home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Kazakhstan-Mongolia 2010
::
russia 3
  • algemeen
  • europe 1
  • ukraine
  • russia 1
  • kazakhstan 1
  • kazakhstan 2
  • russia 2
  • mongolia 1
  • mongolia 2
  • russia 3
  • europe 2
::
reisverslag
Kazakhstan-Mongolia 2010 :: russia 3 :: reisverslag

Donderdag, 19 augustus 2010  – Vijeneenhalf uur grens (in)actie en Siberië in


Het wordt een bijzonder-bureaucratische-Russische-grens-overgang-dag van vijeneenhalf uur. De meeste tijd brengen we wachtend door. En in de auto ook nog eens! Een poging om in de buitenlucht de benen te strekken wordt in de kiem gesmoord. Terug in de auto, maant een geüniformeerde grensambtenaar ons streng. Dus dutten, lezen en kijken we.
Maar als dan eindelijk de laatste slagboom voor ons omhoog gaat, zijn wel de TOY-banden gedesinfecteerd, is de TOY-inhoud door verschillende inspecties veilig bevonden, heeft een X-ray scan geen onregelmatigheden (lees: wapens) in TOY kunnen ontdekken, zijn zowel onze paspoortgegevens als de TOY-info in ettelijke boeken genoteerd, ingescand en/of overgetypt in computers, allerlei formuliertjes ten langen leste foutloos ingevuld en hebben we kans gezien het waypoint van Oasis door te geven aan een stel Italianen in een Ambulance…
Pffft! We rijden Siberië in!
Na een paar kilometer stuiten we op een kleine supermarkt met allerlei zaken, die we lang ontbeerden. Met zichtbaar genoegen en behulpzaam brengt het winkelmeisje haar ver weg gezakte schoolengels in de praktijk. Met bergen vers fruit en andere lekkernijen slingeren we over een redelijke asfaltweg door beboste hellingen. Geleidelijk verdwijnen de bossen, waardoor het landschap weer uit de vertrouwde fluwelen heuvels en bergen bestaat. 

 


Tegen half acht staan we gereed voor de nacht hoog en droog en redelijk horizontaal met prachtig uitzicht op het dal. Muggen verstoren onze rust en dus zoeken we de beschutting van TOY op. G zit voorin en ik maak kippensoep.
We zijn gaar van deze wachtdag en herstellende van de darmperikelen, dus liggen we er vroeg in.  Vanuit het dal horen we nu en dan een passerende auto.


 

Vrijdag, 20 augustus 2010 – Heerlijk Ulan Ude en Trans Siberië


De dag begint goed: geen muggen en wel zon! Via een slingerspoor rijden we de helling af naar de doorgaande route. Nog steeds is er weinig verkeer. Steeds vaker zien we houten huisjes met fleurig geverfde ramen en luiken.

 


Bij een tankstation pinnen we roebels. Ulan Ude, de provinciehoofdstad, bereiken we via een prachtige brug over de Selenge-rivier, die ons vanaf het Khovsgolmeer in Mongolië gevolgd is. Het kan niet missen, een enorm hoofd met het welbekende sikkie, staat midden op het rechthoekige vriendelijke plein. Inderdaad, het Leninplein. Trouwpaartjes wachten geduldig in file voor een fotoreportage.
In hotel Baikal vinden we een reisbureau, dat ons verder helpt bij onze zoektocht naar een verzekeringskantoor voor de verplichte WA-auto-verzekering. Net als het meisje aan de hotelreceptie put deze mevrouw zich uit om ons van dienst te zijn. Tevreden stappen we het hotel uit voorzien van een adres en een routebeschrijving. Zo, dat waren we helemaal ontwend bij onze Mongoolse dienstverleners.
Via een goed Engels sprekende mevrouw discussiëren we (G dus) met een technische jongeman over de “overeenkomst” tussen pk’s en kw’s (kilowatts). Hoe het ook zij, we sluiten een voordelige en duidelijke verzekering af.
De verbinding in het internetcafé aan de overkant is bloedsnel. TOY heeft ondertussen over aandacht niet te klagen. Een groep mannen heeft zich rond hem verzameld en G wordt belaagd met vragen en uitnodigingen voor eten en, niet te verwaarlozen, drinken.
Iets verderop is een klein voetgangersgebied met winkeltjes en terrasjes. Dit soort luxe lijkt bijna van een andere planeet! En daar zitten we dan. Gewoon in de zon met een drankje en een hapje. Aan een tafeltje naast ons zitten vier mannen met camera met een behoorlijk uit de kluiten gewassen lens, die ze op iedere passerende schone dame richten!
Een ommetje leidt ons de stad uit en we vervolgen onze route door het dal van de Selenge, een brede, snelstromende rivier. Rondom zijn prachtige boshellingen en her en der dorpjes. De Trans Siberie Spoorlijn is onze trouwe reisgezel. En dan ineens is er een doorkijkje naar het bekende Baikalmeer. En jawel, op dat moment passeert ook nog eens een passagierstrein van de legendarische Trans Siberië lijn. Zo die foto hebben we.

