home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Australia 2012
::
deserts 2
  • algemeen
  • victoria
  • new s. wales 1
  • new s. wales 2
  • queensland
  • north. territory
  • kimberley wa
  • deserts 1
  • deserts 2
::
reisverslag
Australia 2012 :: deserts 2 :: reisverslag

 

Route (4.500 km): Alice Springs - Finke - Kulgera - Mulga Park - Giles (Warakurna Roadhouse) - Warburton - Neale Junction NR - Plumridge Lakes NR - Queen Victoria Spring NR - Kalgoorlie - Coolgardie - the Holland Track - Hyden (Wave Rock) - Corrigin - Mandurah - Rockingham - Perth - New Norcia - Cervantes - Lancelin - Perth - Fremantle - Perth - Mandurah - Perth (vliegen: Kuala Lumpur - Amsterdam)

 

Zaterdag 13 tot maandag 15 oktober 2012 - Good old Aircon-Days

 

Toch twee nachten kunnen bijboeken en maar goed ook. Zaterdag is G met en bij de aircospecialist doende. Nog geen oplossing. Kleppie kapot?, verdamper?, of toch het pijpie?...

Zondag, rustdag. Niks airco, wel een heerlijke dag in het Desert Park. Er valt veel te ontdekken over woestijnlandschappen, flora, fauna en de oorspronkelijke bewoners. Heerlijk wandelen in de zon, 30 graden, windje. Dagafsluiting bij de "Chinese Gourmet", die de belofte van de naam meer dan waar maakt.

Na een slopende maandagochtend komt een uitgetelde en pikzwarte G terug met een werkende airco. Het is dat G zijn gevoel van "iets-klopt-niet" liet werken, maar anders... Waar anderen het opgeven, stoomt hij door. In G's biografie gaat het hoofdstuk "TOY-se airco- en tankophanging perikelen" een hele dikke worden. Naast foutjes, vergissinkjes, onderschattinkjes, is ook nog eens de wet van Murphy onbehoorlijk aktief. Maar hij doettut. Nu in ieder geval...

We verhuizen naar de camping (BIG4), douchen, opfrissen, afscheidseten bij "Casa Nostra" en slapen.

 

Dinsdag, 16 oktober 2012 - The Old Ghan en Chambers Pillar

 

We gaan de "Ghan" doen. En nu maar hopen, dat er even geen "rotribbels" op ons pad komen. De impact ervan op ons ouwetje TOY is voor nu genoeg geweest.

Na de vaste riedel voorafgaand aan een deserttocht is het half een als we in zuidoostelijke richting Alice Springs verlaten. Vijfentwintig Stuart HWY-asfaltkilometers en dan verder op de ingeslagen richting de Old South Road en later de Old Ghan.

Een brede meestal witte gravelweg door prachtig landschap. Rode en witte zandbodem, duinen, struiken en woestijneiken. Het is veeland en dus kaler, geen bloeiende struikjes.

Ondertussen reconstrueren we onze trip (1999) in dit gebied. Stukje bij beetje komen de details terug. Lunch onder een woestijneik. Het is heet. In de loop van de middag zitten we aan de veertig graden.

Doel van de dag is Chambers Pillar, een pilaarvormige rots. Het is een ommetje van veertig mooie kilometers. En daar issie. Tussen de Pillar en Castle Rock wonen we vandaag. We houden ons vooral rustig in de hitte.

 

 

Na zonsondergang koken we ons potje (aardappelen, vlees, groente) op het NP-gascomfoor. Om een uur of half tien komt de wind wat regelmatiger aangeruisd. Er is sprake van enige afkoeling, dus bedtijd!

 

Woensdag, 17 oktober 2012 - Rotswandeling en het Geografisch Midden

 

Een redelijk frisse ochtend is het. Tegen achten gaan we aan de wandel. Rond en op de Pillar, vanwaar we een prachtig uitzicht over de vlakte met rotsformaties en bergketens hebben. En we doen een rondje Castle Rock. De rotsformaties zijn rood grote witte stukken. Alsof iemand met de kalkkwast aan de gang geweest is.

Om half tien zijn we terug bij TOY. Het is 30 graden ondertussen. En koffietijd. Twee rangers komen aangereden en doen herstelwerk. Erg spraakzaam blijken ze niet.

De veertig kilometers terug naar de Old Ghan lijken nog mooier dan gisteren. Vanaf de pas is goed te zien waarom die merkwaardige pilaar lange tijd een belangrijk orientatiepunt in dit gebied was.

In het Aboriginal dorpje Tjikala (Helen Vale) moeten we even zoeken naar een afsnijder. Zo zie je nog eens wat. Een autoschroothoop en de vuilstort bijvoorbeeld. We vinden het pad en besparen onszelf een kilometer of vijfentwintig.

Terug op de ouwe Ghan, een zogenaamd "Heritage Trail". De weg ligt op het talud van de legendarische Old Ghan Railway, die van Port Augusta naar Alice Springs stoomde. Op gezette tijden op het 240 kilometer lange traject dat we vandaag naar Finke rijden zijn er "ruins". De resten van (spoorweg-) gebouwtjes of een watertank. Informatieborden vertellen stukje bij beetje de geschiedenis van de lijn.

Zo lezen we bijvoorbeeld, dat de brug bij Finke over de Finke River drie keer instortte. En daar sta je dan met een hele "bunch of" reizigers. Midden in de woestijn en dan maar, soms weken, wachten.

Inmiddels is er een nieuwe lijn (the Central Australian Railway) die het continent, nu in zijn geheel, oversteekt naar Darwin. Helemaal van deze tijd is die ook nog niet. Want hij sukkelt zijn oversteek met een gemiddelde van 60 km/u. De bus (over de Stuart HWY) doet er even lang over.

Onze weg dus. Een baanlichaam heet dit officieel, volgens mijn weg- & waterbouwkundige wederhelft. En wat te denken van de spoorspijkers die opduiken op de weg. Mooi souveniertje. Toch?

 

 

Rechts van het spoor ligt wat ooit de weg was. Nu in gebruik als offroadrace-baan, zo te zien. Later op de dag ontdekken we in Finke, dat de Desert Race jaarlijks op de Queens Birthday verreden wordt. Motoren en auto's snellen op zondag van Alice naar Finke en op maandag racen ze terug. Moet leuk zijn om mee te maken!

Ook vandaag doen we het met laag veertigers (graden). Dat betekent, korte stops en blij zijn met de koele lucht uit de aircoroosters! In Finke (Apatula, een Aboriginal gemeenschap) zien we het aankomst-circuit van de Desert Race. Daar ook verlaten we de Ghan. Tot onze spijt. Het liefst rijden we een traject als dit van begin tot eind.

We slaan af naar het westen, Perth-waarts, tot de afslag van een zand-slinger paadje. Twaalf kilometer later zijn we op het "Lambert's Centre of Australia", het geografisch midden.

Om half zes bivakkeren we tussen de bosjes. Tijd voor een koud drankje en voor route-overleg. Kunnen we de Mulga Park Road nemen of niet, dat is de vraag. Hij loopt door een Aboriginal gebied en de kaart geeft strengere waarschuwingen dan we toch al gewend waren. Nou ja, in de "we-zien-wel-modus" zijn we totnutoe heel ver gekomen. Duzzz...

Als de zon achter de horizon is verdwenen, koelt het eindelijk een beetje af. Na de pasta met (rest-) vlees en kokommersalade hebben we een heerlijk dia-avondje. Op de laptop bekijken we de foto's van de reis 13 jaar geleden. Toen er bij en rond Chamber's Pillar nog helemaal niets was.

Boven ons koepelt een schitterende sterrenhemel waarin ook een plaatsje is ingeruimd voor een smal liggend maansikkeltje. Na bushpoedelen schuiven we schoon en fris tussen de lakens. Het is doodstil midden in Australië.

 

Donderdag, 18 oktober 2012 - Op de Oude Gunbarrel, NT uit en SA in

 

Vroeg in bed, vroeg wakker. Mooi is het om de dag te zien komen. Nog steeds is het stil. Geen wind, nauwelijks vogels. Dit zijn onze uurtjes voordat oplopende temperaturen ons (op) weg jagen. We ontbijten met gebakken eieren en dan is het brood op.

Het zandpad terug lijkt minder ribbelig dan gisteren. Maar hij slingert dat het een lieve lust is. Slingers ontstaan door allerlei oorzaken. Al bij de aanleg natuurlijk. Een boom die vermeden moet worden, een riviertje, heuvels. Maar ook na aanleg ontstaan nieuwe kronkels. Een kadaver, een omgevallen boom, ribbels, uitgespoelde delen van de weg. Je rijdt er omheen en een volgende auto doet dat ook. Hier bijvoorbeeld zijn er zo twee slingerpaden ontstaan met tussenverbindingen.

De weg van Finke naar Kulgera (Apatula) daarentegen is recht, breed en snel. Een snelweg, want de 150 kilometers naar de Stuart HWY rijden we in anderhalf uur. De struikjes wijken en het kale landschap voedt ons een woestijngevoel. Tank- en waterinkoopstop bij het Kulgera Roadhouse.

We informeren naar de Mulga Park Road. Een Aboriginal medewerker vertelt dat het een prima track is tot aan Warburton toe. Prima, over permits en verboden gebieden rept hij niet. En wij ook niet.

Tien kilometer Stuart HWY en daar is de Mulgan Park Road. Maar, Hema laat ons weten, dat dit de oude Gunbarrrel Road van, jawel!, onze Len Beadell is. Genieten. Van de weg, hoe TOY rijdt, het landschap. En van de airco! Om negen uur vanmorgen was het al 35 graden en het loopt op. Gelukkig stijgt ook de weg naar, uiteindelijk, 700 meter hoogte. Dat scheelt een heleboel graadjes.

