Orga: Betty & Gerard, B&G met Toyota LC100, TOY
|
Woensdag, 25 maart 2009 – Een vliegende start naar Chanas
Eindelijk! In volle vaart vertrekken we om 12.15 uur vanuit Utrecht. Nog even terug voor een vergeten bril, onderweg getankt en een broodje gekocht. Ter hoogte van Breda zien we even een streepje zon. Pas ergens in Luxemburg voeren zon en regen een meer gelijke strijd. Tot die tijd hebben we een trage stroom verkeer bij Brussel overleefd, een tukkie gedaan en heeft de i-pod in willekeurige volgorde al aardig wat cd’s laten horen.
Bij Metz staan Cobi & Gerard (zus & zwager) met hun camper aan de Moselle. Via de sms wisselen we onze geografische nabijheid uit. En, uiteraard, is er contact met de andere zandhazen. Ze zijn een uur of twee voor ons uit.
Gelukkig, op de Péage voorbij Nancy voelen wij ons beter, de regen houdt het voor gezien, de zon pikt de laatste uurtjes van de dag nog ff mee en het verkeer is tot rust gekomen. Het is 21.30 uur als we ons in Chanas (aan de A7, afrit 12) bij de rest van de groep nestelen. Ze liggen flink wat borrels en een maaltijd op ons voor. Die maaltijd halen we in, de borrels niet. Het is niet voor middernacht eer de parking van restaurant Courtepaille in diepe rust is.
Donderdag, 26 maart 2009 – Frank en (g)een kentekenbewijs
Vanaf 06.30 uur is er bedrijvigheid op de parking. Jaap vestigt al meteen het image van vroege-vogel.
Na het ontbijt in het naastgelegen Mercure-Hotel worden de “bakkies” (zender-ontvangers) geïnstalleerd en heeft de zon de temperatuur al naar een aangename 15 graden opgedreven. Vlotjes bereikt ons konvooi van vijf Toyota’s Marseille. In een Carrefour worden lunchinkopen gedaan en om half een melden we ons in de haven.
Oeps! Frank’s kenteken blijkt een fotokopie te zijn. Het origineel ligt thuis. Alle scenario’s worden bekeken. Bij het inchecken accepteert men de kopie, zij het dat er een “ bij-ons-in-Nederland-“verhaal moet worden opgehangen. Voor een veiliger vervolg kiest Frank dan ook voor een rigoureuze oplossing. Zijn zoon Mark zal naar Tunis vliegen met het origineel! In de procedures daarna is gelukkig alleen het paspoort nodig.
We zijn allemaal opgelucht: om drie uur is iedereen aan boord, incl. Frank & Hans en hun Toyota HiLux.
In ieder geval halen ze Tunis! En we denken, dat de rest (min of meer) vanzelf zal volgen. Hopen we…
Er is nog wat gedoe met de hutten, maar dan is iedereen geïnstalleerd. De mannen verzamelen zich op het voordek. En, jawel, dicht bij de bar. De eerste stap voor de inreisformaliteiten wordt gezet: dus in de rij bij de politie. We dineren lekker en de douaneformaliteiten stellen we uit tot morgen.
Er blijken slechts zo’n 200 auto’s aan boord (700 max). We verbazen ons erover, dat het boeken van hutten zo’n moeizame aangelegenheid was. Mogelijk heeft men zowel auto- als passagiersdekken helemaal afgesloten. Da’s efficiënt natuurlijk in de buitenseizoense perioden.
Tegen tien uur verdwijnt iedereen moe naar de hutten. Na een rondje bar. Dat wel.
Vrijdag, 27 maart 2009 – Strandbivak
Jaap’s gesnurk heeft de slaap van zijn hutgenoten danig verstoord. Het ene moment vertelt hij een mop en het andere moment klinkt het onbedaarlijke geluid van heftig ontsnappende lucht. De stemming leidt er in geen geval onder.
Na het ontbijt stellen de auto-mannen zich op in de rij voor de douane. De invoer en de permit om op de Tunesische wegen te mogen rijden moeten worden geregeld. Met enig masseerwerk door Gerard wordt de kopie (van Frank’s kenteken) ook hier geaccepteerd. Het groene briefje is binnen!
Het wordt een rustige ochtend aan dek. Lekker uit de wind en in de zon. Gerard is bezig op de laptop en maakt de Garmins navigatieklaar. Om half twaalf lunchen we en mooi op tijd vaart de Carthage de haven van la Goulette binnen. Ik rij mee met Kees. Iedereen zet snel band op Tunesische bodem. Behalve Kees en ik. De inreisstempels krijgen we redelijk vlot, maar op het laatst lopen we vast tussen de auto’s.
