home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Africa 2005
::
south africa
  • algemeen
  • prologue
  • europe
  • tunisia
  • libya
  • egypt 1
  • egypt 2
  • sudan
  • ethiopia 1
  • ethiopia 2
  • kenya
  • uganda 1
  • uganda 2
  • rwanda
  • tanzania
  • malawi
  • mozambique
  • zambia
  • botswana 1
  • namibia 1
  • namibia 2
  • botswana 2
  • south africa
::
reisverslag
Africa 2005 :: south africa :: reisverslag

 

Donderdag, 17 november 2005 – Zuid-Afrika, land van apartheid … of niet meer?

 

De Zuid-Afrikanen handelen onze entree vlotjes af en daar gaan we! Zuid-Afrika! We hebben ons niet werkelijk verdiept in Zuid-Afrika. We laten dit -meer westers georiënteerde land van Afrika- gewoon over ons heen komen. Zuid-Afrika bestaat voor een groot deel uit halfwoestijn en aan de kust heerst een subtropisch klimaat. Dat spreekt ons wel aan. Economisch gezien zijn er mogelijkheden, want het land heeft een grote rijkdom aan natuurlijke bronnen (delfstoffen).
De geschreven geschiedenis begon met Jan van Riebeeck, die aan Kaap de Goede Hoop een VOC-vestiging stichtte van waaruit het gebied werd gekoloniseerd. Vervolgens veroverden de Britten de Kaapkolonie van de Nederlanders (de Boeren). De oorspronkelijke bevolking werd ernstig onderdrukt (slavernij) en verdreven. Van de recente geschiedenis is Zuid-Afrika vooral berucht vanwege de Apartheid. Met succes streed het ANC tegen deze politiek. En wie herinnert zich niet de triomfantelijke terugkomst van Nelson Mandela in 1990! Na de eerste algemene verkiezingen voor alle rassen in 1994, werd hij president van een regering, die gedomineerd werd door het ANC. 

 

Waar we erg benieuwd naar zijn is, wat we zullen merken van de nieuwe politiek, die een bevoorrechting van de zwarte Zuid-Afrikaan (“black empowerment”) inhoudt. Het doel is om de historisch gegroeide maatschappelijke ongelijkheid te corrigeren. De laatste maanden hebben we in diverse ontmoetingen met (blanke) Zuid-Afrikanen gehoord, dat de levensstandaard sindsdien is teruggelopen. Het merendeel van deze mensen lijkt dat geen probleem te vinden. Men ziet in, dat het tijd vraagt voordat de achterstand (in kennis en kunde) van het gekleurde deel van de bevolking is ingelopen. Een jonge blanke Zuid-Afrikaan die zijn baan verloor aan een zwarte collega, ziet het als “nieuwe kans”. Hij is voor zichzelf begonnen en zijn knowhow kan ingehuurd worden. De bevoordeling van zwarte medewerkers brengt echter ook met zich mee, dat banen vaak door onvoldoende gekwalificeerde mensen bezet worden. Met name in het ambtenarenapparaat van (lagere) overheden leidt dat tot veel vertraging, oponthoud en dus frustraties. Ook zei iemand ons, dat de economische teruggang begrijpelijk is. Zuid-Afrika is nu eenmaal een Afrikaans land en het zal dan ook min of meer op het niveau van de rest van het continent gaan functioneren.  

 

Afijn, voorlopig rijden we op hetzelfde soort asfaltwegen en pistes en in een vergelijkbaar landschap als eerder in Botswana. Het grootste verschil is eigenlijk, dat hier overal toegangspoorten te zien zijn naar (wild-) boerderijen. Verder zuidelijk (R511) rijden we door landbouwgebieden. In temperaturen van  tegen de 40 vormen de bergketens aan de horizon een blauwgrijs decor voor de bewerkte akkers. De lunch gebruiken we ergens in een berm en niet veel later duiken we zomaar pardoes de 20e eeuw in.  Deze keer in de vorm van zes- en achtbaansnelwegen volgestouwd met auto’s.

 

 

Gerard past zich razendsnel aan. Ik heb meer moeite met het omschakelen naar het “andere” navigeren. Op de kaart zoeken naar de nummers van de snelwegen, turen op borden. Zonder kleerscheuren belanden we ten zuiden van Pretoria en Johannesburg. In VanderBijls Park blijken we van Bruce & Audrey (ontmoet in Malawi) alleen een postadres te hebben. Een speurtocht via het politiebureau brengt ons in de Seringstraat, waar niemand thuis is. We schuiven een briefje onder de deur door en hopen, dat de hond voldoende hondenbrokken heeft.

 

Vlakbij deze buitenwijk ligt aan de Vaal een camping. Hier kamperen mensen uit het verstedelijkte gebied van Pretoria en Johannesburg. Het hoort blijkbaar bij de Zuid-Afrikanen om in grote groepen familie of vrienden bij elkaar te kruipen. Centraal tussen de caravans staan de braaien als teken van de (blanke)! sociale band. Het uitzicht en de zonsondergang zijn mooi. De harde muziek, die van de partyboot komt, wat minder. Maar, verzeker men ons, het feest is om acht uur afgelopen. En dat blijkt. 

Na de aardappelpuree, gebakken ham (uit blik) en doperwten verdwijnt Gerard hoestend, proestend en snotterend in bed. Hij heeft weer een stevige allergische reactie en is er doodmoe van. De harde wind is wat gaan liggen en in mijn eentje geniet ik van de avondlucht. In bed dringt het tot me door, dat het verkeersgeluid op Nederlands niveau is.

