home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongolië
  • australië

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Indochina 2014
::
cambodia
  • algemeen
  • prologue
  • malaysia
  • thailand
  • laos
  • cambodia
  • epilogue
::
reisverslag
Indochina 2014 :: cambodia :: reisverslag

 

 

Route (1.390 km, 14 dgn): Lao border - Dom Kralor - Stung Treng - Ban Lung - Sen Monorom - Memot - Phonea Kraek - Prek Tamak Bridge (Mekong) - Phnom Penh - Baray - Kampong Thom - Siem Reap - Sisophon - Poipet - Thai border

 

Dinsdag 23 december 2014 (vervolg, 197 km) - Op de Grens van Laos en Cambodja

 

De Cambodjaanse grenspost is een stuk eenvoudiger, om niet te zeggen primitiever. Eerst melden we ons bij een erg aardige "Quarantine-"beambte. Onder een partytent nodigt hij de reiziger uit om erbij te gaan zitten. Dan legt hij in alle rust de procedure uit.
De wielen van TOY wordt gedesinfecteerd en als wij het vragenlijstje over onze gezondheid naar waarheid (even niet hoesten!) hebben ingevuld, mogen we door naar de volgende ronde.
Invoer TOY. G moet te voet naar een verderop gelegen gebouw. Het carnet! Het mag weer. Ingevuld, gestempeld, getekend en klaar.
Visa-on-arrival. Tussen een paar beelden door vinden we het houten gebouwtje. Samen met een groep rugzakkers, die zojuist aankwam met de bus. Gaat vlot. 35 Dollar en twee extra voor de moeite kost het. Laatste loketje. Inreisformuliertje invullen, betalen, stempelen, klaar.

 

Berm-koffiepauze. De weg is om te beginnen niet heel goed. Het asfalt is op verschillende plekken omhoog gestuwd of helemaal verdwenen. Heerlijk om Cambodja zo'n beetje off-roaderig te beginnen.
Hier en daar zijn houten huizen op hoge poten, maar de weg is nog niet tot dijk gepromoveerd.

Vlotter dan we dachten, rijden we door de drukke straten van Stung Treng naar het centrum. De eerste bank is jammerlijk ter ziele. Bij de tweede bank kan er wel gepind worden, Met onze buitenlandse kaart geeft de ATM alleen maar US-dollars. Tja! 

We omzeilen de grote en drukke rommelige markt en vinden een restaurant. Prima kaart in het Engels en je kunt betalen met, natuurlijk, dollars.

 

Stadje uit en oostwaarts. De ruim 150 kilometers naar Ban Lung gaan vlot door glooiend land. Beetje bush, beetje landbouw. Naast de oude traditionele paalwoningen zijn er opvallend veel nieuwe en in aanbouw.

Half drie sluiten we een deal met de jolige receptionist van hotel Terres Rouges. Spontaan worden we verliefd op de kamer. Ruim en in warme kleuren. Het hotel heeft een goed restaurant, een zwembad, mooi uitzicht en andere gasten. Ook de kerstversiering ontbreekt niet. Dat gaat hier wel lukken de komende dagen.

 

Woensdag 24 - vrijdag 26 december 2014 - Kerst-M(u)is

 

Dagen die we goed gebruiken met luieren, eten, dineren, zonnebaden, zwemmen, lezen, internetten, werken, wandelen... De contacten met andere gasten komen niet echt van de grond. Tot vrijdag. Dan raken we in gesprek met Bob (Brit) en Angela (Italiaanse). We eten samen (in the Balcony) en raken niet uitgepraat over reizen. Geen wonder, want Bob is reisleider en Angela kan niet wachten tot ze met pensioen gaat.
Op eerste kerstdag is er een speciaal kerstmenu met een enorme Mekongvis. Verder geven we ons over aan de Cambodjaanse dames voor een heuse Khmer-massage. Zo!

 

Maar het hoogtepunt dezer dagen is wel het vangen van DE MUIS, onze Verstekeling. Dagenlang zijn de kleverige vallen leeg gebleven. Tot Muis de verleiding van de heerlijk geurende cruesli niet meer kon weerstaan...

