Woensdag, 16 december 2009 – Om te beginnen: Sneeuw in Duitsland
Weg om tien uur. Via een paar fijne familiebezoekjes en Mac Donald’s belanden we om half acht bij Burkhard in Duitsland, die de afspraak totaal vergeten is. ’t Komt goed.
We slapen heerlijk in TOY, terwijl sneeuw de wereld gestaag wit, witter en witst kleurt.
Donderdag, 17 december 2009 – Camperzaken aan de Tsjechische grens
Half acht ontbijt met Bärbel, Josha en Burkhard. Half tien weg. Even heerlijk toeren door winterwonderland en dan snel op de snelweg. Om half drie zijn we bij Bresler in Oost-Duitsland vlak aan de Tsjechische grens. Ook hier is het ijzig koud, maar de ontvangst is warm en informatief (i.v.m. research camperbus). We zien het wel zitten.
Om half vijf, de zon is een kwartier onder, verleggen we onze route naar het zuiden. Het is ruim na achten als we in een errug Bayerisch-Duits (snel-)wegrestaurant aan tafel gaan en vervolgens op de Parking onder de TOY-wol kruipen. Binnen de kortste keren is G. in verwegdromenland en ik hoor zo ongeveer de hele nacht het langsstormende verkeer aan.
Vrijdag, 18 december 2009 – Duitsland uit en wurgend werk in Wörgl
Na ontbijt en aanschaf van nog meer antivries voor de ruitensproeier --het is min 17 graden-- passeren we vlot zowel München als de grens. Geheel volgens afspraak melden we ons om half elf in Wörgl/Oostenrijk. Het per e-mail voorbereide contact is vervolgens een grote desillusie. De receptioniste moet om te beginnen veel moeite doen om hem beneden te krijgen, onze Stefan. Vervolgens weet hij als “technisch specialist” op weinig van onze vragen een antwoord. Bovendien geeft hij er blijk van, dat hij geen zin in ons heeft. Maar werkelijk onvergeeflijk is het, dat hij zelfs geen kop koffie aanbiedt! Kom je helemaal uit Nederland gereden! Nee, Achleitner gaat het niet worden…
Nu we toch in Oostenrijk zijn, besluiten we een kijkje te gaan nemen in Kühtai, 90 km verderop. In februari gaan we er een week heen met kids en kleinkids voor winterse pret. Voorbij Innsbruck de bergweg op naar boven. Prachtig is het er. Witte bergen, zon en hellingen vol kerstbomen, mét sneeuw, maar zónder lichtjes. We klimmen naar 2.000 meter en genieten volop van het schitterende winterlandschap.
In het kleine bergdorp nuttigen we een lunch in een gezellig blokhutrestaurant. Op verdere verkenning ontmoeten we Wolfgang (mit ein Schnäpschen) van de skischool en Manuela, gastvrouw van het Resort. Beiden kijken uit naar de komst van ons en de onzen. Tuurlijk! En wij zien het helemaal zitten.
Op naar Italië. Helaas is de pas via het Oetsdal gesloten. Dus nemen we de snelweg. Een kilometer of wat voor Innsbruck duiken we een dorpje in. In het ***Gasthof Zum Stollhofer, een ouderwets familiebedrijf, vinden we kamer&bed en zicht op de witte bergen.
Na douche en Tiroler diner is het een kwestie van slapen. Ik moet een nacht inhalen en G. doet niet anders.
Zaterdag, 19 december 2009 – Van Oostenrijk via de Brennerpas naar Italië
Ontbijtje met harde bollen en een sloot koffie. En dan tuffen we tussen besneeuwde bergtoppen over de Brennerpas (ja ja, die met-de-vlam-in-de-pijp-pas) Italië binnen. Bij Bolzano verlaten we de snelweg en toeren we in de Dolomieten over kronkelende bergweggetjes naar Lovere. In het Continental Hotel vinden we warmte, een douche en wifi. Onderweg hebben we een paar prachtige skioorden gezien, apfelstrudel gegeten, ijzige koude getrotseerd (minus 15 graden met wind), van schitterende uitzichten genoten, door lieflijke bergdorpjes gescharreld, kerstinkopen gedaan en ons ondergedompeld in een waar vakantiegevoel.
Tijd voor wat werk op het internet. Eten doen we in een oer-Italiaans restaurantje aan de overkant.
Zondag, 20 december 2009 – Vriendendag
Ontbijtje, website updaten, inpakken, wegwezen. Zuidwaarts het dal uit naar Bergamo. Hartelijke ontvangst bij Guiseppe & Gabrielle, lunchen in restaurant, nieuwe Despe-bedrijfsruimte bekijken, de jonge vader feliciteren, kerkbezoek, diner (in restaurant), slapen in hotel…
Maandag, 21 december 2009 – Ouwe trouwe Carthage
Nogmaals, maar nu met fototoestel, langs bij Despe voor foto’s van het imposante nieuwe bedrijfscomplex. Dan richting Middellandse Zee. Sm-essen met de anderen en lunchen met Siva (Sietse&Eva) in Genua/Nervi. Het regent inmiddels gewoon weer water en in de nattigheid ontmoeten we om half vijf Hama (Harry&Margriet) in de haven.
