home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Africa 2006
::
algeria 1
  • algemeen
  • south africa
  • namibia
  • angola
  • d.r.c.
  • cabinda
  • congo
  • gabon
  • cameroon
  • chad
  • niger
  • burkina faso
  • mali 1
  • mali 2
  • algeria 1
  • algeria 2
  • tunisia
  • europe
::
reisverslag
Africa 2006 :: algeria 1 :: reisverslag

Route Algeria 1: Tin-Zawatine - (over the so-called "Thatcher-piste" south-east) - In-Guezzam - Tamanrasset = 756 km.    Totaal in Algerije 3.540 km.

 

 

Donderdag, 10 augustus 2006 – Frank nog steeds jarig en eindelijk Algerije 

 

In Tin Zawatine, het afgelegen grensplaatsje in de woestijn, worden we na geduldig wachten toegelaten bij de douane en immigratie (politie). Ze zijn gezeteld in een ommuurd gebouw, dat meer lijkt op een tot ruïne vervallen fort dan op een overheidsgebouw-in-functie. Slechts enkele ruimtes zijn min of meer in gebruik. We moeten een mini-speurtocht doen om te komen waar we moeten zijn. 

Langdurig zitten we op een bankje in een kale betonnen ruimte bij de politieambtenaar, die onze inreis regelt. Ieder paspoort wordt uitvoerig bestudeerd en de pasfoto’s vervolgens intensief vergeleken met de aanwezige koppen. Ophaasten of druk uitoefenen heeft als regel een tegengesteld effect. Dus wachten we en proberen niet al te melig te doen met elkaar.

Later horen we van Nadjem, dat de overheid hier ambtenaren uit het noorden stationeert. Jarenlang soms moeten ze in deze uithoek van het land functioneren. Daar zijn ze dan ook duidelijk niet blij mee. Dus als er dan eindelijk eens passanten zijn, doen ze hun werk met meer dan normale ijver!

Maar om twaalf uur zijn we eindelijk vrij om te gaan. Dan hebben we nog een uur nodig om te tanken (er moet iemand opgetrommeld worden naar het verlaten station) en voor boodschappen in een mini-mini-winkeltje.

Het kost moeite om de goeie route buiten de stad te vinden. Het zand van de duinen is voortdurend in beweging. En Nadjem, die hier regelmatig komt, moet zich opnieuw oriënteren in het veranderde landschap. Hij navigeert op herinneringen en het zicht. Zoals iedere woestijnreiziger informeert hij bij lokale mensen om te horen, hoe de actuele situatie langs de route is. 
Na de zandduinen volgen we een rivierbedding, dan een piste en dan weer gaan we over enorme grindvlaktes die afgewisseld worden met zanderige heuvels.  
Langs deze route staan palen met een zonnepaneeltje. In de tachtiger jaren was in dit gebied de zoon van Margaret Thatcher (toen nog Engeland’s prime minister) verdwaald en dagenlang zoek. Na uit-gebreide zoekacties werd hij teruggevonden.

Margaret besloot dat het zo niet kon. Er moest iets komen om altijd je weg terug te kunnen vinden. Niet geheel naar de zin van de Algerijnse overheid, liet zij palen plaatsen met zonnepaneel en zwaailamp. De Iron Lady zag dus echt het licht, zwaailichten nog wel!
En hoe gaat het vervolgens in de woestijn? Er gaat iets kapot, dat wordt niet gerepareerd of iemand heeft materiaal nodig en haalt het weg. Het systeem werkte dan ook al snel niet meer. En zo kan het gebeuren, dat de “Thatcherpalen” naast de stenen kilometerpaaltjes, op hun best nog dienst doen als routepalen. En alleen bij daglicht. Maar het is wel een mooi staaltje van moederliefde! Toch? 

Tijdens de lunchpauze onder een boom slaapt Gerard lang in de hoop zich beter te gaan voelen. Dat lukt maar ten dele.

Eind van de middag vinden we een prachtige plek op een zandplateautje omzoomd door indrukwekkende rotsen. De temperatuur zit nog steeds rond de 40 graden, dus we houden ons gedeisd. Gerard houdt het “TOY-gesprek” met Flo op een hoge rots en dan is het tijd voor champagne! We vieren, dat we eindelijk in Algerije zijn. Een eerder geplande reis kon niet doorgaan, vanwege de ontvoeringen die toen gaande waren. De stemming is prima!

Het eten valt niet lekker bij Gerard. Hij gaat vroeg slapen. Om negen uur is iedereen in bed en heb ik de woestijnnacht voor mij alleen. Ik geniet van de stilte, de rust en de omfloerste maan. In de loop van de nacht moeten de ritsen dicht, omdat het waait. En, in de woestijn betekent dat: stof en zand in de lucht.

 

Vrijdag, 11 augustus 2006 – In-Guezzam en olifantenrotsenbivak

 

Gelukkig voelt Gerard zich ietsje beter. Hij houdt het ook vanochtend bij thee, thee en nog eens thee. We maken een toertje en bewonderen rotsgravures. Daarna dalen we weer af naar de vlakte. Vandaag is er meer zand dan gisteren. In de verte zien we vaag de in de hitte trillende contouren van duinen en de bergketens.