 

 

Zaterdag 27 december 2014 (304 km) - Stoffige Rijdag met Duister en Winderig Bivak

 

De Laos-updatemail gaat eruit, laatste internetdingen, inpakken en weg. Omdat het hier de bezienswaardigheden zijn, bezoeken we ze. De Cha Ung waterval is schraaltjes deze tijd van het jaar. In het stoffige stukje bush brengt ze wel wat frisheid. Genieten is het vooral van de rode stofweg er naar toe. Door een dorpje met de traditionele woningen met de prachtige dikbuikige waterkruiken en hangmatten.
Kratermeer Yeak Loam. Het is druk bij het smaragdkleurige meer dat in een cirkel van tropisch groen ligt. De mensen, op een paar jongetje na, zijn hier niet om te zwemmen. Ze picknicken in groepen. Maar wij zwemmen. Zelfs G geniet van het heerlijke rustige water. Op de weg terug, lunchen we in een restaurantje een goede viscurry en een fenomenale tomatensoep. We bestellen gebakken rijst met groenten om mee te nemen.

 

We laten Ban Lung achter ons. Langs de weg is de bush totaal verdwenen. De heuvels zijn bekleed met jonge aanplant van rubberbomen. Zo ver als we kunnen zien. Precies om half drie slaan we af op de weg naar het zuiden, naar Sen Monorom.
Op de kaart is het gebied leeg. Na de eerste goede asfaltkilometers rijden we pardoes de wegwerkzaamheden in. Het wordt een route met hindernissen. Soms hobbelen we over de oude stofweg met kleine houten bruggetjes, dan weer over net omgeploegde stukken of over de basis van de nieuwe weg. Op min of meer vaste afstanden werken er ploegen. Met primitieve tenten zijn er stoffige kampen ingericht en opslagplaatsen voor materieel en brekerinstallaties.

 

 

Afijn, rijden is dus geen saaie bedoening. De weg wordt een heel eind omhoog gebracht. Op veel plekken zijn de bushbomen gerooid en wordt een meter afgegraven voor de aanleg. Ook hier worden links en rechts van de weg diepe goten gemaakt. Opvallend veel vrouwen hakken stenen in stukken om ze vervolgens te stapelen en te metselen.

Een gevolg is ook, dat we geen enkele bivakmogelijkheid vinden. Het is al lang stikdonker als we op een zo mogelijk nog slechter stuk terecht komen. Geduldig wachten we tot een graafmachine grote rotsblokken aan de kant geschoven heeft. Voorzichtig rijdend bereiken we een beter stuk en dan zijn we snel bij Sen Monorom.

 

Mien had een puntje in voorraad dat "Hill View Point" heet met camerasymbool. Het brengt ons op een heuvel aan de rand van het stadje. Noordelijk is de bush en zuidelijk twinkelen de lichtjes van Sen Monorom. Zo, tijd om bij te komen met gebakken rijst, tomaat- en komkommersalade, wijntje. De temperatuur is flink gedaald. In de harde wind is het zelfs koud.

 

Zondag 28 december 2014 (323 km) - Bergdorpje en snelle Rijdag

 

Een onrustige nacht. De harde wind deed het zeil klapperen en TOY heen en weer wiebelen. Vroeg wakker en dus vroeg op pad. De nood is hoog. In Sen Monorom is gelukkig een hotel. Ik maak gebruik van de w.c. en G wast de bestofte TOY-ramen schoon. Niemand neemt enige notitie van ons.
Vriendelijk plaatsje met een landingsbaan bijna in het centrum. Alles gaat er een rustig relaxt gangetje. Langs de weg zijn de gebruikelijke stalletjes, winkeltjes en guesthouses.

 

 

Door mooi heuvelland toeren we richting (Vietnamese) grens. Op de strook asfalt langs de berm worden kleine, in stukken gesneden cassavewortels gedroogd. Hele families zijn er druk mee. Een jongeman is opgetogen, dat hij Engels met ons kan spreken. Wij ook trouwens. Hij vertelt dat hun cassave naar Vietnam gaat, waar het in de fabriek tot meel wordt verwerkt.

 

Dak Dam Village is een (etnisch) Phnongdorpje. Volgens het Capitool is het een toeristische trekpleister. Een foto van een traditionele hut suggereert dat het hele dorp er zo uit ziet. Lang geleden misschien. Nu zijn het vooral houten woningen. Twee traditionele hutten ontdekken we.
Toch is Dak Dam even een andere wereld. De rode stofweg slingert door de wijd van elkaar staande huisjes. In wat je het centrum zou kunnen noemen staat wat meer bebouwing.
Er wordt cassave geladen op een grote vrachtwagen. Iedere mand wordt gewogen en het gewicht wordt genoteerd. Dan draven mannen met een volle mand op de schouder over een loopplank omhoog naar de laadbak.