Kees is opgelucht als alles voorbij is.
Buiten de havenpoort heeft Mark, de jongste zoon van Frank, zich bij het gezelschap gevoegd. Hij gaat mee naar Monastir. Uiteindelijk vertrekt ons konvooi in slagorde en mét Exploring-Flakkee sticker voor de 500 kilometer, die ons nog scheiden van het zand. Vanaf La Goulette voert een gloednieuwe weg naar de snelweg. De gebruikelijke tankstop, het gemier bij de tolhokkies … het hoort er steeds weer bij. Nestelende ooievaars zorgen voor de juiste dosering Arke-momentjes.
Het is half zeven als we afdalen naar het strandje bij Monastir voor het eerste bivak. Mark krijgt even het woestijngevoel, als hij met de Dehaco-HiLux door het zand langs de zee scheurt.
We laten de vijf auto´s over aan de goeie zorgen van een paar mannen en eten in een restaurant langs de boulevard. De keuze is bepaald door de beschikbaarheid van bier en wijn. Bij een lekker warm kampvuurtje nemen we een afzakkertje. Om middernacht ligt iedereen in zijn (en haar) daktentje.
De rollende golven overstemmen de nachtelijke geluiden van Jaap & Ronald. Gerard geeft over en
een kat jankt.
Zaterdag, 28 maart 2009 – Moddervast
Jaap & Ronald hebben aan hun gesnurk een hele goeie wekker. Al om half al zeven zijn ze op. Na het ontbijt geeft Gerard de eerste theorieles over zandrijden. Mark en de Brownline-HiLux worden in Hotel Vima Velya afgeleverd. De Nederlands sprekende Ali B. ontfermt zich over Mark tot hij op het vliegveld moet zijn. Zo rond de tijd, dat Knabbel & Babbel in Monastir zullen landen, stijgt Mark op in Tunis.
Om 09.45 uur rijden we met de vier resterende auto’s via Kairouan zuidwaarts. De temperatuur loopt lekker op en gelukkig vinden we onder een groep eucalyptusbomen voldoende schaduw voor een aangename koffiepauze. Een paar uur verder is het Pierre, die voorstelt om de enige schaduw in de verre omtrek, onder een spoorbrug over een rivier, voor de lunch te benutten. Goed plan! Alleen bereiken Pierre (ook wel Jeffrey of Jeroen genaamd) en zijn maat Kees die schaduw nooit. Niet voor niets zijn zij ons team Pierrot! Wij zijn afgedaald naar de droge oever van de rivierbedding. Maar wat doet team Pierrot? Zij rijden door tot in de modderige resten van de stroom. Muurvast staan ze. Als dàt geen gele kaart wordt!
De Fritsen schieten te hulp. En jawel, ook zij planten hun Dehaco-HiLux stevig in de vette klei.
Vanuit de schaduw kijkt de rest al lunchend –en geamuseerd- toe hoe het viertal ploetert in de hete zon. Gelukkig passen de mannen wel een belangrijke basisregel toe. Namelijk: iedereen werkt eerst aan één auto. Vervolgens kan deze ingezet worden bij de berging van de andere.
Via het prachtige landschap van Matmata en omgeving belanden we eind van de middag in Douz. Brahim ontvangt ons weer hartelijk. De kersverse vader is blij met de cadeautjes. En, zoals we inmiddels gewend zijn in Afrika, pakt hij het niet uit en komt hij er ook later niet meer op terug.
De dag was heftig genoeg. Zelf koken is er niet meer bij. We eten het driegangen-menu van de camping
en als de dag is doorgepraat, is iedereen om tien uur onder zeil. In een afgezonderd hoekje staat de Brownline-HiLux met daktent te wachten op Knabbel & Babbel. Om half vijf zijn ze er. Alleen team Pierrot heeft weet van hun aankomst!
In de nacht waait het en vallen er flinke regenbuien, die zelfs het gesnurk van Jaap & Ronald overstemmen. En zoals gebruikelijk balken de ezels en blaffen de honden. In de vroege ochtenduren laten de muezzin zich horen.
Zondag, 29 maart 2009 – (90 km) Een goed begin is geen half werk
De dag begint heerlijk. Pierre heeft vers brood gehaald. Hij heeft er half Douz voor afgelopen. De geste maakt veel goed van de gisteren opgelopen gele kaart als gevolg van de modderexpeditie.
Tijdens het ontbijt raken K&B niet uitgepraat over hun, zacht gezegd, gedenkwaardige heenreis.