Nadjem rijdt veel harder dan voorheen. Harder dan hem lief is waarschijnlijk, maar hij wil graag ook Jacques tevreden houden. Bij de middagpauze bij een paar bomen zoekt hij de schaduw bij een eigen boom. Ook Gerard heeft behoefte aan rust. De hele pauze van anderhalf uur slaapt hij. In eten heeft hij nog steeds geen zin.

In de buurt van In-Guezzam stoppen we bij prachtige kunstwerken, want dat zijn deze rotsformaties.
We klimmen en klauteren, genieten van het uitzicht en rusten uit in de schaduw.

 

 

In In-Guezzam, dat op de grens met Niger ligt, proberen we te tanken. De diesel is op rantsoen! Als toeristen kunnen wij wel aan brandstof komen, maar Nadjem krijgt niet veel. We berekenen, dat we gezamenlijk voldoende hebben om Tamanrasset te halen. Bij het tankstation staat een hele lange, lange rij pick-ups. Hele ouwetjes en allemaal Toyota BJ’s! Onze Toy’s steken er behoorlijk bij af. In deze wereld is men niet gehaast en de mannen benutten de wachttijd al kletsend met elkaar.

Uiteraard brengen we ook de watervoorraad op peil, drinken een frisdrankje in een bar en keren de neuzen noordwaarts op het asfalt van de grote noord-zuid verbinding.

Verderop gaan we in oostelijke richting het zand in en rijden we naar een plek midden tussen de meest wonderlijke rotsformaties. We dopen ze tot “olifantenrotsen”. De structuur lijkt erg veel op een olifanten-huid, maar er zijn zelfs rotsen, die ook in vorm voor een olifant kunnen doorgaan. Van Nadjem moeten we uit de buurt van de rotsen blijven, want er is een groot risico om daar slangen tegen te komen. 

Nog voor het eten neemt Nadjem Gerard apart. Het tempo is hem toch te hoog. Hij heeft een oplossing bedacht om zowel Jacques als zichzelf tegemoet te komen. Vanaf Tamanrasset laat hij zijn auto staan en wil hij bij ons in de auto. Dan kan Jacques zo hard rijden als hij wil en wordt zijn eigen auto gespaard.
En het is bovendien goedkoper. Wij vinden het een goed plan. We spreken af, dat we er een nachtje over slapen en het morgen aan Javanosi voorleggen.

Als iedereen naar bed is, zitten wij met ons tweetjes intens te genieten van de volle maan. Door het stof in de lucht wordt de woestijn beschenen door zacht gefilterd maanlicht. De avond, die zo windstil begon, gaat over in een erg winderige nacht. We slapen onrustig en houden de ritsen zoveel mogelijk dicht.

 

Zaterdag, 12 augustus 2006 – Gerard zieker en dus naar Tamanrasset

 

Bij het ontbijt leggen we Nadjem’s voorstel voor. Valérie reageert erg emotioneel. Ze spreekt zelfs van een mislukte vakantie. Eigenlijk had zij naar Mongolië gewild, maar Jacques wilde deze expeditie maken. Dit probleem is al die tijd blijven hangen blijkbaar.

Het kan voorkomen: de Tofra wil niet starten. Met startkabels is het zo gepiept, maar de accu’s zijn helemaal aan hun eind.

Het is heet en de lucht is nog steeds bezwangerd van stof, waardoor het lijkt alsof er mist hangt. Geen helder blauwe woestijnluchten dus. We maken een heerlijke toer door en langs rotspartijen. 

Gerard is zich ondertussen steeds zieker gaan voelen. Iedereen is ongerust over hem. We realiseren ons nu eigenlijk pas, dat hij aan het uitdrogen is en komen nu pas op het idee om o.r.s. toe te dienen. Later in de ochtend beslissen we eensgezind om de snelste route naar Tamanrasset te nemen. Daarnaast moet de Toyfra nieuwe accu’s hebben. Gerard is zo beroerd, dat hij niet meer kan rijden.

Het is een opluchting om na een lange rit in Tamanrasset aan te komen. Onze Franse vrienden gaan naar de camping en wij naar Nadjem’s huis. Hij vindt het niet verantwoord, dat Gerard in de hitte is. Bij hem thuis kan hij een koele ruimte rustig ziek zijn.

Veel oog voor de stad hebben we niet. We worden heel hartelijk ontvangen door het gezin van Nadjem. Na een heerlijke douche installeren we ons in de salon, een grote koele ruimte met rondom matrassen. Gerard krijgt heerlijke, speciaal voor hem gemaakte, verse groentesoep en ik kip en frites. De tempe-ratuur van Gerard zit ruim boven de 38 graden en hij slaapt vrijwel doorlopend. 

 

 

Zondag, 13 augustus / woensdag, 16 augustus 2006 – Gastvrije dagen

 

Terwijl wij bij Nadjem logeren, verblijven Javanosi op de camping. Dinsdag en woensdag maken ze de geplande toer naar de Hoggar, Assekrem, met een collega van Nadjem. 