 

Vrijdag, 18 november 2005 –  Een speurtocht en mooie luchten 

 

Om zeven uur voelt de zon al zo warm aan, dat we blij zijn met de verkoelende wind. Na een muesli-ontbijt, koffie en een ontluisterend gesprekje met een kamperende buurman: “I’am not a racist, they may breethe the same air I do, but ….…” (“Ik ben geen racist, ze mogen dezelfde lucht inademen als ik, maar …..”) gaan we voort met de speurtocht naar Bruce & Audrey. Via de Seringstraat, een blaffende hond, een verlegen (zwart!) dienstmeisje, een schouderophalende (zwarte!) tuinman en een op het juiste moment aankomende buurman, belanden we dan toch nog bij Bruce & Audrey op hun nieuwe woonadres. Tijdens een gezellig koffie-uurtje wordt eens te meer duidelijk, dat je ook op gevorderde leeftijd nog heel wat kunt afreizen. Met Bruce gaat Gerard op stap om het juiste verloopnippeltje voor de gasvulslang te zoeken. Rond de middag rijdt Bruce ons voor naar de highway in zuidelijke richting. 

Het landschap lijkt op de Noord-Franse golvende goudgele graanvelden, afgewisseld met frisgroene weiden met koeien. Boven het landschap hangen mooie wolkenpartijen tegen een diepblauwe lucht. Langzamerhand betrekt het en regenbuien in de verte toveren er een regenboog bij.

 

Ergens onderweg duiken we een restaurant in, toevallig recht tegenover een Toyotagarage. Onze TOY trekt onmiddellijk de aandacht van de eigenaren. Voorzien van allerlei Toyota-stuff nemen we afscheid.
Onderweg barst de bui in volle hevigheid los. Het stort enorme spetters, afgewisseld met hagel. In Clarens schuilen we bij het Informatiecentrum en als het onweer afneemt, worden de computers weer ingeschakeld. Lekker vlot kunnen we nog even op het internet onze gang gaan alvorens we voorzien van informatie richting Golden Gate Highlands National Park gaan. Het is een mooie rit door de bergketen, die op de grens met Lesotho ligt.

De receptie van de camping is bepaald niet efficiënt georganiseerd en er gaat veel wachttijd van onze kampeertijd af. We kunnen ergens aan het eind gaan staan en dat is wat ons betreft de beste plek. Het uitzicht op een diep dal met steile rotswanden is schitterend. We maken kennis met de buren, het Duitse artsechtpaar Doris & Helger. Ze trekken rond met auto en piepklein tentje. Die avond zitten we gevieren in TOY terwijl buiten regen, wind en onweer de baas zijn. En met zulk weer is het heerlijk slapen in ons hoge en droge TOY-bed.

 

Zaterdag 19 november 2005 – Lesotho en de Sani-pas

 

Het ontbijt van vers brood is een zaterdagmorgen waardig. En al gauw rijden we door het prachtige landschap van het Golden Gate NP. Helaas is er een of andere piep te horen. Welke toeren we ook uithalen, het verdwijnt niet en de oorzaak wordt ook niet duidelijk.
We verlaten het park door dezelfde gate als we zijn binnengekomen en via Clarens en Fouriersburg rijden we naar Ficksburg aan de westgrens met Lesotho. We wurmen ons langs en door de rijen wachtende Sotho’s, die van de zaterdag blijkbaar een gezellig winkeldagje aan de Zuid-Afrikaanse zijde van de grens gaan maken. Onze uit- en instempel krijgen we vlot en we voelen ons weer helemaal terug in ”Afrika” als we Lesotho binnen gaan. Er zijn gewoon weer de vertrouwde gaten in de weg, veel autowrakken en lopende mensen. Overal om ons heen heerst een gezellig soort rommeligheid. 
Over de A1, de noordelijke route, trekken we door de bergen van Lesotho. We genieten van een serie passen, die boven de 3000 meter liggen. Ondanks het weer. Want regelmatige buien en laaghangende bewolking ontnemen ons de echte vergezichten. En het is er zó stil.


Bovenop een pas ontmoeten we een groepje herders. Ze zien er prachtig uit met hun sokken en mutsen met franjes. De omgeslagen dekens moeten hen warm houden. Want koud is het op deze hoogte en met dit weer wel. Komend van ruim dertig graden, zitten we nu op een magere tien graadjes. We delen het brood, water en koekjes. De met kort gras en mos begroeide bergen zijn prachtig. Het landschap, gecombineerd met het weer, doen ons denken aan Schotland en Noorwegen.

Bij het begin van de route naar de Sani-pas houdt het asfalt schielijk op. Langzaam glibberen we hoger en hoger over het gatenkaaspad. De route voert langs huttendorpjes en het dal vernauwt zich tot een smalle kloof. Zo nu en dan dringt er een straaltje zon door de regenachtige wolkenhemel.

 


Om een uur of vijf zijn we in de berghutachtige lodge met de hoogste pub van Afrika. Het is er warm en gezellig. Hutgasten zijn er genoeg, maar wij zijn de enige kampeerders. Vanaf het stenige terrein achter de lodge is het uitzicht eindeloos en prachtig. En vooral nu de zon aan haar dagelijkse ondergang begonnen is. Binnen warmen we ons aan het haardvuur, een borrel en gesprekken met andere reizigers. Aan lange tafels eten we van een lekkere pot. In de ijle lucht en kou is het heerlijk inslapen in het TOY-bed.

