home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Africa 2006
::
cabinda
  • algemeen
  • south africa
  • namibia
  • angola
  • d.r.c.
  • cabinda
  • congo
  • gabon
  • cameroon
  • chad
  • niger
  • burkina faso
  • mali 1
  • mali 2
  • algeria 1
  • algeria 2
  • tunisia
  • europe
::
reisverslag
Africa 2006 :: cabinda :: reisverslag

Route Cabinda: Yema – Cabinda – Nzassi = 124 kms

 

 

Maandag, 12 juni 2006 – Cabinda en het Angolavisum!

 

Het begint goed. Niemand lijkt aandacht te hebben voor het visum. Maar dat verandert. Probleempje, we hebben een “uma-visum” (enkelvoudig). We zitten te wachten in een ruimte, waar een televisietoestel ons rechtstreeks verbindt met het wereldkampioenschap in Duitsland. En hier loopt men heen en weer met onze paspoorten. We gaan maar eens wat uitleggen. Dat Mister Jimmy en de beambten aan de grens van Angola ons verzekerd hebben, dat we met ons “uma” ook Cabinda binnen konden komen.
Om dit hele lange verhaal (van uitleggen, vertalen, telefoneren, nog meer heen en weer geloop) te bekorten:  tegen zessen is er een oplossing. De chef van dit grenskantoor heeft met de Immigratiedienst in Cabinda-stad overlegd. De grenschef houdt onze paspoorten en wij krijgen een verklaring. Morgen-ochtend moeten we ons om acht uur bij de Immigratiedienst in de stad (Cabinda) melden. De grenschef, zal er in hoogsteigen persoon zijn met onze paspoorten. Hij is aardig ontdooid nadat we onze Mister Jimmy-connectie hebben genoemd en hij lijkt goed-georganiseerd. We zullen onze paspoorten vast wel terugkrijgen. Bovendien, wat kunnen we anders dan accepteren? 
Nu moet het carnet nog gestempeld worden. Helaas, de heren van de douane zijn vandaag wat vroeger opgestapt. Iemand trommelt ze op en met moeite lukt het afwikkelen van het carnet, weliswaar zonder stempel.

Om half zeven stappen we in TOY om naar de stad te rijden. Rondom de grenspost is iedereen verdwenen en is het stil en verlaten. Binnen een half uur zijn we in Cabinda stad. Het is donker en ook hier is er aan de rand de stad een markt gaande. Prachtig. Overal kleine stalletjes met olielampjes.
T4A brengt ons zonder mankeren naar de katholieke missiepost.

Tussen een paar bomen in de tuin, kunnen we deze merkwaardige dag nog eens rustig op ons in laten werken. Wat een overgangen in verschillende opzichten. Ons visumverhaal is toch langer aan het worden dan gedacht. Maar, ook dat hoort bij dit avontuur.

We kunnen nog net de ham-ei-aspergesalade met toast en wijn in rust nuttigen voordat de muggen ons naar binnen jagen. We slapen onrustig in de vochtige warmte met het geluid van zoemende aggregaten in de stad en de ruisende oceaan.

 

Dinsdag, 13 juni 2006 – Wachten op dure kilometers

 

 

We staan vroeg op. Onder grote belangstelling van kinderen, de missiepost herbergt enkele scholen, ruimen we op en vouwen TOY in. Cabinda is niet al te groot en we zijn mooi op tijd op het goede adres. We worden in de wacht gezet onder een afdakje met weer een televisie (wk voetbal!) voor onze neus. Het lange wachten is begonnen. Met een onderbreking voor het invullen van formuliertjes zitten we daar het gedoetje aan te zien. Oh jee, en we moeten betalen! Per visum maar liefst 120 euro! TWEEHONDERVEERTIG EURO dus??? Jawel hoor, het is echt zo. Zo, over een visumverhaal gesproken.
En dat, terwijl de grenschef ons heeft verteld, dat het “een fautje” is van Mister Jimmy. Bedankt Mister Jimmy! Het consulaat in Rundu zal geïnformeerd worden, dat overland-reizigers wel degelijk een ordinario-visum nodig hebben met dubbel-entry.
Duur en tijdrovend foutje wordt dat. Bij het afrekenen in kwanza’s halen we net niet het hele bedrag.
De man vindt het prima en accepteert 10.000 kwanza (tien Euro) minder. Het maakt ons wantrouwig. Klopt dit wel?
Dus wachten we, gefrustreerd, ook dat maar weer af. We bekijken het vaak en traag heen en weer bewegende personeel. De mannen in de nette pakken en met klikklak hakken en de dames met hun instapmuiltjes. Wij wachten en wachten, halen onze thermoskan en maken een eigen koffie-uurtje. Mogen we hier niet doen, zegt een van de dames, wier taak vooral bestaat uit rondhangen. Daar hebben wij andere ideeën over!

We schieten de man die de “chef” is over de afhandeling van onze zaak toch maar eens aan. Helpt niet, een nog hogere chef en eindverantwoordelijke, degene dus die de stempel mag zetten, is in vergadering. 
Wachten dus maar.

We maken kennis met een Braziliaan, die hier vaak is voor zaken. Hij bevestigt, dat een visum de helft kost van wat wij betaald hebben. De dubbele prijs wijst op een versnelde procedure. Wel vermoedt hij, dat dat weliswaar het officiële tarief is, maar dat “onze chef” het boekhoudkundig waarschijnlijk zal afwikkelen als een procedure van een paar dagen. Het verschil in geld tussen beide procedures glijdt dan zachtjes in zijn privé-zak. Kunnen we niet veel aan doen, constateert hij. “This is Africa” en daar draait alles om geld, weet hij.

Hij is zowel hier als in Pointe-Noire (in de Republiek Congo) goed bekend en adviseert ons naar Pointe-Noire te gaan voor banden, schokdempers en een goed hotel. De weg er naar toe is zodanig verbeterd, dat we in een uur of twee de grens over kunnen zijn. We besluiten dat te doen. Komisch wel, op deze manier zullen we in Cabinda meer tijd wachtend doorgebracht hebben dan rijdend. En, het zullen prijzige kilometers worden. Maar eerst nog een poosje wachten…

Dan is er weer beweging. De hoogste chef is terug en onze man krijgt op zijn kop. Althans zo interpreteren we een en ander. Onze man loopt nu hoogstpersoonlijk met onze paspoorten en papieren rond en dan ineens is alles pardoes klaar en kunnen we gaan. Pfffff...

Tegen twaalven rijden we de stad uit. De weg voert langs oliewingebieden en een stinkend moeras met prachtige mangrovebomen. Op een geschikte plek eten we verse broodjes met ham. Daar zijn we wel erg aan toe ondertussen.

Om 14.00 uur bereiken we de grens. Met vliegende vaart doen we daar, na honderdvierentwintig kilometer, een verblijf van amper vierentwintig uur en tweehonderdveertig Euro armer, onze uitreis. Zo komt er een vlot einde aan een duur en nogal Afrikaans uitstapje. Maar we waren in Cabinda, dat wel!