De vrouw van Nadjem is Cherifa. Ze is vier maanden zwanger van een nakomertje. Hun oudste is zoon Ayoub van 14 jaar, dan volgt dochter Hanan van 12 en het boefje van de familie is Mohammedalla van bijna 8. Nichtje Allal (16 jaar) logeert de hele schoolvakantie bij het gezin, omdat Cherifa een zware zwangerschap heeft. Ze helpt in de huishouding. Dat zien we onze Nederlandse tieners niet toch snel doen.

Alle lieve zorg, rust en het verse eten doen Gerard goed, het gaat steeds beter met hem. In het zieken-huis wordt een kweek en een malariatest gedaan. Omdat hij grote moeite heeft om zo vaak op de hurken te moeten, zaagt Nadjem een gat een plastic krukje. Zo kan Gerard echt op zijn gemak en wordt het toch weer een echte stoelgang.

De familie is uitermate vriendelijk, vrolijk en gastvrij. Niet alleen voor ons overigens, want het is een komen en gaan van mensen. Omdat het vakantietijd is, komen familieleden en vrienden uit alle delen van het land een poosje langs. Want vakantie-houden betekent familie-bezoeken. Bovendien eet iedereen mee, die toevallig tegen etenstijd langskomt.

De mannen trekken zich terug op het dakterras en de vrouwen en kinderen eten binnenshuis aan een lage salontafel. Ayoub bedient boven en Hanan doet dat bij de vrouwen, hoewel alle vrouwen meehelpen. Soep, brood, couscous, salade, fruit, kannen water en alles wat men eet, komt tegelijk op tafel. Je kunt dan ook eten in de volgorde, die jou het best bevalt. 
Met Cerifa, Allal en twee nichten (uit Algiers) ga ik de stad in. We kuieren langs marktjes en snuffelen in winkeltjes. Ook word ik uitgenodigd voor een vrouwenfeest ter ere van een huwelijk. De nichten, de dochter, vriendinnen, buurvrouwen, met een hele groep worden we in taxi’s weggebracht. Het feest is op de grote binnenhof van het huis van de ouders van de bruid. Bij binnenkomst begroeten we de gast-vrouw, de moeder van de bruid, en dan gaan we op kleden zitten. Met een kleine 200 vrouwen zitten we daar. Er wordt ranja geschonken en er komen ijsjes en andere (zeer!!!) zoete lekkernijen langs. Uit de speakers klinkt keiharde Arabische muziek, waar uitbundig op wordt gedanst door de meisjes en jonge vrouwen. Halverwege de avond komt de bruid het feest in ogenschouw nemen. Ze is prachtig aangekleed en ze zit er stilletjes bij omringd door vriendinnen. 
Dit is overigens slechts een van de vele feestavonden en -dagen, die voorafgaan aan de trouwerij, die elders in het land bij de familie van de bruidegom plaats zal vinden.

 


Maar oh jee, dat zitten op de grond! Ik moet met regelmaat van positie veranderen om kramp in allerlei lichaamsdelen te voorkomen. Maar het is ozo bijzonder om dit mee te maken. Iedereen, behalve de hele jonge meisjes, is traditioneel gekleed in schitterend geweven kleden in prachtige kleuren. Er is veel zilver- en goudraad in de stoffen verwerkt. De vrouwen zijn ongesluierd, want er zijn geen mannen.
Ik ben de enige “andere” mens hier, maar niemand besteedt daar speciale aandacht aan. Het is alsof ik een van hen ben. En ik kom ogen tekort.

Zoetjesaan knapt Gerard op. Zodanig, dat hij zich op dinsdag bij de mannen op het dakterras kan voegen voor de maaltijden. Overigens eet men hier tweemaal per dag zeer uitgebreid warm.

Op de grond zittend in de keuken steekt iedereen die er is of even binnen komt lopen, een handje uit bij de voorbereidingen. Ik dus ook. Er wordt heel wat afgekletst en uitgewisseld daar in die keuken. Volgens Cherifa blijft geen nieuwtje onbesproken en geen roddel onverteld. Heerlijk is het om dat zo over me heen te laten komen en de onderlinge band tussen de vrouwen te voelen.

Op woensdag krijgen we de uitslag van de kweek. Er is gelukkig geen malaria-parasiet gevonden, maar wel een bacteriële infectie in de darmen. Morgen weet men precies welk antibioticum het probleem moet gaan oplossen.
Het ziekenhuis, het beste van de stad, is niet vergelijkbaar met wat wij in Nederland gewend zijn. Zo lopen er in het lab vrolijk kakkerlakken rond. Ook het toilet, dat Gerard noodzakelijkerwijs bezoekt is, eh, laten we zeggen, van de kwaliteit van een zéér primitieve camping.

Met Nadjem maken we een toer door de stad en rijden we een stukje het noordelijk gelegen Hoggar-gebergte in. We internetten, kopen Toeareg-sieraden, bezoeken familie en Javanosi op de camping en doen de nodige TOY-inkopen voor het naderende vertrek.

 

Voor het vervolg zie algerije 2.