 

Zondag 20 november 2005 – Een top-Sani-dag en een pijnlijk achterwerk

 

Dit is weer zo’n plek, waar je wat langer móet blijven. We houden van het gevoel op grote hoogte. Het uitzicht is adembenemend, de mensen gezellig en Gerard wil een tocht maken op de beroemde kleine bergpaardjes van Lesotho. Terwijl ik me bezig hou met intekenen van onze route op een kaart, werken op de laptop, wandelen en fotograferen, beklimt Gerard in gezelschap van een lokale gids een van de hoogste toppen hier in de omgeving. Zijn zitvlak heeft er behoorlijk van te lijden. Het maakt zijn bewondering voor de klauterprestaties van het kleine paardje alleen maar groter.

 


We maken nader kennis met Jonathan, de eigenaar van de lodge en met Jochen, die net terug is van een tiendaagse wandelbergtocht met zijn klanten. Ook deze avond is het avondeten weer prima en, het kan niet anders, we slapen als een stelletje bergmarmotten...

 

Maandag 21 november 2005 – Van de bergen naar de kust

 

Na het ontbijt vertrekken we naar het dal aan de Zuid-Afrikaanse zijde van de pas. We verkneukelen ons over de uitspraak van Jochen (Z.A). De bergbewoners van Lesotho hebben hun eigen tempo constateert hij, want “..we have the watch, but they have the time..” (“Wij hebben het horloge, maar zij hebben de tijd.”). En geldt dat niet voor alle Afrikanen? Samen met Jonathan en zijn honden, dalen we af naar het dal. Het is een heerlijke haarspeldbergweg met steeds nieuwe uitkijkjes. Zigzaggend door de groen-fluwelen bergen bereiken we de RSA-grenspost. In Himeville drinken we thee bij Jonathan in zijn cottage.

 

Over de R617 rijden we zuidelijk. In Kokstad houden we halt bij een restaurant, dat nog het meest doet denken aan de grote-busgezelschap-gelegenheden op de Duitse provinciale wegen. En jawel hoor, er zit een groot gezelschap Nederlanders aan de lunch. Het lijkt alsof ze daggie Veluwe doen i.p.v. Zuid-Afrika. In no time horen we klaagverhalen over rokende medereizigers en nog meer narigheden…
Na de lunch gaat onze tocht verder over de R61 richting Port St. Johns aan de Wildcoast (wilde kust). Vanuit Kwazulu Natal rijden we de Eastern Cape binnen. De asfaltwegen met wegwijzers zijn ons alweer aardig vertrouwd. Ook vandaag vallen er regelmatig buien. Het levert nog steeds prachtige wolkenpartijen op. Verspreid over groene glooiende heuvels liggen de dorpen. In de omgeving van Johannesburg en Pretoria zagen we de krottensteden (zoals Soweto). De dorpen hier zien er beter uit, maar zijn nog altijd  herkenbaar als de plek waar de zwarte Zuid-Afrikaan woont.
In Port St. Johns staan we in het groene gras van een camping aan de rivier. De douche en restaurant zijn dik in orde. Ook deze nacht worden we in slaap gebracht door regen en wind met als extra attractie:  luidruchtig kikkergekwaak.

 

Dinsdag 22 november 2005 – Vriendelijk Transkei

 

Zo, dat is lekker! Gewoon met blote voeten op het natte gras! Geen stof deze keer, maar louter fris en groen om ons heen. We volgen de route, die Jonathan ons adviseerde. De uitgespreide dorpjes golven mee met de rondingen van de vriendelijke heuvels.

 

 

De lemen hutten met rieten daken zijn in alle mogelijke pasteltinten (zalm, roze, wit, blauw, blauwgroen) geschilderd. Langs de kust worden de heuvels hoger en grilliger en doorsneden door steile diepe dalen. We rijden op een heerlijke dirtroad (onverharde weg). De plek, die Jonathan ons als bivakplek had aanbevolen, is inderdaad schitterend. We kijken uit op de rotsige kust waarop de golven witschuimend stuk slaan. Mooie plek voor de koffiepauze. Een groepje jongens komt poolshoogte nemen. Languit ligt Gerard met hen op het gras en met grote interesse bestuderen ze onze reisboeken. Zij leren een paar woorden Nederlands en wij krijgen les in het Khois.

Verderop langs de kust stoppen we in een dorpje. Een vrouw is bezig met het bouwen van een hut. Op een staketsel van hout smeert ze met haar handen een mengsel van modder en stro. Het leven hier ziet er eenvoudig en hard uit. Ook stuiten we op “wegwerkzaamheden”. Een schoolklas tieners is bezig met eenvoudige hulpmiddelen om de weg naar hun dorp aan de kust te verbeteren. De komst van toeristen zou een welkome bron van inkomsten zijn. Maar dan moet de bereikbaarheid wel verbeterd worden. Hier is dat nog een gemeenschappelijk belang en draagt iedereen zijn steentje, letterlijk, bij.


Geleidelijk scharrelen via kleine weggetjes richting N2. Vandaar kunnen we een poosje lekker opschieten. Bij de Grote Kei Bridge tanken we en op de Areena campsite (vlakbij East London) vinden we op het gras een plekkie met uitzicht op een rivier. Het is er stil en saai tussen de vaste caravans, waar de Zuid-Afrikaners hun weekenden doorbrengen. Gezien de sporen wordt hier heel wat afgebraaid. Wij doen het anders en openen gewoon een blik nasi. De inhoud versieren we heel lekker met het een en ander.  