 

 

Aan de zuidkant van het meer ligt de M55 (Trans Siberian Highway) samen met de Trans Siberische Spoorlijn ingeklemd tussen het meer en de bergen in het zuiden. Bebost, zover als we kunnen zien met berken die de naaldbomen inmiddels domineren. De Taiga dus. Op de hoogste toppen zitten bescheiden sneeuwplakken. Talloze rivieren en stroompjes komen aangesneld op het Baikalmeer aan. Evenzo vele bruggen gaan we over.
De spoorverbinding (van Moskou naar Vladivostok), aangelegd om het enorme achterland van Siberië en het Verre Oosten te ontsluiten, werd in 1905 in gebruik genomen. De steden aan de lijn ontwikkelden zich daarna in hoog tempo. Tijdens WO2 ontmantelden de Sovjets alle belangrijke fabrieken (wapenproductie) in het (Europese) westen en transporteerden ze via het spoor naar het oosten buiten bereik van de Duitsers.
Het Baikalmeer blijft verstoppertje met ons spelen. Enkel bij dorpjes en de talloze schitterende spoorbruggen duikt het blauw op door het groen heen. In Baikalsk gaan we een kijkje nemen bij een Namaplek (= Nardi en Marijke) en rijden we door een treurig industriestadje. We nemen een afslag in zw-richting. Op een paadje vinden we met moeite een plek waar geen afval is gedumpt.
De Siberisch Russiche ontmoetingen vandaag deden ons goed na de serviceontberingen van de laatste tijd! En al na één dag zijn we weer helemaal ingesteld op makkelijke (80-100 km-) wegen, goedgevulde winkels en het Siberische landschap, dat precies is wat je je ervan voorstelt.

 

Info:
Het Baikalmeer wordt gevoed door 300 rivieren, maar slechts één rivier, de Angara, voert water af in noordwestelijke richting. Het meer is ongeveer zo groot als België, ruim 1600 m diep en bevat een vijfde van de wereldzoetwatervoorraad. De parel van Siberië is bovendien het diepste en het oudste (20 miljoen jaar) meer van de wereld. Onderzoek naar de vele soorten van leven in het meer is zo omvattend, dat het een eigen naam heeft gekregen, nl. Baikology. Het water zou zo schoon en goed zijn, dat je het kunt drinken. (Bron: Insight Guide).

 

Zo, dat weten we ook weer! Het is een opwindend gevoel om in dit gebied met al die legendarische namen te zijn!


Zaterdag, 21 augustus 2010 – Iza jarig en Irkoetsk

 


Bij een feestelijk ontbijt memoreren we hoe we in 2002 mooi op tijd voor haar geboorte vanuit Mauritanië thuis waren en hoe we Isa Lei (van de Hawaiaanse Pahinui Bros) tot haar lijflied uitriepen. Nu nog zien, via welk medium we haar kunnen feliciteren.
Irkoetsk, waar ooit “le courrier du Tsar” te paard heen ging! Door dezelfde glooiende velden waarschijnlijk, maar of er toen ook zo’n rook hing als vandaag…? We stoppen een paar keer op zoek naar een  goeie wegenkaart. Die vinden we niet, maar we drinken zodoende wel koffie op een parkeerterrein van een supermarkt en zien het doen en laten van de boodschappende Rus in alle rust aan. 
Via een brug rijden we Irkoetsk binnen. In de drukke stad lukt het ook nog prima om een aardige rondtoer te maken langs statige gevels, houten huisjes en een marktje. Maar dan! De weg naar het noorden vinden we niet. Een mevrouw op een tankstation is energiek voor ons in de weer. Om de taalbarrière te slechten wordt menig klant bevraagd op kennis van Engels of Duits. Vruchteloos! Dé mondiale oplossing, een taxi laten voorrijden, blijkt ook hier te werken. Zij belt en wij kopen een (ons eerste!) flesje wodka.
En zo belanden we op een redelijke asfaltweg door glooiende akkers. Tijdens de lunchpauze besluiten we de geplande uitstap naar Listvenichnoe (noordelijker aan het Baikalmeer gelegen) te schrappen. Ondanks een navigeerfout en een politieafzetting raken we goed op route naar Listvyanka. Voor de Russen is dit een geliefde toeristische attractie. Het plaatsje ligt ten oosten van Irkoetsk aan het Baikalmeer, waar een brede rivier (de Angara) het water afvoert. Een dam verderop heeft ervoor gezorgd, dat het waterpeil meters hoger is geworden. Als de dam zou door breken, wordt Irkoetsk van de kaart geveegd (Insight Guides). Een strenge bewaking van het waterwerk is inderdaad op zijn plaats.
We kuieren over de boulevard en besnuffelen de kraampjes met souvenirs. Het expeditiegevoel maakt plaats voor de kalmte van een toerist op een zonnige dag. Lekker toch?
Op plaatsen als deze is er goede gsm-ontvangst. Dus kunnen we de jarige bellen, die helemaal vol is van cadeautjes en taarten bakken. We genieten van dat enthousiaste stemmetje! Het is ook even het aanraken van die hele andere wereld thuis!
Voor een mooie TOY-overnachting verwijst de toeristeninfo ons naar een P-plek, waar meer en rivier samen komen. Bij het Baikal monument genieten we van een prachtig uitzicht op rustig varende vissersbootjes en een mooie zonsondergang. Er vlakbij echter ligt een prachtig hotel (the Baikal Legend) met een mooie Parking. Naast hetzelfde fraaie uitzicht, is er ook een goed restaurant voorhanden. En gezelschap!
De wijn is (nagel-) kruidig en we vermaken ons met de voorbereidingen van een bruiloft. Een NL-newly-wed-couple verdraagt ons gezelschap en wij genieten van de beschrijving van hun huwelijksdag een week geleden. Ze gaan verder met de Trans Mongolian naar U.B. en “doen” vandaar de Gobi-en treinen dan door naar Peking en Thailand.
G eet de legendarische mulan (baikalvis), die tegenvalt en ik geniet van heerlijke lambchops. En de kruidnagels! Net als in de wijn zijn ze volop aanwezig zowel in de saus als in het broodje.
Vanuit TOY kijken we uit op het meer, horen we de passerende auto’s en de boing-boing-muziek van de bruiloft. We slapen fantastisch.