Over details reppen we hier niet. Dat is beter! “Zeg maar” … voor iedereen, maar zeker met het oog op toekomstige trips!!!
Voor we vertrekken moet Gerard een papier tekenen (voorgelegd door Brahim), dat wij geen Tunesische gids meenemen en zelf de volledige verantwoordelijkheid nemen. Voor wat het waard is! Het maakt wel duidelijk hoe schrikachtig de autoriteiten inmiddels zijn. Wij daarentegen zien het helemaal zitten. Na de water- en fruitaankopen, rijden we via de oase naar de piste.
En daar is ie dan, onze grote zandbak, de Sahara! Na 30 zanderige pistekilometers is de koffie en cola in café “la porte du désert” zeer verdiend. Niemand heeft vast gestaan en K&B raakten we (nog!) niet kwijt. Pierre leent een kussen (op de terugweg teruggeven!), zodat hij hoger zit. Een kleine kamelenkaravaan (op weg naar Ksar Ghilane) maakt het plaatje compleet.
Maar dan is het tijd voor het echte werk. K&B loodsen het konvooi van vijf Toyota’s naar en door het eerste duinengebied. De lunch gebruiken we op een hoog punt, waar niet iedere auto in één keer boven komt!
Het is een heerlijke doorsteek. De touwen en scheppen worden ‘n enkele keer tevoorschijn gehaald. En niet alleen omdat er meer ervaring in de groep is, maar vooral omdat het zand na de regens lekker hard is.
Het gaat zo vlot, dat we ruim op tijd en in opgetogen stemming de oase Ksar Ghilane bereiken.
Als het zand in de warmwaterbron is afgespoeld en de tenten zijn opengedraaid op de camping le Paradis, is het tijd voor de nababbel en borrel. Niet-unaniem wordt besloten het eigen potje te koken. Zonder kampvuur maar met een borrel brengen we de avond door in een berbertent. De dag en de (rij-)prestaties worden geëvalueerd en er zijn gele kaarten!
Op de berber- en daktenten klettert de regen. In de verte bromt een aggregaat en dichterbij is er gesnurk. Ook een duif mengt zich nog in dit nachtelijke oaseconcert...
Maandag, 30 maart 2009 (49 km) – Kicken in het zand
Het kamp ontwaakt om een uur of zeven. Gelukkig wint de zon het al snel van de regenwolken. Vanmorgen navigeren Jaap & Ronald. Eerst is er de doorsteek naar de ruïne van het Romeinse fort. Natuurlijk gaat dat niet rechtstreeks. Er worden allerlei toppies uitgeprobeerd. Met soms als resultaat: een Toyota met zijn buik op de graat.
Op het hoge punt bij het fort kijkt men tevreden terug op de sporen, die men getrokken heeft.
Pierre en Fritsie hebben op de plek waar meerdere auto’s vast stonden een deel van een poelie gevonden. Inspectie maakt duidelijk, dat het van TOY afkomstig is. En, zoals dat gaat, hangen direct negen mannen met hun kop onder de motorkap. Ik kijk tegen evenzoveel achterwerken aan.
Gerepareerd en wel volgen we de pilot naar de piste en vervolgens over een steppe met kamelengras naar een duindoorsteek. Het is geweldig om er te rijden alsof je op een snelweg zit. Nou ja, bijna dan. Want als je door de harde bovenlaag zakt, is er het welbekende zachte zand. Regelmatig is er een stop om een “trekkie” te geven, van het uitzicht te genieten en rij-ervaringen uit te wisselen.
Ook zijn er ontmoetingen met nomaden, die blij zijn met water of de verkoop van een pijlpuntje uit de steentijd. Bij dit alles hebben we een hete zon, gekoeld door wind en zonder dat alles onder zand (want nat!) komt te zitten.
Na de middag navigeren K&B. Zonder enig probleem. Dat was vorig jaar september wel ff anders........
De duinen worden hoger en het is fantastisch om bovenlangs te rijden. Het sturen is kicken, maar wat te denken van de schitterende vergezichten. Onze pilots van deze middag hebben bovendien een fijne neus voor diepe, hele diepe kuilen. Iedereen voelt zich uitgedaagd en scheurt het gat in om er even later weer uit op te duiken. Tenminste meestal. Hier en daar zijn meerdere pogingen nodig.
Naarmate de middag vordert moet er wat vaker getrokken, geduwd en geschept worden. Maar daar zit niemand mee. Het is een belangrijk onderdeel van “spelen in de zandbak”!
