek NR. Het centrum ervan is een meertje, dat als een "pareltje" wordt aangeduid. Tegen de tijd dat we er zijn, is het bijna zeven uur. Van het pareltje is niet veel te zien, Het ligt verscholen in het groen. En erger, er is geen fatsoenlijke plek voor de nacht. We rijden terug en ontdekken bij een kleiner meertje een paadje omlaag. Gerard sjouwt de stenen, die het pad afsluiten, aan de kant.
En daar is onze gedroomde bivakplek. Stroompje helder water, een meertje voor de deur, prima temperatuur. Borreltje en een heerlijke bivakmaaltijd. Tot tien uur zitten we buiten en zo krijgen we dan nog een hele mooie nacht! (Hoogte 1.859 m)
Zaterdag 18 juli 2015 (226 km) - NL-Pech en Stoffige Drukte in Arslan-Bob
Mannen komen ons paadje af en rommelen rond de TOY. Wat later rijdt een auto naar beneden, door het water en parkeert naast ons. De mannen vertrekken naar de overkant met maaigerei. Wij nemen de tijd voor we de kleine dertig hobbel- en vijftig zigzagkilometers terug aanvangen.
Langs de route in het natuurreservaat zijn verschillende dagrecreatieplekken. Tot en met een zwembad. Maar ook wordt er gehooid. De kleine hoopjes zien we later terug op volgepakte vrachtwagentjes.
Een niet voor te stellen hoeveelheid volgepakte auto's stoffen naar boven. Het verbaast ons. Pas later begrijpen we dat gisteren het Suikerfeest gevierd werd. Dit weekend trekt de lokale bevolking er massaal op uit.
De route gaat door dalen met zandkleurige bergen. Hier en daar bijzondere rotsformaties als gehouwen beelden. Het geheel maakt een hele droge zanderige en woestijnse indruk. De weinige polletjes gras zijn gelig. En weer zien we de akelige littekens van de open mijnbouw op de hellingen.
In de dalen wordt geïrrigeerd en zijn er groene akkers met allerlei gewassen. Groepjes cipressen geven het landschap een Italiaanse sfeertje.
Terug op doorgaande M41 zijn er overal meloenen. Watermeloenen, honingmeloenen, en nog meer meloenen. Ontegenzeggelijk is dit een van de producten die dit landbouwgebied te bieden heeft. Naast maïs, zonnebloemen, aardappelen en meer die we op de akkers zagen.
Een paar kilometer trekt de weg langs de grens met Oezbekistan. Hekken met prikkeldraad maken duidelijk, dat oversteken niet de bedoeling is.
Ik zit met m'n neus in de kaarten als G plotseling afremt en achteruit rijdt. Langs de weg staat een Mercedes bus (307), een camper met NL-nummerbord. Mette en Jasper hebben autopech. Heeft hun oude trouwe bus hen zonder mankeren naar hier gebracht, nu weigert ie iedere paar kilometer simpelweg dienst. G denkt mee en met een ritje wordt de diagnose gesteld. Er komt lucht in de brandstofleiding. In de schaduw bij een tankstation lunchen we gezellig samen.
Op weg. Zij gaan naar Massy voor een garage. In een land dat vergeven is van Mercedes bussen, vooral Sprinters vind je vast en zeker genoeg expertise en onderdelen.
Afslag naar Arslanbob. Daar is het grootste walnotenbomenbos van de wereld. En dat willen we zien natuurlijk. Twee uur later wringen we ons door een stoffige gigadrukte naar de lokale CBT. Overal waar gehobbeld kan worden, hobbelen alle soorten auto's. Vol met mensen. Keien, stof, drukte, het lijkt niemand te deren.
Bij de CBT krijgen we een suggestie voor een rustige overnachtingsplek en vertelt de vriendelijke Hayat dat al het eten van de dorpsrestaurantjes gisteren is opgegaan. Het einde van de Ramadan werd gevierd (Suikerfeest) door hordes Oezbeken. (Toel.: In dit deel van Kirgistan wonen veel Oezbeken.)
Onze poging om iets van het dorpje te zien, geven we op wegens onzichtbaarheid door mensen en stof. Om half zes installeren we ons naast de stroom met een bijna-camping gevoel. Muurtje, in de schaduw van prachtige walnootbomen en met menselijke beweging rondom. Wandelende gezinnen, een boerin met de koe aan een touw, Russische 4wd's die langs stuiven op weg naar de waterval.