 

 

Net buiten het dorpje is een waterval. Het weggetje loopt dood op het beekje dat zich naar beneden stort. Heerlijk stukje bush, een idyllisch plekje met prachtige bomen. Het is er stil en het licht speelt door de bladeren.

 

Terug naar Sen Monorom. We willen stokbrood, maar het worden versgebakken cakejes van een jonge vrouw. Dan de 76 weer op voor gewoon veel asfaltkilometers. De weg is goed, er is niet al te veel verkeer.
Het is cassave-oogsttijd, zoveel is duidelijk. De boertjes tuffen met hun volle landbouwvoertuigen naar de cassave verzamelplaatsen. Vandaar gaat het in grote 5-asser-trucks naar fabrieken. Het asfalt is vol witte vlekken van kapotgereden knollen.

 

 

Vanaf 900 meter hoogte dalen we, de grens met Vietnam volgend, in westelijke richting. We knallen door, onderbroken door een TOY-lunch (ham op zoete broodjes is niet heel lekker...) en koffie in een wegrestaurant. De groene plekken op de OSM-kaart zijn geen N.P.'s, maar blijken enorme rubberplantages.
Bij het Ponhea Kraek district slaan we af op de 8, die de Mekongvlakte doorkruist. De dijkweg is recht en snel. Op deze grote centrale vlakte wordt rijst verbouwd. Nu liggen de rijstvelden er droog en gelig bij. De kokospalmen zorgen voor enig reliëf in de vlakke oneindigheid. In de moessontijd zal het er dramatisch anders zijn, veronderstellen we. Natuurlijk staan ook hier de oude huisjes op hoge poten. Het trapje in het midden leidt recht naar twee klapdeurtjes, zonder bordesje of stoepje.

 

Later in de middag kleurt de dalende zon de hemel in oranjeroze tinten. En oh, wat blijft het opletten geblazen. De brommerende Cambodjaan maakt nog al eens onverwachte manoeuvres.
We zijn geschokt. Op het asfalt ligt een man. Bewegingloos. Mensen staan aan de kant en staren naar hem...

 

Niet lang daarna vinden we een grote terp, waar de poten van een nieuw te bouwen huis staan te verweren. Een kleine honderd meter van de weg af staat TOY prachtig horizontaal. Een paar struiken voor de intimiteit en uitzicht op rijstvelden voor het ruimtegevoel. De temperatuur is van 36 gedaald naar half twintig. Een briesje steekt op en er zijn geen bijtende insecten. Ik kook van de laatste verse resten een vega-spaghetti.
Een echte kampeeravond wordt het. In alle rust, ongestoord door wat dan ook, eten en zitten we buiten, heerlijk. Tot half tien en dan knappen we af.

 

Maandag 29 december 2014 (74 km) - Phnom Penh

 

Fantastische koele nacht met een lekker briesje. Haast hebben we niet, Phnom Penh is niet ver. Twee mannen komen even buurten. Auto's, brommers en bussen stoppen op de enige plek waar dat mogelijk is. Hier dus. Iedereen verspreidt zich over de karig begroeide berm of in de rijstvelden en doet de noodzakelijke behoeften.

 

Tijd om verder te trekken over de dijk van een weg. Ook hier zijn eendenkwekerijen. Een gezinnetje drijft de eenden voort naar "graziger weiden".

 

Het verkeer is divers, nu ook met veel Landcruisers. Nieuw in Cambodja zijn de brommers met aanhangers. Voor personenvervoer is dat een koetsje. Van het soort waar je zo achter een paard kunt voorstellen. De Cambodja-tuktuk, zegmaar. En wat er al niet aan vrachten meegesleept wordt! Wat te denken van een enorm massief houten tweepersoonsledikant? En hoeveel aanhangers vol met matrassen zagen we wel niet!

 

In de vlakte doemen houtgestookte steenfabrieken op. Grote moderne complexen met blauwe kunststofdaken.
Daar is dan eindelijk de lang aangekondigde (1000 m lange) brug, de Prek Tamak Bridge. De breed uitgegroeide Mekong is goed bevaarbaar geworden. Vrachtschepen en vissersbootjes delen gebroederlijk het sterk stromende water. Een klein weggetje brengt ons onder de brug, zodat mijn weg- en waterbouwkundige maatje de bouwtechniek kan bestuderen (G: vrije voorbouw!).