Laat in de middag staat Bromi’s 100 zó vast, dat er twee auto’s nodig zijn om hem weer vlot te trekken. We besluiten meteen maar tot een bivak. Er zijn hier dan ook genoeg bomen. “Dood” of niet, dat is de vraag!!! Maar gelukkig hebben we een echte hovenier in het gezelschap: Kees! (van team Pierrot)
Het bier stroomt rijkelijk en ook de dagevaluatie! Gerard krijgt zelfs een rode kaart, omdat hij zichzelf gisteren, toen daar alle reden voor was, geen gele had gegeven. Hij mag dus niet meer voorop rijden.
Er is flink wat discussie over de vraag, of ook de avonden in de beoordeling betrokken mogen worden.
De leiding betoogt echter, dat dit de enige manier is om de MvM’s (Mannen van Marinus) enigszins gedisciplineerd door de woestijn te krijgen. Babbel denkt, dat het teveel spanning zal oproepen. En Pierre wil aardig gevonden worden. Bovendien heeft hij een mes. Niet zomaar een mes! Een supermes namelijk. Een dúúr mes bovendien! Maar … dan heb je ook wat: het is schérp en je kunt het in donker terug vinden.
K&B eten links en rechts met anderen mee en als iedereen onder het dons ligt, houden zij het kampvuur met diesel nog een poosje brandend. Jammer alleen, dat de Fritsen, “zeg maar” een beetje, in de rook staan.
En als ook K&B hun trappetje zijn opgeklommen, wordt het weer woestijns stil. Nou ja “stil”! Uiteraard verzorgen Jaap & Ronald ook deze nacht weer een tweestemmig snurkconcert in b-moll.
De schitterende sterrenhemel, het liggende maansikkeltje en, natuurlijk, de noordpijl zitten er niet mee.
Die doen gewoon hun nachtelijke ronde.
Dinsdag, 31 maart 2009 (48 km) –25 Jaar Fritsie!!!
Jaap is als eerste op en is alweer begonnen met zijn ochtendklus. Hij vist bierblikken en andere troep uit de resten van het kampvuur. En met zijn vuilniszak maakt hij een rondje langs de teams: “Heb je nog vullis?”. Ter ere van Fritsie’s verjaardag is hun HiLux versierd met wc-papier-slingers. Een feestelijke aanblik. Kees is door de Fritsen en K&B tot hun persoonlijke koffiezetter gebombardeerd en hij gedraagt zich er ook naar.
Om een uur of negen begint het “speelkwartiertje”. In de duinenzee bij het bivak zoekt iedereen zijn eigen weg omhoog. Voor zover dat lukt natuurlijk. En dat is zeker niet steeds het geval! Afijn.
Om half tien beginnen we onder leiding van K&B aan het traject naar het meertje. Iedere dag lijkt het meer kicken dan de dag ervoor. Zo ongeveer alles is berijdbaar en vormt een uitdaging voor de mannen. Voor een blikkie bier duikt men het diepste gat in. Zelfs tijdens de koffie- en lunchpauze blijft de adrenaline stromen.
Bij een kuil komt Jaap tweemaal in hetzelfde gat vast te staan. Hilariteit en … dat wordt vast een gele kaart. En Gerard weet de TOY zo schuin te zetten, dat het meer geluk dan wijsheid is, dat ie niet omkiepert.
Met een trekkie van grote Frits staat TOY weer snel stevig op allevier zijn bandjes.
Via een heerlijke toppen-met-uitzicht-route komen we met een flinke bos hout voor de autodeuren aan bij het meertje (Aïn Onadette). Iedereen poedelt in het, dit keer, ondiepe en koude water. Aldus opgefrist wordt het bivak opgebouwd en komen de drankjes met hapjes tevoorschijn. In de zon is het heerlijk
(zo’n graad of 20). In de verte zien we nog een paar andere groepen.
De Fritsen toveren voor iedereen een heerlijke verjaardagsmaaltijd op de kampeertafels: tomatensoep, nasi, gehaktballen met satésaus, kroepoek, partysticks… Zo! Het kampvuur is groot en heet. Maar goed ook, want het is flink afgekoeld. Zozeer zelfs, dat Babbel een lange broek aan trekt. En dat wil wat zeggen.
Later op de avond is er het zogenaamde petjesincident. Dat gaat als volgt: Pierre (of was het Jeffrey?) gooit het petje van Babbel in het vuur. En Babbel gooit Jeff’s petje in de vlammen. Weg petjes. De rust keert weer. Zelfs zo dat steeds meer hoofden knikkebollend aanwezig zijn. Voor de eigenaren ervan een teken om zoetjesaan het bed op te zoeken. Al spoedig klinkt het inmiddels vertrouwde gesnurk door de woestijn. Bij het vuur praten Kees, Pierre, Fritsie en ik nog na. Over relaties enzo.
