home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Australia 2013
::
deserts 3
  • algemeen
  • perth melbourne
  • tasmania
  • de-sydney-tour
  • deserts 3
  • deserts 4
  • deserts 5 (csr)
  • top end
::
reisverslag
Australia 2013 :: deserts 3 :: reisverslag

 

 

Route (2.580 km): Bourke - Tibooburra - Innamincka - (Strzelecki Desert, Sturt Stony Desert) - Birdsville - (Simpson Desert)  - Birdsville

 

Maandag, 6 mei 2013 (93 km) - Eindelijk...

 

Bourke, vier uur in de middag. De voorbereidingen zijn klaar. Anderhalf uur nog voordat de zon ondergaat. We rijden de eerste van de 400 kilometers naar Tibooburra aan de Silver City HWY. Na 25 kilometer begint de brede zanderige dirtroad. Prachtig! In de laagstaande zon kleurt de weg warm en zijn de hobbels en ribbels goed te zien. We voelen ons feestelijk. Eindelijk, dit is het soort van rijden waar we blij van worden.

 

 

Het is een gebied van boerenbedrijven. Op de kaart is dat te zien. En langs de weg is het te merken aan afrasteringen, hier en daar koeien en een toegangshek naar een homestead (boerenhuis). In de vlakte dor gras en verspreid staande acacia’s. 

Op dit uur van de dag is het opletten geblazen. En paar zwarte (verwilderde) geiten maken zich ijlings uit de hoefjes, emu's dansen weg en twee grote rode kangoeroes en een koppeltjes wallibi's hopsen er op tijd vandoor.

Na ‘n uur hebben we ons een eindje van de weg af geïnstalleerd. Op rood zand staan we. De zon gaat in prachtig oranje onder. De vliegen verdwijnen en aan de hemel laten steeds meer sterren zich zien. Overdonderend is de ruimte, de stilte, het alleen-op-de-wereld-gevoel. We zijn weer thuis!

 

Dinsdag, 7 mei 2013 (332 km) - Hilluk Hilluk

 

G checkt. Hij heeft gelijk. Had hierover gisteren een discussie met de monteur. Toch teveel motorolie! Dus tapt hij een liter af. De lappen waarmee de olie is opgevangen, verbranden we. Net als het wc-papier van het bush-toilet. Vertrouwd weer. Met schep, wc-rol en aansteker je privaat regelen!

We zien de twee auto's met caravans, die we gisteren ergens langs de weg zagen, voorbij rijden. En ook een met 'n campertrailer (vouwwagen).

Ook wij gaan. Eindeloze kilometers over de rode road. Een goeie weg, die soms versmalt bij de wildroosters. Nu en dan wijkt de begroeiing en is er van horizon tot horizon lege vlakte.

We passeren de caravans en uiteindelijk ook de campertrailer. Handje omhoog, verbroedering onder vier toeristische weggebruikers.

 

Half twaalf. Wanaaring. De enige onderbreking op deze 400 stoffige kilometers. Een stuk of wat verspreid staande huizen, ogenschijnlijk uitgestorven, rommelig en als middelpunt: het Roadhouse. Ook hier houdt dat van alles in. Postkantoor, restaurant, kamperen, tanken, supermarkt, toiletten, gelegenheid te douchen... Ondergebracht in en rondom een golfplaten gebouwtje. Neringdoenden op dit soort afgelegen plekken, gunnen we graag klandizie. En het is koffietijd. Een tosti! Daar hebben we zin in. De jongeman met cowboy-hoed en grote blauwe onschuldige ogen moet ons teleurstellen. De dame van de winkel is weg. Het is mailday, ze is met post op weg naar de "mailplane", het postvliegtuigje.  Hij is alleen maar de babysitter knikkend naar waar we de privévertrekken vermoeden. Kopen we toch M&M's! Dat lukt, de kassa kan hij wél bedienen.

Ondertussen vertelt hij over de waterbekkens  (tanks, dykes), de verwilderde geiten, koeien en schapen. En we horen over "winddroogte". Dat is: geen wind, geen water. Want de windmolentjes, die geacht worden water op te pompen, staan stil te staan…  

 

Ondertussen zijn de caravans gearriveerd. Ze moeten tanken. Hopelijk kan onze cowboy ook deze klus klaren.

Koffie in de berm en voort gaan we. Steeds vaker zien we emu's. Ouders met grut. Een slang kronkelt over de weg en komt onder de auto. Niet onder de wielen gelukkig. We kunnen nog net een paar foto's van 'm maken. We weten niets van slangen en ieder exemplaar beschouwen we veiligheidshalve als gevaarlijk. In dit gebied komt de errug giftige bruine slang, die niet perse bruin is, veel voor. Lunchstop op keihard rood zand. 

 

Drie uur. Daar is Tibooburra. Het ligt aan de noord-zuid lopende Silver City HWY en op de grens van het Sturt NP. Zoals vrijwel overal is het Hotel het meest opvallende gebouw. Standaard op een hoek met veranda en galerij. In de hoofdstraat van de uit twee straten bestaande pleisterplaats, vinden we het kantoor van Park en Wildlife. We willen details over diverse routes. Mmmm, geen rangermens te vinden. Echter wel een mooie en informatieve expositie over van alles in en rond het park.

Bij het roadhouse (ook voor alles) tanken we. Later op onze route wordt de brandstof alleen maar duurder.

 

 

Twee kilometer buiten het dorp vinden we een heerlijke plek op de Dead Horse Gully Campsite van het NP. Tussen hopen rotsblokken en stekelige struikjes staan we op grof zand. We zijn in de halfwoestijn.

Tijd om ons verder in te lezen met ook de nieuwe informatie van het NP-centrum. Alleen... er zijn vliegen. Veel vliegen. Gelukkig hebben we vliegennetjes. Hét grote, en welgeteld énige, voordeel van vliegen is, dat ze verdwijnen na zonsondergang. Nog even profiteren we van een sterk Telstra-signaal. Dan nog een poosje sterrenstaren. Wat slaapt het lekker na zo'n superdag.

 

Woensdag, 8 mei 2013 (234 km) –Sturt Stony, Strzelecki, 3-Hoekje en Dingo

 

Woestijnen. Yes! We zijn er nu echt. Ons boulder-(grote rotsblokken)-bivak verlaten we pas om een uur of elf. Mooi is dit stukje Sturt Stony. Toch maar niet een zuidelijk rondje naar Broken Hill. We gaan slingeren door het Sturt NP. In het informatiecentrum van het Park vonden we gisteren drie self-guided tours. Aan de route staan bordjes met een nummer en dat correspondeert met een informatieve beschrijving. Leuk.

Zestien kilometer noordelijk aan de HWY slaan we dus af. Droog dor landschap. Kleine stekelige taaie plantjes overleven de heftige hitte van de zomer en de vrieskou in de winternachten. De 12 Mile Creek reist met ons mee. Een droogstaande beek, die alleen stroomt na regenval. Dat geldt voor veel beekjes en meertjes.

 

 

Vanuit de vlakte duiken de zogenaamde jump-ups op. Hardere delen die niet geërodeerd zijn. Vanaf een hoog punt kijken we ver uit. Mooi koffiepauzepunt ook. 

 

Het Sturt NP is gevestigd in 1972. De grote boerenbedrijven in dit gebied werden stuk voor stuk opgekocht en de natuur kreeg de ruimte en is herstellend. Resten van boerengebouwen, een “verlept” windmolentje, een "dam" of "tank" (waterplaats) verwijzen naar dat verleden. Bij zo’n oude waterplaats zien we hoe nu de emu's er dankbaar gebruik van maken. 