Aan het eind van een heerlijke dag staan er 500 kilometers op de teller. De weg was soms een diepe rode kom met er omheen dicht struikgewas dat als een geluidswerende wal al het uitzicht belemmerde. Maar ook uitzichten tot aan de horizon. Vanaf Mulga Park (station) zijn er bergketens, die wijken als je dichterbij komt. Mooie rode afgesleten tafelbergen. Noordelijk zijn Mount Conner, Uluru en Kata Tjuta verborgen in de verten.

Een kilometer of twintig voorbij Mulga Park (station) rijden we om half drie de grens over. Northern Territory uit en Southern Australia (SA) in. En we zijn in een Aboriginal-gebied dat zich uitstrekt tot ver in de Great Victoria Desert. Het Land dus, waarvoor de Hemakaarten al die strenge waarschuwingen geven. Hier is daarvan niets terug te vinden. Er is wel een ander typisch Aboriginal verschijnsel. De autowrakken. We tellen. Per twee kilometer ligt er een verroest, uitgebrand of zwaar beschadigd wrak naast de weg.

Op enige afstand van de weg zien we twee keer een dorpje. De huizen lijken gloednieuw door de blinkende golfplaten daken. Verkeer is er nauwelijks. Vijf lokale tegenliggers. da's alles. En we treffen één blanke hulpverlener, die een wiel wisselt.

Afijn, we rijden heerlijk op de oorspronkelijk door Len aangelegde route. Inmiddels verbreed en verlegd tot een weg, geschikt voor modern autoverkeer. Er is nog wel een LB-marker en een afslag naar een andere LB-weg met de grootse naam Kintore Avenue.

 

 

De stops houden we zo kort mogelijk. In deze hitte verlang je al gauw naar de heerlijk gekoelde TOY! Yes! We genieten ook van het "tempo-rijden". Het weidse landschap dat voorbij schuift, de muziek en het weten dat dit geen typisch toeristische "must" is.

Het vinden van een bivakplek wordt een ware uitdaging. Als we er aan toe zijn, is het terrein zwart geblakerd. Kilometer na kilometer en zo ver als we kunnen kijken. Dat schiet niet op. Maar als altijd, duikt de oplossing vanzelf op. Om zes uur is daar een zijweggetje dat een bergketen in voert. Vervolgens komen we via een bandenspoor terecht in een valleitje tussen rotsheuvels langs een (superdroge) beek. Prachtige plek. En een errug stoffige! De kamelen die hier domicilie gekozen hadden, zijn niet op onze aanwezigheid gesteld en gaan er vandoor.

We zien nog net de zon achter de heuvels verdwijnen. De spaghetti eten we in het laatste licht en als we ons buitenlampje aan doen, zijn de motten en kevertjes er als de kippen bij.

Een briesje biedt enige afkoeling. De gumtree laat kleine dopjes op ons dak vallen. Het lijkt op vriendelijk vallende regendruppels. Heerlijk inslapen dus, om uren later met gespitste oren naar een wel heel ernstig jankende dingo te luisteren.

 

Vrijdag, 19 oktober 2012 - Terug in West Australië en nog steeds Gunbarrellen

 

Om zes uur is het licht en niet veel later komt de zon mooi oranje op. De kamelen nemen in karavaan poolshoogte. Voorop loopt een heer, die zijn familie achter zich aan gromt. Even bekijken ze ons bedoeninkje en kuieren toch maar verder. Op naar echte kamelenprivacy.

 

 

Kwart over zeven, yoghurtontbijt in ons mooie dalletje. De zon gaat schuil achter wolken. De lucht boven de bergen in de verte belooft regen. Hopen we stiekem.

Een kleine vijftig kilometer later zijn we aan de grens met West Australië. Maar het is niet de WA-overheid, die ons welkom heet, maar de stam van het gebied. Hoezo verboden hier te reizen!

Iets verderop is de afslag naar het drielanden punt. WA, NT en SA vinden elkaar in een knus hoekje. Helaas, bij dit pad staat een waarschuwing. We moeten ons netjes houden aan de routes die op onze permit vermeld staan. En die hebben we ook al niet. Braaf besluiten we dus op het rechte pad te blijven.

Dat doen we tot we bij het volgende keuzemoment zijn. Zoals altijd hebben we een grof reisplan. Soms komen details, omwegen en andere routes pas beter in beeld als we ergens zijn. Zo ook hier. We kunnen min of meer rechtdoor naar Warburton of via een noordelijke omweg. De eerste is aantrekkelijk vanwege de bergketens die op het pad komen en de tweede vanwege de historische betekenis. Het is de voortzeting van de Old Gunbarrel Road.

Stiekemweg zijn we Len Beadell volgers geworden. We komen hem tegen op de wegen en paden die we rijden en in de boeken de we lezen. Dus...

Onder het genot van een kop koffie besluiten we voor de noordelijke route. Dan kunnen we ook Giles (Warakurna) bezoeken. Daar is het weerstation (plek door Len bepaald) en de grader, waarmee al deze wegen zijn geschoven.

Een kanjer van een weg is de dirtroad naar het noorden. Lekker veel oude bochten, maar glad en breed. De bergketens verdwijnen en er verschijnen weer duinrichels. Meestal noord-zuid maar later bochten we ze over en door. Heerlijke rit. Dan linksaf op de Great Central en bij het Warakurna Roadhouse komen we tot stilstand. Lunchtijd. Anderhalf uur deden we over de 160 km van de afslag naar het Roadhouse.

 

Onder het rijden filosoferen we over een observatie die we regelmatig doen. Naar de Aboriginal dorpen zijn brede wegen aangelegd. Op de dagtocht van gisteren zouden er volgens de kaart veel kleine dorpjes zijn. We hebben ze niet gezien, ook de toegangswegen niet. Wel twee nieuw uitziende grotere dorpen. Mogelijk trekken de kleine familiegroepjes (in een community wonen meestal familyclans of een bepaalde stam) naar plaatsen met voorzieningen. Naar de winkels, kliniek, enz. Daar leren de verschillende stammen in één gemeenschap samen te leven. En er zijn scholen. Onderwijs wordt gezien als de sleutel tot verandering en integratie.

We speculeren, dat de koers vanuit de bush naar de (westerse, witte) 21e eeuw op deze manier stapje voor stapje wordt gegaan. Zo waren de eerder genoemde dorpen voorzien van stroom bijvoorbeeld. We zagen er publieke telefoons, soms "outback internet" (via satelliet) en televisie. Het raam naar de wereld staat wijd open zogezgd.

 

Ook Wataranka is zo'n dorp. Het Roadhouse wordt gerund door een (blank) stel van de oostkust. Ze reizen heel wat af. Een paar maanden geleden waren ze in Europa en Noord-Afrika. Leuk!

Toeristen en reizigers zijn er nauwelijks meer in oktober. Wel Aboriginal klanten. Mensen die op weg zijn naar begrafenissen en andere familie-aangelegenheden. Ter illustratie komen er een paar extended families binnenrollen.

Volgetankt en volgegeten (fish & chips) bezoeken we het Meteorologisch Station. Gekooid en wel staat ie daar. De machine die het spinifex en de struiken vermorzelde en zo de weg bereidde die wij nu gaan. In een gebouwtje van het weerstation bekijken we een kleine expositie over het station en Len-zelf. Hij was degene die deze plek koos. Talentvol man, want ook tekende hij leuke cartoons en schijnt hij een goed verteller te zijn geweest.

Hij werkte voor de overheid, die bezig was met de ontwikkeling van een atoomwapen en raketlanceringen vanuit Woomera (in het zuiden). De wegen moesten er komen om bij "ongelukjes" de plek des onheils snel, of überhaupt, te kunnen bereiken. En dat het niet altijd goed ging, getuigen de resten van een raket die hier in de buurt neer kwam. Ook het weerstation was om die reden belangrijk. Inmiddels is het onderdeel van een wereldwijd netwerk van meetstations.

Terug naar de Great Central en dan slaan we af op het smalle oude Len-pad dat lange tijd de Rawlinson Range volgt. Mooie ronde bergen, die prachtig belicht worden door het door wolken gefilterde licht van de zon. Een prachtig palet aan kleuren. Het pad volgt het hoogst gelegen deel van de vlakte.

In het Roadhouse hadden we al gehoord dat de route de afgelopen maanden vaak gesloten was vanwege bushbranden. De sporen zijn voor de eerste uren volop te zien. Later kunnen we gelukkig weer genieten van de prachtige begroeiing. In een cirkel uitgegroeid spinifex, frisgroene struiken, woestijneiken, gumtrees.

 

 

Soms husselen we over stenen, duiken door het zand van beekjes en hobbelen we over ribbels. Zowaar spettert het nu en dan. Niet zo hard als we gehoopt hadden, maar toch, de ruitenwissers mogen ook weer even mee doen. Zo nu en dan zien we bliksem. Ook dat zet niet door.

We bekijken een LB-bordje in een "blazed tree", een boom met brand- of bliksemschade. Reden we vanmorgen 100 kilometer in één uur, vanmiddag doen we over dezelfde afstand vier uur. Om vijf uur vinden we onze droomplek in een prachtig bosje woestijneiken op een hoger punt.

De casuarina's nemen de ruimte en ze laten veel blad (lange dunne slierten) vallen. Zo bedekken ze de grond rondom met een mooie laag, waardoor verdamping van vocht uit de bodem wordt voorkomen.

En wij genieten van een bijzonder bivaktapijt.

