home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Trans-Sahara 2008
::
algeria 2
  • algemeen
  • tunisia
  • algeria 1
  • algeria 2
  • mali
  • mauritania
  • morocco
::
reisverslag
Trans-Sahara 2008 :: algeria 2 :: reisverslag

 

(Tunesië): Tunis – Douz – Tozeur – (Algerije): Touggourt - Djanet – Tamanrasset - Assekrem - In-Salah - Aoulef - Bordj-Mokhtar

 

Bericht vanuit Timboektoe, 31 oktober 2008  - Algerije, voorbij Tamanrasset

 

Na een emotioneel afscheid van Nadjem’s gezin trokken we, weer volgeladen met water en diesel, naar de Assekrem (gebergte). Vandaar reden we noordwaarts over een zelden bereden spoor. Spannend en prachtig! We zoeken onze weg over zwart vulkanisch gesteente en door valleien. In een afgelegen dorpje (Mertoutek) rijden we door een rivierbedding met helder water om prachtige rotstekeningen te bewonderen.

En verder ging het slingerend langs de Teffedest en vandaar westelijk naar Moulay Hassan, waar de lokale gids na vijf dagen wachten vertrokken blijkt. We beslissen om de 120 kilometer naar Arak (waar de gids woont) over de asfaltweg te rijden. Met name voor Piet-Hein is dat geen straf.

 

Bij Arak genieten we van de schitterende gorges en van het westelijker gelegen woestijngebied met zwarte versleten bergwanden en soms indrukwekkende duinpartijen. Gerard kan zo nu en dan zijn hart ophalen en Abdellah gilt het uit als ze samen de duinen op en af stuiven. Oostelijk van de Adrar n’Ahnet trekken we naar het noorden.

 

In In-Salah is geen diesel te krijgen en na een “camping”-nacht gaan we verder naar het westen over een vlakte. Het is de route, die Nadjem in 1984 met de baas van de Dakar (Thierry Sabine) uitzette (zoals hij dat ook elders een keer of zes deed). De sporen van het Dakar-bivak zijn er nog altijd zichtbaar.

In Timokten, een piepklein woestijnplaatsje bij Aoulef, overnachten we bij het huis van Nadjem’s broer. Er wonen in het dorpje nog drie broers en twee zussen, die ook hun opwachting komen maken. Ook bij deze familie worden we gefêteerd op een heerlijke couscous.

Het is een dorp met een rijke Bassoudi-(d.i. de achternaam van Nadjem) geschiedenis. In het gebied ten zuiden van Timokten werd Nadjem’s vader geboren en trok hij rond met zijn dieren. We worden rondgeleid door de palmerie. Er is ook een tuin, die door hun grootvader aan God werd opgedragen. Dat betekende, dat iedere reiziger er dadels kon eten, zich kon laven aan de bron en er een plek voor de nacht vond.

Na inkopen in Aoulef en met volle tanks rijden we naar Tit, waar we een nacht bij Nadjem’s lievelingszus, Zina, logeren. De wasmachine heeft gedraaid en Gerard is ook weer een beetje opgeknapt van een paar dagen darmstoornis.

 

We zijn klaar voor een oversteek van zo’n 750 km via een route, die nooit door “toeristen” wordt gedaan. Het voert ons over een enorme vlakte, die met name in het tweede deel bestaat uit prachtig gladgestreken grind in zand. En daar scheur je dan in de wetenschap dat voor, achter, links en rechts van je het honderden kilometer zo door gaat. Adembenemend!

Dit is bij uitstek het gebied voor smokkelaars (vanuit Marokko via Mauretanië, Mali, Algerije, Niger, Tsjaad, Libië tot aan Egypte zijn er levendige smokkelroutes) en natuurlijk de nomaden.

En, een speciale expeditie is het, want we maken ook nog eens een –dit keer wél geslaagde- gazellejacht mee. Het was een behoorlijk enerverende ervaring, kunnen we melden. 

In Bordj-Moktar is de diesel op rantsoen en brengen we de nacht door op een zandpleintje. En als de volgende dag, met behulp van whisky de uitreis geregeld is, rijden we de stoffige piste op die ons 20 kilometer verder bij de grens van Mali brengt.