 

Om drie uur zijn we in Cameron Corner. Het "drie"-hoekje, waar NSW, QLD en SA aan elkaar grenzen. En er is de "dogfence". Eind 19e eeuw gebouwd om de opmars van konijnen te stuiten. Nadat die het loodje hadden gelegd door een virus werd het de "dogfence”. Een afrastering om de dingo's, de wilde honden, weg te houden bij de schapen.

Daar in de verlatenheid van dat stukje verwegwereld is er dat Roadhouse, de "Corner Shop". Binnen blijkt, dat naast geldbiljetten van all-over-the-world, petjes een ding geworden zijn. Vol hangt het ermee. Wij drinken een colaatje en babbelen met de enige medemensen die er zijn, het beheerdersechtpaar. Reizigers, maar nu en dan strijken ze voor een poosje ergens neer om geld te verdienen. Nu dus hier een paar maanden.

Met reistips en goede wensen gaan we verder. Anders dan we vanmorgen dachten, gaan we via een oostelijke route door de Strzelecki Desert noordelijker het Innamincka Regional Reserve in. Dat betekent dat we na de grensovergang van NSW naar SA nu Queensland in rijden. 

 

De zon heeft de daling naar de horizon al ingezet. Koeienland is dit weer. Rond bivaktijd zien we op een afstandje van de weg twee overlandauto’s in bivakstand. We remmen af. Geen reactie. Duidelijk! Kilometers later hobbelen we over stekelig spul naar een strak zandvloertje. Nog net voor de zon ondergaat, staan we prachtig klaar voor een woestijnnacht. De vliegenplaag is zo heftig dat we binnen afwachten tot ze vertrokken zijn.

Om zes uur gaat de zon onder. Om zeven uur is het totaal donker en staan we onder een koepel van sterren. Eten, wijntje en gewoon zitten te zitten tot het bedtijd is. 

 

G gaat op toiletstap met rol, aansteker, schep en zaklamp. En dan ineens staat een dingo voor z’n neus. G staart, dingo staart. G wil zijn privaat, maar dingo denkt er het zijne? hare? van. G doet “khsssst, khsssst…!” en krijgt uiteindelijk zijn zin. De dingo drentelt weg. Tja..., de natuur neemt zijn loop.  

Stil en donker is het.

 

Donderdag, 9 mei 2013 (288 km) - Strzelecki Desert Day

 

Genieten van de eerste woestijnuurtjes. Hoewel... Het vliegenvolk valt ons massaal aan. Ze winnen en we ontbijten binnen.

We vervolgen nu in ochtendlicht op het wielspoor door de weilanden, zeg maar. Vlak, dor en grauw is het met moedig malende koeien. Maar niet al te lang. We rijden een gebied binnen met duinrichels. Ze liggen dwars op onze route. Dus golven we mee met de vier vijf meter hoge heuveltjes met er tussen in opgedroogde poelen. Het grauw verdwijnt en het rode zand verschijnt.

In dit gebied wordt gas en olie gewonnen. Overal wordt verwezen naar bronnen met naam en nummer. Dat soort wegen zijn niet voor ons bedoeld. 

 

Het pad komt uit op een brede dirtroad in westelijke richting. Typisch een weg voor het olie- en gasvolk. En we komen dan ook drie van die snelle witte genummerde en bevlagde Toyota's tegen.

Ons ommetje Queensland eindigt bij de grensovergang naar South Australia. Elf uur is het. Koffietijd! We rijden het Innamincka National Reserve binnen. Een kilometer of wat verder is onze afslag naar het Bore Track. Een heerlijke wielspoor-route. Over en langs duinrichels gaat het en soms is het pad zodanig uitgespoeld dat het lijkt of we in een rivierbedding rijden. En zand dus! Dan westelijk op een brede stofweg naar Innamincka. Even daarvoor slaan we af. Daar ergens is Burke, explorer, gestorven. 

 

Burke. Samen met Wills, werd hij de (dode) held voor Victoria in de concurrentiestrijd met South Australia. Wie van deze twee staten zou het eerst het continent van zuid naar noord oversteken? 

We spreken over de zestiger jaren van de 19eeeuw. Tja, en Burke had ongetwijfeld zijn sterke kanten, maar een expeditie als deze leiden, hoorde daar niet bij. Het werd in feite een regelrechte ramp. Burke stierf onder een Jallabah boom aan de Cooper Creek. Door zacht zand sjouwen we naar die plek in de hitte van het middaguur. Langs de rivier groeien prachtige bomen. De wit-stammige gums en de Jallabah’s met zware gespreide takken en ruwe bast.

 

 

In Innamincka, niet meer dan een Hotel/Roadhouse met toebehoren en het onderkomen van de parkbeheerders, lunchen we. Er zijn een stuk of wat toeristen. Het seizoen moet nog beginnen maar de gas- en oliemannen zorgen voor de nodige klandizie.

 

We besluiten naar Birdsville te trekken via het Fifteen Mile en het Walkers Crossing Track. De weg is net twee weken open. We wippen aan bij de plek waar King, de enige overlevende van de Burke&Willis-expeditie, terug gevonden werd door een reddingsteam. Hij had overleefd dankzij de goeie zorgen van de Aboriginal stam in dit gebied.

 

We rijden een groot deel tegen de zon in. Wijken af van de route via een smal slingerpaadje naar een andere weg. Oef, die is en wordt grondig onder handen genomen. De weg verlegd. Maar alles is weer volgens kaart als we het Coongie Lakes NP binnen rijden. In navolging van Walker crossen we de hier droogstaande Cooper Creek en even later maken we bivak op een kale zandplek.

We schuilen nog maar eens binnen tot na zonsondergang. Ook binnenstoys smaakt de rijstschotel (met de kip overgehouden van de kipsaladelunch!) uitstekend. In de donkere nacht zitten we nog even buiten. Totdat geniepige, want niet hoorbare, muggen mij op diverse plaatsen enorme jeukbulten bezorgd hebben.

De hele dag was het 30 graden, maar de nachttemperatuur is zeer des slaaps. Vandaag geen emu’s gezien, wel een paar dingo’s. Een was zo vriendelijk om even te poseren. Mooi!

 

 

Vrijdag, 10 mei 2013 (212 km) –Van Strzelecki naar Sturt Stony

 

Binnenontbijtje weer. Onze techniek om de vliegen buiten de TOY te houden, is zo goed als perfect. Wapperen voor we instappen. Raam op een kier, airco full power en jagen. Klaar! Vrolijk en vliegenvrij rijden we weg.

En niet alleen vanwege de weg-vliegen zijn we blij. Het pad, het wielspoor gaat traag slingerend mee met de duinrichels die allengs hoger worden. En kaler. We zijn nog steeds in de Strzelecki Woestijn. Noordwestelijker verandert het landschap. Duinen verdwijnen. Eerst is er een gebied met "meren". Vlakke en iets lager gelegen delen in het landschap. Zo droog als wat nu. Pas als het regent lopen ze vol.

Strakke vlaktes-zo-ver-het-oog-reikt met een rode gravelvloer. Erboven koepelt een helblauwe lucht met wattige wolkjes. Eindeloos. Schitterend. Dit is de Sturt Stony Woestijn.

 

 

Nog altijd hebben we dit rijk alleen. Nah ja, op de koeien na. Wonderlijk om hier kuddes te zien rondscharrelen. Zo op het oog groeit er niets.