 

Linksaf op de 6A. Even gaat het goed en vlot. Maar dan raken we verzeild in het zoveelste wegenproject. Hier is dat een onoverzichtelijke toestand met heel veel stof. G geniet zich suf in dit chaotische, hobbelende gedoe en passeert vlotjes het voorzichtig rijdende verkeer.
Op de enorme betonnen plaat bij een winkel van wat een tankstation zal moeten worden, drinken we koffie. We doen meteen ook maar een pré-lunch-kliekjes-soep.

Dan zijn we klaar voor Phnom Pen. Na het nodige stof en nóg een Mekongbrug storten we ons in de helse drukte van een stad met achtergebleven infrastructuur. Er wordt aan gewerkt. Ook hier. We doen een traag rondje, bekijken het (veuls te dure) Sofitel, waar we via de wifi een ander hotel boeken. De lunch in restaurant Titanic (Preah Sisowath boulevard) is fantastisch. Dan door naar het Best Western Palace Hotel vlakbij de brug. Aardige mensen, prima kamer en rivieruitzicht.

 

Vanuit ons raam kijken we neer op een krottenwijkje dat ingeklemd ligt tussen hotel en Mekong. Verroeste golfplaten huisjes. Hanen kraaien, honden snuffelen en kinderen spelen zoals kids dat overal doen.
Zwaarbeladen boten zwoegen tegen de stroom in en andere snellen hoog op het water de andere kant op. De traditionele longboats van de riviervissers scharrelen er tussendoor. Voor het avondeten gaan we met de tuktuk ("toektoek") terug naar de Titanic, een paar kilometer verderop.

We zijn laat terug. Maar niet te laat voor een indringende (YouTube-)documentaire over Pol Pot...

 

Opmerking van de dag: "in Cambodia we have only one of you car" (hotelportier die wég is van TOY). Als goede tweede noteren we: "happy good evening" (ober).

 

Dinsdag 30 december 2014 (114 km) - Dood en Verderf door Pol Pot en de Rode Khmer

  

Pol Pot: "To kill a good man is better than keeping an enemy alive.”

 

Op 17 april 1975 marcheert Pol Pot met zijn Rode Khmers (de militaire tak van de Maoïstische Communistische Partij) Phnom Penh binnen en werpt het regime van Generaal Lon Nol omver. De bevolking haalt hem binnen als een bevrijder. De man, die een eind maakt aan vijf jaar burgeroorlog en bombardementen van de Amerikanen (Vietnamoorlog). Cambodja is totaal ontwricht.
Naar het voorbeeld van Mao in China wil Pol Pot het land omvormen in een Agrarische Heilstaat zonder steden. Het land heet voortaan Democratisch Kampuchea. Acht miljoen inwoners zijn er, waarvan er twee (inclusief de vluchtelingen uit het grensgebied met Vietnam) in Phnom Penh wonen.

De vreugde van de inwoners duurt niet lang. De inwoners worden gesommeerd de stad te verlaten. Verstopte militairen van Lon Nol en omdat de Amerikanen de stad gaan bombarderen, wordt de bevolking wijs gemaakt. Naar het platteland moet men. Binnen een paar dagen is Phnom Penh een spookstad geworden.

Het gruwelijke schrikbewind dat bijna vier jaar zal duren, is begonnen. Gezinnen houden op te bestaan, geld en eigendom worden afgeschaft, net als scholen, ziekenhuizen, religie... De mensen uit de stad, "nieuwe mensen", zijn verdacht. Iedereen op hogere posten, iedere intellectueel, iedereen die kan lezen en schrijven is een vijand van Democratisch Kampuchea. In die eerste dagen in Phnom Penh worden al direct duizenden mensen gedood. Draag je een bril, heb je een witte vlek op je arm van een horloge, weet je hoe een autoportier open gaat? Allemaal tekenen dat je een stadsmens bent en dus reden voor de dood.

Op het platteland worden de "nieuwe mensen" tot zware lichamelijke arbeid gedwongen. Lange dagen met een minimum aan voedsel en volledig gebrek aan medische zorg. Na zulke dagen wordt men in de avond gedwongen tot hersenspoelbijeenkomsten.