 

 

Het knispert fantastisch onder je voeten als je loopt, zonder last te hebben van poederstof, ofwel "puf", fèchefèche, bulldust, zoals op ons laatste plekje. Het kan niet op. Bewolking, wind, een dalende zon, geen enkel klierend insect en nog een paar uur licht te gaan. Lezen dus.

G zit midden in de biografie van Len en ik lees een boek (the Lizard Eaters) over de Pintubi stam, die hier in Centraal Australië een nomadisch bestaan leidde. In de zestiger jaren van de vorige eeuw werden de laatste Pintubi bewogen de "bewoonde" wereld op te zoeken.

Beide boeken spelen zich af in hetzelfde gebied. Er zijn volop raakvlakken en dwarslijnen. Inmiddels kunnen we dat larderen met onze eigen ervaringen. De wegen, de dorpen, de meren, landschappen... We zitten er midden in. Opwindend!

Avondeten. De beruchte soep, die een gevolg is van het standaard teveel spaghetti koken (hee Bas, die erwtensoep van jou is genetisch bepaald!). En lekker! Met verse (nou ja! errug uitgedroogde) prei. Wijntje, windje. Bushbadderen en`we gaan weer een heerlijk woestijnnachtje in.

 

Zaterdag, 20 oktober 2012 - Zwartgeblakerde Connie Sue

 

Pas na de koffie voel ik mij weer een soort van wakker, na de half doorwaakte nacht. G daarentegen is meteen bij de les, inspecteert TOY zorgvuldig na het gehobbel van gisteren en verbrandt vuil. Het warmt snel op. Hoewel we gisteren bij het Warrakurn Roadhouse (Giles) al in WA waren, werd daar nog NT-tijd gehanteerd. Nu is het tijd op over te stappen naar WA. Anderhalf uur gaan de klokken terug. Zes uur tijdsverschil met thuis nu. (Dat worden er zeven als de wintertijd in NL ingaat!) Zo win je tijd! Om half tien vertrekken we.

Vanaf onze bivak-"berg" hobbelen we eerst over stenen. Daarna is er zacht zand onder de banden. Heel veel zand soms, zeker bij duinpassages. Genieten. Ook van bloeiende struiken, mooie uitzichten en LB-markers.

Rond de middag zijn we bij de driesprong (Mippultjara Junction), waar we afslaan naar het zuiden Richting Warburton aan de Great Central Road. We hebben er dan al dertig snelle kilometers op zitten. Zomaar, out of te blue, veranderde ons pad in een gladde weg. Hoewel... er was een afslag. Dan ligt daar ergens vast een Aboriginal dorp.

Ook de volgende 150 kilometer naar Warburton gaan up-tempo. De weg is soms kaarsrecht, maar slingert ook mooi door de enorme vlakte met glooiingen. Verre uitzichten over het geelrood van de Gibson. G rijdt geconcentreerd en ik dut wat weg.

Ondertussen zijn we bezorgd aan het worden. Verbeelden we 't ons, of wordt de airco minder koud dan in het begin? Voelen, anders blowen, mmmm.... Toch wat kouder? Of toch niet! G checkt, alles lijkt in orde. Maar toch...

In Warburton, een Roadhouse met alles drop-en-dran, tanken we weer vol en kopen een colaatje. Een bord waarschuwt dat fotograferen verboden is. We gaan er toch maar niet kamperen. Te warm, te rommelig, teveel lawaai (groot aggregaat). Er is wel even Telstra en dus kunnen we mail binnen halen en het gastenboek inzien. Leuk!

Vijf kilometer verderop langs de GCH slaan we af op de Connie Sue. Natuurlijk een LB-weg, vernoemd naar zijn dochter, die 750 kilometer zuidelijker eindigt bij Rawlinna. Het prachtig pad slingert lekker door een duingebied. De eerste dertig kilometer hebben rode duinen hebben hun groene kleedje verloren. Verbrand. Dat begint zowaar een beetje op de Sahara te lijken. De zon begint te dalen en is knalroodoranje.

Om half vijf staan we in bivakstand. Kunnen we nog net van het laatste uur licht profiteren. In WA-tijd gaat de zon al om half zes onder. Het waait flink. Maar goed ook, want het is klammig. Nog even lezen, de route bekijken en erover lezen. In de laatste schemer eten we.

Alleen de groeiende maansikkel is te zien en een paar sterren. Het is vroeg bedtijd, na deze lange dag. We bushdouchen (nieuwe variant: gaatjes in de flesdop) uitgebreid en lekker fris met de wind om de oren dromen we de dag weg.

 

Zondag, 21 oktober 2012 - Bloei, Branden, Bobbels, Boombarrières en Beesten

 

Vroeg wakker. Dat is: om zes uur. Want ja dat biologische klokkie! Twaalf daglichturen liggen er weer voor ons. Het is een soort van fris vanmorgen. Bijna vergeten we hoe prettig dat kan zijn. De vliegen melden zich ook weer met een hele horde. We eten dus in de beslotenheid van TOY.

Om half negen gaan we op weg. Prachtig landschap. Vlakten, bloeiende struikjes, hoog geel spinifex. Afgewisseld met grauwgroene acacia’s en olijfgroene struiken, die je ieder uitzicht benemen.

We wandelen langs een afbrokkelende helling naar beneden. Dit is een breakaway, een plotselinge daling van het licht heuvelachtige land. De laagte is volbegroeid, veel uitzicht hebben we daardoor niet. Vaag is een voetpad te zien. We gaan niet te ver, want verdwalen lijkt ons niet het beste tijdverdrijf in de aan kracht winnende zon.

Vroege koffie bij TOY en verder. De duinen verdwijnen en steenrichels komen ervoor in de plaats. Het pad gaat er golvend overheen. Na de (ook vroege) lunch zien we in de verte rook. De woestijn (nog steeds de Gibson) brandt daar ergens. Niet veel later is er de verschroeide aarde. Overal. Rondom de Cooper Hill Bore (waterpomp op stroom van een zonnepaneel) is het roetzwart. De installatie staat fier overeind. Er zou fantastisch water (van 45 meter diepte) zijn. Maar het water is goorbruingeel. Misschien door asdeeltjes?

De hele middag rijden we door verbrande en brandende natuur. Dat zou nog niet zo erg zijn, ware het niet dat verbrand bomen, takken en struiken omvallen. Dus ook op de weg dus!

 

 

Tientallen keren sleept G zwartgeblakerd spul van het pad. Gekoelde (nog net wel) de auto uit, sjouwen in zo'n 40 hete graadjes, instappen en verder tot de volgende boom. Slecht een enkele keer kunnen we een ommetje maken.

Troosteloos is het ook. Eindeloos kaal, zwart en stoffig. En dat niet alleen. Soms zijn er enorme hobbels, rotribbels dus, waar we met een gangetje van tien kilometer overheen hobbelen.

Dan is er ook nog dat ene stuk, waar we even door konden rijden. Dachten we. Duikt er plotseling een "triootje" op. Drie diepe gaten direct achter elkaar. De normale techniek, vantevoren remmen en dan laten gaan, werkt niet. We denderen van het ene in het andere gat. Typisch een gevalletje van "oeps!".

In het zand zijn veel meer diersporen te zien dan normaal. Door de brand, veronderstellen we. Een boel beesten maken dat we een beestenboel-dag beleven. Een dingo bekijkt ons even voordat hij verdwijnt. Kamelen sukkelen rond en de lizards sprinten weg als altijd wolkjes zand opwerpend. Een kangoeroepaartje gaat zodanig in elkaar op dat ze pas weghopsen als we vol op de remmen gaan. De slotapotheose komt van de nuffig tippelende bushturkey (een soort gans). Met een prachtige vliegende start maakt die zich uit de vleugels als we iets te veel toenadering zoeken. Prachtig!

Om kwart voor vijf hebben we een groot kaal, al eerder leeggebrand zanderig terrein gevonden. Het brandt nog steeds in de buurt. Dus kaal is goed, kan het vuur niet in onze buurt komen. En wie loopt daar weer parmantig te stappen? Onze bushturkey van een half uur geleden.

Zo, dit hier is inmiddels de Great Victoria Desert. Ach, what's in a name. Zo heel anders dan de Gibson is het hier nou ook weer niet. Maar het is wel een grote! De Vic en de Gibs worden in een van onze gidsen de "most fierceful" (zoiets als intens, heftig, uitdagend) van de Ozzie-woestijnen genoemd. Whatever!

G is bekaf van het gesleep en de temperatuurwisselingen. Het is afgekoeld naar een graad of dertig en het waait. In TOY's schaduw, die heel groot is in de dalende zon, is het goed rusten. Ik benut het uurtje licht om koolsalade te maken voor nu en de komende dagen. Als het donker is, zien we de rode gloed van een paar branden. De vliegen verdwijnen en de wind blijft tot onze vreugde. Maansikkel, sterren en bushbadderen. En dan in ons hoge open bed, gestreeld door de wind.

 

Maandag, 22 oktober 2012 - Zonnige Zondag met Zonsverduistering

 

Onze vlakte! In de zon- en windschaduw denken we de dag goed te beginnen. Helaas, dat is ook het idee van de vliegen. Enthousiast bestormen ze ons. Vallen aan op onze neus, ogen, mond en ook oren zijn doelwit. Gatsie. Dus binnen aan de yoghurt en koffie.

Connie Sue is nog een poosje nukkig en heetgebakerd. Hobbelen, bomen slepen, ommetjes maken dus tot we het Neale Junction Nature Reserve naderen. Een voordeel van de kaalslag is wel, dat we vier keer een lizard zien, die ook even niet weet waar hij is. Een roofvogels hangt in de lucht op zoek naar een lekker hapje. En we spotten een dingo. Nog nooit zagen we er een die zo hard wegrende als deze.