Natuurlijk zijn er dus ook hier en daar de zogenaamde "dams" of "tanks". Gaten in de grond met hoge dijken. waarin het regenwater verzameld wordt. Bij een zo'n watergat nemen we een kijkje. Een kameel probeert zich tussen de koeien onzichtbaar te maken. Lukt niet helemaal. Helemaal niet eigenlijk.

 

We toeren rustig door dit indrukwekkende landschap. Koffiepauze. Zelfs de vliegen nemen nauwelijks iets af van de euforie in deze omgeving te zijn.

Rondom het middaguur bereiken we het Birdsville Track, dat niets heeft van een pad. Een brede, hele gladde stofweg is het. Nog steeds door vlak land. Maar er duiken meer en meer duinen op. We naderen de Simpson Woestijn.

Half drie. We zijn in het legendarische Birdsville. Gehucht midden in een uitgestrekte woestijngebied. Vooral het Birdsville Hotel (door iedereen “the Pub” genoemd) is een must-see of -do. Wij doen beiden. Na zo’n lange tijd hebben we ineens zin in een vliegenvrije omgeving en de luxe van een eigen badkamer enzo... Hebben ze nog net één kamer vrij voor één nacht. Want dit is het weekend van de jaarlijkse rodeo.

En wat blijkt dát een feest! Boeren, cowboys, vrouwen, kinderen… Vanuit de verre omgeving (honderden kilometers) zijn ze naar hier gekomen. Een weekend “in de bewoonde wereld”, een weekend van sociale contacten.

Wij zitten er middenin. Er is een bbq-buffet in de Beer Garden (open overdekte ruimte met bar, buffet, lange tafels). Aussie country & western muziek, verkoping bij opbod voor goede doelen door een geweldige veilingmeester. Bierdrinkende krombenige stoere mannen, dito dametjes maar dan met rechte benen. Omhelzingen, weerzien.

 

 

We spreken een jonge meid uit Arusha Tanzania, die haar geliefde naar hier gevolgd is, naar het afgelegen Cordillo Downs, een station in the middle of nowhere, 400 kilometer hier vandaan. Ze “probeert” het hier-zijn een half jaar uit.

En van een eigenaar van zo’n groot veebedrijf horen we hoe het toe gaat. Tien man heeft-ie in dienst voor het verzamelen van vee, brandmerken en repareren van de omheiningen. Niet zo maar een klussie, als je bedenkt dat er 2.000 kilometer afzetting is. Hij zelf vliegt rond over zijn boerenland met een eigen vliegtuigje. Leuke managementpositie wel, vinden we!

En daar is ook de enthousiaste en energieke Pru, dé verpleegkundige van Birdsville en verre omgeving. Een uitgestrekt werkgebied!

Genieten is het van het “schone gevoel”. Geen stof, zand, vliegen en muggen belagen ons. Dan kruipen we onder de hotellakens in ieder een eigen bedje...

 

Zaterdag, 11 mei 2013 (8 km) – De Kunst van het Bedwingen van Stieren en Paarden

 

 

Hotelontbijt, verhuizing naar de camping, bezoek Toeristeninfo… Dan spoeden we ons naar de yards een kilometer buiten het dorp. We herkennen de meeste mensen van gisteravond. Vanuit de schaduw zien we hoe cowboys en cowgirls met hun paard een jonge stier een kort traject in dwingen. De meiden doen het heel goed!

Lunch op de camping. Soepie, sandwich en kennismaken met buren uit Adelaide met hun fraaie offroad-caravan. Ik edit tekst in de kampkeuken en G repareert mijn stoel die intussen ook geknakt is. Mooi, dat die alukrukken dubbele buizen hadden.

Ik schiet best op, Maar G krijgt diverse mannen op zich af. Hier, midden in woestijngebied, is er veel meer aandacht voor auto en uitrusting. Dus ook voor TOY! 

 

Zes uur zijn we terug op het rodeoterrein. We lopen Pru, dé verpleegkundige, tegen het lijf. Ze staat paraat met haar Toyota ambulance. Want vanavond staat onder meer het echte rodeowerk op het programma. Ze moet nog uitrukken ook. De kop van de stier raakt het hoofd van een jonge stierrijder! En jawel, de kop is harder dan het hoofd! Auwwww... 

Woeste stieren en bokkige paarden lanceren keer op keer jonge mannen in het stof van de yard. Prachtig. Maar eerst is er het stierkalfje-in-het-stof-gooien geblazen. Iemand hangt aan de kop, een ander aan de staart. Zo pakte men dat aan in “the old days” als men de dieren moest brandmerken. Tussendoor rijden jonge kids rodeo. Iemand houdt het kind zo stevig mogelijk op de rug van een klein jong stiertje. Twee anderen houden het beest bij kop en kont in bedwang.  Zo goed mogelijk. Tja, vroeg geleerd is oud gedaan. En gossie, wat zijn die mannetjes trots!

We eten van het bbq-buffet, drinken een biertje en vermaken ons kostelijk. Tien uur thuis. Nog steeds warm genoeg om buiten te zijn.

 

Zondag, 12 mei 2013 – NUMBER NINE is on the Line... Yes!!!

 

Buren Jenny & Steven lenen ons een handheld-radio. Toch echt nodig in de duinen van de French Line in de Simpson Desert, vinden ze. Andere buren bezweren ons vooral vandaag naar de “bronco branding” van de rodeo te gaan (bronco = jong ongetraind en ongezadeld paard, branding = brandmerken). 

 

Geïnstalleerd in de kampkeuken. Ook daar burenbabbels. Onder andere maken we kennis met Libby (van Elisabeth). Tweeënzestig jaar jong en in haar uppie reizend. Veel van dezelfde paden reden we. De Simpson doorkruiste ze vorig jaar van west naar oost. En nu doet ze het andersom in haar Toyota Prado met Maggiolina. Zo, dat is different cook! Daar kunnen al die stoere dik uitgeruste Oz-mannen nog een puntje aan zuigen. Zij is gefascineerd door onze reizen op andere continenten.

 

 

Er valt een bui. Even wennen in een omgeving als deze. Of het genoeg is om het land nat te maken, is zeer de vraag. In ieder geval is het goed tegen het stof. 

 

Skypen met de (bijna) jarige Sander en met Shirley en Lois. Leuk! Lois reageert op ons alsof we bij elkaar zijn. Heerlijk. En we ... we krijgen GROOT en piepklein NIEUWS. Begin december verwachten ze een kindje! Geweldig en wat jammer dat ze dan niet mee kunnen op wintersport... 

 

We vieren de aanstaande SUPERFINE NINE met een fles Wine (en eten) in het Birdsville Hotel. Beeldskypen (voor een deel zonder beeld) met Dolf (ook bijna jarig) en Zoë (die vindt dat ze ook nog maar een videoboodschap moeten maken) en met Harla (die volop reisplannen hebben).

Koele nacht en warm onder het dons. De regen tikt vriendelijk op het aludak en buurvrouw snurkt onverdroten voort.

 

Maandag, 13 mei 2013 - SANDER & DOLF in de Gloria! 

 

Droog! In het grijze wolkendek zijn beetjes blauw te bespeuren. Onze Sander en Dolf zijn jarig. Dat is zon genoeg voor ons. Eerst nog even aan de gang in de kampkeuken. Nou ja, we probéren dat te doen. Veel, heel veel, uitgewisseld met Libby. Rond de middag nemen we afscheid. 