In 1979 vallen de Vietnamezen het land binnen en maken een eind aan het regime van Pol Pot. Hij vlucht met zijn Rode Khmers en een grote schare aanhangers naar de jungle in het grensgebied bij Thailand. Hij is nooit veroordeeld. Men schat, dat twee- tot drie (van de acht!) miljoen mensen zijn gestorven aan ziekte, ondervoeding, uitputting, martelingen en executies.

 

Schokkend is het om het verhaal over Pol Pot, zoals we dat op afstand kenden, hier in detail te leren kennen. Onverteerbaar is het ook om geconfronteerd te worden met de rol van de internationale politiek destijds. Het lot van miljoenen mensen werd ondergeschikt gemaakt aan allerlei (geo-) politieke en economische belangen. Hoeveel nieuws is er onder de zon?

 

In Phnom Penh staat een van de meest beruchte gevangenissen en martelplekken. S21, zoals de codenaam was, is gevestigd in een voormalige school. Nu is het Genocidemuseum er ondergebracht.
Het is een gebouw van twee verdiepingen in een gewone straat. In de lokalen staan de kale bedden met tuig waarmee de gevangenen werden vast gebonden en gemarteld. Foto's, soms gruwelijke foto's, van mensen die hier gevangen zaten en gemarteld werden. Wetenschappers, journalisten, mensen uit het kader van de rode Khmer, vrouwen, kinderen zelfs. Van de ongeveer 17.000 mensen die hier binnen kwamen, hebben zeven het overleefd.

 

 

Nadat er een bekentenis (van wat dan ook) afgedwongen was, werden de mensen in vrachtwagens geladen en 's nachts naar een boomgaard buiten de stad gebracht. Daar werden ze geëxecuteerd. Kogels waren te duur. Ze werden doodgeslagen met landbouwwerktuigen.

 

We rijden door de drukke stad naar die voormalige boomgaard. Choeung Ek, is een van de vele "killing fields" (velden des doods) in Cambodja. Plekken waar massa's mensen werden omgebracht.
Midden op het terrein staat een Stupa (toren) met overblijfselen uit de massagraven. De schuren en gebouwtjes van indertijd zijn verdwenen.
Met headset wandelt iedere bezoeker over de paden van punt naar punt. Een indrukwekkende audiotour in de eigen taal (ook Nederlands) vertelt van wat zich hier afspeelde. Er zijn veel beschaduwde bankjes waar je diepgaandere teksten of muziek kunt beluisteren. Of gewoon even stil zitten...

Onvoorstelbaar waar mensen toe in staat zijn. Het raakt ons diep. De serene sfeer doet goed. Een gevoel van gezamenlijkheid met andere bezoekers zonder dat een woord gewisseld wordt. Het weten dat iedereen hetzelfde verhaal hoort en dezelfde gevoelens van afschuw heeft.

 

 

Overvol en aangedaan zijn we als we onze weg langs de rand van de stad naar het noorden zoeken. Afleiding te over. Het verkeer is een gekkenhuis en ook hier zijn we blij met onze offroad-fähige TOY. De wegen worden van twee naar vierbaans verbouwd. En dat gebeurt op een totaal onoverzichtelijke manier. Maar de weggebruikers rommelen er doorheen zonder zich op te winden. Arme mensen die aan de weg wonen en werken. Wat een stofbende.

Stad voorbij. Na een paar tolbruggen is het eindelijk gaan met die banaan. Denken we. Want al gauw blijken ook op de 6A en 7 wegwerkploegen bezig te zijn. Het hobbelt dat het een lieve lust is en het schiet niet op. Een bivak kunnen we in deze omstandigheden helemáál vergeten! Dus rijden we door. Onze hoop is gevestigd op de afslag verderop. Goeie gok. Het is een oude smalle weg, die nog ontkomen is aan de greep van de wegwerkfabriek. Hij is vol gaten, soms stoffig, maar er is meestal een strook asfalt. En wat meer is, je kunt er ook overal nog vanaf. 

En daar is dan die ene mooie plek! Een koeienwei bespikkeld met struiken en palmen. De zon is al onder als we TOY in bivakpositie zetten. De temperatuur is gedaald naar 27 graden en geen bijtend beest te bekennen.

 

Dan nemen we de tijd om deze indringende dag te verwerken...