De weg begint te kronkelen en het zwart maakt plaats voor de zilverwitte struikjes die tegen alle brandverdrukking in blijven stralen tussen de grauwgroene en olijfgroene boomstruiken. En het pad wordt een weg. Dat brengt ons uurgemiddelde een flink stuk omhoog.

Het is koffietijd als we bij de kruising zijn van moeder en dochter (de Anne Beadell en de Connie Sue HWY). Uiteraard wordt ook dit punt gemarkeerd door Len. De waterton op de campsite staat volkomen droog. En we lezen, dat dit reservaat de enige plek is waar de Marble Gumtree voor komt. Ter nagedachtenis aan een meneer, die erg van de outback hield, is een bordje met zijn naam geplaatst. Zijn as is verstrooid rond een prachtige boom waaronder we van koffie-met-koekie genieten.

Beslissingsmoment. Rekenen, kijken en we besluiten via het Plumridge Lakes Nature Reserve en het Queen Victoria Spring NR naar Kalgoorlie te rijden.

Maar eerst 200 vlotte kilometers op een strakke weg. Lunchpauze onder een boom en voelen hoe intens de hitte is. Urenlang is het stabiel 43 graden. Nog steeds komt er min of meer koele lucht uit de roosters. Niet wat het moet zijn, maar we zijn allang blij. En G heeft alvast een airco-aanvalsplan (nummer zoveel) in de startblokken.

We genieten van het landschap, de kaarsrechte weg en de blues van Crossroads Deal die uit de speakers knalt. Heerlijk. De weg komt uit op een nog bredere weg, die, inderdaad!, leidt naar een Aboriginal Community. Een landingsbaan is het, die strak als een gunbarrel door een plotsklaps kale vlakte schiet. We zitten aan de rand van de Nullarbor Plain of de Nullarbor Desert.

Nu en dan staan er de prachtig gevormde acacia’s. Elegant reiken ze met hun takken naar de hemel. Als zachtgroene parasols.

Bijna missen we de sfslag, ondanks de waarschuwende piep van Mien. Maar het is dan ook een piepklein 2wheeltrack waarop we afslaan. Het slingert door dichter wordende begroeiing. De woestijn gaat over in woodland-savannen. Wij noemen het: woestijnbush. Mooie bush. Ook hier zijn de zilverwitte bloeiende struikjes tussen de acacia’s. En door al dat groen gaat ons oranje spoortje westwaarts.

 

 

Half drie. Donkere luchten in de verte. Zitten daar regen? Het lijkt erop. Leuk, we verheugen ons wel op een bui en de afkoeling die daarbij hoort. Het wordt donkerder en we komen dichterbij. Dan zien we door de donkerte heen een oranje gloed. Geen regenboog dus, maar er woedt een enorme brand. Het vuur reflecteert tegen de onderkant van de bewolking. De rook heeft een enorme koepel over het gebied gelegd. De zon is verdwenen en om drie uur, half vier rijden we in schemerlicht. Surrealistische sfeer.

Op het smalle pad doemt ineens een kameel op. En daar gaat het weer. Hij rennen, wij rijden. Tot hij, de slimmerd, toch maar ineens een open stukje oprent. Hij blij, wij blij.

Het wordt nog donkerder, de wind wakkert aan, lichtflitsen en er vallen een paar spetters. Na honderd mooie kilometers zijn we aangekomen in het midden van het natuurreservaat. In de auto wachten we tot het een beetje rustiger lijkt te worden. Het waait nog flink, maar TOY staat met het neusje in de wind.

En wat issie vuil! De regenspetters nemen in hun val roetdeeltjes mee die in de vorm van zwarte stippen op TOY achterblijven. Een echte bui wordt het niet. En iedere spetter is al bijna droog voor ie gevallen is. De temperatuur is teruggelopen naar 35 graden. Het is aardedonker. De bewolking en de rook onttrekken maan en sterren aan het zicht.

Maar wij hebben het zeer naar ons zin met macaroni, goulash, wijn. Om negen uur gaat de klep dicht en ruisen bomen ons in slaap.

 

Dinsdag, 23 oktober 2012 - Woestijntuin en Motormuizen

 

Oeps, het is koud! Uh, de thermometer geeft 18 graden aan. Bij daglicht zien we pas goed, hoe het roet volop zwarte spikkels heeft achtergelaten in het TOYzeil.

Na het ontbijt en roetruimen van de dakranden rijden we het tweebandenpad verder. Kaarsrecht de glooiingen van het landschap volgend trekt het westwaarts. Vanaf een hoog punt is mooi te zien hoe de oranje streep naar de horizon golft. Tussen de struiken betrappen we een kangoeroefamilie.

Langs het pad staat een struik met prachtige bloemen. De bloeiperiode is bijna voorbij en vruchten verschijnen. De struik is indrukwekkend door de bloemen, maar nog meer door de vrucht. Zo te zien doorloopt de vrucht verschillende stadia voordat het zaad kan vallen.

 

 

Het extreme klimaat vergt aanpassing van alles wat hier groeit en bloeit. Hier vind je geen sappige blaadjes. Nee, bladeren zijn smal en hangen omlaag, zijn donzig of taai. Zodat in de hitte van de zon zo weinig mogelijk vocht verloren gaat.

Even daarna zien we de struiken die we eerder met geelwitte bloemetjes zagen. Nu zijn er trossen gele piepkleine "peertjes" verkleurend naar oranje. Vogels, die van al deze vruchten zouden kunnen profiteren, zien we nauwelijks in de enorme ruimte van de Grote Queen Victoria Desert.

Hee, de rechterachter (band) loopt weer ietsje af. De oude prop blijkt verdroogd zodat er lucht ontsnapt. Nieuwe prop en klaar. De plek langs het pad, waar we staan, is een schitterende woestijntuin. En dan is het ook nog eens koffietijd!

 

 

Lang voor we ze zien, horen we ze. Terreinmotoren. Drie mannen en een mannetje (jaar of 15) met vederlichte offroadmotoren komen aanstuiven. Voor hen en voor ons is het een bijzonder moment om na dagen weer eens andere mensen te ontmoeten.

Een (voormalige) Pool, Lexi, is de gangmaker. In afwachting van de twee volgwagens worden de motoren, TOY, reisroutes en van allerlei over techniek uitgewisseld. De twee volgauto's hebben aanhangers met brandstof en alles wat nodig is voor onderhoud, reparatie en kamperen.

We komen in een "active explore"-gebied. Er zijn kaarsrechte wegen met namen als PNC Baseline Road en Cable Haul Road. Ook hier wordt in de grond gewroet op zoek naar Ozzie-rijkdommen.

Het pad is breed en geschoven. Gelukkig nog steeds soft & sandy! Tweemaal steken we een enorm brede gravelroad-in-aanleg over. Die is zo nieuw dat die niet op de kaarten te vinden is.

Via een paar zigzags in zuidelijke richting bereiken we het Queen Victoria Spring Nature Reserve. Het wordt een drukke mensendag zowaar. In het veld staan twee mannen (onderzoekers) met meetlint en notitiemateriaal tussen het hoge gras. Te laat bedenken we, dat we hadden kunnen vragen naar de betekenis van de hoopjes materiaal in verschillende kleuren, die opgeboord leken. Om de paar honderd meter waren ze er, met vermelding van nummers en het jaar (1988).

Het laatste traject naar de Bron steken kale staken uit boven de (na brand) herstelde struiken. In de laagstaande tegenzon kijken we aan tegen een zwarte stakerige horizon. De jonge glanzende blaadjes schitteren als diamantjes in die zwartheid. Wat een sfeertje!

De bron. Jawel, de Bron is een hele droge bron. Zand is er en een kuil. Maar niks nie water. Maar we hebben wel weer een bijzondere overnachtingsplek. Er is een gastenboek. Ongeveer twee keer per week is er iemand. De meeste mensen doen een rondje van een paar dagen vanuit Kalgoorlie.

Kwam de temperatuur vandaag niet boven de 30 graden, nu met de wind erbij, is het koud. Fleece- en kampvuurtijd. Mooi, want dan kunnen we het hout verbranden, dat we al weken meeslepen op het dak.

G stookt en ik kook. Op zijn bivaks natuurlijk. Aardappelpuree met chili en komkommersalade. Bij de warmte van het vuur genieten we een heerlijk uurtje.

De wind is gedraaid, dus draaien we ook TOY weer met de neus in de wind. En dan kruipen we lekker opgewarmd onder het warme dons.

 

Woensdag, 24 oktober 2012 - Trein bijna Gemist en TOY de Tierelier

 

Koud dat het is! Vijftien graden en wind. Zodra de zon terrein wint, loopt de temperatuur weer op. Maar boven de 25 graden komt het niet. Wij rijden ondertussen lekker door het bos (desertbush) van de Great Victoria Desert zuidwaarts. Het gebied staat vol met de bomen, die beginnen als struikje. Of herstellen na een bosbrand. De takken groeien en sommigen vallen af. Uiteindelijk blijft er één stam over met hoog uitwaaierende takken met kruintjes. Prachtige sierlijke bomen.

Het zandpad leidt ons het natuurreservaat uit en een klein Aboriginal Land in. Het dorp wordt niet meer bewoond en de golfplaten huisjes en gebouwtjes zijn in verval. En er zijn autowrakken natuurlijk. Het pad wordt een weg, die het opneemt tegen de natuur. Omdat de mensen hier zijn weggetrokken, wordt de weg alleen nog door dappere dodo's als onszelve gebruikt en dus ook niet meer onderhouden.