Heerlijk zo. Een windje zorgt voor verkoeling. Bijzonder is het, dat we tot laat buiten kunnen zitten zonder overlast van insecten met een aangename temperatuur. (Hoogte 1.526 m)
Zondag 19 juli 2015 (186 km) - Burenbabbels, Klauteren en Osh
Rustige opstart met redelijke temperatuur. Een man komt langs en vanaf het muurtje vraagt hij of hij er even bij kan komen zitten. Een erudiete en vriendelijke man. Ibragim was leraar Duits en Engels. Nu gidst hij Duits- en Engelstalige groepen en samen met zijn vrouw runt hij een Guesthouse.
Hij biedt ons inkijkjes in de verhoudingen en de geschiedenis van Centraal Azië en van dit specifieke gebied, waar veel Oezbeken wonen
Voordat het Russische Keizerrijk haar expansie naar het huidige Centraal Azië ondernam, heette dit gebied Turkestan (land van Turkse volkeren). "Russisch" Turkestan strekte zich uit van de Kaspische zee tot in China (Chinees Turkestan). In de Sovjet tijd (begin vorige eeuw) verstevigde Moskou haar greep. Er werd een spoorlijn aangelegd (van de Caucasus via Centraal Azië naar Moskou). Steeds meer Russen vestigde zich er. Ook werd Turkestan verdeeld in "Oblasten" (zoiets als Sovjet-provincies), wat nu Kazakhstan, Kirgistan, Oezbekistan en Turkmenistan is. Een politiek die werd ingegeven door de angst dat een groot land te veel macht, en dus verzet, zou kunnen genereren.
Ibragim vertelt dat het een bewuste Sovjet politiek was om in die landen, oblasten, enclaves van andere etnische groepen te creëren. Een verdeel- en heerspolitiek, die tot in de huidige tijd gevolgen heeft. Zo waren er in de streek waar we nu zijn, in 2010 ernstige botsingen tussen Kirgiezen en Oezbeken. Met veel doden en materiële schade als gevolg.
Op naar de waterval. Een stoffig smal keiënpad brengt ons daar. Aan de stenen muurtjes en de afrastering van houten staken is te zien dat dit een heel oude route is. Gelukkig zijn we vroeg genoeg om geen tegenliggers tegen te komen. Want passeren is op sommige punten gewoonweg niet mogelijk.
Een Russisch jeepie staat aan het eindpunt. Oud, wat zeg ik, stokoud is ie. Het wagentje dateert uit 1944! En iedere dag hobbelt het van het dorp naar hier met op de bankies complete families. Hoe stoer!
Vanwege m'n rug, besluit ik niet te gaan wandelen. En maar goed ook. Want als G terug is, blijkt er van wandelen nauwelijks sprake. Het is klauteren geblazen op losse puinhellingen en over rotsen en door een smalle spleet. Tot ver boven de grote waterval ie ie gekomen. Knap!
Als we net de lunchsoep op hebben, komt een jong backpak-stel aangewandeld. Belgen uit Antwerpen. Vijf weken trekken ze door Kirgistan. We kletsen en verorberen samen onze grote honingmeloen.
Voor de route naar het beroemde walnotenbos gaan we op goed geluk. Prachtig stille sfeer. Onder de groene bomen is een fris grastapijt. Slecht een paar vruchten ontdekken we. We keren op onze eigen sporen terug naar het dorp.
Naar de doorgaande M41. Door vlak land met landbouw en over een paar passen gaat het met een boog om een Oezbeekse uitstulping naar Osh. Om zeven uur zijn we bij het Sun Rise Hotel. Eenvoudig, maar okee. We treffen een groepje van zes Nederlanders die met Koning Aap een rondreis maken door Tadjikistan. De douche is voortreffelijk, het eten wat minder. Zeker gezien de wachttijd van ruim een uur... En wat heerlijk is het om weer foto´s en andere updates van het thuisfront binnen te halen! (Hoogte 986 m)
Maandag 20 en dinsdag 21 juli 2015 - Hotelklusdagen
Het bekende werk: wasjes, internetcontacten, inlezen... Kuieren, Kirgiz lunchen. TOY aan de stroom, watertanks gevuld en tussendoor werken aan de volgende update.
Woensdag 22 juli 2015 (190 km) - Laatste Kirgiz Bivak met Tante-Annie-van-de-Boot
Laatste mailtjes gaan de digideur uit, inpakken, boodschappen, Hotellunch, Tadjik geld wisselen, diesel tanken, stad uit. Van de vlakte kruipen we op naar hoge valleien, door kloven en over passen gaat het... En dat allemaal op de M41 die vanaf Osh de "Pamir Highway" mag heten.