 

Woensdag 23 november 2005 – Van chagrijnige duiven naar rollende golven

 

De mooie ochtend maakt de saaiheid van de camping helemaal goed. Het uitzicht op de begroeide steile helling aan de overkant van de rivier trouwens ook. Voor Gerard zijn humeur echter is het, laten we zeggen, nadelig dat er weer duiven hun chagrijnige geluid laten horen.

In East London vinden we een internetcafé in een zaak voor computerstuff. We raken aan de praat met de eigenaren, een echtpaar. Hij was politie-rechercheur op het hoogste politieke niveau. Stopte met dit werk vanwege bedreigingen aan hem en zijn gezin. De politieke en maatschappelijke situatie is natuurlijk uitgebreid onderwerp van gesprek. Hij vreest, dat Zuid-Afrika de kant van Zimbabwe op gaat. Het echt-paar worstelt met het dilemma: blijven of niet.


We verlaten de N2 om verder te trekken over de mooie kustroute (R72). Het is nog steeds wennen, dat we gewoon aan het toeren zijn zonder dat we ingesteld hoeven te zijn op avontuurlijke dingen.
We zijn aangeland in een gebied, waar voornamelijk blanke Zuid-Afrikanen wonen. Overal zijn er compounds met grote en luxe villa’s. Wel even anders dan de “zwarte” dorpen, die we in Transkei tegenkwamen. Het maakt de grote verschillen tussen zwart en blank wel erg zichtbaar.  
Het heeft ook zijn voordelen. In een restaurant aan de Indische Oceaan eten we een voortreffelijke tong en gamba’s. Onze TOY trekt de aandacht van een 73-jarige pensionada. Vanuit Johannesburg is hij naar hier gekomen en slijt zijn oude dag in een van die reuze villa’s. Hij lijkt een hevige behoefte te hebben aan gezelschap en probeert ons over te halen met hem mee te gaan.
In gesprekken met hem en anderen komt naar voren, dat deze streek ontspannen en veilig is. In tegenstelling, waarschuwen ze, tot Transkei. Weer stuiten we op het fenomeen van de blanke Zuid-Afrikaan, die vooral angstig is voor “zwarte” gebieden. Ze zijn verbaasd als we vertellen, hoe vriendelijk de mensen tegen ons waren en hoe veilig wij ons voelden.

 

 

We belanden op een boerderijcamping, met de nog net terechte naam “Ocean View”. Het boerenbedrijf ligt pal aan de kust, gescheiden door een indrukwekkende duinenrij. Een van de kampeerplekken is klaar voor gebruik, aan de andere wordt nog gewerkt. In de bosjes is een terrasvormige open ruimte gemaakt. In de struiken en onder bomen is een paraffinedouche verstopt en op een andere plek een toilet. Helemaal eko. Over het groen heen kunnen we nog net de oceaan zien. Het geluid van de rollende golven bereikt ons zonder enige terughoudendheid. Om aan het strand en in de duinen te komen, is een lekkere zanderige klauterpartij nodig. Het is een heerlijke verlaten plek aan een ruige watermassa. We genieten van de atmosfeer, onze avondhap en van een imposant duet van rollende golven en zingende vogels.

 

Donderdag, 24 november 2005 – Bushdouche, Zwitsers en lallende studenten

 

De dag begint heerlijk onder de, nu wel erg letterlijke, bushdouche. Lekker warm water stroomt over je heen, terwijl de zon door de takken van de bosjes speelt. Het verwarmingssysteem is even ingenieus als eenvoudig. Een lange pijp boven een bakje met brandende paraffine werkt als een trekkende schoorsteen. Door die pijp loopt een tweede pijp, waardoor water stroomt, dat door de hete rook wordt verwarmd.

Na een hartelijk afscheid van de boer en een kijkje in de doorloopmelkstal, rijden we verder op de piste (R72) en via Alexandria bereiken we de N2 weer. Vlotjes passeren we Port Elizabeth. Bij Jeffrey’s Bay slaan we af om er een kijkje te nemen. Zien we zowaar bij de SuperSpar een Toyota met hefdak geparkeerd staan. Leuk, eindelijk weer eens echte overlanders! Ons geduld wordt beloond en we maken kennis met de Zwitserse eigenaren. Het stel reed in tien maanden van noord naar zuid via de oostroute, net als wij. Zij varen echter met auto en al vanaf januari naar Europa op een vrachtboot vanuit Walvis Baai (Namibië).

We vinden weer een superlunchplek in een restaurant aan de Indische Oceaan. Over de N2 is Plettenberg Bay snel bereikt. We hebben al zoveel natuurschoon gezien, dat we Tsitsikamma NP en het Baviaanskloofgebergte laten voor wat het is. De door Jochen aangeraden Backpackers Albergo (Nederlandse eigenaren) ligt in het stadje op de helling en heeft een prachtig uitzicht. Maar onze voorkeur gaat uit de camping (Keurbooms Caravan Park), die pal aan de baai ligt. Het is er een drukte van belang. In Zuid-Afrika is het de gewoonte, dat de eindexamenvreugde gezamenlijk gevierd wordt in een kampeerweekend. Overal dus jongelui met de nodige, voornamelijk vloeibare, versnaperingen. Ons wordt op het hart gedrukt om het vooral te melden, als ze overlast veroorzaken. Een rood-wit-lint vormt de strenge afscheiding tussen de studenten en de weinige rustzoekers aan deze kant. 