 


Info:
De Trans Siberian Railway bestaat uit: de hoofdlijn, de Trans Siberian (Moskou-Vladivostok) die twee “afslagen” heeft nl.: de Trans Mongolian (van Irkoetsk naar Ulaanbaatar) en de Trans Manchurian (oostelijker gelegen afslag naar China) . De TSR is de langst doorgaande treinafstand: ze overbrugt zeven tijdzones en bijna 10.000 kilometer (gebouwd tussen 1890-1905).
De Taiga is een boszone van berken en naaldbomen, bijna even groot als West -Europa en al miljoenen jaren hetzelfde. De naam Siberië stamt uit het Mongools en betekent: slapend land.

 


Zondag, 22 augustus 2010 – Jovita jarig en wisselende Siberië-kilometers

 

Na een goed ontbijtbuffet nemen we rond tien uur afscheid van het Baikalmeer. Bij het “Houtmuseum” treffen we onze ontbijtgenootjes Stephany en Jort. Graag nemen we de uitnodiging aan om samen met hen én hun chauffeur/gids/tolk Anna de wandeling over het museumterrein te maken.

 

 

De houten huizen zijn indrukwekkend. Helemaal dokter Zjivago, zeg maar. Het eerste, dat in een huis werd opgesteld was het “rode hoekje”. D.i. een icoon met een (rood) kleedje, kaarsjes en de portretten van overleden familieleden. Het heilige hoekje. “Wij Russen”, zegt Anna, zijn heel gelovig.
Ze vertelt over de kolonisering van Siberië door de Russen vanaf de 17e Eeuw. De oorspronkelijke bevolking, de Burijati, integreerden voor een deel met de Russen.
De Burijati is een volk dat afstamt van de Mongolen en mixte met de Eskimo’s. Ten noorden van het Baikalmeer zijn nog dorpen waar mensen volgens eeuwenoude tradities leven. Het Sjamanisme (de natuur heeft een ziel) staat centraal. Zo weigeren ze medewerking aan jacht voor plezier of commerciële doeleinden. Doden van een dier mag alleen als het echt noodzakelijk is.
En ook vertelt ze, dat hier vlakbij, ergens tussen het museum en Listvyanka, de allereerste goelag (concentratiekamp) van Rusland werd ingericht.
Het is zonnig en het bos geurt. We genieten van de wandeling en alle informatie. Na het afscheid gaan wij verder op onze westwaartse trip. We ronden de stad deze keer zonder enig probleem. Geen kunst meer na alle ritten die we er maakten en waarvan we het track in Mien hebben.
Na de stad volgen we nog lang de Angara en rijden we door een landschap waar de taiga heeft moeten wijken voor akkerland. Daardoor is het meer open dan we hadden verwacht. De M53 is een 80- tot 100- km weg afgewisseld met slakkengangstukjes en , jawel, er zijn zelfs “zoefdelen”.
We lunchen ergens op een zandpad. In Tulun stoppen we voor een felicitatietelefoontje met de jarige Jovita en in een supermarkt graaien we gretig fris fruit bij elkaar.
De laagstaande zon staat recht op de vieze voorruit en we zijn aangeland op een daverend slecht stuk weg. Dat het een gravelweg geworden is, is nog tot daar aan toe, maar het vrachtverkeer is de dominante weggebruiker geworden. En dat gooit me toch een stof op! De eerste de beste zandweg die we zien gaan we op. We moeten er een paar kilometer hobbels en modderpoelen voor over hebben, maar dan staan we ook picobello in een echt Siberisch Berkenbos! Niet dat het iets met de omgeving te maken heeft, maar de Knorr Nasi (met versierselen) doet het geweldig.
We bellen met D: het gaat steeds slechter, hij begint het op te geven…
De bijna volle maan laat de witte berkenstammen oplichten in de nacht. Schitterend! Van top tot teen fris gewassen gaan we slapen in een stilte, die nu en dan doorbroken wordt door een langzaam passerende auto over de gravelweg.


Maandag, 23 augustus 2010 – In tempo westwaarts 

 

Vanwege de muggen ontbijten we binnen. Gelukkig gunt het muskietengaas ons fraaie doorkijkjes naar het bos en de gele graanvelden.
En dan beginnen we aan een heerlijke en lange rijdag van 820 kilometer. Het glooiende landschap is al vanaf Irkoetsk ongeveer hetzelfde: berken- en naaldbossen, afgewisseld met gras- en akkerland. Er zijn veel rivieren, waaronder hele brede.
De weg, ach ja de weg, de grote oost-westroute door Siberië! Van Irkoetsk tot aan Tulun (afgelopen bivak) was een 80 – 100 tweebaansweg. Het traject daarna tot aan Krasnojarsk was sterk wisselend. Van gravelpiste tot glad asfalt en alles er tussen in. Soms stukken van de gloednieuwe weg of de contouren ervan. (Noot voor NaMa: jullie modderberg is nu een hele mooie stofberg geworden door een flinke verhoging en afgewerkt met gravel!)