Woensdag, 1 april 2009 (49 klm) – Vurige Rituelen
Om zeven uur is het kamp volop in beweging. Jaap en Kees zetten koffie voor iedereen. Na het ontbijt worden de stoffilters uitgeklopt en klokt de diesel uit jerrycans de tanks in.
Vandaag beginnen we aan een rondje zuidwaarts. We horen van een lokale gidsauto, dat er in de buurt van Bir Aouine streng gecontroleerd wordt. Zeker als je geen Tunesische gids bij je hebt, kan dat voor oponthoud zorgen. Afijn, we zien wel. De snurkers, Jaap & Ronald, gidsen. Prachtig zijn weer de uitzichten als we bovenlangs door de “cordonnes des dunes” gaan.
We zijn de eerste nog maar net door als het lampje van het motormanagement van TOY gaat branden. Dat gebeurt vaker en het is meestal een kwestie van resetten. Doen we zo wel. Maar even later ziet Gerard ineens, dat de koelwater temperatuur ernstig is opgelopen. Oeps! De radiateur blijkt te lekken en er zit bijna geen koelvloeistof meer in. Dat scheelde een haar. Wachtend tot de boel voldoende is afgekoeld, houden we een vroege koffiepauze. Lek gedicht, water bijgevuld en voort gaat het.
En weer is het een kickdag! Hoge toppies, diepe kuilen, niets is veilig voor de bijna overmoedig wordende zandhazen. Bij de adrenaline-, lunch- en bergingsstops vliegen de superlatieven je om de oren. Alleen is het jammer, dat Pierre nog wel eens last schijnt te hebben van voorwind!
Een nieuwe uitdaging is de weg omhoog te zoeken. Vanuit het noorden is dat lastiger dan vanuit andere windrichtingen. Regelmatig moeten we boven hergroeperen. Een kunst op zich. Gelukkig hebben we radiocontact en is er gps aan boord.
En dan zijn er de machtige afdalingen. Hoe hoger, hoe beter. In formatie, naast elkaar of achter elkaar aan, maar altijd beheerst, rijden de Toyota’s de zandhellingen af.
Slalommend trekken we door vlaktes met kamelengras om vervolgens weer omhoog te klauteren om een nieuwe duinenrij te bedwingen. Een adembenemende rit.
Gezien de tijd snijden we een deel van de route af. Ook willen we liever de politiepost vermijden. Midden in de grote vlakte zien we het gebouwtje liggen. In een duinpan vinden we een mooi bivak. Het is inmiddels veel harder gaan waaien en in de luwte van een zijl wordt de dag nageborreld. Alle teams koken vanavond op eigen kracht.
Voor het kampvuur is er een overvloed aan hout. Toch lijkt het niet genoeg voor de mannen. Een dode (hopen we) boom, gaat er aan. Het is een meer dan geschikt vuur voor een rituele jurkverbranding. Dat zit zo. Pierre (alias Jeroen, Jeffrey van team Pierrot en –niet voor niets- Jul) liep rond in zijn carnavalskloffie: een Turkse jurk met dito petje. Niet tot ieders genoegen! Er zijn zelfs lui wier stem stokt zodra ze Pierre-met-pet-laat-staan-met-jurk binnen het blikveld krijgen. Dus! Het petje was gisteren al tot as wedergekeerd tijdens de legendarische wraakactie van Babbel-Hans. Maar Babbel’s gevoel van genoegdoening is nog niet totaal bevredigd. Die jurk moet er ook aan! En zo geschiedt.
De stemming zit er sowieso goed in. Vlammen laaien op, de muziek schalt door de woestijn, er worden heksendansen opgevoerd en als Pierre ook zijn rijplaten aan het vuur offert, kunnen de mannen hun geluk helemaal niet meer op. Gerard en ik slapen dan al … een soort van!
Te langen leste is het boller wordende maansikkeltje toch weer de baas over het stille kamp. Stil? Op een snurkje na dan…
Donderdag, 2 april 2009 (47 km) – Ramkoers naar ons meertje
Tja. De dag begint met puinruimen. De mannen zelf hebben veel, héél veel koffie nodig. Aldus opgeruimd vertrekken we onder leiding van team K&B verder in N.W. richting. Het is een gave tocht. Nog steeds lekker hoog over de duinen met steeds weer schitterende afdalingen.