Ook in de namiddag zijn er veel onderbrekingen. TOY is hier een opvallende verschijning. Tussendoor schrijven, regelen, mailen en lezen we. Wandelingetje naar de Diamantina Billabong en naar de winkel van het Roadhouse. Naast het Birdsville Hotel is er verder nog de Bakery, een kleine kliniek, de (beroemde) paardenracebaan, de yards (van de rodeo) en natuurlijk wat woonhuizen van de (ongeveer honderd) inwoners en een wisselende ploeg werkenden.

En jawel, vanavond kunnen we eten in het restaurant van de “pub” aan de overkant. Dan volgt nog eens een sessie van bellen, mailen en lezen.

Half twaalf. Van de kampkeuken terug in TOY. De camping lijkt in diepe rust. Schoenen uit, matje neer... En dan! Ineens schudt TOY, we bewegen! Uh??? Een olifant? Maar dit is Australië... G schiet ijlings in zijn schoenen... Buiten ziet hij de oorzaak.

Prijsvraag: wat maakte dat TOY hobbeldebobbelde? 

Oeh, wat is het koud vannacht. Maar hoe lekker warm is 't onder het dons.

 

 

Dinsdag, 14 mei 2013 (98 km) - Simpson 1: Big Red & Dutchies in de Desert

 

Keutelochtendje met burenbabbels en TOY-tours, water vullen, schoonmaken, opruimen, fotosessie (van ons dus, voor de camping website/fb), informatiecentrum, boodschappen... 

 

Half twaalf. We rijden Birdsville uit. Koffiepauze (met verjaardagsgebak!) langs de brede weg in de ruimte van de woestijn. Hier zijn nog nauwelijks duinrichels. Dertig kilometer na Birdsville moeten we dan toch echt de Big Red tegenkomen. De hoogste duin, waar iedereen het over heeft.

Even na het informatiebord van het Simpson Desert NP passeren we een heerlijk loszanderige duin. Hoger dan eerdere. Erachter een kleine vlakte naar de volgende duinrichel. De weg is pad geworden en loopt rechtsaf met de richel mee. Verderop is een zandpassage op dezelfde richel, die we eerder over gingen. Een auto is er aan het "spelen". Mooi! Wij er op af. Bovenop is ruimte en nog meer op- en afgangetjes. En, jee, erachter ligt een meer. Prachtig en onverwacht. Omhoog, omlaag naar het meertje en nog eens en nog eens…

 

 

Dan naar de vlakte en verder op onze koers. Op naar de Big Red. Hee, een bordje "Big Red". En een pijl in de richting van de duin waarop we zojuist gespeeld hebben. Uhhh??? Dat wassem dus! Zo, dan nog maar eens terug om “bewust” de Big Red “te nemen”. De verhalen hadden hem toch groter en hoger en roder gemaakt dan hij is! Nou ja, nog eens lekker de zandbak in. Of beter, de zandberg op. Kicken!

 

Verder westwaarts. Richel na richel. Ertussen is het soms kaal en vlak, dan weer begroeid. Passeren de droogstaande Eyre Creek. Twee tegemoetkomende auto's. Hebben we ook nog iets aan de radio.

Vliegen-lunch. Op weg en niet veel later staat er een auto langs het pad. We stoppen en dan horen we "goedenmiddag". Costijn, Stijn mag ook, van de Springweg in Utrecht!, met Oz-vriendin Dana. 

 

Kwart voor vijf staan we op de Georgina Gidgee Interdunes, een NP-campsite. Wijntje, pastaatje, salade, en... een geweldig kampvuur. Prachtig is het hout van bomen die gegroeid zijn in de woestijn. Gehard, schitterende gevormd. Bijna zonde om het te verbanden. Alle energie die in dit oude  hout is gaan zitten, komt er nu uit. Heet is het en nog heel lang gloeit het na. 

 

 

Stilte. De natuur laat zich niet horen en hier zijn geen snurkende buurvrouwen, blaffende honden of loeiende koeien. Maar wie weet, gaat onze huismuis nog een beetje lopen rondritselen...

 

Woensdag, 15 mei 2013 (86 km) - S 2: Poeppel Corner en de French Line

 

Vliegenvrij is het. Geen enkel vliegend monster valt ons lastig. Is het te fris nog of komt het door de dichtgetrokken hemel? Hoe dan ook, het is zalig zo.

Het pad gaat zoals gisteren. Steeds een duinrichel van 10 tot 15 meter hoog over, dan de vlakke tussenruimte en hoppa omhoog maar weer. Struiken en acacia’s, soms jong en fris dan weer gekromde ruwbastige oude bomen. Mooi!

Twee tegenliggende auto's (alleen mannen!) verstoren even ons alleen-op-de-wereld-gevoel. Koffie op een toppie en lunch bij de afslag van de K1-line aan de rand van een kleipad. Boterham en cup-a-soup.  Als we zo goed als klaar zijn, komen Stijn en Dana aan gereden. Anderhalf uur later is het, als wij verder gaan op de QAA en zij eindelijk een boterham kunnen gaan eten. Zij rijden zuidelijk op de K1 naar de Warburton en wij gaan via Poeppel Corner naar de French Line. We zijn inmiddels van Queensland de Northern Territory binnen gereden.

De duinrichels waren in de afgelopen uren al naar elkaar toegekropen. Maar nu hobbelen we door een gebied met veel kleine duintjes. Het pad gat mee op en neer en kronkelt dat het een lieve lust is. Genieten! Drie kilometer verder bij een pan slaan we af naar het zuiden. En nee dus, alleen zijn we hier niet het volgende halfuur.

 

 

Een motorrijder komt ons tegemoet en waarschuwt dat er nog tien van die mannen aankomen. Uitkijken dus, want veel overzicht is er niet op het slingerpad. Ongeschonden komen we twintig kilometer later aan bij het hoekje. 

 

Het hoekje, Poeppel Corner. Dit is weer een driestatenpunt. South Australia, Northern Territory en Queensland. De begeleidende auto's van de motorrijders rijden net weg. We bekijken het informatiebord en de paal die het punt precies aangeeft en zien binnen de kortste keren zwart van de vliegen. Wegwezen!

 

Een paar kilometer later bereiken we de beroemde French Line. Zand, duinen, overgangen, karige begroeiing. Helemaal woestijn! Navigeren blijft een makkie op dit pad dat je op een hoog punt door kunt zien lopen tot aan de horizon.

 

Om half vijf kiezen we kamp voor de nacht. Bovenop een duin dit keer. Rondom horizon boven de geeloranje licht begroeide Simpson. Zacht zand onder de voeten. Zo!

We eten bij het licht en de warmte van een heerlijk geurend vuur. De maan is omfloerst door sluierbewolking. De sterren blijven voorlopig buiten beeld. Wat een dag weer!

 

Donderdag, 16 mei 2013 (97 km) – S 3: Dingo's en Waggel-Wegen 

 

 Lang ontbijt op ons duintje. Auto (Toyota) op het pad. Vader en zoon hebben een halve kilometer verderop gebivakkeerd. Uurtje later ontmoeten we op het track nóg een Pa&Zn (Jeep). Hier rijden lijkt vooral een mannending. Bij de koffiepauze aan de afslag van de Knolls Road, een pad naar het zuiden, duikt de aangekondigde groep van vijf auto's op. Eén vrouw is erbij. Pas laat in de middag komen ons een 200 en een V8-70 tegemoet. Twee stellen zowaar.