Afijn, mooi staan we in ieder geval wel. Links zijn er in de verte bergen, voor ons de baai, met erachter de oceaan en rechts ligt het stadje tegen een rotshelling aan geplakt. De warme zon wordt getemperd door een zeebriesje. En in de donkere avond smaakt de pasta heerlijk. Op het geluid van de oceaangolven, lallende studenten en schreeuwende meeuwen slapen we zoetjes in.

 

Vrijdag, 25 november 2005 – Struisvogelland

 

Na een lekkere douche en een goed TOY-ontbijt verkennen we Plettenburg-zonder-stroom. Is men hier gewend blijkbaar. Niemand maakt zich er druk om. Internet is dus ook niet beschikbaar, maar koekjes kunnen we wèl kopen. En afrekenen!
We verlaten het stadje in oostelijke richting voor een rit het binnenland in. Via de R339 toeren we door beboste bergen. Op een paar plaatsen wandelen we over vrijgehakte paden en bewonderen we een “grootboom”. Het zijn ware woudreuzen van een kleine 50 meter hoog. De informatiepanelen zijn informatief en herinneren ons er weer aan, dat we “in de beschaving” verkeren.

Steed hoger kronkelt de asfaltweg. Voor de lunch vinden we een uitzichtpunt, dat zich prachtig boven het landschap verheft.
Later slingeren we, op weg naar de Prince Alfreds Pass, door een nauwe kloof naar boven. De bossen hebben we dan achter ons gelaten en we genieten onbekommerd van mooie vergezichten. Via Avontuur (toch nog even dus!) bereiken we de doorgaande N9 en vandaar gaan we op de N12 naar Oudtshoorn, dat geldt als het centrum van de struisvogelfarms. De gezochte T4A-Johann treffen we niet aan, dus installeren we ons onder de bomen van camping “Kleinploas”. Het is vroeg genoeg om een dutje te doen voor we gedoucht en wel naar een bistro in de buurt wandelen. De struisvogel is daar prominent op het menu aanwezig. We slapen een lange boomgaardnacht.

 

Zaterdag, 26 november 2005 – Tracks4Africa in levende lijve

 

Gerard begint de dag onder de TOY om aan de schokdemper te sleutelen. We bellen met Mister T4A, Wouter Brand, die hier ergens in de buurt moet wonen. De verbinding is heel slecht. Het enige, dat over komt is zijn advies om Johann te gaan zoeken. We vinden hem uiteindelijk in zijn restaurant. Er gaat koffie en informatie over tafel. Gewapend met een mooie routebeschrijving, waypoints van Wouter’s huis en goede raad nemen we een piste zuidwaarts via Kamanassiedam en de MontaguPass. Het is een schitterende pas en we hebben een paar leuke ontmoetingen. Eerst met een grote schildpad en later met een groep motorrijders. Over verschil in tempo gesproken… In Blanco doen we een lunch in een restaurantje dat zo uit het wilde westen lijkt te zijn overgeplant.

 

Halverwege de middag melden we ons op de boerderij van Wouter Brand, het kloppend hart van T4A. Wouter ontvangt ons hartelijk en we maken kennis met Annemarie (nichtje), Hester (zijn vrouw), Bessie (dochter) en Coenie (zoon). De tijd vliegt, terwijl Gerard en Wouter in het zenuwcentrum van T4A met de computers in de weer zijn, hebben Hester en ik het over heel andere dingen.
Met ons vieren dineren we in een restaurant in de gloednieuwe Mall van George. Precies op tijd voor een belangrijke sportwedstrijd zijn we terug. Hester installeert zich met zoon en dochter op de bank zoals wij dat doen voor de wk-finale Nederland-Duitsland. Gerard en Wouter zijn allang weer bezig met de bits en ik trek me terug in het klaarstaande TOY-bed. De nacht is al ver gevorderd als Gerard ook eindelijk het moede hoofd te ruste legt.

 

 

Zondag, 27 november 2005 – Zondagse koffie, restaurantje en een pastaprutje

 

Om acht uur zet ik de eerste pot koffie. Aan de keukentafel hebben we een diepgaand gesprek over de filosofie van het navigeren, reizen, ruimte & tijd, virtueel reizen, gedragsregels, milieu, ethiek, wereldbeeld, levensbeschouwingen …… En dit alles in het kader van overlanden in een 4x4! 
Een tweede pot is nodig alvorens we tegen de middag weer naar de realiteit van het reizen overgaan.
In een restaurantje aan zee nemen we de tijd om te laten bezinken wat er zoal besproken werd. Over kleine wegen belanden we via Hartenbos, Mosselbaai, Vleesbaai, Stillbaai in Groot Jongensfontein. Pal aan de Indische oceaan staan we in de harde wind.
We beginnen vol te raken, merken we. Hoewel we door fraaie landschappen trekken, doet het ons minder dan al die tijd noordelijker in Afrika. We zijn toe aan pas op de plaats. Kaapstad lokt, want daar willen we even stil gaan staan. Bij alles …
Desalniettemin, pastaprutje, wijn en de Indische Oceaan maken van de avond weer iets speciaals. En wat te denken van slapen in een door de wind licht wiegend bed en de ruisende oceaan in de oren …

 

Maandag, 28 november 2005 – Arniston

 

Een dagelijkse campingdouche (schone ruimte & warm water), zoals op deze camping, vinden we al weer gewoon. We nemen de tijd om te ontbijten, laptoppen, huisje poetsen, kakkerlakken spuiten, watertanks vullen, downloads lezen, enzo.
Om tien uur rijden we over een piste van de kust af door een mooi duingebied en ten noorden van Riversdale doen we, ter ere van Maaike, de Garcia-Pass. Lunchen doen we in een lokaal restaurantje in de buurt van Lemoenshoek. Voordat we langs Swellendam en Bredasdorp naar Arniston rijden, doen we de mooie Tradouws Pass.