Met regelmaat zitten er auto’s vast. Na dagen zon en wind wordt het zand toch al wat droger. Voor de debutanten is dit een nieuwe ervaring!
K&B rijden “up tempo” en “cap” naar het meertje, zodat we daar kunnen lunchen. Precies om drie uur zijn ze er. De rest is een flink stuk achter gebleven. Denken ze... Want nog voor ze hun zwembroeken aan hebben, komt de rest al vanuit de duinen omlaag. Ai…!
Na deze opfrislunch gaat het verder noordwaarts achter de Snurkers aan. Waar we vorig jaar voornamelijk door de vlaktes gingen, kunnen we nu gewoon hoog in de duinen rijden. Het is genieten. Zeker ook voor Kees en Fritsie. De meeste lol echter hebben ze, wanneer ze als debutanten-onder-elkaar samen in een auto zitten.
De bivakplek is heerlijk. In de verte is Tembaine (tafelbergen) te zien. Zittend in het zand beleeft men de dag terug. De wind houdt zich rustig, net als de mannen. Dire Straits klinkt zacht en de zon gaat prachtig onder. Het eind van de biervoorraad is in zicht!
Er wordt vanavond gecombineerd gegeten en er is een zeer gecontroleerd kampvuur. De vermoeidheid begint toe te slaan en al vroeg verdwijnt men in de daktenten. Bij het vuur zitten nog een paar mensen. Ze hebben ernstige dingen te bespreken...
De bijna halve maan is getuige van dit alles.
Vrijdag, 3 april 2009 (127 km) – Uitrazen en Uitblazen
Om half tien vertrekken we. De Snurkers gaan voor. Ook nu gaan we zoveel mogelijk bovenlangs. Maar het zand is een stuk zachter en dus moet er iets vaker geduwd en/of getrokken worden. Team K&B zetten hun HiLux zelfs zó vast in een diepe kuil, dat de lier er aan te pas moet komen.
Door duinen en over vlaktes naderen we Tembaine. Vlak ervoor is er een Tembaine-toppie-experience en zijn het de twee HDJ 100’s, die de HiLuxen ’n poepie laten ruiken!
Voor de zogenaamde kontfoto’s is er een poseermomentje. Tja en als je dan vijf centimeter van de lijn afwijkt, scheur je rondjes om het te corrigeren. En nog eens, en nog eens! Dat je daarbij ook steeds vast komt te staan, doet er niet toe. Nee, namen noemen we niet en het levert ook nog niet eens een gele kaart op. Al die tijd hangt arme Jaap voorover in de cabine! Zonder mopperen. Gelukkig had hij op deze manier wel de horizon goed in beeld!
We lunchen aan de voet van twee machtige tafelbergen (Tembaine). Na de middag navigeren K&B. Ze raken uit koers en zijn niet bereikbaar over de radio. Kapot of uit, wie zal het zeggen. Hun radio had steeds al de merkwaardige bijkomstigheid, dat het toerental van de auto stevig opliep zodra ze hun microfoon gebruikten. De Fritsen brengen de boys weer op het rechte pad.
Langzamerhand laten we de duinen achter ons en ligt open ruimte van de steppe voor ons. De vele pistekilometers laten de adrenaline bij het K&B-team heftig stromen. Als ware Dakar-deelnemers knallen ze over de piste. Totdat de dempers het stuk voor stuk begeven. Dat drukt hun tempo. Enigszins.
Een paar keer komen ons andere auto’s tegemoet. Een teken, dat we de bewoonde wereld naderen. In “het café” drinken we het traditionele colaatje en geeft Pierre het geleende kussen terug.
De laatste etappe van de tocht is snel gereden. In Douz zijn de teams een uurtje zoet met uitblazen, schoonwassen en aftanken van de auto´s. K&B en de Fritsen vinden een hotel, waar ze het zwembad in duiken. De drie andere auto´s installeren zich op de, inmiddels met campers bevolkte, camping.
Na douche en drankje rijdt het campinggezelschap in twee taxi´s naar het hotel. De Brownline- en Dehaco- Hiluxen vormen een passende erehaag bij de entree. Het buffet biedt voldoende lekkernijen en er wordt bier en wijn geschonken.
Goeie opmaat voor de eind-evaluatie en de uitreiking van de felbegeerde einddiploma’s in drie categorieën: D(ebutant), G(evorderde) en V(eteraan). Menig borreltje wordt naar binnen gegooid om de zenuwen in bedwang te houden. De opluchting is groot en de blijdschap niet minder, als dan eindelijk diploma’s–met-toelichting in ontvangst genomen mogen worden.