Dit zijn de boosdoers van de kapotgereden duinopgangen. Zware auto’s, veel pk's en veul te harde banden. En, misschien ook wel, beetje bange mannen. Met een bloedgang gassen ze het duin op. Spinnende wielen, nog méér gas, bang om het niet te halen… Het zand wordt omgeploegd en door het beurtelings spinnen ontstaan golven. Bijna traptreden zijn het.

Waggel-wegen, worden zo gemaakt. Het ligt na het toppie pardoes voor de TOY-neus. G neemt gas terug en daar gaan we waggelend en wel in één-hoog het duintje af. 

Nee, wij gassen niet en we spinnen niet. Die krachtpatsers zouden het eens moeten ervaren. Hoe dat is in TOY. Een of twee hoog, 1.200 toeren, beetje gas en met een mooi diep gegrom brengt TOY ons waardig boven. Zó heerlijk!

 

Het landschap is globaal hetzelfde. Soms een stuk met de vertrouwde langgerekte duinrichels, een begroeide kleine vlakte, een kleipan. Soms duingebiedjes, ofwel hele brede duinrichels. Naar boven, daar kronkelen en weer omlaag. Na flink wat op en neergangetjes van een paar meter verschijnen er weer hogere en bredere passages.

In het landschap zijn er de taaie grijsgroene acacia’s. Bollen van het stekelige spinifex, stekelige graspolletjes, struikjes. Het geeloranje zand is overal. Piepkleine hagedisjes schieten weg van het pad. Een dingo bekijkt ons en als de lens ingezoomd is, keert ie om. 

 

Voor het bivak vinden we weer een prachtig duinpannetje. Voortuintje met planten die deze harde omstandigheden aan kunnen. Mooi! Even een vliegen-uur dulden en als de zon onder is, komt de rust. 

Sapje en hapje. Awel, da's lekker, dacht de desertdingo! Een klein en mager scharminkel is het. Hij staat zomaar ineens in het halfduister van de beginnende avond naast G. Hij is zo mini, dat we eerst nog denken dat het een vosje is. Maar nee,  toch maar niet. Nootjes vindt ie lekker, een oude boterham niet. Staat op een gegevens moment aan het badlaken dat op de stoel ligt, te sjorren. Tijd om hem weg te jagen.

Soep, crackers, kool-wortelsalade, kampvuur... Nee, het is zo slecht nog niet in de woestijn. Het is bijna een thuis-bank gevoel. Boek-met-Petzl en i-Bet-zonder. Lezen in de warmte van het vuur. De maansikkel geeft zoveel licht dat alleen de sterkste sterren te zien zijn.

En stilte! 

 

 

verticaal profiel van de route vandaag

 

Vrijdag, 17 mei 2013 (97 km) - S 4: Vlaggetjes en Wel Weer Waggelen 

 

De dag begint met zon en vliegennetjes! Beiden fijn om verschillende redenen. En dan is er koffie...

Half tien rijden we. Het parcours vandaag wisselt in zoverre, dat de grote brede duinovergangen zich weer versmallen. En vooral: de afdalingen worden steeds heftiger. De meeste mensen reizen de French Line van het westen naar het oosten. Hier rijden ze vaak hun eerste duinen. Mogelijk zonder veel ervaring. Hoe-dan-ook, was het eerst nog alleen bij de hogere duinen het geval, hier is ieder duintje stukgereden en getekend door enorme zandtreden. We waggelen weer heel wat af. Eerst vinden we het nog grappig. Uren later niet meer!

 

 

Het rode zand van het centrale deel verbleekt naar geel. En westelijker, na de afslag van de Rig Road, verliest het zand nog meer kleur. Dan ook wordt het vlakker en zijn we van het waggelen af. We rijden met een gangetje van 35 km/uur.  

 

Tegenliggers. Twee groepjes van twee, twee van vier en één solo-auto. Met de radio van de buurman horen we ze al, voorat we ze zien. En er zijn de oranje vlaggetjes op een lange (fiber-)stok op alle Simpson-4WD’s!  Ongeveer zoals op kinderfietsjes. Het vlaggetje zie je eerder dan de auto op een duintop. Dat voorkomt botsingen. “Want dat gebeurt écht!”, beweert men. En vandaag beleven we het. Vlak voor een toppie zien we elkaars vlaggetjes. Over de radio biedt de tegenligger ons voorrang aan. Zo! Hebben we én vlaggetje én radio toch een keer nodig gehad. Hoewel…, het zou zich toch wel geregeld hebben zonder ongelukken!

 

We houden de gewone pauzes. Voor koffie, lunch, foto's, babbels. Op de iBet-Hema-ritinformatie zien we, dat we vorderen met 15,5 km/uur. Naarmate de duinrichels verdwijnen, gaat dat gemiddelde omhoog. 

 

Net buiten het Simpson Desert NP is een campsite met wc en douche. Kwart over vier zijn we er. Een Pa&Zn kamperen er. Geen plek om te blijven, wél om te douchen. Niet zomaar douchen! Nee, dit is “artesian” water. Oeroud water uit een ondergronds meer stroomt over onze body’s. Niet mis! Morgen gaan we badderen in het warme water van hetzelfde meer. 

Kwart voor vijf rijden we er fris en vrolijk weg. Een kilometer of wat verderop vinden we een heerlijke plek met een laag begroeid duintje achter ons en een steenvlakte (gibberplain) voor ons. De vliegennetjes worden al bijna een tweede huid.

De zon gaat prachtig onder en ook daarna verlicht ze de frêle wolken aan de onderkant goudoranje. Heerlijke coucousschotel, salade, wijntje en vliegenvrij. Half tien zijn we binnenstoys en ergens buiten jankt een dingo. Zo, wat een Simpsondag weer!

 

Zaterdag, 18 mei 2013 (133 km) - S 5: Over de Oranje Vlakte

 

Nog vóór de zon op is, zijn wij het al. Mooi! Eerst wordt het zand aan de overkant van de steenvlakte  in het zonnetje gezet en daarna komt het licht op ons af. Genieten van de warmte. Ook de vliegen zijn direct weer actief.

Negen uur rijden we de eerste van de zestig kilometer naar Dalhousie. Vlakker is het en het eerste uur loopt de weg over een klei/zout vlakte. Regenwater zakt nauwelijks weg, de zon moet het verdampen. Banden hebben diepe sporen achter gelaten. Hier en daar is het nog nat en ontstaan er ommetjes. De weg maakt een noordelijke boog over een hoger gelegen deel. Een paar lage duintjes en droge beken.

We passeren een rivierbedding met diepe delen waarin water staat (waterholes). Het twinkelt van de zoutkristallen. Mooie koffieplek. We zien een gezelschap van zeven auto's voorbij komen. Oeps, het gaat drukker worden op de French Line! We rijden een adembenemend uur over de oranje vlakten met strepen groen in de rivierbeddingen. 

 

Dalhousie Springs. Vanuit de diepte van de aarde borrelt warm water naar boven. Dit gebied heeft talloze bronnen. Miljoenen jaren oud water van het Artesian Basin, een ondergronds meer.

Een waterpoel van 10 bij 30 meter ongeveer. Ernaast een camping en een parkeerplaats. Zo te zien berekend op veel mensen. Nu is er alleen een ouder echtpaar, waarvan de zij niet kan zwemmen en de hij met G een boom over auto's opzet.

Het water is 37 graden en volgens de oorspronkelijke bewoners, geneeskrachtig. Dat treft. G heeft pijn in zijn nek. Weldadig is het rond te drijven en te zwemmen. De rust is weg als een groep backpackers op een outbacktrip, bezit neemt van de ruimte. Tuurlijk, er zijn NL-ertjes onder hen. Vijf jongelui. 