De hectiek van inchecken en het boarden op de Carthage, onze veerboot, duurt uren. Zo nu en dan wordt het wachten opgeluisterd met een enorm claxonconcert. Siva kiezen de verkeerde rij en zijn pas om half negen binnen. Ze kunnen dan wél meteen aan tafel.
Aan boord zijn voornamelijk Noord-Afrikanen en een enkele expeditieganger. Na een rondje langs de verschillende bars, is het goed slapen in de britsen. Eva is al eerder afgehaakt wegens kriebels op maagniveau. De zee is inderdaad onrustig.
Dinsdag, 22 december 2009 – Op en aan de Middellandse Zee
Ontbijten doen we samen met Sietse. Eva is nog niet in orde en Hama zien we niet. Om tien uur staan we in de rij voor de Tunesische inreis-formaliteiten. Buiten schijnt de zon en waait de wind. Vlak voor de lunch zijn we eindelijk klaar met het papierwerk. De verdere middag gaat op aan dutjes, wandelingetjes, staren over zee en nog eens dutten. Vanaf half zeven zien we de lichtjes van Tunesië opdoemen en om zeven uur ligt de Carthage aan de kade.
Als vijfde auto rijden we de buik van het schip uit. Paspoorten worden ingezien, autopapieren gecheckt en we worden doorgewuifd naar een uithoek van het haventerrein. Vijf man rollen de poort weg en als eerste, echt als allereerste auto rijden we Tunesië binnen, een kwartier nadat de ferry is aangelegd. Zo, een absoluut superrecord! Nog een kwartier later zijn ook Hama er. Als het zo door gaat, kunnen we zelfs op een redelijke tijd in Monastir zijn. Maar dat is toch even buiten de Afrikaanse waard gerekend. Siva komen in de gebruikelijke tredmolen terecht. Pas anderhalf uur later kunnen we ze begroeten. In de tussentijd hebben wij de waterkraan weer eens open laten staan. En jawel, de tijd gaat snel als je dweilt, wringt en dingen te drogen hangt.
De nieuwe uitvalsweg brengt ons direct bij het tankstation en door de donkere nacht rijden we naar Monastir. Om elf uur staan we op het strandje. Eindelijk!
De temperatuur zit richting 20 graden en in de zwoele avond worden de eerste net-niet-kampvuur-verhalen verteld onder het genot van borrel, cracker en soepie. Aan de voet van de citadel kruipen we uiteindelijk in de diverse Toyoyabedjes. De golven van de Middellandse Zee begeleiden ons, althans de meesten, in slaap.
Woensdag, 23 december 2009 (298 km) – Toeren en ook nog wat Cultuur
Gerard heeft een broodexpeditie uitgevoerd, wat hem veel blije gezichten oplevert. Via openbaar toiletbezoek, begraafplaats en het mausoleum van Habib Bourguiba rijden we over binnenwegen naar El Jem. Rond de middag zwerven we door het amfitheater uit de Romeinse tijd. We pikken de uitleg van een gids mee voor een groep Nederlanders. Mooi toch? Als tegenprestatie beweegt Sietse zich als een ware gladiator op het strijdtoneel, het middenterrein dus, om de lunchende groep op verzoek te fotograferen.
Via de A1 passeren we Sfax, lunchen we tussen de olijfbomen, rijden we Gabes voorbij om voor het bivak neer te strijken op Zarat-plage onder een palmboom met uitzicht op, nog steeds, de Middellandse Zee. Pal voor ons scharrelen pelikanen hun avondmaal bijeen. Het kan heul veul slechter, nietwaar?
Er wordt geborreld, gekookt en uitstekend gegeten. Agenten komen poolshoogte nemen en laten hun telefoonnummer achter voor als we een probleem zouden hebben.
Donderdag, 24 december 20090 (197 km) – Aan de rand van de Sahara
Vlak voor Medinine slaan we af naar Mamata. Met name het tweede deel van de route is schitterend. Langzaam slingert de wegzich omhoog. Hier en daar passeren we een dorpje met de witgekalkte huizen en het kenmerkende hemelsblauw op deuren en kozijnen. Vanaf de hooggelegen weg vangen we glimpen op van de binnenplaatsjes, waar mensen doende zijn met ezeltjes en hooi.
Langs de weg wandelen vrouwen met hun rood- en blauw geblokte omslagdoeken.
Op het hoogste punt stoppen we voor koffie. We kijken uit over de met graspollen bespikkelde mokkakleurige bergen en de vlakte erachter. Diesel uit het vat in Matmata gaat niet door. Wel een bezoek aan een grotwoning. De gastvrouw draagt traditionele kleding en het huis is helemaal authentiek. Het is al vele generaties in het bezit van de familie. Rondom een binnenplaats liggen de verschillende vertrekken. Uitnodigend voor de gasten staan er een schaal met brood en olijfolie. Het weefgetouw staat klaar en onze gastvrouw laat zien hoe ze met een steen graan maalt. Of maalde, want of alles nog steeds op de traditionele manier toegaat, wordt ons niet duidelijk. Op de witgekalkte muur boven deuren staan in blauwe verf een visje, een hoefijzer en een hand. Zo, gelooft men, wordt ongeluk afgeweerd.
Onderbroken door “Agfamomentjes” rijden we naar Douz in een landschap, dat meer en meer verzandt en van steppe in woestijn verandert.
Als de tanks vol zijn, strijken we neer op de camping in Douz, waar Brahim ons hartelijk verwelkomt. Er staan zowel overlanders als camperaars. We eten in het campingrestaurant en hebben het gezellig.