Tja en de vraag is natuurlijk: kreeg iedereen wat hij verdiende! …
Het is laat, als we met negen man en een vrouw in en op twee Hiluxen gestapeld terug rijden naar de camping. Na een laatste afzakkertje hoor je alleen nog honden, ezels, hanen, regen en de muezzin. En gesnurk natuurlijk.
Zaterdag, 4 april 2009 – En toen waren er nog 8 … of 7?
Er is koffie met vers stokbrood! Da’s toch mooi voor het laatste gezamenlijke ontbijt. Om acht uur zwaaien we het K&B-team uit. Zij moeten op tijd op het vliegveld van Monastir zijn. Terwijl wij de Zuid-Afrikaanse overlanders, Quinten & Julie, een spoedcursus navigeren geven, Jaap & Bromi uitrusten, gaan Pierre, Kees en de Fritsen in het dorp op souvenirjacht.
Om kwart over tien beginnen we aan de lange asfalttocht naar het noorden. Via Kebili en Gabes gaan we naar Sfax. Als lunch worden vele restanten eieren, hamburgers, knakworsten en gehaktballen weggewerkt. Voldaan gaat de karavaan verder.
Zeer tot onze verassing begint bij Sfax een snelweg (de 1), die helemaal doorloopt tot Tunis. Zo gaat het natuurlijk fantastisch snel. Het is zonnig, er waait een flinke wind en zo nu en dan vallen er forse buien. Het kost echter wel een uur om van de snelweg af het Vime Velye hotel, waar K&B hun HiLux hebben achtergelaten, te bereiken. Onderweg komen we door plaatsjes waar het gehageld en gesneeuwd blijkt te hebben.
De laatste 150 km naar Tunis gaan vlot. Met de tanks vol goedkope diesel rijden we de laatste kilometers naar la Goulette. Helaas raken we daarbij Fritsie kwijt. Lastig: hij heeft geen gps aan boord en geen kaarten en spreekt geen Frans. Maar gelukkig is er de radio. We loodsen hem via de luchthaven naar het Lido.
Zowel hotel Lido als la Jetee zitten vol. Gelukkig is men in het Lido bereid drie kamers op een tussenverdieping in orde te maken. Gerard en ik slapen in de TOY op de stoep voor het hotel. Na een goeie avondhap in het hotel-restaurant stappen team Pierrot en de Fritsen in een taxi. Ze gaan naar een disco in la Marsa. De voetjes moeten van de vloer! De anderen stoppen hun voetjes liever onder de wol.
Zondag, 5 april 2009 – Knippen & Scheren & Wachten
Na het karige hotelontbijt gaan de mannen onder leiding van Gerard naar de kapper. Overal zitten ze, die kleine zaakjes, waar Knippen & Scheren een gewichtige herenactiviteit is. Voor de debutanten in het gezelschap is het een belevenis. Vooral het uitrukken van overtollige haartjes met een draadje maakt indruk. En ook de manier waarop nauwgezet haar uit neus, oren en wenkbrauwen wordt verwijderd.
Vooral Jaap ziet er als nieuw uit: hij heeft weer twee wenkbrauwen!
baard neus oren
wenkbrauwen hoofd epileren
Om elf uur checken we in bij de haven en voegen we ons in de rij wachtenden. Het is mooi weer, de souvenirverkopers zijn gezellig en Frits rookt een waterpijp. Raar alleen, dat we onze boot, de Méditerranée, nog steeds niet zien. We realiseren ons, dat de vertrektijd van 13.00 uur bij lange na niet gehaald gaat worden. Alle tijd dus om andere auto’s uitvoerig te bekijken.
Maar dan wordt stukje bij beetje duidelijk, dat we pas om vijf uur en wel met de Carthage vertrekken. Een Franse veteraan houdt ons voor, dat we blij mogen zijn als we vanavond om acht uur uitvaren. Tjonge.
Alle tijd dus. We besluiten naar het restaurant van het Lido te wandelen om daar lekker in de zon op het terras te lunchen. De stemming lijdt vooralsnog niet onder de tegenvaller. Bovendien trakteert Kees.
Op ons gemakkie kuieren we terug. We fantaseren over het beeld, dat alles toch anders blijkt en dat er op de lege parking slechts vijf Nederlandse Toyota’s staan…
En jee… Aangekomen bij de haven is dat beeld ineens werkelijkheid. De souvenirverkopers en ordebewakers jagen ons op. We moeten naar de boot en snel!