 

Na het bad, hebben we even tijd en airco nodig om op een normalere lichaamstemp te komen. Heerlijk!

G spreekt een ranger, wiens voorouders van hier zijn. Blij is ie dat hij als ranger nog steeds voor het land van zijn voorouders kan zorgen. En boos maakt hij zich op de blanken, die alles kapot maken. G informeert bij hem naar het Colson Track, dat gesloten is. De blanken maakten daar alles kapot. De heilige plekken van de Aboriginees, het pad, de natuur. Hij foetert! Kijk eens, hoe alles langs de French Line vernield wordt. Evengoed meldt hij, dat we op Mount Dare meer te weten kunnen komen over dat track, dat in de NT ligt.

 

Daarna volgen nog meer schitterende kilometers over de steenvlakte. Pastelkleurige eindeloze uitzichten over de zacht-oranje grindvloer, de tafelbergen in de verte, het blauw van de lucht, het groen bij de "oasen". Dit landschap raakt ons diep.

 

 

De weg is alle zand kwijt geraakt. Stenige keien maken dat TOY ratelt. Maar als we de juiste snelheid gevonden hebben, gaan TOY en wij comfortabel door. Tijdens de lunch zwaaien we naar de verlengde Toyota met de backpackers. 

 

Drie auto’s komen ons tegemoet. De eerste auto knippert met zijn licht. We stoppen. Deze reizigers (zus en twee broers met partners) blijken vol vragen te zitten. Zo kan het gebeuren, dat midden op de steenweg een spontaan college "bandenspanning en terreinrijden" wordt gegeven. Resultaat: de drie auto's rijden met beduidend zachtere banden verder en met een hoop kennis over het nemen van de Simpsonduintjes. 

 

 

Even later staat een auto met campertrailer in het midden van de weg te wachten. Zodat wij goed langs hem kunnen, zegtie. Maar hij en zijn vrouw zitten bij te komen van het gedender. Ze rijden met te harde banden!

 

Om half vier zijn we bij Mount Dare. Een boerenbedrijf, dat  ook "hotel" annex camping geworden is. In een hoge gekoelde loodsachtige ruimte is álles ondergebracht. De bar, het winkeltje, receptie, restaurant, kassa voor alles. Er is meer personeel dan er gasten zijn. Wij zijn het tweede stel vandaag. We drinken een biertje en we blijken, niet officieel natuurlijk, ons gewenste rondje noordelijk te kunnen doen. Yes! Nog een heerlijk uurtje buiten met vliegennet en dan wordt het eten (een goeie steak, frietjes, groente, flesje wijn) gewoon voor ons opgediend. Luxe!

Jeff (manager) wijst ons hoe we kunnen rijden (anders dan op kaart) op een prima “mudmap”.  De aangekondigde regenval maandag en dinsdag zal ons geen last bezorgen, verzekert hij. Gaaf vooruitzicht.

Het internet is onbereikbaar, maar er is een ouderwetse telefooncel. Kunnen we tenminste het thuisfront even informeren. 

Knus in TOY nog een leesuurtje en dan dromen over de Simpson die hier en daar best wel wat weg heeft van de Sahara…  

 

Zondag, 19 mei 2013 (208 km) - S 6: Molly's Huis en Madigan’s Track

 

Zo! Tegen tienen zijn we expeditieklaar. Water, diesel, brood, eieren, wc-papier en een bacon-eggs-toast ontbijt. Geen koffie, wel Nescafé. Mét cafeïne gelukkig. We bedanken Jeff nog eens voor de service en weg zijn we. Al meteen loopt de weg niet zoals we dachten. Verlegd voor een landingsstrip.

Het spoor volgt de rand van de Witjira-vlakte en gaat het park uit. Langs een mooie oranje duinrichel door een gebied met veel struiken en bomen. Heerlijk! 

 

Ontmoeting. Vier auto's. De laatste twee hebben geen haast. Een echtpaar en, jawel daar zijn ze weer, een Pa&Zn, dit keer in gezelschap van Oom. Het gaat over bandenspanning, het gezelschap en de tocht. Zij reizen naar de French Line. Een goeie kans om elkaar in Birdsville terug te vinden. 

 

Verder op het Binns Track, dat op weg is naar Alice Springs. Wij niet, want voorbij Old Andado slaan wij af in oostelijke richting. Maar voorlopig nog noordwaarts. Duintjes, vlakten. Bij Andado, een boerderij in bedrijf, wordt het pad een weg.

Vlak na een duinovergang ligt Old Andado voor ons. Het kleine witte huisje blikkert in de middagzon. Op deze afgelegen plek in de woestijn woonde Molly Clarke. Ze had er een camping en een paar kamers te huur. Molly is dood. Overleden op hoge leeftijd in een rusthuis in Alice Springs. Enthousiaste vrijwilligers proberen het huisje en alles wat er bij hoort, op de Werelderfgoedlijst te krijgen. Ze zorgen zo goed en kwaad als het kan voor het bedoeninkje.

Je kunt er nog steeds kamperen of een kamer nemen. De toiletten en douches werken. Er is geen beheerder. Er hangen instructies over hoe je het aggregaat kunt starten, over deuren dicht doen vanwege de slangen en hoe met het water om te gaan. Lijstjes met tarieven en dat het geld in een bus op Molly’s keukentafel gestopt kan worden...

 

 

Het huisje kun je bekijken. Alles is gebleven zoals Molly het heeft achtergelaten. Een wonderlijk bouwsel. De zon, het zand en stof weten alle kieren in de houten wandjes en het golfplaten dak te vinden.

Het staat propvol. Molly verzamelde een van alles. Onder andere is, in een van de stoffige kabinetjes, een grote verzameling peper- en zoutstellen te bewonderen. Bezoekers komen en gaan en worden geacht te respecteren wat er is. Zijn er toch weer uilebuilen, die iets meenemen. Er hangt een foto van een verdwenen peper-zoutsetje met het dringende verzoek het terug te bezorgen. “No questions asked…”.  

Hoe dan ook. Het is wonderlijk rondscharrelen in een voorbij mensenleven. Prachtig, een donatie meer dan waard. En natuurlijk schrijven we in het gastenboek.

 

Een eind verderop lunchen we langs de weg en een kilometer of vijftig verder slaan we af. Nog steeds legaal en duidelijk hier. De weg leidt in eerste instantie naar het Mac Clarke (de man van Molly) Acacia Peuce Conservation Reserve. Op de grote licht glooiende vlakte, is een gebied afgerasterd. Daar binnen staan groepjes frêle bomen. Deze bijzondere boomsoort (Acacia Peuce) komen maar op drie plekken voor. Hier staan ze veilig voor het alom tegenwoordige vee. Mooi.

We vervolgen langs het hek van het reservaat, op instructie van Jeff. Het pad is inmiddels gereduceerd tot een spoortje. Even verwarring ter hoogte van Marshall Bluff. Links een bord met de tekst Madigan Track. Daar moesten we niet op, volgens Jeff. Maar het andere pad gaat niet in de goeie richting. Terug dus. Pas bij Madigan Camp 2 zou dat moeten zijn. Een stuk noordelijker. Bij een droogstaande verwaarloosde waterplaats zijn we weer even het spoor bijster. Komt ook weer goed.

Prachtige vlakte met de tafelbergen in de verte. Ter hoogte van (wetenschappelijk explorer) Madigan’s Camp 2 slaan we ons bivak op. Wat een prachtige rit weer. Het zou perfect geweest zijn, ware het niet dat we honderd kilometer koeien, hun sporen en hun poep op onze weg vonden. En dat niet alleen, we hebben kunnen zien wat een schade gedaan wordt aan de natuur.