Arniston was ons warm aanbevolen door Barbara (Francistown/Botswana). Het blijkt een prachtig klein vissersplaatsje te zijn. Schilderachtig schitteren de witgepleisterde huisjes in de middagzon. De oceaan geeft kopjes en de gele duinen lokken. Er is een campsite, maar na inspectie, besluiten we dat het gladgeschoren grasveld niets is voor ons.
Ons gedroomde plekkie vinden we in de duinen. Illegaal, dat wel. Maar buurman Eddy, die een eindje verderop in een van de witte huisjes woont, is er zeker van dat we daar rustig en veilig kunnen staan. Hij is enthousiast en we spreken een avondbezoek af.
Die avond zitten we met Eddy, zijn vrouw Lorna en Peter knus in de TOY. Buiten stormt het. Ze vertellen over de vissers, de kustlijn die meer en meer verpest wordt door bouwsels, over de apartheid en de gevolgen daarvan op hun leven als kleurling. Met een vol hoofd slapen we in. 

 

Dinsdag, 29 november 2005 – TOY tóch even op avontuur

 

Eddy is Gerard niet komen roepen vanmorgen vroeg om naar het  vertrek van de vloot te kijken. Het stormde te hard en de vissers zijn niet uitgevaren. Tijdens het ontbijt waarschuwt hij ons, dat het laagwater is en dat we nu nog net de beroemde grot kunnen zien. Hij gaat mee als onze gids. Eddy is wat overmoedig en stuurt ons rechtdoor in plaats van langs het ommetje, waar alle sporen heen gaan. Heuveltje op en zacht zand en we dreigen vast te komen staan. Gerard kletst vrolijk door met Eddy en een beetje noncha rijdt hij TOY achteruit. Ik zit achterin en zie het fout gaan. De achterkant van de auto zakt zijdelings weg op een zandhelling, die diep naar beneden uitloopt op rotsen in de oceaan! Oeps …
 
Ziet er niet echt lekker uit! Deze keer kunnen we TOY met de gebruikelijke middelen niet uit zijn benarde positie halen. Eddy verdwijnt met een passerende vissersvriend naar het dorp. Ze halen de tractor, die de vissersbootjes het water in duwt en eruit sleept. Gerard heeft de berging al helemaal in zijn hoofd. We graven een diepe kuil waar de tractor straks in kan gaan staan. Zo hebben we een anker, waaraan TOY zichzelf eruit kan lieren. Goed plan! Gerard is tenminste vol vertrouwen Dat helpt, want ik vind het knap eng. In mijn fantasie zie ik TOY steeds naar beneden rollenbollen…

Als de mannen terug zijn is het de grootste klus om de reddingsploeg op een lijn en goed geïnstrueerd te krijgen. Het is een tijdrovende en nauwkeurige klus. Maar het werkt. De tractor wordt nog een keer verplaatst, verderaf en achter een hoog duin. Want vier hangende tonnen tellen wel aan. Er is meer houvast nodig. Stukje bij beetje trekt TOY zichzelf rechter en kruipt ie als een slak hoger en hoger.
Pffff, er klinkt een bevrijdend applaus van het toegestroomde publiek als TOY dan eindelijk weer min of meer horizontaal staat. De bergers kletsen opgelucht en trots nog even na. En jawel, het is ons nog weer eens ingepeperd: terrein rijden vereist een doorlopende concentratie.

 

Omdat het allang weer hoogwater is, kan het grotbezoek nu niet meer doorgaan. Lorna is van het enerverende avontuur al op de hoogte. Als troost heeft ze een heerlijke vislunch klaargemaakt. De middag brengen we in en om het witte vissershuisje door. Later maken we alsnog een tour langs de vuurtoren en klauteren we langs de rotsen naar beneden om dan eindelijk die grot te zien.
Voor het avondeten nemen we Eddy en Lorna mee naar een restaurant in het dorp. Het eten is goed en het is er dorpsgezellig. In Arniston kent iedereen elkaar. Deze nacht slapen we in TOY pal naast het huis van Eddy en Lorna ("kostebaje"). Hun badkamer staat tot onze beschikking.

 

 

Woensdag, 30 november 2005 – Nederlandse ontmoetingen

 

Onze gastvrouw heeft een uitgebreid ontbijt gemaakt. We maken foto’s, die we afdrukken en eind van de ochtend gaan we na een hartelijk afscheid weer op weg. Door mooi golvend landschap rijden we naar Cape Agulhas, dat geldt als het meest zuidelijke punt van Afrika. In het “meest zuidelijke restaurant” genieten we van een verfijnde salade. En via Elim, Stanford, Hermanus (waar geen enkele walvis te bekennen is) gaan we naar Onrus. Op de camping vinden we onder bomen een mooie plek met uitzicht op de baai.
Kees en Johanna zijn met hun gehuurde camper onze buren. Onder het genot van een goed glas wijn praten we over werken en reizen. In het toiletgebouw maken we kennis met nog meer Nederlanders.
Na al die Nederlandse ontmoetingen dromen we van Nederland. Bijna dan!