 

Resto’s zien we nauwelijks en het is vrij lastig om een goeie pauzeplek te vinden. Voor de lunch staan we niet ideaal (open plek in het bos met wegaanlegmateriaal), maar we genieten van de rust en de zon. De natuur vertoont hier en daar de eerste tekenen van de naderende herfst. Zomers duren in dit deel van de wereld niet al te lang. Aan de temperatuur is dat niet te merken, die loopt op tot 32 graden. Het kan verkeren, volgens info was het een week geleden nog maar net boven het vriespunt.
We genieten en het gaat lekker. Onderwijl passeren we dorpjes van houten huisjes met stapels berkenhout voor de deur. De Taiga is groter dan het Amazonegebied en ligt ten noorden van de berkenbossenstrook en ten zuiden van de toendra, die altijd bevroren is. Dat zijn dus vele vele Taiga-kilometers.
En passant inspecteren we drie overnachtingsplekken van de groep van NaMa en B&J (2007) en één van Javanosi (2005).
Om ‘n uur of zeven (klok verzet en dus de dag een uur langer gemaakt) zien we een serieus uitziend restaurant. En dat is het ook. We krijgen in vlot tempo onze borsj en rijst met goulash en rijden daarna nog bijna twee uur door. Een flinke regenbui maakt het donker, maar spoelt ook veel modder en insectenlijken van TOY af. Lekker schoon zoeken we een nieuw modderpad op!
Vanaf ons bivak horen we in de verte auto’s voorbij razen. Met wodka en whisky en achter de kiezen is het goed inslapen niet in het minst door een heerlijk vooruitzicht: morgen bereiken we het Tomsk en wacht ons een goed hotel met douche!


Dinsdag, 24 augustus 2010 – Via speedguns naarTomsk en een afscheidstelefoontje


Het voelt vroeger dan het is als we opstaan. Bewolkt en fris is het en dat niet alleen, er waait een harde wind. Na de koffie zijn we vlot op pad. Het landschap blijft hetzelfde en op de weg is het nog steeds niet erg druk, gezien het feit, dat dit een hoofdverbinding is. Het valt G op dat er steeds meer  Freightliners en andere Amerikaanse langeafstandsvrachtwagens zijn.
Snelheidscontroles nemen in rap tempo toe. Daar staan ze dan ergens tussen bosjes of net om een bocht, de mannen met de grote petten en hun speedguns. Gelukkig is de solidariteit onder de weggebruikers groot en wordt er driftig geknipperd met het licht.
We slaan af in noordelijke richting naar Tomsk. Er zijn mooie houten huizen en het wordt een van de mooiste Siberische steden genoemd. Hotels zijn er makkelijker en goedkoper te krijgen dan in Novosibirsk. Da’s meegenomen, als je toe bent aan douche en internet. Toch?
Het hotel (de Magistrat) staat aan het Leninplein. Jawel, ook hier staat hij weer onze man met sik, levensgroot en met een breed armgebaar deze keer.



Bij het inchecken wijst de receptioniste ons erop, dat we ons nog niet hebben laten registreren. Volgens de Lonely Planet zou dat om de drie dagen bij hotels moeten!. We tillen daar niet erg zwaar aan. Politeagenten rondom Moskou zouden ernaar kunnen vragen, vertelde iemand ons. Wie dan leeft, wie dan zorgt, is ons motto. En sowieso verstaan we geen Russisch! Toch? Afijn, de dames van de receptie doen hun plicht en gaan het regelen.
We eten lekker bij PastaMama, wandelen, douchen, wassen, internetten en kopen een indrukwekkende wegenatlas van Russia. Tomsk is een universiteitsstad en wat we ervan zien is mooi, maar minder indrukwekkend dan we op grond van de gidsbeschrijvingen hadden verwacht.
We hebben telefonisch contact met D, en nemen afscheid, voor altijd…

 

Woensdag, 25 augustus 2010 – Kruinloze berken


Het afscheidstelefoontje met D gisteravond beheerst ons gevoel…
American breakfast genieten we in het stijlvolle, superchique en lege restaurant. Na de laatste mailtjes toeren we naar de straat met de houten huizen. Prachtig zijn ze, maar de meeste zijn erg verwaarloosd. Het zal vast wel kapitalen kosten om ze te onderhouden, laat staan te restaureren.
Om elf uur rijden we via de brug over de Tom de stad uit. Langs bossen en velden gaat het naar de doorgaande M51. Het landschap is inmiddels een stuk vlakker. In de namiddag zijn er meertjes en staan er witte kruinloze berkenstammen als soldaten stram in het gelid. De graslanden verkleuren hier en daar naar herfsttinten.

 

 

De weg is goed tot zeer goed. De snelheid varieert mee van 100 tot 120. Toegestaan is 90 en dus zijn we nog steeds druk met het detecteren van snelheidscontroles. G is een meester in het passeren op de tweebaansweg. Het is een kwestie van ver vooruit zien en andere weggebruikers goed inschatten. En dat kannie, ook dankzij TOY, die lekker pittig op het gaspedaal reageert. Bovendien blijft G klaarwakker en schieten we flink op.
Urenlang kunnen we zo genietend kilometers maken slechts onderbroken door de noodzakelijke plas-, tank- en lunchstops. Langs de vernieuwde delen van de M51 verschijnen ook steeds meer hedendaagse restaurants. We eten er prima! Eind van de middag pakken de wolken zich samen. Het wordt donker. Niet veel later zitten we midden in een enorme stortbui. Het klaart op en de laatste uren rijden we in mooi licht.
Om negen uur (en ruim 800 km op de dagteller) zijn we bij een motel met restaurant. Erachter is een groot geasfalteerd parkeerterrein. Solidair met NaMa en B&J (camping 81) besluiten we er de nacht door te brengen. Hoeven we ook de schoongeregende TOY niet weer allerlei modderpaden op te sturen.
We eten in het selfservice en kunnen nog net kiezen uit de laatste restjes. De kosten voor een verblijf hier komen op Euro1,70. Is goed te doen, dachten we. Een schriel manneke in uniform bewaakt ons als tegenprestatie.