 

Overweldigende ruimte, 360 graden horizon. Na een vlammende zonsondergang kleurt de maan de schapenwolkjes zilver. Sterren piepen er doorheen. In het laatste beetje licht draaien we "onze" muziek. "I dreamed about mama", een Hank Williams nummer, tekent het verhaal van mijn moeder. Vandaag is haar geboortedag. We dansen en beleven deze plek, de sfeer en elkaar heel intens. Dit is wat de woestijn met je kan doen...

 

Maandag, 20 mei 2013 (143 km) - S 7: Een Pad herontdekt en Kicken

 

De vliegen dwingen ons weer binnen te ontbijten. Dan op pad. Een kilometer of wat verder moeten we spoorzoeken. Dan zien we een spoor. Goed zichtbaar, maar duidelijk heel lang niet bereden. Dit moet het oude track zijn. We besluiten het te volgen. Terug kunnen we altijd nog. Leuk! Het wijkt steeds meer af van het stippellijntje op de (iBet-Hema-) kaart. Maar het gaat wel regelrecht naar het Colson Track.

 

 

Tjee, hebben we het tóch gevonden! Het pad, dat we aanvankelijk in gedachten hadden. Waarvan Jeff zei, dat het niet meer te vinden is. Hij schetste een duidelijker alternatief, een meer noordelijk gelegen ommetje. Dát laten we nu links liggen. 

 

Wat een gave kick-ochtend is dit. Zon van opzij, rijen duinen voor ons, een vaag spoor... Rood zand en mooie woestijnbegroeiing. Geen koeien die de boel vernield hebben. Twee kangoeroes zien we en verder is dit even helemaal ons pad, onze wereld. Koffie op een duintje, fotoshoots. Heerlijk "TOY-wandelen" door dit mooie onaangetaste stukje Simpson.

Halverwege wordt ons pad zomaar gekruist door een nieuwe gladde weg. Mmmm, dit is vast de weg, die we noordelijker bereikt zouden hebben. We steken 'm over, want het vage spoor gaat door aan de overkant.

En stom! Vergeten de spatlappen omhoog te doen. Goed gebruik bij zandrijden. Dus bij een achteruitrij-manoeuvre knapt rechtsachter finaal los. Maar, handyman gaat het (later) weer helemaal in orde maken, natuurlijk... 

 

Rond de middag bereiken we het Colson Track. Honderdzeventig zuidwaartse kilometers liggen voor ons. Dan zijn we weer bij de French Line. Aanvankelijk zoeven we glad, recht en zanderig met een vaartje van vijfenveertig kilometer. Links een eindeloos lange duinrichel en rechts nog zo een. Prachtig. Boven op een duin lunchen we.

Maar het pad dwingt ons terug naar tien, vijftien kilometer per uur. Een Colsonbivak dus. Naast het pad staat TOY weer prachtig op het rode zand en tussen laag groen. Groen, dat is van zilverwit via olijfgroen naar frisgroen. En dan alle tinten er tussen in. Mooi!

Sapje, nootje en we laten de dag indalen. Lezen, eten en dan onder de dichtgetrokken hemel, die door de maan erachter toch heel licht blijft, genieten van de zwoele avond. En als er spetters vallen?  Nou, dan is het toch gewoon bedtijd!

 

Dinsdag, 21 mei 2013 (154 km) - S 8: Van lange Paden, een Dingo en een Valk

 

Regenachtig, betrokken. Op voor de laatste 60 Colson-kilometers. Nog steeds zijn er grote delen lastig te berijden. Overgroeid en hobbelig. Even staan we oog in oog met een dingo. Superieure beesten. Ze staan je gewoon een beetje te bekijken tot ze genoeg gezien hebben. Niet bang. Anders dan de grijsvalk. Die wacht het foto-apparaat niet af. Jammer. Een vage foto van de valk in de vlucht houden we er aan over.

 

 

Eindeloos lang zijn de duinen. Als rode dijken, in het met gras en struikjes bespikkelde rode land. Mooi! Ook zijn we onder de indruk van een paar groepjes stugge, noestige acacia’s. Het is goed koffie drinken in hun nabijheid.

 

Rond de middag rijden we Northern Territory uit en South Australia weer binnen. Niet veel later staan we op het door de regen nog roder gekleurde zand van het kruispunt met de French Line. In het natte zand zijn de sporen van drie auto's die vanuit het zuiden de FL opgegaan. Lunch binnenstoys.

 

Zuidelijk op het Colson Track en dan westelijk op de WAA-line. Goed vergelijkbaar met de French Line. Maar heerlijk, dat we hier vooralsnog helemaal alleen zijn. Prachtig om steeds over een duin te rijden en een nieuw dal voor je te zien en de lange streep van het pad, dat mooie mee beweegt met alle op en neergangen in het landschap. Ook hier zijn de opgangen zo nu en dan compleet omgeploegd.

 

Een auto komt ons tegemoet. Een wat verlegen man-in-zijn-uppie. Stoer! Hij sleept een T-Van campertrailer mee over het pad. Op weg naar Alice Springs.

Na 50 WAA-kilometers slaan we af op de Rig Road. Veel wasborddelen hier. Ontmoeting met vier auto's met acht ruige mannentiepjes. Ze gaan naar Birdsville en wie weet treffen we ze er nog. Opluchting om na twaalf  k's af te slaan. We rijden weer zanderig over lage duintjes. Halverwege vinden we het welletjes. Op een strak zandvloertje klappen we TOY's dak open en rusten we uit van de vele, vele hobbels en duinen. Hoogtepunt: de valk en door de lange rit ervaarden we vandaag vooral de ruimte van de Simpson.

De betrokken lucht gunt ons geen zonsondergang en sterker, het gaat weer regenen. Zachtjes, maar zeker. Heerlijk binnen smullen we van couscous met roerei-met-(blik)bonen. Lezen, poetsen en om negen uur is het gedaan met weer een bijzondere Simpson-dag.

 

Woensdag, 22 mei 2013 (167 km) - S 9: 5 Kamelen, 1 Band, 2 Domme Duitsers, 3 Dingo’s  

 

Strak blauwe hemel, fris. Kwart voor negen rijden we. Lage duinen nog steeds en minder ordelijk. Het rode zand van gisteren is verbleekt naar warm geel. Naarmate er meer kleipannen in het landschap verschijnen is er een combinatie van mokkageel, helgeel en bijna wit zand. De kleipannen met hun strakke gladde vloer. Droogstaande  meertjes die alleen bij heftige regen water hebben. En dat gebeurt zelden.

Op het pad zien we sporen van kamelen. Ze verdwijnen en komen weer terug. En jawel na een half uur zien we ze ineens. Een groepje van vijf maakt zich uit de sloffen zodra ze ons zien. Prachtig!

 

 

 

Koffie drinken we op een duintop. Niet erg handig, gezien de heftige wind en het losse zand. Maar ja, dat uitzicht... De lunch doen we in alle rust op een kleipannetje.

 

Nog een paar kilometer en een paar duinen te gaan voor we de K1/Warburton Track bereiken. Mooi duin-opgangetje om op de iBet vast te leggen.

G neemt het knippie en draait aan de andere kant terug voor nog een rondje. En nog eens, maar dan op een steiler stuk. Derde keer lukt het. En dan! Is dat weer de video/foto-adrenaline? Hoe dan ook. Hellinkie af, te kort bochie, bosje, stuur snel om en hoppa! Band floep van velg... Ashshshsaaa!