De nacht kent de vertrouwde Douzgeluiden. Ezels balken, honden blaffen, brommertjes tuffen en vanaf de minaret laat ook de muezzin zich horen. Shoarmamuziek, volgens Sietse.
Vrijdag, 25 december 2009 (56 km) - Kerstavond of de Avond van Kerst
Ontbijt van vers brood --Gerard: plus vijf punten!!!-- en gebakken eieren --Harry: plus vijf punten!!--. Om tien uur verlaten we de camping. Na de laatste inkopen (water, fruit, groenten, yoghurt en eieren) rijden we door de oase naar de piste. En daar is het eerste zand! Door de wind jaagt er een stofsluier over het landschap. Het is meteen helemaal woestijn.
Halverwege treffen we een karavaan dromedarissen. We stoppen voor foto’s, maar onze mannen moeten aan het werk. Een van de dieren, een dikke dame op leeftijd, moet op een pick-up geladen worden. Alle spierkracht is nodig om het tegenstribbelende bultbeest heen en weer wiebelend op de laadbak te krijgen. Eva vindt het heel zielig, dat er zo gesjord wordt. En dan blijkt ze ook nog te worden afgevoerd voor de slacht!
Bij het Café la porte du Désert stoppen we voor het (inmiddels) traditionele colaatje. En dan gaan we rechtdoor naar de eerste duinenreeks. Onderweg raken we elkaar al direct bijna kwijt op de met kamelengras begroeide savanne als we uitwaaieren om hout te sprokkelen. Maar goed, dat we radio aan boord hebben.
En dan liggen ze daar voor ons: de eerste duinen. Het is warm, het zand is zacht en we moeten in de richting van de steile kant. Het wordt ploeteren. Zo kan het gebeuren, dat alle drie de auto’s tegelijk vast staan. Om kwart over vijf zijn we er eindelijk doorheen en kunnen we het kerstbivak gaan opbouwen. We reden niet veel kilometers (40 km piste en 16 km in het zand), maar hadden wel veel lol.
Binnen de kortste keren staat er een kersttafel en vier kerstbomen. Er zijn cadeautjes en uiteraard een borrel met hapjes. En dan duiken er, als wijzen uit het (zuid-)oosten, vier mannen met hun dromedarissen op uit het duister. De Bonne Annee’s gaan over en weer. Vanuit Ksar Ghilane zijn ze onderweg naar Douz na een toeristentrektocht. Dankbaar aanvaarden ze de flessen water. Maar vooral zijn ze blij met de kerstmutsen. Het is prachtig om de knipperende lichtjes in de nacht te zien verdwijnen.
Het gezamenlijke kerstdiner bestaat uit: nasi, balletjes met saus, tomaten- en komkommersalade, de nodige wijn en biertjes. Vanonder de kerstboom komen voor iedereen cadeautjes te voorschijn. En het meest nuttige geschenk is de stressbal voor Sietse!!! Na de eerste woestijndag blijkt dat voor hem een uiterst nuttig ding.
Rond het vuur wordt nog lang nagetafeld en de dag doorgesproken. Lekker opgewarmd begint onder de bijna volle maan een eerste geluidloze nacht in de woestijn. Nou ja zo goed als geluidloos: zo nu en dan zijn er snurkjes te horen. Maar ja, van wie?
Zaterdag, 26 december 2009 (59 km) – Zand, Wind en Warm Water
Om half elf rijden we. Hama gidsen dit keer. Er zijn de nodige vastzittertjes. Margriet en Eva doen rijervaring op. Ze hebben pret en zijn verbaasd hoe goed ze het er van af brengen. Net als de auto’s trouwens.
Lunchen doen we in heftige wind en we moeten onszelf en alles beschermen tegen het zand. Via het Romeinse Fort kunnen we eindelijk het zand van ons afspoelen in het warme bronwater van Ksar Ghilane. Heerlijk is dat.
Het is druk in de oase. Er staat zelfs een bus (dat krijg je met een asfaltweg) en verschillende toeristenauto’s.
Even na vijf uur rijden we de oase weer uit in n.w.-richting. Na een kilometer of zes slaan we af op een pad door de savannen. Met uitzicht op de duinen, die we morgen in gaan, slaan we het bivak op in de open ruimte. De wind is gelukkig gaan liggen. De borrel is weer heel gezellig en voor het eerst komt het kooktoestel van Siva tevoorschijn. Er zijn pastamaaltijden en een gezamenlijke afwas.
In de warme gloed van het kampvuur komt vanavond het gesprek op de jeugd en hoe iedereen opgeroeide. En we leren een belangrijk Belgisch woord: vuilbakkenleeghaalman. Inderdaad belangrijk als scrabble-woord! Maar ook de beleving van de expeditiedag wordt uitgewisseld. Het leidt tot de verzuchting, dat het niet echt over te brengen is op het thuisfront hoe het is om hier in de woestijn te zijn. In totaal legden we 59 km af.
En wat een echte woestijndag was het met een temperatuur tot 32 graden en vooral veel wind. Een stof- en skibrillendag dus. Om half twaalf is het bivak in rust en groeit de maan gestaag door.