Tijdens de koffiepauze blijkt, dat takken die ons aan alle kanten bestookten, de (Lowland!!!-) hoes van een reverveband op het TOYdak opengereten heeft. Inderdaad, zo bar is de bush!

Ondertussen rijdt TOY "als een tierelier" zoals mijn left-hand-drivertje blij constateert. Want, geen piepje, fluitje, rammeltje, bonkje, jankje bereikt ons oor. Alle power is er, de difflock, banden lopen niet leeg... Nou ja, de voorruit wordt al maanden getekend door een barst en en we hebben de airco... nog net wel!

Veertig kilometers later bereiken we de Trans Acces Road. Deze weg volgt de Trans Australian Railway die loopt van Perth naar Port Augusta in South Australia. Wij rijden 160 rechte kilometers naar Kalgoorlie.

We willen de trein zien. Voor de lunchpauze posteren we TOY naast een dikke gum met goed zicht op de glanzende spoorstaven. In afwachting maak ik de lunch en G rommelt in de TOY-cabine. En dan, getoeter. De trein! Ineens is hij daar vlak voor onze neus. Bijna gemist. De machinist zwaait uitbundig. Heel even bezorgen we de man (of vrouw) een beetje afleiding op de duizenden kilometers rechte leegheid. En G? Die kan nog net de voorbij snellende loc fotograferen en natuurlijk de eindeloos lange sleep wagons.

 

 

In Kalgoorlie oriënteren we ons bij Tourist Information, doen verse inkopen en vergapen ons aan de prachtige gebouwen en hotels langs de hoofdstraat. We leggen een excursie vast naar de "Super Pit" in het aanpalende Boulder. Dat is een enorme open mijn, waar goud gedolven wordt.

Op de camping zijn we even uit ons doen door de ongelofelijk onaardige ontvangst van een met de balie vergroeide verzuurde dame en een lelijke kampeerplek. Maar we hebben leuke buurtjes, Ati en Arnold, NL-vakantiegangers. Gezellig borreluurtje. Zo, en dan is het douchetijd. Lekker, lekker, lekker. Een hete, stevige straal!

In Hannan Street reserveren we een tafel in het Palace Hotel, een hotel uit de hoogtijdagen van de goudkoorts. Prachtig pluche, gedraaide trappen van bewerkt hout, balkons met sierlijk smeedijzeren hekken... Maar nu eten we bij een Thais-Japans restaurant en drinken onze eigen wijn. Ook niet gek. "Thuis" beantwoorden we mailtjes. Genieten van de berichten die binnenstromen.

 

Donderdag, 25 oktober 2012 - Super Pit en Super Pitten

 

Wat een ervaring! Gewoon buiten in de zon zitten en uitgebreid de tijd nemen voor het ontbijt. Zonder lastige insecten, lekkere temperatuur. Afscheid van Ati en Arnold.

In town krijgt TOY haar eerste wasbeurt sinds Darwin. De roetdeeltjes laten zich niet zomaar wegpoetsen. We kuieren door de hoofdstraat, schrijven ons in voor de "bordeeltour". Want bordelen en goudstadjes horen bij elkaar. Koffietje hier, winkeltje daar, lunchen en dan naar het verzamelpunt voor de mijntour.

Chauffeur-gids, Graham, heeft 35 jaar in de mijn gewerkt en is geestig. De pit (een enorm gat in de aarde, dat vanuit de ruimte zichtbaar schijnt te zijn) is 2.000 x 4.000 x 600 meter. Er zit flink wat goud in de bodem. (Voor uitgebreide info ff googelen op "Super Pit Kalgoorlie".) Graham verlegt het tourprgramma. Om twee uur wordt er weer een stuk uit de aarde gescheurd met springstoffen. Dat pikken we dus mooi mee. Indrukwekkend is het om de enorme machines als mieren in de diepte bezig te zien.

 

 

Terug in Hannan Street kuieren we, drinkie, kapper (B) tot het tijd is voor het resto. Verkleden in TOY. Heerlijk eten en uitzicht op hét kruispunt met stoplichten. We waren het ontwend, maar hier zijn volop straatauto's te zien. Gewone personenauto's dus. Hoewel "gewoon". Ze scheuren weg bij het stoplicht en komen verschillende keren terug, de jongens met de Ford Falcons. Een populair hebbedingetje met stevig 8-cilinder-blok onder de kap. Tja, als de haantjes willen imponeren...

Na zoveel "bewoonde wereld" en, het moet gezegd, een fles wijn, zijn we helemaal toe aan Super Pitten. We rijden ons Mobiele Huisje naar een vrije kampeerplek-van-gemeentewege, dakkie open en plankies neer. Super om zo te Pitten.

 

Vrijdag, 26 oktober 2012 - Terug in de Tijd en Hay Street's Glorie

 

Het is fris. We zijn natuurlijk een heel stuk zuidelijker. We bekijken ons reisplan nader. We ontdekken het Holland Track. Die is voor ons natuurlijk!

Toeren door Boulder. Ook daar is zo'n straat met prachtige hotels van rond de vorige jaarwisseling. De goudkoorts was naar flinke hoogten gestegen. Nu is er sprake van verval. Want de Super Pit schurkt dreigend tegen de hoofdstraat aan. Hoge wallen van materiaal dat uit het gat gehaald is, belemmeren het uitzicht naar de eindloze vlakte waar wij rondhobbelden. Gisteren werd verteld, dat de goudader westwaarts doorloopt. Boulder en Kalgoorlie liggen danig in de weg. Een paar huizen en een pub kun je nog wegkrijgen, maar een hele stad... Dus om die aders te bereiken, zal men ondergronds moeten.

Terug naar Kalgoorlie. G snuffelt in een auto-onderdelenzaak en dan is het tien uur. Het museum is open. De geschiedenis van de Goldfields (dit gebied) komt uitvoerig aan de orde. We snuffelen terug in de tijd. In een cottage, in de vergaderzaal van coryfeeën, bekijken de expositie over goudwinning, de houtindustrie, de oorspronkelijke bewoners, de natuur...

Daarna zijn de (soepkommen!) cappuccino met lekkers bij de Domes dik verdiend natuurlijk. Het Woodland Park aan de noordkant van Kal valt tegen. Niet gek, als je nagaat, dat we deze natuur dagenlang "in het echt" beleefd hebben. Lunch, boodschappen, kuieren en dan is het tijd voor de Brothel-toer.

 

 

Jawel! Nou en? Voor de goeie orde: brothel = bordeel. Plaats dit in de tijd. Begin vorige eeuw. Van alle kanten stroomden mensen toe, die als mollen onder de grond goud zochten. Avonturiers waren het, die zonder hun families het geluk beproefden. En natuurlijk zijn er dan ook meisjes, die weten wat deze hardwerkende mannen nodig hebben...

Afijn, om een heel, heel, heel lang verhaal van de Madam van het laatste (van de dertien) nog in werking zijnde bordelen ietsie korter te maken: het werd een bloeiende industrie die streng gereglementeerd en gecontroleerd werd van gemeentewege. In Hay Street beleefden deze ondernemingen ware glorietijden. Nu werken er nog drie meisjes en Kalgoorlie is een "nette family-town" geworden. Maar, zegt Madam, een beetje schalks, een aantal van de gerespecteerde pioniersfamilies in town hebben een groot- of overgrootmoeder die op Hay Street begonnen is.

Een aandoenlijke rondleiding langs de peeskamertjes, die nog hetzelfde zijn als een eeuw geleden, rondt het geheel af. En dan staan we met ons twintigen weer in de blikkerende zon aan Hay Street. Zo!

We eten bij de Blue Monkey. Heerlijk en leuke bediening. Een kilometer verderop zoeken we weer een plekje op de vrije kampeergelegenheid. Nog een knus binnen-uurtje en dan inslapen met het geluid van stadsverkeer-op-afstand. Morgen weer op weg!

 

Zaterdag, 27 oktober 2012 - Heimwee en Stakig Staan

 

Allebei hebben we niet goed geslapen. Het thuisfront is soms ineens heel dichtbij en tegelijk zo heel ver weg. Mailtjes en foto's, video's, verhalen... De koffie is errug nodig vanmorgen! Tegen half tien rijden we naar de camping, waar we eerder stonden. We gaan er douchen, is die rekening daar ook vereffend. Hehe, da's lekker. Kunnen we er weer een paar bivakdagen tegen.

Toeren dus. Veertig asfaltkilometers naar Coolgardie voor we afslaan op de Victoria Rock Road. Niet dat Queen Victoria zo rockte, nee er is een rots naar haar vernoemd ergens langs deze weg. Tachtig kilometer later slaan we af op het Holland Track. Vernoemd naar John Holland, die deze weg aanlegde in 1893 en zo een directe verbinding met de Goldfields maakte. Als Hollanders moeten we die wel rijden. Het is een pad, dat zo erg slingert, dat zelfs G het zat wordt. Zelfs zonder gejank van de stuurpomp.

Op deze trackrijdag krijgen we meer verkeer te verwerken dan we ooit hadden. Een allenige auto en twee konvooitjes (van twee en vier auto's). Beetje aan de kant allemaal en voorzichtig passeren. Duimpie omhoog en door gaat het.

We sullen de dag door. Tuurlijk met koffie en lunchstop. Maar we zijn er niet helemaal bij. De woodlands-savannen krijgt niet de aandacht die het verdient. Na de onrustige nacht zitten we nu gewoon heimwee te hebben. We memoreren lieve, bijzondere, komische, indrukwekkende momenten met de kleinkids...