De yoerts bespikkelen weer de glooiende hoge dalen. Zelfs een paar yoert-dorpen zien we. Er zijn verschillende fietsers op de route, die het bergop zichtbaar zwaar hebben. Dit zijn de Pamirs. Door de laaghangende bewolking en mistige luchten heen ontwaren we soms de hoge sneeuwbedekte pieken.
Na de Taldyk Pas (3.615 m hoog) ligt Sary-Tash voor ons. Keuzemomentje...
Toch maar niet naar de Lenin Piek (rechtsaf), een hoge berg op de grens van Kirgistan en Tadjikistan. We moeten er nu 100 kilometer voor rijden en morgenochtend ook weer terug.
Dus gaan we linksaf richting grens en de Pamirs voor een bivak in de vlakte. Het is half zes. En zaterdag willen we in Ishkashem (Wakhan Valley/Tadjikistan) zijn. Iedere week wordt daar de beroemde markt op Afghaanse bodem gehouden. Daar kun je als toerist naar toe door je paspoort af te geven aan de douane.
Daar staat me warempel een campertje (Fiat Ducato) met Frans nummerbord naast de weg. We maken kennis met Lucile en Michel. Gezellig op de Franse koffie binnenscampers. Veel (reis-) verhalen. Lucile is het jonge evenbeeld van G's Tante-Annie-van-de-Boot. Hilariteit.
Het is half acht als we ons terugtrekken in TOY. Soep met brood. Nog even getutteld en dan lekker slapen. Onze laatste Kirgiz nacht... (Hoogte 1.720 m)
Donderdag 23 juli 2015 (33 km) - Dag prachtig Kirgistan
Rondleidingen, adviezen en afscheid. Over de versleten asfaltweg naar de grenspost. Om tien uur gaat de eerste slagboom open. Vlotte en vriendelijke afhandeling. Deze keer kost het geen cent. De sleep vrachtwagens die we vanaf het bivak zagen passeren staat hier voor verdere afhandeling.
Een half uur later rijden we naar de grens, een kleine twintig kilometer verderop. Van de vlakte zijn we in de bergen, de hoge Pamirs. Jammer, dat een dicht wolkendek en mistige heiigheid alle kleur aan het landschap ontneemt. Vaag zien we de pieken met eeuwige sneeuw.
Bij de grens (dat zien we op Mien) doen we de grensboekhouding en rijden Tadjikistan binnen.
(Hoogte 4.289 m, "de hoogste grensovergang van de wereld"...)
Dit reisverslag kun je hier downloaden als PDF-bestand.
Nawoord Kirgistan (1 en 2)
De overgang van China naar Kirgistan kon nauwelijks groter! Het gevoel van vrijheid, de vriendelijke behulpzame douanemensen en het landschap. Al direct maakten we een indrukwekkende tocht die vastliep op de Tosorpas. En er volgden meer hoge passen. Onverharde en soms knap uitdagende paden, ongerepte natuur, diepe kloven, veelkleurige bergen... Meestal zonder stroompalen of andere moderne menselijke sporen. Zo schoot de Karakolpas met stip onze top-toptien binnen.
Kirgistan werd voor ons een schilderij van frisgroene glooiende weiden en heuvels, helblauwe meren en luchten met het wit van wolken, yoerts, schuimende beken en sneeuw.
Dat we in Kirgistan waren in het begin van de zomer was toevallig maar bleek heerlijk. Blauwwit smeltwater, kuddes die op weg waren naar de geurende Alpine zomerweiden en overal veelkleurige veldbloemen.
Het beroemde wild van Kirgistan zagen we niet. Maar we genoten zeer van de grappige bergmarmotten, de kuddes en vooral van de vele vele schitterende paarden. En een paar keer zagen we een arend in actie.
In de wereld van de mensen vielen naast de oude Audi's de Mercedes Sprinters op. En gossie, wat een aardige mensen heeft dit land. Zowel in de bergen als in de steden ontmoetten we de legendarische Kirgiz gastvrijheid en hun vrolijkheid. Altijd bereid om hoe-dan-ook te communiceren.
Jaja, het "Zwitserland van Centraal Azië" heeft ons hart gestolen. Geweldig, dat we er veel tijd (visumvrij) konden rond zwerven.