Zondag, 27 december 2009 (25 km) – K..-duinen, Topkampvuur en Muis
Hama volgen deze ochtend hun fotografeninstinct. Ze zijn vroeg opgestaan om optimaal van het vroege licht te profiteren voor een fotosessie. Dat betekent, dat we regelmatig het achterwerk van Margriet ergens boven uit zien steken.
Vandaag rijden we om negen uur. Binnen de kortste keren zijn we omringd door zandduinen. En oh, wat zijn ze lastig te nemen door de steile hellinkies en het losse zand. Opschieten doen we dan ook niet. Maar oh, wat is het kicken!
Een pechgevalletje hebben we ook. De radiateur van TOY lekt. Snel en deskundig wordt het gat gedicht. Maar het is raadselachtig, hoe het lek er is gekomen. De wind neemt weer toe, maar niet tot de hevigheid van gisteren. Het maakt alles, rijden, pauzes, scheppen, trekken en duwen, behoorlijk wat zwaarder.
In de luwte achter de auto’s houden we de pauzes. Desondanks verandert Sietse in een oranje zandmannetje. De stemming is geweldig. Na de middag zwoegen we op zelfde manier verder. Na een stel hoge duinen is er de vlakte, waar echter ook grote delen vol liggen met kleine, venijnige en langwerpige duintjes.
Hama gaan gewoon hun rustige gangetje en ook vandaag houden ze hun kostbare camera’s zoveel mogelijk binnen of in plastic. En Siva brengen hun relatie naar nieuwe diepte- en hoogtepunten. Zowel Margiet als Eva knallen door het zand alsof ze nooit anders deden. En beheerst uiteraard!
In de laatste kilometers van de dag is het TOY, die --als pilot-- de juiste gaatjes weet te vinden om zichzelf netjes vast te zetten. En gelukkig is het bergen inmiddels voor iedereen routine geworden. En, we constateren maar weer eens, dat de oerkreet van Margriet een geweldig hulpmiddel is.
Net na zonsondergang vinden we een duinpannetje waar het bivak kan worden opgeslagen met een beetje passen en meten. De gebruikelijke borrel wordt goed getimed. Voor dat soort klussen hebben we Sietse's “mooi!”. Hoezo ongeduldig? En wat een genot is het, dat er steeds afwasploegen actief zijn.
Vandaag beleven we een nieuwe fenomeen, en wel: een kampvuur op een duintop. Het trekt zelfs de aandacht van een muisje. Of is het toch de Panetone (Italiaanse kerstcake)? Hij blijft komen tot ie alle stukjes cake naar zijn holletje heeft gebracht.
Een andere bijzondere gebeurtenis is, dat we champagne drinken op de doop van de auto van Hama. Vanaf nu is het geen gewone auto meer, maar Mammoet. Naast onze TOY en de Stressbak van Siva is er nu dus Mammoet.
De hemel is helder en naast de maan met opbollend buikje is ook de noordpijl weer eens goed te zien. Iedereen heeft zoveel gesloofd, dat de nachtstilte al vroeg over het kamp daalt.
Vandaag zijn we 22 zandkilometers verder in acht uur zwoegen en “het meertje” is nog lang niet in zicht!
Maandag, 28 december 2009 – Tafelbergen, Vlakten en Eva’s Stress
Tijdens het ontbijt neemt de zon al snel in kracht toe. En wat is dat eerlijk is na de koude nacht! Om half tien rijden we. Het begint met flinke hindernissen, zodat naast de zon ook het zandgezelschap warm kan draaien. In een lastig duindalletje is het meteen raak en is iedereen aan het scheppen, duwen, trekken en sjouwen met zandplaten…
Maar we bereiken toch nog redelijk snel het einde van deze duinpassage. Vervolgens belanden we in de “laagte”, een vlakte met de duinmuurtjes, want daar lijken ze nog het meest op. Zeker met de zon erachter, zie je reeksen zwarte lange strepen zand.
Op koers blijven en alle auto’s --zonder schade-- door laten rijden, dat is de uitdaging. Langzaam klimt dan het terrein weer op tot de duinen hoger worden. Het is een geweldige kick, als we met zijn allen door mooie passages slingeren.
Op het “viewpoint”, een hoog punt op een tafelberg, genieten we van het schitterende uitzicht en onze prestaties. En lekker dat de koffie dan is!
Van hier navigeren we naar een paar andere tafelbergen. En zowaar we steken een paar vlaktes over met bandensporen. Zo maken we ook weer eens wat kilometers. Bij de waterput treffen we deze keer geen nomaden aan. Wel veel kamelenpoep en dus ook de nodige vliegen. Goeie plek voor de lunch dus!
Een groot deel van de dag rij ik met Eva mee. Hilarisch is het, als Eva op een knippie vast staat en Hama de Stressbak wil los trekken. De eerste keer vergeet Eva om de automaat uit de P-stand te halen en de tweede keer om de motor te starten. Dat doet stress met je. En een ding weet Eva zeker: dat gebeurt nooit meer!
Ook met navigeren wordt er gewisseld. Team Siva navigeert op een punt in het landschap. De laatste passage naar een hoger punt is super. Als zeilschepen zigzaggen we naar boven. Het is kwart voor vijf en we besluiten tot een vroeg bivak. Kunnen we vanuit onze stoeltjes met borrel de zon onder zien gaan. Deze zanddag heeft ons toch 30 kilometer dichter bij het meertje gebracht.