 

Woensdag 31 december 2014 (240 km) - Siem Reap: Goed voor Oud en Nieuw

 

Kraaiende hanen, blaffende honden, een passerende auto, een radio in de verte... Geluiden die ons in slaap brachten en die ons wekken. Een boertje met z'n koeien blijft op afstand. In de schaduw ontbijten we. Als we aan het natuurtoilet toe zijn, krijgen we prompt bezoek. Gelukkig zorgt de zeer beperkte conversatie ervoor dat het niet al te lang duurt.

We laten de banden toch maar aflopen. Ze staan op asfaltdruk, maar het asfalt ontbreekt vrijwel doorlopend. Zo, da's beter, het hobbelt beduidend minder op de dijkweg door de gele rijststoppelvelden. Stroompjes, kanaaltjes, meertjes. Hier en daar liggen waterbuffels lekker te relaxen in een modderpoel. De huizen zijn nog steeds van de eerder beschreven soort. Op de weg is dezelfde bonte verzameling vervoermiddelen te zien. Tenminste, als het stof even is opgetrokken.

 

Koffiepauze. Goed getimed. We zijn precies bij een van de "bezienswaardigheden" aan de route. Op een bergje van 200 meter ligt Phnom Santuk, een "historisch" heiligdom. De echte pelgrims, en dat zijn wij niet, lopen de de 809 treden naar boven.
Als we op het topje aankomen, springt de parkeerwacht in actie en wijst waar we moeten staan. Komisch, want behalve hij en wij is er niemand. We drinken koffie op een muurtje zittend. De koekjes delen we met de parkeerwacht en een gezinnetje dat ons nieuwsgierig komt bekijken. Ze wonen en werken hier.
We wandelen langs de verwaarloosde en vervallen stupa's en beelden. Alleen de centrale Wat ziet er schitterend uit. Het beloofde uitzicht blijft verborgen achter dicht groen.

Beneden vinden we iets verderop de Santuk Silk Farm van een Amerikaan en zijn vrouw. De zijde, Cambodian golden silk, wordt van begin tot eind met de hand verwerkt. Van verzamelen van de pops uit eigen moerbeibomen, het losmaken en draaien van de draden tot het weven. Achttien meisjes uit het dorp zijn opgeleid om de prachtige zijden sjaals met een gouden gloed te weven.

 

Dan up tempo weer de weg op. Lunchen doen we al rijdend. We willen op tijd in Siem Reap zijn. Het laatste stuk is zowaar een redelijke asfaltweg. Meestal.
Om vier uur zijn we bij het Agoda-gereserveerde Kiri-hotel. Helaas, foutje. De komende nacht zitten ze vol. De uiterst vriendelijke en behulpzame eigenaar heeft elders een kamer geregeld, morgen kunnen we wel terecht. Geen zin in verhuizen dus blijven we twee nachten in het andere hotel. Tenminste... De manager gaat met ons mee naar het alternatief. We zijn al bijna ingecheckt als blijkt dat we er toch maar één nacht kunnen blijven. De mensen van het Kiri zijn allerliefst. Bieden van alles aan om het goed te maken.

 

Maar wij upgraden onszelf naar het Angkor Era Hotel, waar we de weg eerder gevraagd hadden. Groot en indrukwekkend is het. Beetje afdingen en we komen op een redelijke prijs uit. Vanaf het balkon van onze kamer hebben we vol zicht op de nieuwjaars feestelijkheden. De muziekband is tot in de badkamer te horen. En te voelen zelfs. Lekker rommelen, eten op de kamer met TOY-wijn, nu en dan op het balkon een dansje maken.

 

Om twaalf uur wordt er afgeteld en is er vuurwerk! Yeaaaaa! Ons Aziatische Nieuwjaar is begonnen!

 

 

Donderdag 1 januari 2015 (50 km) - Het is me wat in Angkor Wat

 

Oeps, nieuwjaarsdag is ook hier een vrije dag. Tel daarbij op al die hoogseizoentoeristen en je kunt je voorstellen hoe bizar druk het is in het Archeologische Angkorgebied. Aanvankelijk gaat het nog wel als we via de oost en noordroute langs kleinere ruïnes richting Angkor Wat en Thom rijden. Genieten van de gele rijstvelden omzoomd door palmen.
Als we de ruïnes van de Bayon (zie cursieve tekst onderstaand) in willen, is er kaartjescontrole. Nergens een aanduiding gezien. Men is niet ingesteld op de buitenlandse individueel reizende toerist zonder gids/tolk.
In file voor een van de oude poorten naar de kaartjesverkoop. De olifanten en de tuktuk's kiezen hun eigen pad door de berm. En gelijk hebben ze. Bij de kassa's bedenken we, dat we beter morgen terug kunnen komen. Waarschijnlijk is het dan minder druk.