Daar staat ze dan, onze eerbiedwaardige dame in een TOYs-onterende positie. Schuin op het duin en met bloot rechter voorvoetje in het zand.

 

 

Na wat grrrr-achtige geluiden gaan we aan de slag. G vooral. Ik maak foto's dat het een lieve lust is. We staan gelukkig nog redelijk op de keiharde wind. Maar het blijft een zanderige klus. Jawel, stofbril onvindbaar. Met twee krikkies, het nodige graafwerk, zandplaten en G’s handigheid staat TOY anderhalf uur later weer keurig besloft in het juiste spoor. Zo, dat hebben we ook weer gehad! Half vijf is het.

 

Even later zuidelijk op de Warburton. We volgen mooie gele duinen, kleipannen en het wordt vlakker. De zon daalt en de lucht trekt verder dicht. Prachtig licht!

In de verte nadert een auto! Een Duits stel met een huur-Toyota-met-klapdak. Ze zijn omgekeerd. Dertig kilometer verderop werd het te nat en er naderen buien. Ze gaan via de Warburton en de French Line naar Birdsville. Mmmm...! Wij dus niet, wij gaan door. En nee, met ons mee gaan zien ze niet zitten. Ziet zij niet zitten! “Wir haben uns entschieden”, is zij hem voor. Dom, denken wij, met een tweede auto erbij loopt je geen risico!  

 

We rijden zo lang mogelijk door. Benieuwd naar al dat water. Hier en daar plassen op ‘t spoor. Maar niets verontrustends. Het regent, beetje spetteren meer. Een echte bui wordt het niet. Even na zessen gaat de zon onder en zijn wij toe aan het bivak. Voor de zekerheid zoeken we het iets hogerop. Benieuwd zijn we naar de waterpartijen. Morgen verder...

 

Zo, hoogste tijd voor een poetsbeurt. Eerst het TOY-interieur zandvrij gemaakt en dan onszelf. Nou, dat was me het daggie wel! Nagenieten en lesjes leren onder het genot van couscous, hachee, rode kool. En een wijntje natuurlijk.

En wat is het goed toeven aan de rand van een kleipan onder een prachtige door de bijna volle maan verlichte wolkenhemel.

 

Donderdag, 23 mei 2013 (228 km) - S 10: Van Melkwater, Leem en Douchen

 

Het eind van de voorraden begint in zicht te komen. Het laatste restje yoghurt mengen we met water. Gelukkig genoeg koffie. Zonnig en winderig is het. Da's goed tegen de nattigheid op 't pad. Hoe zal het Warburton Pad verderop zijn... Die Duitsers zijn toch niet voor niets omgekeerd, waardoor ze honderden kilometers extra moeten rijden? Dus wel blijkbaar!

Sommige delen staan onder water, melkkleurig water. De harde leemvloer van het pad is prima te berijden. Je zakt er niet in weg. Buiten het pad is dat risico er wel. Maar oh oh oh, wat plakt het witte goedje! Bij de koffie en de lunch schraapt G bergen van het spul van TOY af. Want, owee, doe je dat niet zo snel mogelijk, dat wordt het keihard!

 

 

De weg trekt over een enorme vlakte. Meestal grauwkleurig stofzand gemengd met wit. Dorre struikjes en de tegenzon geven een somber en donker beeld. Kijk je om, dan kleurt alles ineens veel lichter.

En overal op de vlakte zijn er plasjes en plassen. De kleipannen zijn volgelopen. Het heeft recent hard geregend. Buiten het NP zijn we en dus duiken de koeien weer op. Hier en daar, bij de droogstaande beken, staan groepjes knoestige bomen.

Het Warburton komt uit op de Birdsville Track. En jawel. In hoofdletters vermeldt een bord, dat het Warburton Track gesloten is vanwege overmatige regens. Oh jee, daarom vroeg die man of de Warburton al open was. Nah ja! 

 

Dertig kilometer rijden we op de goede brede weg langs en door de Sturt Stony Desert. Die indrukwekkende enorme vlakte met de Gibber stones. Kleine rode steentjes die door de natuur in miljoenen jaren glanzend gepolijst zijn. Ook hier is er dat zon-effect. Bloedrood met de zon mee en zwart als je er tegen in kijkt.

De afslag naar de Interior Birdsville Track. Het laatste stuk van deze Simpson-trip. Goeie weg, in het begin nog grote plassen. De vlakte  wordt nu en dan doorbroken door duinrichels. Geel zijn ze hier.

We sjezen met 80 km/uur op Birdsville aan. Komen een konvooi van tien auto's tegen en een paar koeien.

 

Half drie Birdsville. Camping drie nachten geregeld en Yes Internet! Mail stroomt binnen. Ik heb rustig de gelegenheid om alles door te kijken. G “doet” TOY-dingen. Bij de roadhouse-garage het wiel afgegeven. Scheurtje in de velg moet gelast en alles zandvrij gemaakt worden en band weer op de velg. Op de dorpse wasplaats is G vervolgens een héule tijd bezig om TOY leemvrij te maken. Aftanken en dan is het de hoogste tijd voor de camping en dus, de douche. Zo! En of dat lekker is!

 

Birdsville Hotel. In de pub treffen we oude bekenden. De zus met de broers van voor Mount Dare en ook de club van het Binns track. Evaringen uitgewisseld en we eten samen met de familiegroep. Gezellig!

Half tien TOY-thuis. De laatste Simpson-trip-dag terug geblikt en bedacht dat de Duitsers nog ergens onderweg zijn. Paar mailtjes en als G slaapt, doe ik mijn (internet- en schrijf-) ding. En jawel, we hebben weer een snurkertje, zeg maar "snurker", in de buurt. De wind doet het iets kalmeraan, dat dan weer wel...

 

Vrijdag/maandag, 24 t/m 27 mei 2013 – Birdsville Bezigheden  

 

Zonnig weer, maar met een frisse wind. 

Thuisfront-updates, ontmoetingen, burenbabbels, TOY-toers, wassen draaien, poetsen, spatlap-reparatie, ruimen, inventariseren, tanken, boodschappen, eten in “the Pub”, websitewerk, routebeslissingen, voorbereidingen, bevroren maaltijden van Steve&Maria, wandelingetjes langs al die bijzondere campertrailers en andere kampeerdingen... 

Helaas… de Yoga Lenovo bekent geen snipper kleur meer. De (mijn) kleine Eee PC laat de foto’s klein, maar wél in kleur zien. Tussendoor interactief spelen... 

 

Maandagavond. afscheidseten in "the Pub". Er is een feestje ter ere van de doop van baby Kathleen. Het halve dorp is er en veel gasten kennen we inmiddels. Van de rodeo, het tankstation, roadhouse, het informatiecentrum, de garage, bakery, de store... Ook Pru, dé verpleegkundige, is er. Net terug uit de woestijn waar ze een omgeduikelde motorrijder met gebroken ribben en een longperforatie te hilp moest schieten. Boeiende baan wel! 

Nog ff en we gaan meeroddelen met de 100 dorpsbewoners. Tijd om te gaan... 

 

Dinsdag, 28 mei 2013 – HALLO BAS, dit is je dag… Bassie Ja...Ja...JaRIG! 

 

Bas zit in Duitsland, dus gaan wij ook maar! Niet naar Duitsland natuurlijk, maar naar Marree, Lake Eyre, Oodnadatta en Coober Pedy...