De timing voor het eten is weer helemaal in orde en het kampvuur is vanavond in handen van Margriet. Of de maan nog een of twee dagen nodig heeft om vol te worden is punt van discussie. We zullen zien. Koud is het wel, want voor het eerst komen de kampvuurdekentjes tevoorschijn. En er is wéér een muisje, dat in ons bivak wat kruimeltjes hoopt te vinden. Na de vuilverbranding wordt het snel stil in ons stukje woestijn.
Dinsdag, 29 december 2009 (39 km) – Nog meer Tafelbergen
Om half tien zijn we weer in beweging en ook vandaag begint het meteen heftig. Maar als de passage eenmaal genomen is, begint het laveren door, over en langs de duinmuurtjes. Bij de koffiepauze wordt er getankt. De Stressbak krijgt TOY-diesel en Mammoet slurpt twee jerrycans leeg. En, stelt Harry vast, zonder die 40 liter op het dak hebben ze 3 % minder kans om om te vallen. Dat is mooi meegenomen toch? Er is nog even discussie over stopmomenten, maar koffie en lunch blijven wat ze zijn.
TOY weet zich nog even spannend-schuin vast te zetten Het maakt Mammoet niet uit, die rukt gewoon aan TOY tot die weer met vier wielen in het zand staat. TOY verliest bij de berging echter wel een rubber-stootblok van de bumper.
Ook vandaag zijn er weer heerlijke passages de nodige fotostops. De rauwe steen- en tafelbergen zijn dan ook heel fotogeniek. Via de Petit Canis, een berg die zo maar neergekwakt lijkt in de zanderige vlakte, komen we weer in een gebied met venijnige duintjes, dat langzaam op loopt naar een geweldige passage met flinke opgangen en prachtige duiken. Nog even en we zijn weer beneden en op een plek onderaan de duinwand slaan we het bivak op. Na 37 mooie woestijnkilometers is het genoeg voor vandaag.
In de ondergaande zon licht het zand oranje-rood op. Een heel bijzonder effect. Het is weer genieten van de borrel, het eten en een kampvuur van “lokaal” hout. Ook dit aspect van de zandexpeditie gaat steeds sneller en soepeler. Margriet voelt zich niet lekker en ze verdwijnt dan ook vroeg onder de wol. Opgewarmd door het grote vuur slapen ook de anderen later lekker in.
En de maan? Die begint haar hoogtepunt te naderen.
Woensdag, 30 december 2009 – Einddoel bereikt: het Meertje
Omdat de zon eerst over de hoge duinwand moet klimmen voor hij ons bivak bereikt, begint de dag later dan normaal. Siva staat het langst in de schaduw en slaapt dan ook lekker uit. Tijdens het ontbijt komt er een zwerm quads en vijf auto’s de duinen uit gekropen. Pffft, denken wij, daar gaat onze maagdelijke zand.
Nama is pilot en inderdaad is er een niet te missen spoor aangelegd. Maar wel zo, dat het toch al zachte zand compleet losgewoeld is. Dus moet er toch gezocht worden naar eigen door- en opgangen. Omdat we iets naar het noorden zijn uitgeweken, betekent dat extra passages. Maar deze uitdaging kan iedereen heel goed aan.
Op zoek naar een begaanbare doorgang komt TOY fantastisch vast te staan in een spleet. Met twee korte rukjes trekt Mammoet TOY netjes los. En net als we er zekerder van worden de lunch aan het meertje te kunnen doen, blijft TOY met zijn buik op een scherpe richel hangen, die overigens daarna beduidend platter is. Met vereende krachten verplaatsen we de nodige kubs zand en met de zandplaten erbij komt TOY eindelijk vrij. Ondertussen heeft Siva de Stressbak op dezelfde richel geparkeerd, maar dan schuin. Komt ook goed. Stressbak en Mammoet zijn daarna al in het dal als TOY, achteruit rijdend ongelukkigerwijs met neus en kont vast komt te staan in een dalletje.
Hier moet toch echt een trekkie aan te pas komen! Harry rijdt Mammoet weer naar boven. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. De oude route is stuk gereden en dus niet haalbaar. Omweg gezocht, dat gaat bijna goed. Het laatste stuk is te zacht. Weer scheppen, schommelen en een snelweg aanleggen van alle zandplaten. En boven is-ie. En dan is het zo gepiept. TOY kan weer verder op eigen kracht. Nee, dit is niet TOY’s dag. Het kost ons alles bij elkaar een klein uur ploeteren.
Het blijft zoeken naar doorgangen en bij een lastige opgang wordt Mammoet met vereende krachten én zandplaten naar boven geholpen. Pas later blijkt de bandenspanning ietsiepietsie te hoog voor dit zand. Na het aflaten van 0,2 bar uit de banden, pakt Mammoet vlot ieder hoogje dat op zijn zandpad komt. De bumpertjes van de Stressbak hebben flink te lijden gehad. Zijn gewicht neemt toe door de groeiende hoeveelheid tape, waarmee alles op zijn plaats wordt gehouden.
Afijn, de lunch halen we niet aan het Lac d’Aouidet (“het meertje”). Het is vier uur als we ons daar installeren met uitzicht op het spiegelgladde water en de groene bosjes. We hebben slechts een schamele 18 kilometer gereden vandaag. Tja, dat krijg je met al die knippies en richels en harde banden! Daarom ook is dit om de drommel geen vakantie, maar een loepzuivere zandexpeditie!