 


Nipje wodka en naar bed. De klok gaat alweer een uur terug en dat brengt het tijdsverschil met het thuisfront op vier uur. Twee keer nog arriveert een vrachtwagen en dan wordt het heel stil.


Donderdag, 26 augustus 2010 – D’s day, Siberië uit, de Oeral in en politie


Het was wonderlijk stil op onze grote P of camping zoals het ook genoemd wordt. We hebben goed geslapen. Tevreden schuiven we de tweebaansweg weer op. Met een lekker gangetje rijden we door het landschap van berkenbosjes en gras- en akkerland. Lange tijd hangt in het land een nevel van blauwe rook. Ook hier stonden bossen in brand.

 


Voor de koffiepauze en andere noodzakelijkheden rijden we een pad op. Het is er nat en modderig, maar de mate waarin het glibbert, hadden we niet voorzien. TOY’s banden zijn binnen de kortste keren centimeters dikker door de gladde gitzwarte plakmodder. We doen een een anti-slipcursus op de vierkante meter als het ware. Terug op het asfalt zijn er heel wat kilometers nodig voor het profiel weer zichtbaar is.
De weg varieert vandaag wat meer. Er zijn ook 50-km stukken bij. Dat wil zeggen, de overheid gebiedt ernstig om gas terug te nemen. De snelheidcontroles blijven ons gezelschap en zeker op 50-km-trajecten.
De lunch in een wegresto komt niet echt van de grond. Het giechelende meisje concludeert ten langen leste, dat we soep willen en een tomaat in plakjes met mayo. Zucht, hadden we maar Russisch moeten leren! We voeden onszelf bij in de TOY-keuken.
Eind van de middag doen we inkopen in een supersupergrote Metro bij Tjumen. IJzig koud is het in de speciale koelruimte voor vlees, bij de zeepafdeling stinkt het dat het een lieve lust is, net als bij de vis en de zoetigheden. Je hoeft je neus dus maar achterna te lopen om te vinden wat je zoekt. Niet ons soort zaak, wel lekker groot en dus goed voor de lichaamsbeweging.
23 Kilometer verderop bereiken we de grens van het Siberië-district en rijden we de Oeral binnen. De graanvelden zijn ineens een heel stuk groter. Ondertussen speuren we naar een goed en goedkoop tankstation. De prijzen zijn de laatste 100 km flink opgelopen en met ruim 200 liter in de tank maakt dat al gauw 15 euro uit. En daar kunnen we in de wegresto’s wel drie keer voor eten.
Nog steeds reizen we gezellig op met de ANC’s, de politiecheckpunten. Op regelmatige afstanden zien we ze. Het is een sport om net op tijd vaart te verminderen en met 50 langs de mannen met de grote petten te sukkelen. Meestal lukt dat prima! Maar soms dus niet! Zo half schuin voor ons beweegt een grote pet met zwaaiend knuppeltje de weg op. Tuurlijk zien we dat niet, een grote geparkeerde vrachtwagen trekt onze aandacht!
Een paar kilometer verder vinden we een tankstation naar onze gading. Binnen eerst afrekenen, dan wachten en tanken. En jawel, daar komt hij aangereden, de politiewagen met zwaailicht en al. De mannen van de controlepost hebben ons gevonden. G wisselt juist met een Russische vrachtwagenchauffeur uit, dat we elkaar helaas “nicht verstehen”.
Bewust van hun belangrijkheid spreken twee piepjonge politiemannetjes G streng toe. Zo tenger zijn ze, dat de toch al ruim bemeten petten nóg groter lijken. De chauffeur roept naar G “nicht verstehen!” en verdwijnt lachend.
En nee, we verstehen d’r helemaal niks van. Zij ook niet trouwens. We blijven hartstikke meewerkend en praten ondertussen honderduit. In het Nederlands. Dat wel! Ook deze ijverige mannen geraken uiteindelijk op het laat-maar-zitten-punt en weg zijn ze. Op naar volgende wetsovertreders!
Om negen uur en na ruim 800 kilometer is het hoogtijd voor een bivak. Een asfaltzijweg brengt ons een eindje bij de doorgaande weg vandaan en naar een pad regelrecht op een heerlijk geel maaiveld achter een klein berkenbosje. Hoog en droog staan we. De uitgebreide uitsmijters zijn heerlijk, het kleffe brood wordt er goed mee verdoezeld. En er is wijn (Bram: uit een aanbiedingsdoos van de C1000 in Utrecht…!!!). Het bosje ruist zacht en in de verte horen we soms een auto gaan.


Vrijdag, 27 augustus 2010 – Nog meer Babylonse politiecommunicatie


Heerlijk is de ochtendstond op ons gele stoppelveldje. We sliepen als Mongoolse marmotten en starten in rust met yoghurt en muesli. We hebben de hoop op goed brood voorlopig opgegeven. Ook de Metro-variant was niet wat we hoopten.
De dagmars begint goed. Het is zonnig, lichtbewolkt en af en toe valt er een buitje. En beter, G krijgt een snelle Russische auto in het vizier. Enthousiast stelt hij vast, dat we hier van doen hebben met een “goeie chauffeur”. Waarom dit belangrijk is? Wel, een local weet in de regel, waar de snelheidsmetende agenten staan. En aanhaken bij een local met herkenbare rijambities is een lust op deze tweebaanswegen. In een soepele cadans snelt de zwarte Rus met in zijn kielzog onze witte TOY vele kilometers voort.