Nog één auto komt ons tegemoet. Een gezin met campertrailer. De hele dag hebben ze over tachtig kilometer gedaan. Hij kan niet geloven dat we vanmorgen pas vertrokken zijn uit Kal. Niet heel veel later vinden we ons Holland Bivak. Tussen laag struikgewas, alom kale staken en een paar dode bomen. Mooi!

 

 

Om negen uur vallen wij stil, de krekels gaan nog even door. De maan, nog net niet helmaal vol, verlicht ons intieme wereldje hier op de hoogvlakte.

 

Zondag, 28 oktober 2012 - Van Goldfields naar Gouden Velden

 

De koelte van de nacht is er nog even, na ons opstaan. Maar al heel gauw zijn er ook zwermen irritante vliegen. Dat word dus weer een binnenontbijt.

Vandaag zijn we beter bij de les en hebben we meer oog voor de omgeving. Het pad slingert nog steeds flink. Niet toevallig, want geregeld zijn er diepe gaten en diepe sporen. Om die te vermijden ontstaan ommetjes. En als die te slecht worden, maakt men gewoon weer een nieuw bochie.

Ergens op een heel smal deel met links en rechts dicht struikgewas, komen we koplamp in koplamp te staan met een konvooi van vijf auto's. We manoeuvreren onszelf de struiken, zodat zij erlangs kunnen. Het wordt zeer gewaardeerd.

Heerlijk rijden, lekkere koffie en op de kruising met de Hyden Norsman Road, een brede gravelweg, stoppen we voor de lunch en voor verdere routebeslissingen. Er zijn ook informatieborden over mijneer John Holland. Afijn, we gaan door aan de overkant op dezelfde slingermanier. Er is een hek, waar een bord meldt, dat (ook hier) jacht wordt gemaakt op de wilde hond met vergiftigd aas en met geweer. Gelukkig kan het hek gewoon geopend en gesloten worden.

Aan de horizon is wit-geel te zien. Zandvlakten? Maar nee, we rijden de Wheatbelt binnen. De eindeloze bossavannen zijn hier verdwenen. Het zijn de graanvelden die goud liggen te blikkeren in de hete zon.

 

 

Dan nog ruim vijftig asfaltkilometers naar Hyden, een bescheiden boerendorp. Maar daar is wel de Wave Rock te vinden. Dé beroemdheid van dit gebied. Pal ernaast ligt een caravanpark met bomen en een zwembad(je). Het is half vier en we staan mooi opgesteld. Na een liter sap zijn we weer op vochtorde. En dan, yes!, hangt de hangmat en zit het badpak. G droomt de route nog even door en ik koel heerlijk af in het koude water.

Tegen aperitieftijd stopt een auto op de weg naast de camping. Het zijn mensen, die we een week of zes geleden op Eighty Mile Beach hebben ontmoet. Leuk!

Afijn, rondje camping, eten (blikgehaktballen, blikboontjes, pakjesaardappelpuree), wijn... En de avond zitten we comfortabel in de open sociale ruimte met boek en kaarten. Lekker slapen onder de volle maan.

 

Maandag, 29 oktober 2012 - Het loopt weer eens Anders

 

Het is half tien als we naar de rots wandelen. We zitten op een enorm granieten plateau, dat hier en daar de kop boven het maaiveld steekt, zogezegd. Hier is dat een paar honderd meter het geval. En de roze bult heeft bijzondere trekjes. Zo is er bijvoorbeeld "the Wave", waar de rots zijn naam aan te danken heeft. Het is alsof je voor een enorme versteende brekende golf staat. Een effect dat versterkt wordt door de verticale strepen die het afsijpelende water er heeft achtergelaten. Tuurlijk maken we "surffoto's". Het valt niet eens mee om lang positie te houden op de steilte van de "golf".

 

 

Daarna klauteren we naar boven en genieten van het uitzicht over de vlakte met graanvelden en zoutmeren. Koffie en even bijkomen van de klim- en wandelexpeditie. Dan inpakken en wegwezen. Er ligt een lange, min of meer, rechte route van zo'n 400 km voor ons. We gaan naar Mandurah aan de kust, waar Jan (Pronk) en Diane ons gastvrij hebben uitgenodigd.

Zestig graanveld-kilometers later zijn we in Kondinin en het is lunchtijd. Het is een piepklein boerendorpje met een hotel annex resto annex ATM annex bottlestore annex ... annex ... Wat een belangrijke instituten zijn dit in deze kleine gemeenschappen. Een lollige Ozzie-Italiaan flitst in en uit en vertelt moppen, terwijl zijn vrouw hem probeert mee te krijgen.

En verder. Nog steeds zijn we doende te wennen aan de aanwezigheid van door mensenhanden bewerkte landschap. Lange tijd terug aan de oostkust zagen we dat voor het laatst.

We toeren door Corrigin, dat een ietsiepietsie groter is dan de twee voorgaande boerendorpen. Al was het alleen al vanwege de diverse "musea". De mensen hier kunnen blijkbaar niets weggooien. Dus zet je het bij elkaar, het liefst rond een oud (vervallen) huisje of smederij. Et Voilà, een museum is geboren.

Daar rijden we dus. Tot G in zijn ooghoek het woord "auto electric" oppikt. Heeee, da's dus ook de plek voor auto-aircons.

En jawel, het is precies het soort bedrijfje qua sfeer, grootte, flexibeliteit, toegankelijkheid, waar mijn t-man helemaal voor valt. Aardige en vlotte monteur ook nog eens en, niet onbelangrijk, met verstand van zaken (...zoals al zijn voorgaande collega's dat ook waren...). Er wordt meteen gesleuteld. Onderwijl vertelt G stukje bij beetje TOY-'s CooldownStory in 28 delen.

Er is een diagnose! Alweer. Er zit een lek bij de verkeerd gemonteerde en beschadigde TX-klep. Knoop doorhakken en doorpakken. Onderdeel wordt besteld en morgenochtend om half negen wordt het gemonteerd.

Om de hoek is het Corrigin Caravan Park. Stoffig, knus, vijftiger-jaren-alles en een paar bomen, waar we schaduw vinden. Drinken achterstallig vochtverlies weg en zien de buren-voor-een-nacht komen. Ken en Beverley, grijze duifjes van ergens ten noorden van Perth. Het treft, het is borreltijd, die we uitwisselend door brengen. Tot het te koud wordt. Wij wandelen het blok (= het dorp) rond en nemen een kijkje in het dorpshotel, annex kroeg, annex... Op de terugweg naar de camping rijdt een auto ons achterop. Iemand van de kroeg zag ons daar en bezweert, dat we het restaurant niet gezien hebben en dat is toevallig wél heel mooi.

TOY-thuis maken we een soepie en dat voldoet heel goed. Het is flink afgekoeld en het waait hard. Om negen uur trekken we ons terug in ons knusse reishuisje. En wie weet, kunnen we morgen gekoeld en wel verder reizen...

 

Dinsdag, 30 oktober 2012 - Cool Again en Gastvrijheid bij John & Diane

 

Voor de temperatuur hoeft de airco het niet te doen. Desalniettemin staan we om half negen in de hal van Neu Tech Auto Electrics. Phil is al bezig met het herstellen van de schade door verkeerde montage.. En het bestelde onderdeel is er, het juiste en op tijd!

Een paar uur later rijden we weg uit Corrigin. Voorlopig doettie-ut, onze airco! Maar ja... Voor een werkelijk bedrijfszekere airco, aircon in Oz, moeten er meer gebeuren. Nu echter, doen we de airco uit, want het is veel te koud. Dat hebben wij weer!

Door graanvelden rijden we via Hwy 40 richting kust. Voor de lunch slaan we af op een gravelweg. Een jonge boer komt eens even kijken wat dat vreemde volk daar moet. Je weet maar niet. Hij is snel gerustgesteld en kan meteen een paar prangende vragen beantwoorden over het graan dat er zo armetierig uitziet. Ruim voor Perth buigen we af in zuidelijke richting. Het gebied doet Europees aan. Kleine boerenbedrijfjes, dorpjes, huizen, smalle wegen. Het is zwaar bewolkt en twintig graden.

Om een uur of vier parkeren we bij John & Diane. We hebben elkaar maar heel kort gezien, lang geleden op het sunsetviewpoint in de Bungle Bungle. En nu krijgen we een ongelofelijk gastvrij onthaal. De klik was er al en nu kunnen we elkaar gaan leren kennen. Bijzondere mensen zijn dit, met bijzondere levensverhalen...

Tevreden, goed doorvoed en met de nodige wijn op gaan we de nacht in. We knorren als tevreden varkentjes in een bed op poten.

 

Woensdag, 31 oktober 2012 - JoDiDay-One

 

G sleutelt en gaat met John (Jan) bij bedrijven langs. Dan van alles losschroeven, of vast natuurlijk. Diane en ik bezetten het thuisfront. We laten de hond uit, wandelen, praten, draaien een wasje, schrijven, internet. Buren waaien aan. Avondeten met Ken en Jan. Curry-avond en dolle pret als Jan zijn gitaar pakt en we de Sixties herbeleven.

 

 

Donderdag, 1 november 2012- JoDiDay-Two

 

G en John doen een rondje aircobedrijven. Er komt meer duidelijkheid over wat er moet gebeuren. Namelijk: alles, maar dan ook alles . Dat is, alle, ook de recent nieuw gemonteerde, onderdelen van de airco moeten worden vervangen. Zucht ...

Diane en ik doen thuisdingen. Eind van de ochtend nemen J&D ons mee voor een Mandurah-toer. Langs baaien en wijken met prachtige villa's aan het water met geduldig dobberende boten. Wandelen en koffie bij de haven en lunchen in een Chinees Restaurant.