Op het terrein binnen het water staat een groep Italianen. Een Italiaanse mevrouw komt verbandspullen halen voor haar man die zich lelijk heeft verbrand.
De borrel begint vroeg en duurt lang en dat, terwijl de bodem van de (drank-)voorraad aardig in zicht begint te komen. Het eten komt ook weer keurig getimed op tafel en onderwijl wordt de dag doorgekauwd. Het was behoorlijk sloven vandaag. Iedereen is moe en gaat naar bed nog voor al het hout verbrand is.
Dit dal lijkt nog het meest op een lage schaal. De lucht is heiig door het stof en samen met de volle maan geeft dat een heel bijzondere sfeer. De kom van zand gaat over in een koepel van lucht in vage schakeringen van lilatinten. Gerard en ik laten het nog een poosje op ons in werken. Adembenemend.
Donderdag, 31 december 2009 (30 km) – We wisselen het Jaar
Hama gaan weer vroeg op stap met de fotospullen, ik schrijf, Gerard slaapt na, en ik hoor Siva rondscharrelen. “Mooi” klinkt het. Sietse’s manier om de boel op te heuen. Maar we hebben de tijd vandaag. Rijden tot een bivak ergens bij Tembaïn voor de jaarwisseling. Da’s alles.
Maar ook vandaag zijn er genoeg hindernissen te nemen. Geleidelijk worden de duinen lager en de passages makkelijker. Leuke vastzittertjes blijven echter voor komen. Tot onze verbazing ontmoeten we geen enkele andere expeditie. Meestal is het drukker op dit traject. Wel zijn er hier en daar oude sporen te zien, ook die van onszelf (Flakkee/Bob). In ons gezelschap begint de moeheid nu en dan toe te slaan, waardoor er fouten worden gemaakt.
Na 29 kilometer begint het te schemeren en vinden we een mooie bivakplek in een kleine kom. Ik moet even bijkomen van al het lopen door de duinen op zoek naar passages. We zien een prachtige volle maan opkomen boven een duinwand.
We staan in “jaarwisselingopstelling”, in een hoefijzer. Zo hebben we minder last van de wind. Aan de open kant van het hoefijzer wordt de vuurplaats aangelegd. Dat geeft de broodnodige warmte. We eten gezamenlijk: soep, tonijnsalade, hamburgers-met-gebakken-ei, doperwtjes met worteltjes. Alles wordt (letterlijk!) uit de kast getrokken voor een waardige afsluiting van 2009.
Met (over-)volle buikjes brengen we de avond door bij het grote en hete vuur, waarvoor de hele dag hout is verzameld. Vanuit de verte dringen flarden muziek en geknal door. Feest bij Tembaïn, veronderstellen we. Tussen de tweede en derde gang doen de heren een zogenaamd “voorslaapje”. Harry en Sietse liggen als mummies in dekentje en slaapzak op de grond bij het kampvuur en Gerard in zijn stoel. Het kan niet ieders waardering opbrengen.
Tegen twaalven wordt het (Bengaals) vuurwerk in het zand gestoken en gezamenlijk tellen we af naar 12 uur. En als 2010 een feit is, knalt de champage en sputtert het vuurwerk.
De goochelvoorstelling van Sietse gaat helaas niet door, maar de vooruitzichten zijn gunstig. Bij de reünie gaat hij ons alsnog verrassen. Hama en B&G doen de vuur-nazit en pas tegen drie uur valt de nieuwjaarsstilte over het kamp. We zitten 11 km van Tembaïn.
Vrijdag, 1 januari 2010 (119 km) – Terug in Douz (Douz-Douz=380 km)
Om half negen zijn wij ook wakker. Siva is al bezig met de afwas en de zon schijnt heerlijk ons hoge bed binnen. We laten het bivak puntgaaf achter en beginnen aan de eerste passage. Het is nog steeds werken geblazen: doorgang zoeken, te zachte en schuine hellinkjes vermijden. Soms ploegt de auto zwaar door het zand en schiet dan ineens hard door. Dat komt door de afwisseling tussen hard en zacht zand. Zo nu en dan vangen we een glimp op van Tembaïn, de twee tafelbergen die ons voorlopige doel zijn. Er zijn wel weer een aantal heerlijke afdalingen, waaronder een hele hoge. Kicken is dat! Soms zijn er trapsgewijze afdalingen, die ook niet te versmaden zijn.
Rond de middag scharrelen we langs en door “muurduintjes” (sikkelduinen) richting Tembaïn. Ergens in de duinen zien we een stel overlandvrachtwagens en auto´s bij elkaar staan. Misschien vanwege de jaarwisseling. Waren zij het van wie we het vuurwerk en de muziek hoorden?
Op het plateau tussen de twee ruige steenbergen is een groep nomaden bezig hun spullen op dromedarissen te laden. Iemand vertelt ons, dat ze in Douz inkopen hebben gedaan en in twee dagen naar het meertje reizen en dan nog vijf dagen onderweg zullen zijn naar El Borma. De leeftijd van de oude getaande en tandenloze mannen is onbekend. Ze zijn er nog, de echte nomaden, die wel glimpen opvangen van het moderne westerse leven, maar zelf zo in hun eigen woestijnwereld leven. Een jack, t-shirt, sokken en vooral water, worden gretig aanvaard. De “gids” mag een rondje scheuren in Mammoet.