 


Het is afgelopen zo’n vijftig kilometer voor Jekaterinburg. De weg is overvol, slecht, er zijn wegwerkzaamheden, een spoorwegovergang en een dorp waar de weg zich versmalt.
Bij Jekaterinburg duiken we een vlotte rondweg op. Van de stad, waar in 1918 Tsaar Peter en zijn gezin werden vermoord, zien we aldus slechts de zoom van woonblokken gelardeerd met industrie. We rijden richting Perm (Nepmb, in het Cyrillisch). Gaat het aanvankelijk nog aardig, uiteindelijk dansen we over een hobbelweg als ware het een puckelpiste. En druk, dat het is… In een wegrestaurant komen we even bij.
We bellen. D is overleden …
Langs de weg wordt van alles verkocht. Zagen we in Siberië vooral bospaddenstoelen en bosbessen, hier is de wegberm opgefleurd door alles wat mensen in hun moestuintjes kweken. Alle mogelijke soorten fruit, meloenen, aardappelen, wortelen, tomaten , maar ook honing, olie, vis, kruiden en dennentakjes…



Volgens een (Cyrillisch) bord kunnen we op twee manieren naar Moskou. Mmm, dat is interessant. We doen navraag. De man van het groentekraampje is resoluut. De groene, d.i. de noordelijke, route moeten we nemen. Daar kunnen we niets tegenin brengen, dus slaan we af in N.W. richting. En wat een genot! Nauwelijks  verkeer, nauwelijks steden en dorpen, de regen maakt plaats voor zon.
Het is genieten op de heerlijk slingerende wegen door golvend heuvelland, afwisselend bekleed met (naald)bossen en velden.
Noch op Mien, noch in de wegenatlas en op de Ruslandkaart is deze route te vinden, maar de borden zijn duidelijk genoeg. Via Kirov gaat het en hup naar Moskou. We rijden zoals we de hele dag nauwelijks gereden hebben. G leeft helemaal op. Een afslag! We hebben tijd nodig om op het bord Kirov (in het Cyrillisch) te ontcijferen en op de wat merkwaardig gevormde vork, merken we op het nippertje dat we de verkeerde afslag hebben genomen. Geen nood! “Een beetje” tegen de verkeersrichting in scharrelen we over een dwarsverbinding naar de goeie weg.
En jawel, een juist passerende agent betrapt ons. Hij posteert zich in de berm en vangt ons op met zijn zwart/wit knuppeltje. Ons acteertalent komt weer goed van pas! In vlot Nederlands bestoken we de man met vragen over het vervolg van de route naar Moskou. Natuurlijk begrijpen we weer helemaal niets van wat hij ons duidelijk probeert te maken… Ook deze oom agent geeft het op en verdwijnt. 
Veel bivakmogelijkheden zijn er niet aan deze route. Slechts hier en daar verdwijnt een modderig pad tussen de bomen. Maar ook vandaag komt alles terecht. We glibberen een afslag naar een dorpje op. Onder de modder is gelukkig een harde onderlaag voelbaar. Na zo’n 750 kilometer staat TOY aan een boerenpad klaar voor de nacht.
Terwijl ik kook, zit G voorin. Hij hoort iets en in het halfduister ziet hij hoe een wolf, duidelijk een wolf, op de motorkap springt en de zak vuilnis (die we daar nota bene neerleggen om te voorkomen, dat dieren er aan rommelen!) mee grist. Hij verdwijnt in de bosjes. Oeps, dit is opwindend! Een kwartier later is hij er weer. Tja, en deze keer hebben we de zaklampen in de aanslag. En in dat licht bezien, wordt onze wolf een gewone hongerige hond. Even beleefden we een echt Russisch avontuur. Toch? Morgen zullen we in de bosjes de resten van het afval bij elkaar rapen.
Het is negen uur (oude tijd) en we eten heerlijk, pastacarbonara (met dank aan Sietse), komkommersalade en een beefburger. Tuuuuurlijk met een glas wijn!!! Om half twaalf is het stil in huize TOY.