Om vier uur gaan we met Diane naar het huis van kennissen voor een weddingrehearsel. Zaterdag sluit Diane er een huwelijk en nu moeten details besproken en zonodig geoefend worden. Het is een prachtig huis op 'n schitterende plek in de bocht van de rivier.

Op de terugweg wippen we aan bij zus Beth en zwager Paul. Ze wonen in een gigapand aan het water met een paar boten. Thuis eten we (heerlijke!) kliekjes.

 

Vrijdag, 2 november 2012 - JoDiDay-Voorlopig Afscheid

 

Knus ontbijt, inpakken en uitgezwaaid door John en Diane rijden we weg. Wat was het heerlijk bij deze gastvrije vrienden. Diane stopte ons homemade pies toe. Hebben we een makkelijke maaltijd, vindt ze.

Dan volgt een tournee van uren: langs het aircobedrijf, de AAC (Ozzie ANWB), overheidsdiensten, auto-onderdelen zaak, enz. Weer iets wijzer over verzekering, carnet, roadpermit..., maar even zoveel onduidelijkheden. Nee, niet alle informatie dringt door tot op balie-niveau.

Om half vijf toeren we via de kustweg naar Rockingham. Onderweg skypen we met Dolf en Zoë. Heerlijk! Helaas, moeten we afbreken om Craig te bellen die, gatsie-gatsie, alweer niet bereikbaar is.

Rockingham is kleiner en eenvoudiger dan Mandurah. Na wat kust- en landtongomwegen vinden we het enige nog vrije plekje op de Memorial Camping. Het is van een veteranenclub. Alles staat hier in het teken van de Navy. Het (schier-)eiland voor de kust is hun basis. Er zijn clubs, parkeerplaatsen, restaurants ... "for members only". En wij zijn dat niet. Maar we eten prima (Barra en een antipastoschotel) bij Emma en zien daarna pas BettyBlue!

Als TOY in kampstand staat op het veteranenveldje, blaast G al snel de aftocht. Ik hang nog even in de frontlinie voordat ook ik het hazepad kies... Half tien. noteer ik.

 

Zaterdag, 3 november 2012 - Toeristendag

 

Het is bewolkt, het regent en het waait. Voldoende ingrediënten voor een TOY's binnenontbijt. Het zat er wel in na de dreigende luchten van de afgelopen dagen.

We gaan naar New Norcia, 130 kilometer ten noordoosten van Perth. New Norcia is een missiepost van de (Spaanse) Benedictijners, die ook missioneerden in het hoge noorden, in Kalumburu (zie: Kimberley). De gidsen beloven een heleboel schoonheid van Spaanse Architectuur.

Het bepalen van route laten we over aan de navigatiedigidames. Zo toeren we dwars door Perth en uiteindelijk over de Great Northern HWY. We zien de City van Perth, volgen een poosje de Swan River en als de stad verdwijnt zijn er weer de eindeloze graanvelden.

Rond de middag parkeren we in New Norcia. In het voormalig Hostel van de Paters, een statig maar aan verval leidend gebouw, lunchen we. In het museum zien we het wereldje van de missionerende mannen terug en een stukje Kalumburu. Er zijn allerlei Aboriginal artefacten, "geschonken" door een pater. Maar, hoe hij er aan gekomen is, wordt niet vermeld.

We toeren rond tussen de gebouwen van het convent. We constateren, dat we teveel verwend zijn in Europa als het gaat om architectuur. De gebouwen zijn mooi en oud, maar onder de indruk raken we niet.

Nu het dan toch een rijdag is geworden, besluiten we om door te stomen naar de kust. We nemen het navigeren weer in eigen hand en rijden over heerlijke, gedeeltelijk dirt-, wegen. Het is boerenland met kleine natuurgebieden her en der. En eindelijk ontmoeten we de blue-tongue lizard (of: skink). Twee keer zelfs. Het is een vriendelijk reptiel, dat zijn bek ver open spert en zijn blauwe tong naar buiten steekt als hij zich bedreigd voelt.

 

 

Een paar kangoeroegezinnen, die van hun zaterdagrust zitten te genieten op de weg, maken zich ijlings uit de voeten. Op de laatste doorsteek naar het Nambung NP wordt de weg versperd door een hek. Jammer! Ik zie iets in het gras liggen. Een sleutel! En jawel, hij past op het hangslot! Kunnen we toch verder. Maar het risico is er, dat we verderop weer op belemmeringen stuiten. Er zullen niet overal sleutels rondslingeren. Dat gaan we toch maar niet uitproberen. Twintig kilometers terug dus en gewoon via de asfaltroute naar Cervantes aan de Indische Oceaan.

Na een dag met 400 k's op de teller is het welletjes. We hebben een mooi plekje achter de lage duinstrook vlak aan zee. Beeldskypen met Zoë, die haar vriendinnetjes wil halen, omdat die opa en oma vast ook willen zien.

Nog net kunnen we droog een glaasje drinken met uitzicht op prachtige wolkenluchten en de zee. Maar dan moeten de fleecjes echt aan. TOY staat precies goed op de wind en in de luwte erachter eten we een soepie en de hartige taart van Diane. De avond sluiten we af binnensTOYs met uitzending gemist (dwdd en P&W).

 

Zondag, 4 november 2012 - Pinnacles en Zandduinen

 

Het was knus en heerlijk slapen in de stormachtige wind en de kletterende regen. Ontbijten met uitsmijters en als alle Britz-, Apollo-, Maui-, AutoBarn-, Enzo-campertjes weg zijn, gaan ook wij.

In Cervantes onderzoeken we alle kleine witte zandpaadjes die naar zee leiden. Prachtig. Het smalle witte strand, de azuurblauwe Indische Oceaan met witte schuimkoppen en indrukwekkende luchten erboven.

Thirsty Point is natuurlijk helemaal geschikt voor de koffie. G heeft er een onaangename encounter met een Zwitserse Dame. Na nog een heerlijk zanderig rondje rijden we naar de Pinnacles in het Nambung NP. Het uitzicht is eindeloos, glooiend en frisgroen. Hier en daar piekt een wit duin door alles heen. En rechts van de weg is de oceaan.

 

 

Rond de middag zijn we bij de Pinnacles Desert. De geleerden hebben geen eenduidige verklaring voor het ontstaan van de merkwaardige rotsvormen. In de expositie wordt dat duidelijk. Ook de flora, fauna en de geschiedenis van de oorspronkelijke bewoners komen er aan bod.

Leuk is het om de informatie te lezen over de allereerste Europeanen die dit deel van Australië verkenden en in kaart brachten. Want, jawel, in 1616 voer Dirk Hartog met de Eendracht hier rond. Het waren ook de Nederlanders die de kust in kaart brachten. En in deze wateren vonden verschillende VOC-schepen (w.o. de Batavia) hun tragisch einde.

In de "Pinnacles Desert" is een slingerende autoroute van vier kilometer aangelegd. We lunchen met zicht op het gele zand en de kolommen in allerlei vormen en maten. Mooi.

De rit van 75 kilometer naar Lancelin, zuidelijk aan de kust, loopt door dezelfde groene struikenzee. In Lancelin is een prachtig wit duingebiedje speciaal voor 4WD's. Zo, eindelijk echte zandduinen. Duin op duin af. Geweldig leuk is dit en een makkie. Zelfs met (asfalt-) harde banden kun je rijden wat je wilt, zonder het minste risico om vast te komen staan. Het zand is grofkorrelig en hard en het heeft geregend.

Maar stralend wit is het opwaaiende zand tegen de achtergrond van de azuurkleurige oceaan, de groene struikenzee landinwaarts en de onstuimige wolkformaties erboven. Genieten.

Gaaf is het om een toeristenbus te zien rondhuppelen met een gezelschap, dat later gaat zandsurfen.

Hehe, voldaan zetten we TOY met z'n neus in de wind op de primitieve en vrijwel onbezette camping. Lekker binnen. Want buiten stormt en regent het. Tussen de buien door pakt de zon haar kans en wordt het heet. In het naastgelegen hotel horen we dat dit ongebruikelijk is. We eten er, wat wel zo makkelijk is met dit weer.

In ons TOY-bed deint de wind ons in slaap ondanks het geklapper van het zeil. Jaja, de najaarsstormen hebben ons hier, in de Ozzie-lente, al vast weten te vinden.

 

Maandag, 5 november 2012 - Van witte Duinen naar Perth

 

Nog steeds harde wind en vlagen regen, maar ook breekt de zon soms prachtig door. Wel weer helemaal binnenontbijtweer. En dan is het nog eens speelkwartier in de zandbak. Heerlijk! Tot het tijd is om de witte duinen van Lancelin achter ons te laten.

 

 

Het groen maakt zuidelijker plaats voor graanvelden. We slaan af naar Guilderton. Het is koffietijd. Vanaf een uitkijkpunt zien we hoe de rivier (de Gingin Brook) haar water in de Indische Oceaan probeert te lozen. Het waait er veel te hard, dus drinken we koffie achter de warme TOY-voorruit.

Nog zuidelijker proberen we een restaurantje in Two Rocks en Yanchep te vinden. Alleen een morsige frituurtent, weliswaar met mooi Oceaan-Uitzicht, is er te vinden. Maar met i-Bet-internet en navigatie-Apps is het zoeken en vinden van iets anders een fluitje-van-een-cent.

We komen heel goed terecht in het naderen van Perth. Daar is de nieuwste uitleg van de stad en nog volop gaande. Nieuwegein, Almere en Lelystad bij elkaar. En dan heel veel groter, grootser, chiquer en ruimer. Het kost aardig wat natuur, maar dan heb je ook wat.