Aan de andere kant van het plateau komen we in een laagte. Het waait er minder hard. We stoppen voor de lunch en pompen lucht in de banden. Het meeste zand hebben we nu wel gehad. Dat is ook zo, maar bij een kleine passage moet de lucht er weer uit. Pas dan kunnen we (tweede en derde auto) het hellinkje op. Het is overigens ook comfortabeler op de stenige piste, waar we later over rijden.
Sinds vele, vele dagen kunnen we doorrijden, kilometer na kilometer. Van de slingerende zandpiste over de uitgestrekte vlakte met kamelengraspollen komen we bij het Nationaal Park op de recent aangelegde (slechte!) asfaltweg. De bewoonde wereld komt nu snel dichterbij.
Bij ons eigen Café la porte du Désert drinken we cola en tankt Siva bij TOY nog de nodige liters om de laatste 40 km naar Douz te halen (totaal vandaag 122 km).
Onderweg zien we de zon als een grote bal, in een uitbundige zee van oranje, boven de vlakte onder gaan.
De camping is boordevol en witgekleurd door een grote groep Italiaanse campers en een kleinere club Duitsers. Daar tussen staan Landrovers, waaraan --hoe kan het anders-- flink gesleuteld wordt. Gelukkig zijn er ook nog een paar Toyota’s…
Het is inmiddels aardig fris, vooral door de wind. Ons gezelschap douchet, borrelt en klept. Iedereen, behalve Sietse! Die is geveld door een migraineaanval. We hadden niet verwacht, dat het afscheid van de woestijn hem zo zou aangrijpen! We halen geroosterde kip in het dorp en samen met de appelmoes eten we heerlijk.
Tegen twaalven is iedereen onder de wol en is de camping tot rust gekomen. Vanuit het dorp klinkt muziek en in de loop van de nacht klinken als vanouds de honden-, hanen- en ezelskoren, afgewisseld met de oproep door de muezzin vanaf de minaretten.
Zaterdag, 2 januari 2010 - Hoezo te oud voor avontuurlijke reizen?
Helaas, Eva treft het weer niet. Haar douche is en blijft koud. Gelukkig schijnt de zon voldoende om haar snel op te warmen. Met vers stokbrood nemen we de tijd voor het ontbijt. Siva gaat naar het tankstation om de auto schoon te blazen en te tanken. Hama gaan shoppen en wij doen ons ding op de camping. Gerard krijgt van een Italiaan een makkelijk track naar het meertje en we bekijken een zelfbouw Toyota 80. De zon schijnt heerlijk en we bereiden ons voor op de kou die in Europa heerst.
Als we na een vergeefse schoonblaaspoging terug komen op de camping, ontbreekt ieder spoor van ons reisgezelschap. Dus ruimen en poetsen we TOY.
Tussendoor maken we kennis met een krasse zeer goed Engels sprekende Fransman van 70 jaar oud. Het schriele mannetje heeft een heerlijke tropenoutfit aan en is met zijn Nissan neergestreken op de camping na het traject Ksar Ghilane-Douz. Hij slaapt in een klein koepeltentje. Maar we zijn totaal onder de indruk, dat hij hier is met zijn 97, inderdaad ZEVEN-EN-NEGENTIG-jaar-, oude moeder. Daar staat ze, een frêle vrouwtje met stok en twinkelende ogen. Het duurt even voor het echt tot ons doordringt en we vergeten prompt een foto te maken van dit fenomenale duo. Opgewekt stelt hij vast, dat zijn moeder mensen positieve verwachtingen schenkt over hun eigen toekomst. Namelijk de hoop, om oud te worden en nog heel veel te kunnen ondernemen. En oh, wat is híj onder de indruk van Mammoet, la Reine du Désert, de Buschtaxi, de Toyota van Hama dus.
Sietse blijkt bij kapper Moktar geweest te zijn. Hama is er nog niet, dus gaat ook Gerard nog maar even op stap voor een scheer- en massagebehandeling. Onderweg loopt hij Hama tegen het lijf en ook Harry kan de Moktarverleiding niet weerstaan. Margriet fotografeert zich suf.
Om half drie zijn we bij het tankstation voor de laatste diesel-in-de-tank-en-lucht-in-de-banden-stop. Via Kebili rijden we door het Chott El Jerid. Het is een bijzonder landschap. Een uitgestrekte vlakte, eerst zandkleurig en later wit met op de achtergrond een bergrug, die wordt weerspiegeld als een fatamorgana in het zoutmeer.
Hama blijft wat achter na een fotosessie van Margriet. Zoals Harry het plastich uitdrukt: “Kijk ik in de zijspiegel, zie ik het kontje van Margriet boven een bosje uitsteken”.