Zaterdag, 28 augustus 2010 – Een gebroken rib en vele hobbelwegen


Geen goede combinatie. Da’s zeker. Na een dag van 12 uur en 930 km, staan we op een struikveldje in een bos. Zachtjes en soms harder tikt de regen op het TOYse dak!
GEBROKEN RIB? Ja, Ja, een gebroken rib, zo te voelen! Die van mij dus. Een ongeluk blijkt in kleine hoekjes te zitten. Zodoende. Plok, zei-die, en dat was het. Pas later ging het pijn doen.
Kortom, de route ging door bossen, weer veel dennenbossen en open velden. Ons vermaak van de afgelopen dagen, het detecteren van speedguns, moesten we ontberen. Er was weinig verkeer en de verkopers langs de weg waren ook al dun gezaaid. Twee keer zagen we een bruidspaar met gevolg op een brug over een van de vele rivieren voor de fotorapportage.
Hoe wij ons dan wel de dag door reden? Wel, G was druk met het opvangen van allergische niesbuien en neusdruppels (druppels UIT de neus, welteverstaan!). En ik met het anticiperen op de hobbels in de lapjesdekenwegen (d.i. wegen die vele, vele malen hersteld zijn en daardoor hun gladheid reeds lang hebben verloren) om tijdig gekwetste-rib-beschermende maatregelen te kunnen nemen. Samen met de nodige pijnstillers kwam ik de dag redelijk goed door. Uit een sms-consult met neefje GBJ, huisarts, kwam de geruststellende mededeling, dat er niets aan te doen is. Gevaar voor perforatie van de long neemt af na de eerste dagen en verder gewoon zes weken pijn. Zo, de eerste dag is alvast voorbij!
Ook sm-essen we er lustig op los met Saskia&Emiel over de voortgang van ons beider Russia-transit. Twee dagen achter ons zitten ze, op dezelfde noordelijke route als wij. Zij het, dat zij afslaan naar Petersburg en wij naar Moskou.
We denken aan D en memoreren, wie hij was en de vele bijzondere koffie-uurtjes met speculaasjes.
Enkele grotere plaatsen passeren we via rondwegen. De piepkleine dorpjes liggen zo’n beetje tegen de doorgaande weg aan geschurkt. Een zo’n gehucht rijden we in. Langs een zandweg liggen de houten huizen met gedecoreerde kozijnen en de daken met eterniet golfplaten. Hier is te zien, hoe het platteland leeg loopt. Er is ook niet veel waarmee de kost verdiend kan worden. In een paar huisjes zijn tekenen van bewoning. Een oude vrouw scharrelt met hooi rond. De meeste huizen zijn ver gevorderd in een langzame maar zekere aftakeling. Jammer, er zou zo een openluchtmuseum van gemaakt kunnen worden. Andere dorpen zijn meer vitaal.
We doen twee wegresto’s aan. Met de Lonely Planet in de hand, lukt het steeds beter te krijgen wat we willen. Meedenkende dames kijken mee in de woordenlijst en wijzen aan wat ze hebben. We leren het wel!
Zo ging dat vandaag. Onder de medidrugs duiken we laat of bijtijds in bed. Het is maar hoe je het bekijkt. Want we zijn twee tijdszones door gegaan en de klok gaat twee uur terug. Dus van half twaalf is het dan zomaar ineens half tien…


Zondag, 29 augustus 2010 –  Gast in de Gouden Ring: Soezdal 


Het regende toen we gingen slapen, het regende de hele nacht en vanmorgen regent het nog steeds. We zijn weer helemaal blij met de mogelijkheid ons ontbijt in de beschutting van TOY te kunnen doen. En gelukkig zijn we over een graspad en een weggetje van betonnen platen op deze bivakplek terecht gekomen. Zodoende bereiken we modderloos en glibbervrij de doorgaande weg.
In Poctoma maken we een omweggetje voor we de gigabrede Wolgabrug over gaan. Wolgawater en hemelwater gaan in één grote grijsheid soepel in elkaar over. Gelukkig is het niet druk. De afwatering van de wegen hier is namelijk niet echt in orde, om maar zo te zeggen. Er staan plassen als meertjes en iedere auto, die erdoor rijdt, gooit een enorme golf op. Met regelmaat wanen we ons in een onderzeeër.
Tegen de tijd dat we Soezdal (35 km ten noorden van Vladimir en 230 km ten oosten van Moskou) bereiken zijn de stortbuien gekrompen tot een enkel spatje. Hier en daar is zelfs een streepje blauw te zien. We checken in in het oudste (Falcon)Hotel midden in het centrum. De kamer is prima en we hebben onbeperkt en gratis toegang tot het internet. Het is ver buiten het toeristenseizoen, we zijn de enige gasten.
We duiken meteen het internet op en updaten onszelf met het laatste nieuws voor we aan het skypebellen slaan met verschillende mensen. Later in de middag wandelen we door het eeuwenoude stadje, dat in zijn geheel op de Werelderfgoedlijst van de Unesco is opgenomen. Soezdal behoort tot de Gouden Ring, een serie steden die een grote rol speelde in de kleurrijke (handels)geschiedenis van Rusland en grote welvaart gekend heeft. De bewijzen ervan bestaan uit heel veel kerken, kloosters en andere fraaie gebouwen. Met veel goud ja, vandaar de naam.

 


Het charmante keienpleintje, een houten fort (boerderij), handelsgalerij (marktje), het brandweergebouw met uitkijktoren en de kerken... Terug in de tijd kuieren we rond en vermaken ons in het voorbij gaan met de enige andere toeristen, de onontbeerlijk bus Japanners en een Italiaans echtpaar met een luid, zeer luid sprekende gids.
In een knus restaurantje drinken we heerlijke koffie en eten we de alom tegenwoordige pannenkoekjes met garnering naar keuze. Het diner gebruiken we in het hotel. Beef Stroganoff is hier: reepjes (goed!) vlees in een romige saus. Er is geen garnering of een sidedish bij te bestellen. Okee, brood scoren we nog, maar dat is het dan wel.
Er is nu nog maar twee uur tijdsverschil met Nederland. Dat maakt de contactmogelijkheden een stuk eenvoudiger.