 

 

's Avonds gaan we met de hoteltuktuk naar het centrum bij de oude markt. Centraal is de Pub Street, die zijn naam alle eer aan doet. Gezellig druk is het er. Terrasje, drankje, hapje.

 

Vrijdag 2 januari 2015 (38 km) - Angkor Wat, Ta Prohm en Verhuizen

 

De monumenten van het Khmer Rijk

Tussen de 9e en 15e eeuw is het uitgestrekte Khmer Rijk de belangrijkste en machtigste beschaving in zuidoost Azië. In de 12e eeuw wordt Angkor Thom (Heilige Tempelstad) de hoofdstad en daarmee het centrum van het Rijk. Uit deze periode stammen de fraaie staaltjes van bouwkunst in de Angkor Thom (stad). Zoals de Angkor Wat (tempel), Prasat Bayon (tempel) en de Ta Prohm (klooster). Droogte was vermoedelijk de oorzaak dat de stad later werd verlaten. De Siamese invasie maakte een eind aan het Khmer Rijk.

Angkor Thom was omgeven door een acht meter hoge muur van 12 kilometer met rondom een gracht. Ooit waren er 216 kolossale stenen gezichten op 54 torens.
Precies in het midden van de Thom ligt de Bayon-tempel met een hoogste punt van 43 meter.
De Angkor Wat, het nationale embleem van Cambodja, is gebouwd op een tempelplatform van 330 bij 260 meter met een ommuring van 1500 bij 1300 meter. Heel bijzonder is het, dat het bouwwerk in 30 jaar, binnen één generatie, tot stand kwam. De hoogste toren steekt 65 de lucht in.
En dan is er de Ta Prohm (heilige plaats van de voorouders), ook wel de jungletempel genoemd. Het was een klooster waar 12.600 mensen leefden.


Uitgecheckt en op weg, deze keer via de kaartjes-(met-foto)-verkoop. Dan naar de Angkor Wat, het belangrijkste monument van het grote Historische Archeologische Park. Vanuit de oostkant gaan we het door vijvers omgeven tempelterrein op. Wandelend en klauterend laten we de sfeer van de ruines op ons in werken. De tempel is gebouwd in de Khmer stijl en aan de details en kleurresten kunnen we ons een beetje voorstellen hoe imposant het geweest moet zijn.
Als we aan de hoofdingang aan de westzijde zijn, is de immense stroom toeristen op gang gekomen. Jammer ook, dat we de zon tegen hebben. Wij kunnen onze eigen route kiezen. Via stille galerijen aan de noordkant kuieren we terug. Vroege Khmer-lunch in een van de vele eettentjes.

 

Om half een zijn we bij Ta Prohm. Op de beschaduwde laan speelt een orkestje traditionele muziek .
De musici zijn allemaal het slachtoffer van landmijnen. Door muziek te maken, hoeven ze niet te bedelen en kunnen ze zelf de kost verdienen. Prachtig.

 

 

 

De stromen bustoeristen verlaten de site voor hun geplande lunch. Mooi, er komt ruimte.

Ta Prohm is de ruïne van een kloostercomplex. Bij de restauratie (begin vorige eeuw) zijn de Fransen heel voorzichtig te werk gegaan. De ruïnes zijn dan ook nog steeds in de greep van de jungle. En juist dat maakt het tot een geweldige bezienswaardigheid.
We kijken bij de Tomb Raider boom. Hier kwam Angelina Jolie als Lara Croft uit de tempel tevoorschijn. Nu poseert iedere toerist er. Zoals ook bij de waterval- en de krokodillenboom.
Geweldig om te zien hoe die gigantische wurgvijgen bezit nemen van deze staaltjes van menselijke cultuur.

 

 

Poseerfoto's, daar doen wij nauwelijks aan. Wij willen het liefst mensloze foto's. Hier vergt dat de nodig inventiviteit. Want als er niemand in de pose-positie staat, komt de Aziaat meteen aangesneld. Dus, als we aan de beurt zijn, ga ik in poseerstandje staan. Op G's signaal ren ik weg, dan heeft hij enkele seconden voor een mensloze foto. Hehe...
We dwalen er klauterend rond en genieten! Nog voordat de ladingen bustoeristen met volle maag het terrein belagen, zijn wij weer weg. Na de middag, kun je er amper lopen, vertrouwde een gids ons toe.