Bij Gafsa beslissen we om rechtsreeks op Tunis te rijden, dus via Kairouan. Na zonsondergang (om half zes) valt de duisternis snel en we beslissen tot een bivak. De kunst is om het juiste zijweggetje te vinden. En dat wordt gevonden. Een paar kilometer van de weg af over de vlakte naar de heuvels, daar is het ideale plekje. Voldoende vlak voor drie auto’s en omringd door heuvels. Geen licht en geen geluid bereikt ons hier. Het wordt weer een gezamenlijke avondmaaltijd. De Unoxblikken leiden tot een goulash-tomaten-groentensoep. Het hoofdgerecht bestaat uit spaghetti en een saus van verzamelde zaken: pastasauzen, Italiaanse gehaktballetjes, gehaktballen in jus, een blik champignons en een zakje geraspte kaas. De drankvoorraad is nog voldoende voor de juiste besproeiing. Zelfs het kampvuur (o.l.v. Sietse”mooi!”A.) van haardblokken draagt bij aan de juiste bivaksfeer. De rijschermutselingen van de middag zijn dan ook snel vergeten. De afwas brengt nieuwe perikelen tussen Eva en Gerard, maar met drie theedoeken wordt ook dit avontuur tot een goed einde gebracht. Zeker na het “toetje” van Gerard is iedereen zeer voldaan. Als ook nog afwas- en koffiewater genoegzaam gescheiden zijn, is het tijd voor de nazit. De planning voor morgen wordt: acht uur weg en zo snel mogelijk naar Tunis. Kunnen de liefhebbers de Medina in en B&G zorgen voor de boardingtickets.
Het is vooral door de draaiende wind behoorlijk fris. Om half tien begint de grote terugtocht naar de Toyotabedjes. Voor mij is dat te vroeg. Het biedt me dus de gelegenheid om de gebeurtenissen van vandaag digitaal vast te leggen.
Zondag, 3 januari 2009 – Op de Boot
In de koude vroege morgen klinkt om half zeven het eerste wekkertje. Steenkoud is het. Hama ontbijt binnen en Siva doet dat bij ons in TOY. Iets na achten zet de karavaan zich in beweging. Terwijl Hama en wij de motoren rustig warm laten worden, is Siva al weg. Pas bij Kairouan zien we ze terug. Het landschap is weids en bebouwd. Langs de weg wordt harissa (gemalen pepers met zout en olijfolie) aangeboden. De takken met de rode pepers trekken overal de aandacht als wuivende communistische vlaggen. Hama koopt harissa, waarmee ze de rest van hun leven vooruit kunnen.
Bij het Shell tankstation (Aire de Grombalia) scheiden onze wegen voor even. Hama gaat de Medina van Tunis in, Siva gaat op weg voor een wandeling in la Goulette en B&G hebben zin in een lekker visje op een zonnig terras. Na het inchecken strijken we neer bij het Lido en zien aldus de Carthage binnenvaren.
Om drie uur zijn we voltallig en rijden we naar de haven. Via een slinkse route weten we ons vrij vooraan in de horde wachtenden te wurmen. Het boarden gaat redelijk vlot. Siva, opgehouden bij de poort, is deze keer als eerste aan boord. Om zes uur begint de ferry aan zijn lange tocht naar het noorden.
We borrelen en eten à la carte. Met de biefstukken wil het niet lukken. Maar na de nodige vijven en zessen komt ook dat in orde. Behalve voor Eva. Zij wurmt lamslapjes van karton naar binnen. De sfeer is prima en we nemen de tijd voor een uitgebreide en persoonlijke terugblik. Het is een goed gesprek. De woestijn heeft grote indruk gemaakt. Ergens in maart komen we bij elkaar om video (B&G) en fotoboek (Hama) uit te wisselen en te bekijken.
Sietse en ik duiken bijtijds de hut in en de rest zwerft van bar naar bar. Jammer voor Sietse, de overige heren dansen met buikdanseressen… Écht waar!
Maandag, 4 januari 2010 - Terug in Europa en weer Sneeuw
Het wordt een rustige dag. Buiten is het grauw en nat met laaghangende bewolking. En een stuk kouder dan we de afgelopen tijd gewend waren. Wat een overgang is dat na al het zonnige woestijnweer.
Om half drie meert de Carthage aan in Genua en als vijfde auto (!!!) rijden we de kade op. Een kwartier later zoeven we over de Italiaanse snelweg. Lekker warm zitten we in de cabine en we verbazen ons er weer over hoe TOY zich fantastisch gedraagt, zowel hier op het asfalt als daarginder in het zand.
We gaan richting Stuttgart. Morgen moeten we daar in de buurt zijn. In Zwitserland krijgen we te maken met wegwerkzaamheden, sneeuw en omleidingen. Als we Zürich eenmaal voorbij zijn, gaat het beter. Het is dan ook laat en donker genoeg voor een avondmaal en een TOY-Parkingovernachting.
Dinsdag, 5 januari 2010 – Snel Weg
Door niets worden we nog opgehouden en bijtijds zijn we bij H.R.Z. (Camperbouw). Helaas, zijn ze gesloten wegens de kerst. Buiten staan een aantal onder sneeuw bedekte Reisemobiele. We bekijken ze van binnen en aan de onderkant. Rond de middag melden we ons bij Markus/Iglhaut. Overgoten met de nodige kopjes koffie vertelt hij alles over het Iglhaut 4x4 systeem en de mogelijkheden. En we maken een proefrit in de omgeving. Als een groot monster scharrelt de opgepimpte Mercedes Sprinter over gladde en besneeuwde rotsen. We zijn onder de indruk. We gaan bekijken wat we hiervan kunnen en willen gebruiken.
Om half vier rijden we er weg. Lunchen doen we langs de snelweg. En omdat het vroeg genoeg is en het zeer voortvarend gaat op de Duitse Bahn besluiten we in een keer door te rijden naar huis.
Tegen tien uur duiken we onder in de stapels post en kranten. We zijn thuis!