In de Minardie Marina (jachthaven) vinden we wat we zochten. Het is zonnig en we kijken uit op fraaie jachten en paleisachtige huizen. Het eten is on-Ozzie goed en verfijnd. Prompt laat ik er mijn omslagdoek liggen, m'n reismaatje sinds jaar en dag!

In het oosten van Perth en ten zuiden van de Luchthaven kunnen we nog net terecht op het Big4-Discovery Park. Als we de auto het terrein op willen rijden is daar ineens Emerson. In een flits had hij het NL-nummerbord herkend. Zijn ouders komen uit Zaanstad en hij is een NieuwZeelands-geboren Ozzie. Hij spreekt verrassend goed Nederlands. Leuk!

Zo, dat hebben wij weer. Op zondag kun je voor één dollar broodje ge-bbq-de worst eten. Gezellig samen met een zootje grijze duiffies aan de picknick tafel en byo-drinkie. In de tv-ruimte zien we DWDD en P&W en zijn we op het internet actief. Onderwijl volgen Shirley & Reg de Ozzie-X-factor.

Na een heerlijk hete douche zijn we zo in hoger sferen. De wind is gaan liggen, het regent niet. Geen idee, hoe het met maan en sterren is, maar vliegtuigen vliegen over op weg naar overal...

 

Dinsdag, 6 november 2012 - Perth 1: Sleutelen

 

Windstil, licht bewolkt, zon. Goed weer voor de geplande sleuteldingen. Een "thuis"-dag dus op de kalme camping.

 

Woensdag, 7 november 2012 - Perth 2: Toeristisch Uitstappen

 

Mooi rustig weer en prima temperatuur voor dagje stad. Maar eerst rustig ontbijten, nog ff schroeven en dan op weg. Half uur met de bus naar de City. Dan met Captain Cook Cruiseschip naar Fremantle. Heerlijke boottocht langs de villa's der allerrijksten. Langs het huis waarvoor het hoogste bedrag ooit in Australië werd neergeteld. En wel 50,7 miljoen dollartjes, dat is zo'n 40 miljoen eurietjes...

 

 

In Fremantle besluiten we af te zien van allerlei tochten en rondleidingen. In plaats daarvan kuieren we door het mooie stadje. Prachtige gebouwen (vanaf half 19e eeuw), gezellig sfeertje, leuke winkeltjes en King's Square dat niet erg vierkant is. Om half vier varen we met de laatste boot terug.

Rondkuieren in de City, hapje eten met bediening door de NL-Nanda en met de bus terug.

Het NL-tv-kijken-met-terugwerkende-kracht in "onze" kampkeuken moet even worden uitgesteld. Want een meneer bekijkt foto's op zijn laptop van zijn nieuwe Keniaanse liefje en iedere vorm van belangstelling zet de sluizen open. Afijn, we krijgen een gedetailleerd en bizar verhaal te horen van een man die barst van onverwerkte krenkingen. Pffft... En dan is het de hoogste tijd voor DWDD. Echt wel!

 

Donderdag, 8 november 2012 - Perth 3: Websitewerken op de Camping

 

In de gezellige en schone kampkeuken installeren we ons met laptops, garmin, iBet en wegkaarten. Werken. Onderbreking voor een wandeling van een ruime kilometer naar een groot winkelcentrum (Forrestfield). Daar is alles te vinden wat we nodig hebben de komende dagen. Van de (noodle-)lunch klieken we een hele avondmaaltijd.

Prima werkplek hier en gezellig is het ook. Onze verliefde man schuift aan bij ons koffie-uurtje en pakt de draad weer op. Shirley & Reg hebben een huis gevonden en onze jonge Franse vrienden (Mercedesmannen) vinden het heerlijk om autotechniek in het Frans met G te bespreken. Aanloop, babbels, discussies, koken, eten, drankje.

De kampkeuken ligt op een paar meter van onze TOY en wordt deel van onze Perth-woning. Zoals de camping dat voor verschillende mensen is. Er heerst (betaalbare) woningnood.

Als iedereen weg is, kijken we DWDD en P&W en dan slapen. Nog steeds blij dat Barrack weer vier jaar mag!

 

Vrijdag, 9 november 2012 - Perth 4: 4WD-Showing-of

 

In het McCallum Park, een klein half uur met de bus, is de 4WD-beurs, exhibition, of "show" dus. Het Duitse echtpaar stapt weer tegelijk met ons in de bus. Zij ratelt aan een stuk door over plaatsen waar ze waren en dat "dass alles so gut gefallen ist". Prima toch.

In het McCallumpark is het een gezellige en warme bedoening. Dertig graden wordt het. We wandelen, kuieren, bekijken, voelen, informeren, lunchen, vragen en kopen een bushdouche. Toch maar. Thuis op zolder ligt er net zo een, maar da's wel een beetje ver weg.

Halverwege de middag terug in ons Discovery Park. Na het uitslopen van de standkachel moest er nog een slang los, ingekort en weer goed verbonden worden. Met de hulp van Jean-Philippe en onder toezicht van Guillaume (de "jonge Franse vrienden" en automonteurs) komt ook dat helemaal in orde.

Borrel met hen en dan in de kampkeuken koken en eten. Samen met Reg & Shirley en de Franse boys. Het wordt een daverend gezellige boel.

 

 

Zaterdag, 10 november 2012 - Perth 5: CampingWerken

 

Gewoon bij TOY dus. In de kampkeuken aan de laptops. Foto's selecteren, tekst site-fähig maken. En tussendoor wordt er gesocialized. Veel mensen zitten hier betrekkelijk lang (een cursus, voor het werk, enz.). Er "woont" zelfs iemand al vijf jaar in een campertje. Het kleine-dorps-gehalte neemt er behoorlijk door toe. Reg & Shirley verhuizen stukje bij beetje naar hun huis-voor-een-jaar. Het stel met de tweeling en een klein mannetje, de mijnmannen, mensen scharrelen ontspannen rond. Nu het weekend is, zien we iedereen. Onze buurman is blij, dat zijn vrouw en kids het weekend over komen.

Een jong stel komt aan met een indrukwekkend geprepareerde Toyota 70-serie. Al snel komt hij op ons af. Ze herkennen ons, TOY dus, al gezien in Kalgoorlie. Nu wil hij het zijne ervan weten. En G natuurlijk van zijn auto.

G doet inkopen in het winkelcentrum (wijn!) en ik maak kokommersalade, kook noodles en bak een paar mooie stukjes vlees. We skypen met de ex-jarige Ella. Hebben Harla ook hier gekampeerd. Ja Hoor!

 

Zondag, 11 november 2012 - Perth 6: Zondaggen

 

Zon en uitsmijters om mee te beginnen. En verder... De klussen vorderen. TOY gedeeltelijk uitgepakt, uitgezocht, ingepakt, was gedraaid. Iedereen is er nog of weer. S&R. een Darwin-paramedisch echtpaar, het tweelinggezin, het Duitse stel, een NL-gezin en een lieve simpele jongen die iedere avond de afwas komt doen. Afscheidsborrel van en gezamenlijk eten met S&R.

 

Maandag, 12 november 2012 - Alles op zijn Tijd

 

Inkopen in de Forrestfield Mall. Suspensionspecialist bezocht, die ook niet heeft wat G zoekt en via mooie koffiestop in Burns Beach op tijd voor de lunch in Minardie. En daar issie weer, mijn lieve morsige oude versleten omslagdoek. Lekkere lunch en dan terug in zuidelijke richting. Soepel ronden we Perth. We raken bekend hier. De Swan River volgen en bij City Toyota informeren naar prijzen van onderdelen. Door gaat het naar Mandurah. Voor de airco-afspraak wipt G bij een zeilmakerij en een uitlijnbedrijf aan. Ruim na zessen rijden weg van het bedrijventerrein.

Tijd voor bezinking en eten. Dat doen we op de Mandurah Caravan & Tourist Park op een betonnen vloer met de kampkeuken en toiletgebouw bijdehand.

Na brood met omelet (en wijn) laptoptijd tot het tandenpoetstijd en bedtijd is. Tijd, jawel, voor de Laatste TOY-Nacht!

 

Dinsdag, 13 november 2012 - Klussen en Klusjes

 

Bed afhalen, was verzamelen, draaien, drogen, vouwen, opbergen, tekst bewerken, foto's uitzoeken, internet... Daar hou ik me mee bezig, terwijl G in Mandurah de laatste airco-afspraken maakt, Toyota onderdelen bestelt, de kapotte hoes laat naaien, TOY stralend wit poetst. Even "thuis" voor de lunch.

Om vier uur pakken we in en rijden we naar John & Diane..

 

Woensdag, 14 november 2012 - Inpakken...

 

De aller, aller, aller, aller, laatste klussen: TOY opbergen en onszelf reisklaar maken.

 

Donderdag, 15 november 2012 – Wegwezen…

 

Vliegveld, douane (auto-onderdelen!), wachten, ... Om half vijf stijgt het toestel op om vijf uur later in Kuala Lumpur te landen. Twee uur brengen we door op het knusse vliegveld.

Precies om middernacht beginnen we aan dertien nachtelijke vlieguren. Nu en dan is de turbulentie zo hevig, dat ook het cabinepersoneel erbij moet gaan zitten. G slaapt heel wat uurtjes en iki doezel.

 

Vrijdag, 16 november 2012 – en Aankomen…

 

Half zeven landen we. En daar zijn ze, onze afhalers, Dolf en Zoë. Heerlijk begin van een heleboel weerziens. De Hollandse kou voelen we niet eens…