Nou ja, typisch een gevalletje van TIA (This Is Africa)! We worden over het haventerrein gestuurd en voegen ons in de resterende rij bij politie en douane. Voor we het weten staan we opgesteld in een behoorlijk gore loods bij de vrachthaven. Het lange wachten is begonnen.
We vermaken ons met tukkies, wandelingetjes, babbeltjes en ons vergapen aan de minutieus volgepakte auto’s. Sommigen zijn zo onfortuinlijk, dat ze voor de douanecontrole alles moeten uit- en afladen.
En langzaam worden de puzzelstukjes gevonden en in elkaar gepast. Vanwege een protestactie hebben Franse vissers hun boten voor de haven van Marseille gelegd. De Méditerranée kon niet uitvaren. Dus stoomde vanuit Genua de Carthage op naar Tunis. Met de nodige vertraging natuurlijk. Het vaarschema ligt danig overhoop.
Om een uur of vijf liggen er twee ferry’s aan de kade: de Carthage en de Splendid (uit Palermo).
De havenmensen hebben hun handen vol aan de verkeerstromen. Van twee boten komen auto’s en mensen en evenzoveel stromen moeten weer aan boord. Het is een drukte van belang: regelaars, douane- en politiemensen, ze werken keihard om alles in goed banen te leiden.
En ineens zijn daar snerpende fluitjes en heftig gebarende mannen. We mogen rijden! Tjonge. Ingescheept en wel moeten we weer door cabinegedoe heen, maar dan kunnen we eindelijk aan de borrel. Het “wachtleed” is snel geleden. Om half acht varen we en Pierre trakteert á la carte. Het eten is fantastisch.
De boot deint behoorlijk en reistabletjes voorkomen vroegtijdige afgangen. In de disco draai ik, als enige dame in ons gezelschap, dubbele dansdiensten. Maar dat levert wel een applausje op van de paar andere aanwezigen.
Maandag, 6 april 2009 – Aankomst in Toulon, slapen in Frankrijk
De self-service biedt een prima ontbijt. Jaap & Ronald zien we niet eerder dan tegen de middag. Ze hebben nogal flink uitgeslapen dus.
De rest van de dag gaat heen met kletsen, laptoppen, zonnebaden, dutjes, biertje, lunchje, over zee staren en niets doen. Een bijzondere oefening voor deze drukke zakenmannetjes. En het lukt ze om zich aan deze rust over te geven. Althans uiterlijk! En er is tijd om diepgaander te praten over de crisis, kamerverhuur en personeelsproblemen.
In de loop van de middag laat “votre commandant” weten, dat we niet in Marseille, waar de haven nog altijd geblokkeerd is, maar in Toulon (zo’n 60 km ten westen van Marseille) zullen aankomen. Rond een uur of zes is de verwachting. Dat klopt aardig. Om half zes rijden wij als vierde auto van het schip af. Op de veel te kleine parkeerplaats en staan vele, vele overlanders ook al urenlang te wachten. Vanuit Marseille is iedereen hier naartoe gedirigeerd.
Voor we van boord gingen, hebben we van de mannen afscheid genomen. Zij rijden samen op en wij gaan onze eigen weg. Door de acht uur oponthoud zullen we allemaal nog ergens in Frankrijk een nacht door moeten brengen.
We eten een Franse-wegrestaurant-maaltijd in de buurt van Chalon. En om half twaalf klappen we het dak van de TOY open en slapen een parkeernacht lang.
De rest (de Snurkers, de Fritsen en team Pierrot) eten in het vertrouwde Courtepaille van Chanas. Goed gevoed rijden ze nog een paar honderd kilometer voor ze in een hotelbed over thuis kunnen gaan dromen. Of over zand.
Dinsdag, 7 april 2009 – Oost, West, Thuis best
In Noord-Frankrijk duiken we het slechte weer in en iedereen arriveert in de loop van de middag veilig en wel thuis.
Het was weer een bijzondere trip. Door de zandomstandigheden, maar zeker ook door het gezelschap:
Hans: “supah”-Fritsie en de Benjamin,
Frank: de altijd opgewekte óf knikkebollende Frits,
Pierre: Jeffrey, Jeroen, ex-Jul, maar mét supermes en voorwind,
Kees: rustig, vriendelijk en die zichzelf in vele opzichten overwon ,
Ronald: Bromi en merkbaar ex-whiskeybrother,
Jaap: verhalenverteller en vullisman,
Marinus: “gaaf”, “zeg maar” Knabbel,
Hans: adrenalineverslaafde en dempersloper Babbel,
en "wij van de commissie”:
Betty (enige dame, foto’s, video, verslag) &
Gerard (de enige echte, instructeur en kaartuitdeler)