In Siem Reap gaan we op hoteljacht. We hebben een voorselectie gemaakt en om vier uur voelen we ons helemaal thuis in het Tara Angkor Hotel. Modern, strak en prettig westers. Wat een verademing na het zware lompe errug Aziatische Angkor Era. Tjonge, en hoe stabiel en goed is de internetverbinding. Goed genoeg zelfs om de oudejaarsconference van Yoep te bekijken en een Pauwtje te doen.

 

Zaterdag 3 en Zondag 4 januari 2015 - Gewoon "Thuis"

 

Dagen van internet, websitewerk, China-reisvoorbereiding, beeldbellen met het thuisfront, tuktuktocht naar de gezelligheid van Pub Street, eten, luieren. Voor de broodnodige lichaamsbeweging nemen we uitsluitend de trap.

 

Maandag 5 januari 2015 (147 km) - Afscheid van Cambodja

 

De laatste uren in Cambodja besteden we aan het zwembad, koffie met gebak en een lunch in dit heerlijke hotel. Jaja, het leven van een overlander is zwaar!
Op naar de grens. De weg snelt door vlak landschap, waar weinig te beleven is.

Poipet, de grensplaats, is rommelig druk. De grensovergang is markant genoeg. Maar niet waar welk loket zich bevindt en in welke volgorde de staat het uitreizen gedaan wil hebben. Beetje vragen, beetje heen en weer lopen en op en neer rijden. En drie kwartier later zijn de paspoorten en het Carnet uitgestempeld.

 

Het is half vier als we door niemandsland langs talloze casino's en tussen voortsnellende mannen met volbeladen handkarren oprijden naar de Thaise grenspost.

 


Nawoord Cambodja
Koninkrijk Cambodja, 15 miljoen inw. (50% jonger dan 15 jr), ruim 4x zo groot als NL.

 

Net als Laos, heeft dit land de ernstige gevolgen ondervonden van de oorlog in Vietnam. Het heeft Pol Pot behoorlijk in de kaart gespeeld en zijn schrikbewind (mede) mogelijk gemaakt. We hebben onszelf niet gespaard en zijn de confrontatie met deze fase in de Cambodjaanse geschiedenis aangegaan. Heftig!

Maar ook hebben we genoten van natuurschoon. Heerlijk waren de dirtroads en de indrukwekkende centrale vlakte. De Mekong kruiste weer ons pad. Vanuit Laos in het noordwesten stroomt ze naar Vietnam in het zuidoosten. Breed en majestueus is ze inmiddels een belangrijke verkeersader geworden.

 

De Angkor is een van die bijzondere plekken in de wereld waar je geweest móet zijn. Met veel plezier hebben we er rondgewandeld en gedoseerd de ruïnes van ooit indrukwekkende bouwwerken tot ons genomen. De Ta Prohm was een fantastisch hoogtepunt.

 

Vriendelijk en terughoudend, zo hebben we de Cambodjaan ervaren. Het was wennen aan de merkwaardige combinatie van brommer-tuktuks en Landcruisers cq Lexussen. Tjonge, de wegwerkzaamheden! Over een paar jaar wordt reizen hier een stuk sneller maar ook minder leuk.
Van Indonesië tot hier zagen we ze. Als een Aziatische rode draad. De obers, de portiers en de veiligheidsmannen, meestal in ietsie te strakke broekies om de dunne beentjes met eronder enorme puntige, soms omhoog krullende, afgetrapte schoenen.

 

 

En we weten nu ook, dat de pyjama hier als handig kledingstuk wordt gezien. Vooral op het platteland dragen meisjes en vrouwen volop bloemige pyjama's, compleet met borstzakje en biesje. Gewoon overdag, op straat, op het werk.

 

Een land, waar de gevolgen van de Pol Pot tijd nog doorwerken in de maatschappij. Een generatie intellectuelen en leiders is verdwenen. De psychische trauma's en de "juist op tijd" overgelopen Khmer kaders die zich in het regeringsapparaat genesteld hebben. Waar echte democratie dus ook nog geen realiteit is. Waar vrij je mening uiten een risico is en waar mensenrechten geschonden worden. Maar ook een land in ontwikkeling, waar nieuwe generaties vooruit willen.