 

Donderdag, 1 december 2005 – Van Hollandse koffie naar Zuid-Afrikaanse wijn 

 

Het ontbijt gaat over in een reuze gezellig Hollands koffieuurtje. Naast Kees & Johanna zijn er Froke (bezig een callcenter in Z.A. op te zetten) en haar ouders, Jos & Angela. Uiteraard is er een TOY-toer en ook de camper wordt uitgebreid bekeken.
Via een mooie route gaan we naar het centrum van de beroemde wijnstreek, de Westkaap, Franschhoek en Stellenbosch. Ter ere van onze trouwdag boeken we een romantische kamer in Hotel Stellenbosch. Een pad van rozenblaadjes wijst de weg naar het bed. En er is champagne!  
Stellenbosch is een prachtig plaatsje met de beroemde witte huizen in Dutch Cape style. Het is er goed toeven. Bovendien zijn de wijn en het eten er geweldig.

 

Vrijdag 2 tot vrijdag 10 december 2005 – Bouldersbeach-dagen

 

Na het hotelontbijt bezoeken we het Village Museum met een rondleiding in de oudste huizen, die hier gebouwd werden. In het eerste huisje vertelt een oude dame in klederdracht in schitterend Afrikaans en met zichtbaar plezier. Het is een bijna persoonlijke geschiedenis, die ze deelt met de toeristen. Het grootste deel van haar verhaal, gaat over gebeurtenissen en herinneringen van haar eigen grootmoeder.

Tijd en zin voor een bezoek aan een van de vele en beroemde wijnhuizen hebben we niet. Na de lunch trekken we verder. Via de R310 toeren we richting eindbestemming. Vroeg in de middag arriveren we bij Boulders Beach Lodge in Simonstown, waar we verwacht worden. Simonstown ligt aan de oostkant van het schiereiland aan de Table Bay. De weg er naartoe ligt grotendeels ingeklemd tussen bebouwing aan de kust en hellingen. Dit is echt de “bewoonde wereld”. Druk verkeer, wegwijzers en huizen. In onze behoefte aan eindeloze vergezichten voorziet nog wel de oceaan, gelukkig. 


In Boulders Beach Lodge maken we kennis met Frans Hollenbach, de eigenaar van het hotel en vriend van onze Nederlandse Toyota-vrienden Marinus & Esther. We krijgen een mooi appartementje tot onze beschikking. Twee slaapkamers en een zitkamer met open keuken. Het uitzicht is prachtig, de keuken goed en we hebben veel ruimte om onze laatste klussen te klaren.

De dagen vliegen voorbij. Want er is veel te doen. TOY wordt volledig uitgeruimd zodat een grondige oorlog tegen de kakkerlakken gevoerd kan worden. De meeste was geven we uit handen, spullen en kleding worden uitgezocht, we werken op de laptop en wandelen langs de prachtige boulders met de pinguin-kolonie. Bij Jochen (waar TOY gestald gaat worden) bekijken we de ruimte en wordt TOY geïnspecteerd. We eten met Paul & Marguerite in KalkBay en genieten van een gezellige sushi-avond bij Frans en zijn gezin thuis.

Dankzij het draadloos internet neemt het contact met het thuisfront ouderwetse vormen aan en wordt de site bijgewerkt. We kopen kadootjes voor de kleinkinderen en langzamerhand zijn we klaar met alles wat gedaan moest worden. TOY lijkt kakkerlakvrij, maar is in ieder geval schoon en weer gepakt. Ons dagritme lijkt ondertussen verdacht veel op dat van thuis.

 

Op vrijdag 9 december gaan we met TOY op pad voor het allerlaatste stukje van deze reis. We toeren naar Cape Point. Het waait zo hard, dat je boven op de vuurtoren staand, het gevoel hebt dat je zomaar weg geblazen kunt worden. We staan ook op de plek met de naam die iedere Nederlander kent: Kaap de Goede Hoop.

 

 

De wind maakt het heel koud en we blijven er niet lang. Het landschap op de kaap is prachtig en we belanden via een heerlijke rit op een boerderijcamping met veel vaste plekken, Chapman’s Peak Farm campsite. In een restaurant in de buurt, the Village Resto, eten we een lekkere steak en genieten van de livemuziek. Twee hippies op leeftijd doen wat ze al minstens veertig jaar doen. Het hele zestiger jaren repertoire met gitaar en elektronisch ritmesectie komt langs. Heerlijk…

 

Zaterdag 10 tot dinsdag 13 december 2005 – Vakantie in Stellenbosch en de laatste A-nacht

 

We staan op in het besef, dat dit voorlopig onze laatste TOY-nacht was. De komende dagen en nachten gaan we doorbrengen in Hotel Stellenbosch. Blijft TOY tenminste mooi schoon. Om half elf rijden we over de schitterende Chapman’s Peak Drive langst de steile rotswand, die hier uit de oceaan oprijst. De rest van de dag brengen we door aan de Waterfront (Kaapstad), een prachtig opgeknapt havengebied. In oude gebouwen en loodsen zijn restaurants, winkelcentra en allerlei vermaak ondergebracht. Maar ook zijn er tussendoor nog steeds havenbedrijven in werking. We vergapen ons aan de zeilschepen van de VolvoOceanRace, die op een kade worden opgelapt. Een van de boten heeft een flinke jaap opgelopen door een haaienbeet, zo wordt ons verteld. Die wandjes zijn ook niet echt dik! We vermaken ons geweldig met rondkuieren, terrasje pikken, winkelen …

 

Laat in de middag toeren we door het wijngebied naar Stellenbosch. We hebben maar liefst drie dagen geboekt in “ons” Stellenbosch Hotel. Culinair komen we heel goed aan onze trekken in een Italiaans Restaurant annex wijnhuis. 