Maandag, 30 augustus 2010 – Copieus Soezdal afscheid en Moskou wordt gerond


Eh nee, we doen geen wasjes meer. Vanaf hier sparen we op voor de wasmachine thuis. Het hotelgevoel is dus compleet. Het ontbijt! Copieus: appelsap, schaaltje fruit, yoghurt, dikke omelet met warme worst, havermoutpap, pannenkoekjes met boter, jam en zure room, brood met ham, kaas en worst, komkommer, tomaat, uibroodje, koffie, thee… 
We beraden ons op het vervolg van de route en wegen af of we nog een nacht blijven of niet. Via het internet worden we eraan herinnerd, dat de camperbeurs in Düsseldorf in volle gang is. Zondag a.s. is het afgelopen. Plannen aangepast: op naar de beurs. Vrijdag of zaterdag kunnen we daar zijn.
We checken uit. We rijden een rondje door het pittoreske stadje met de houten huizen en de kerken uit verschillende periodes en in allerlei stijlen. De oude fortwallen met (droge) grachten doen ons aan Naarden denken.
Ten afscheid lunchen we in een paleis van het Kremlin. We gaan er eens goed voor zitten. Een restaurant in dit prachtige gebouw en met deze ambiance moet wel goed zijn. We komen niet bedrogen uit. G watertandt nog als hij aan de dorade denkt. Ik geniet van een steak in Kremlinstijl! Een super (mooi!) glas wijn maakt het af. In het museum leren we het een en ander over Soezdal en zijn rijke geschiedenis. Beperkt wel, want alle teksten zijn in het Russich Cyriliisch. De kathedraal is overweldigend door de vele fresco en al het goud dat er blinkt. De enorme deuren met bewerkt koper, goud en hout maken diepe indruk.



Tevreden wandelen we terug naar TOY. Nu zijn we klaar voor de grote oversteek door de rest van Europa. We worden even opgehouden op de rondweg van Vladimir en een paar uur later nog eens op de ring rond Moskou. Ondertussen hebben we het vierbaansgevoel weer helemaal kunnen beproeven. We schieten dus goed op. Een paar kilometer voor we de ring verlaten, belanden we in een file op de vijfbaansweg. Zo hebben we ook nog rustig de tijd om Moskou-op-afstand te ervaren.
De M9 is een snelle en lege snelweg. Voor het eerst sinds de anderhalve week, dat we in Rusland rijden, zie andere nummerborden dan de RUS. Het is dan ook de E22, een internationale Europese verbindingroute. Als we meer dan 400 km op de teller hebben, slaan we van de weg af en nog eens tot we op een zandweggetje zijn. Op een spoor rijden we een pas gemaaid graslandje op. In het laatste licht geven de mistbanken over het weiland een heerlijk mysterieuze sfeer aan onze nieuwste verblijfsplek.

 


We horen schoten en niet veel later komt de eigenaar van het lapje grond langs. Hij was inderdaad aan het jagen. Op wildzwijn mimet hij. Of we niet in zijn huis willen komen slapen. We laten ons TOY-bed zien en met een ferme hoofdknik laat hij weten dat hij onze keuze volkomen begrijpt.
Na een bijzondere Chinees-Russisch-Mongoolse combisoep houden we het vroeg voor gezien en gaan de oogjes toe en de snaveltjes dicht…


Dinsdag, 31 augustus 2010 – Voor de derde maal Russia uit


Zoals altijd koesteren we de vroege morgen op onze bivakplek. De damp is opgetrokken en we bezien ons weitje in beginnende herfsttooi. We zijn trots. Zelfs in de schemer werkt onze neus voor mooie plekjes.
De koffie is klaar en de yoghurt erin. We vertrekken voor de laatste Russia-etappe. 420 Kilometers over de weg die een zwaar appel doet op de Russische overheid om verbeterd te worden. Spoorvorming in alle richtingen dwingen auto en chauffeur zich over te geven aan het wegdek.
Om twaalf uur onze tijd (tien uur NL-tijd) herdenken we D, die gecremeerd wordt…
Bij een kruispunt wisselen we de resterende roebels voor volle dieseltanks, vruchtensapjes, water, brood, nutsen en wodka: 40 Roebel = een Euro = een flesje. Zo, dat ruimt goed op. Het is al lang lunchtijd, dus besteden we de allerlaatste roebels aan een echte Russische hamburger. De koffie krijgen we cadeau. Toch een goed afscheid van Rusland en van de twee aardige dames, die hier de scepter zwaaien. 
Bij de grens stellen we ons in op een nieuwe Russische oefening in geduld, als we aansluiten achter zeven personenauto’s. Verschillende chauffeurs zijn in slaap gesukkeld, hetgeen een erg sterke aanwijzing is voor een lange wachttijd. Maar het valt mee, of we hebben geluk. Na tien minuten is er beweging. Het beruchte witte immigratio-formuliertje moet weer worden ingevuld. Deze keer alleen door de auto-eigenaar. Er is een TOY-check, waarbij ons Gobi-kampvuurhout de meeste aandacht trekt. Ook nu weer snuffelt men onder de motorkap. De meeste tijd gaat zitten in het inkloppen van alle TOY- en persoonsgegevens. Ach ja! Na 40 minuten is het klaar!
Terwijl we oprijden naar Eurogenoot Letland, zien we de enorme file vrachtwagens! De Russen maken blijkbaar ook hier veel werk van de inreisformaliteiten. Arme mannen!
Rusland! Land van bossen, bossen, bossen en meren, prachtige steden, wisselende wegen, en van een enorme uitgestrektheid. Het kan niet anders, we hebben slechts vluchtig aan dit immense land kunnen snuiven. De uitgestrektheid en leegte heeft misschien wel de grootste indruk gemaakt.
We hebben al flink gefantaseerd over reizen in de toekomst, waarbij we misschien nog eens dit land, of beter: continent, diepgaander en in rustiger tempo willen gaan exploreren.


Deze derde keer waren we 11 dagen in de Russische Federatie en reden we 6.800 kilometer. Samen met de twee andere etappes (resp. 900 en 1.100 km) reden we in totaal 7.900 Russische kilometers.