Het zijn heerlijke dagen. We werken op de laptops en wisselen dat heel plezierig af met wandelingen in Stellenbosch, lunches en diners, uiteraard versierd met goede (en zeer betaalbare) Zuid-Afrikaanse wijnen. De internetverbinding in het belendende café is supersnel en we brengen er de nodige tijd door. Iedere dag ontmoeten we daar de familie Rosier. Gert-Jan & Petra zijn met hun zonen Daan en Rick sinds een paar dagen naar Zuid-Afrika (Franschhoek) geëmigreerd. De jongens hebben last van heimwee. Ze skypen (telefoneren via het internet) er flink op los met hun vriendjes in Nederland. Met ons zessen bezetten we bij tijd en wijle alle computers. Tussendoor gebruiken we een drankje en hapje. Dit hier is met recht en reden een internetCAFE.

 

Maar op dinsdag komt deze korte vakantie tot een einde. Koers Kaapstad, maar eerst gaan we bij Jochen langs om alle persoonlijke spullen op te bergen. Met een iets legere TOY gaan we naar de AA (de Zuid-Afrikaanse ANWB) om het nieuwe carnet op te halen. Blijkt het in Johannesburg te liggen en da’s niet naast de deur! Misverstanden, communicatiestoornissen (vooral met de ANWB)!! Ja, ja, maar morgen moeten we het toch echt hebben (voor Marinus & Esther)! Gelukkig is men snel, hulpvaardig en slim. Morgen zullen we het bezorgd krijgen op Boulderbeach per koerier. Pffff … ook weer opgelost!

 

In de lodge zijn de voorbereidingen voor het tienjarig bestaan van het hotel in volle gang. TOY is helemaal afleverklaar: schoon en (gedeeltelijk) uitgeruimd en de handleidingen zijn geschreven …
TOY zelf staat te glanzen tegen een oceaandecor. Met dat beeld op ons netvlies slapen we in voor een laatste  Afrikaanse nacht tijdens deze "Africa 2005"-expeditie…


Woensdag, 14 december 2005 – TOY-overdracht en de vlucht

 

Na het ontbijt staan ineens Marinus & Esther voor onze neus. Ze gaan twee weken met TOY op pad door Zuid-Afrika, maar vooral door Namibië. Er volgen een aantal uren van “hard werken”. Het gebruik van TOY als Toyota vergt niet veel instructie aan een Toyotadealer. Maar de handling van het camperdeel is iets anders. We buigen ons over de kaart voor een toeradvies, bespreken hoe je een wildbivak aanpakt, enz. Eén probleem kunnen we niet oplossen. Er heerst dieselschaarste. Gisteren zijn we bij flink wat pompstations langs geweest in een poging de tanks gevuld te krijgen. Niet gelukt, overal werden we weggewuifd door borden met de mededeling dat er geen diesel is. Maar het carnet wordt gelukkig netjes op tijd afgeleverd. En dan nadert het moment, dat Marinus & Esther klaar zijn voor hun trip en wij voor onze reis naar huis. Laat in de middag rijdt onze taxi voor en weg zijn we.

 

Op het vliegveld mijmeren we over het afgelopen jaar. Het is maar goed, dat we voor de website alles gedocumenteerd hebben, want anders zouden we nauwelijks geloven dat we het zelf waren, die dat alles hebben meegemaakt. In totaal reden we 50.000 kilometer. We bedenken ook, dat een jaar te lang bleek. Op de eerste plaats missen we teveel van het thuisfront en bovendien merkten we aan het eind, dat we vol begonnen te raken. Maar het is een fijn vooruitzicht, dat we werkelijk het “rondje Afrika” zullen gaan maken door vanaf mei 2006 langs de westroute naar het noorden en naar huis te rijden!

 

Zoals iedere keer genieten we van het speciale gevoel dat wordt opgeroepen als het vliegtuig opstijgt. En verder is het gewoon een kwestie van je laten verwennen, proberen te slapen en op de monitor volgen waar we vliegen.

 

Donderdag, 15 december 2005 – Gerard jarig en thuis

 

In Londen hebben we een voorspoedige overstap. Dat wil zeggen, het ging maar net goed. Want rustig kuierden we naar de gate. Daar is het stil en leeg. Jeetje, we zijn vroeg, maar zó vroeg? Onze illusie is snel voorbij als het grondpersoneel ons opgelucht tegemoet komt. Boardingtime is over! Tja, dat krijg je als je de horloges niet op de juiste tijd zet. Oeps … we ploffen neer in onze stoelen en off we go richting Nederland. Bij de landing op Schiphol kriebelt het in de wetenschap dat Jovita & Frank met de meiden klaar zullen staan. 

 

Het welkom en het weerzien zijn inderdaad fantastisch! We lunchen met de afhalers en zoeken de ouders op. En thuis? Het huis hangt vol met wat we gemist hadden. Een jaar kinderfoto’s hangt overal en er zijn hartverwarmende welkomstwoorden en (verjaardags-) cadeaus.

 

Zo merken we weer:  thuiskomen is een heerlijk gevolg van reizen!